’t Gaat goed vooruit met de HST (3)

Op 14 mei presenteerde Leiedal de resultaten van twee uitgebreide studies over de HST (high speed train) en de impact op de Kortrijkse regio. Een infomoment. De studies zijn nog altijd niet gepubliceerd op de website van Leiedal, terwijl ze door ons (burgers) zijn betaald.

Hierna dus eerst een samenvatting van al dat werk, zoals verschenen in “Het Kortrijks Handelsblad” (23 mei). Zonder twijfel voor een groot stuk overgenomen uit de persmap. Titel was: “Hst ligt nog moeilijk”.

Geniet maar even mee van het blablabla. En lees daarna nog wat randbemerkingen en een naschrift bij het gebeuren. Een schaalsprong.

Voluntarisme

Het bestaan van politiek voluntarisme en ondersteunende structuren is een noodzakelijke, maar onvoldoende voorwaarde voor grenzeloze samenwerking. Er zijn nochtans troeven voor de opbouw van een gemeenschappelijk sociaal-cultureel kapitaal. Het is nodig om het draagvlak te verruimen van bestuurlijk en academisch niveau naar andere segmenten van de maatschappij. Er is dus nog meer voluntarisme noodzakelijk en dat zal veel investeringen vergen in de creatie van gemeenschappelijk grensoverschrijdend sociaal-cultureel kapitaal. De nood aan bereikbaarheid per hst speelt eigenlijk voor weinig bedrijven een grote rol.

Tak aan de hst

Een conclusie is toch: tak beter aan op de hst, dit ondersteunt de bedrijfsrelaties en -strategie. De regio Kortrijk-Roeselare-Ieper heeft, alleen al door de nabijheid, de potentie om deze aantakking actief in te zetten in de bedrijfsstrategie. Maar er is ook een samenwerking nodig met andere vervoersmodi die schaalsprongen in tijd en en afstand mogelijk maken, zoals het vliegveld van Wevelgem.
Men mag verder aannemen dat op termijn ook andere dan topsegmenten van de arbeidsmarkt van de hst zullen gebruik maken. De arbeidsmarkt krijgt door hub-connecties met de hst ook een nieuwe impuls in specifieke hoogwaardige segmenten. De connectie naar Parijs en London moet zelfs worden aangemoedigd.

Zo. Tot zover het verslag uit “Het Kortrijks Handelsblad”. De redacteur is zeker niet verantwoordelijk voor de weergave van het infomoment van Leiedal.

Wij wel, voor de informatie hierna.

In februari 2006 heeft de intercommunale Leiedal een studieopdracht uitgeschreven die moest nagaan wat de impact zou kunnen zijn van een HST-verbinding voor de Kortrijkse regio en hoe die positieve invloed ervan gemaximaliseerd kon worden. Ook zou worden onderzocht welke potentiële economische voordelen konden voortvloeien uit de internationale bereikbaarheid van onze regio.

Leiedal beschikte over ruim voldoende geld voor het uitschrijven van die offerte. De Europese vleespotten van Interreg IIIB, meer speciaal van de projecten HST4i (for integration) en HST-Connect. Die projecten lopen dit jaar af, dus we zijn netjes op tijd gereed geraakt.

De studie over de impact van de HST werd twee jaar geleden zoals verwacht gegund aan het bureau van prof. Peter Cabus (KUL) dat hiervoor ook zoals verwacht zou samenwerken met de onvermijdelijke prof. Wim Vanhaverbeke (KUL) en Bureau Louter en Urban Unlimited. Geraamde kostprijs 67.760 euro, waarvan 31.847 euro gefinancierd door Europa. Men verwachtte dat de studie zou zijn afgerond in november 2006.
Over de positie van de Kortrijkse regio binnen het HST-netwerk werd al in september 2005 (u leest goed) een studie besteld bij Tritel uit Mechelen. Kostprijs mij onbekend.

Het zijn deze studies die nu laatsleden 14 mei door Leiedal werden gepresenteerd.
Uit het verslag van het Kortrijks Handelsblad onthouden we vooral dat het bedrijfsleven alhier weinig nood heeft aan bereikbaarheid per hst. Maar dat we toch voluntaristisch moeten “aantakken” met een schaalsprong. (Een vroegere studie wees uit dat reizigers van alhier die de HST naar Parijs willen nemen vooral toeristen zijn.)

Dus is men (NMBS, en vier steden uit West-Vlaanderen) na studiewerk overeengekomen dat de bestaande lijn Antwerpen-Gent-Kortrijk-Lille Flandres moet behouden blijven. En dat daarnaast de verbinding Oostende-Brugge-Rijsel best zou lopen over Roeselare en Kortrijk. Zo krijgen Kortrijkzanen twee treinen per uur naar Rijsel. En de directie van Leiedal (Karel Debaere) maakt zich sterk dat de prijs van de rit goedkoper wordt.

Voor meer inlichtingen over die standpunten kunt u zich wenden tot Leiedal. Tel. 056/24 16 16.
Email: liesbet.verhelle@leiedal.be

Naschrift
Tussen 1983 en 1989 opende de Métro de Lille (le VAL) diverse lijnen, tot aan de Belgische grens.
Vanuit Kortrijk bereikt u als schaalsprongtoerist het dichtsbijzijnde station Dron in ongeveer 15 minuten. Hangt er wel even vanaf of u de weg kent. Er is gratis parking. Voor de schaalsprongfietsers uit het topsegment: u kunt visueel de kortste weg vinden op de luchtfoto’s van Wikimapia.
Als we hier in de regio vroeger wat politici hadden verkozen met het lef en de schijnbare onbezonnenheid van bijv. ene Steve Stevaert (gewezen burgemeester van Hasselt, nu gouverneur), dan was de VAL op vandaag tot in Kortrijk geraakt.
Tone Sansen heeft wel een keer dit idee geopperd, maar daar bleef het bij. Er ontbrak een zekere allure aan.

Eurometropool in kaart gebracht ?

Sinds kort is op internet de metropool Lille-Kortrijk-Tournai “in kaart gebracht”.
U moet nu echt eens kijken op www.govmaps.eu/GMESlanduse.
U gelooft uw ogen niet. Zó onnozel, nietszeggend, totaal onbruikbaar. Verouderd. Beschamend als u weet wat er op internet zoal op de markt is aan geodata.

De “kaart” is nog wel gemaakt met medewerking van de European Space Agency (ESA). Mede gefinancierd door de provincie West-Vlaanderen, de intercommunale Leiedal en de Agence de Développement van Lille Métropole.
Pure geldverspilling.

Er bestaat overigens een prachtige en zeer informatieve grensoverschrijdende atlas van West-Vlaanderen. In boekvorm. Met diverse kaarten, statistieken en kommentaar over alles en nog wat.

By the way.
Precies vier maanden geleden werd met veel gedruis het nieuwe “Eurodistrict Lille-Kortrijk-Tournai” opgericht. De kostprijs van de stichtingsplechtigheid in onze Budascoop werd geraamd op 15.000 euro.
Hebt u daar sindsdien nog iets van gehoord?
Wie is er nu eigenlijk de eerste voorzitter? Gros Quinquin (Pierre Mauroy) of Martine Aubry? Heeft onze burgemeester een functie?
Is het Bureau al samengesteld? Bijeengekomen? Is er al een Algemene Vergadering geweest? (Moet minstens tweemaal per jaar samenkomen.)
Waar is de zetel van het Grensoverschrijdend Agentschap? (Men dacht toch aan Kortrijk?)
Waar is de begroting? Waar vinden we de statuten? Is er al personeel aangeworven? Waar? Hoe?

Dat Eurodistrict heeft tot op heden nog geen barst uitgericht.
Die internetkaart van de metropool is géén initatief van ons Eurodistrict.
Onlangs bracht Leiedal – niet het Eurodistrict – alweer de zoveelste studies uit over de hogesnelheidstrein en de impact op de Kortrijkse regio. Blabla van de bovenste plank.

De website www.west-vlaanderen.be/noord-frankrijk is compleet stilgevallen.

In vorige stukken is hier de hoop uitgesproken dat ons Eurodistrict geen praatbarak zou worden.
Dat ziet er nu wel goed uit, in dit opzicht. Er is nog altijd géén barak, en er wordt niet gepraat.

Eurometropolitans ! Dom en stom kaartje kijken !

Het is niet waar.
Overheden van het eurodistrict Lille-Kortrijk-Tournai hebben nood aan accuraat nieuw kaartmateriaal. Zo luidt een mededeling van ons ‘Huis van de Streek’.
Zie nu vlug: www.govmaps.eu/GMESlanduse.
Gemaakt op basis van satellietbeelden van 2005 en 2006 ! Van de ESA ! Met medewerking van Leiedal ! De provincie !
Een initiatief van Global Monitoring for Environment and Security. Niet te geloven.

Je ziet er duidelijk – volgens medeling van ons Huis van de Streek – percelen als landbouwgrond, industriezone, woonzone, enz., van de regio’s Doornik, Moeskroen, Roeselare, Kortrijk. Een metropoolgebied van 4.100 km².

Graag uw gefundeerde mening.
Er volgt een bloemlezing van uw reacties.

(…)

Nieuwe betrekkingen bij Stad Kortrijk in het verschiet

Na veel beraad bij de onderscheiden directies kwamen nieuwe personeelsbehoeften naar boven. (Cultuurdirectie is nu wel volzet.)

Ziehier het lijstje.
Waar heeft de bureaucratie nood aan?

* Aan een huisvestingscoördinator voor de Woonwinkel. Voor gezinsvriendelijk wonen.
* Aan een coördinator ‘economisch loket’. Voor ondernemend Kortrijk.
* Aan meerdere gebiedswerkers. Voor de gebiedswerking die voor dit jaar alleen al 694.080 euro aan middelen voorziet.
* Aan een ‘aanspreekpunt’ voor Europese zaken binnen de strategische cel.
* Aan een onderwijscoördinator.
* Aan een ICT’er die Kortrijk verder wil profileren als innovatieve en creatieve stad.
* Aan een extra boekhouder voor de uitbouw van een fiduciaire voor de autonome gemeentelijke bedrijven en stedelijke VZW’s.
* Aan iemand die iets doet voor de sociale economie.

Een hele waslijst waarbij primair de vraag opkomt of we dan al geen ambtenaren hebben die voornoemde taken reeds vervullen. Secundair valt op dat er geen sprake meer is van een adjunct-stadssecretaris. Vervulde Miek Vos (die ontslag nam) dan een overtollige, weinig nuttige functie? Tertiair – en dit is fundamenteel – blijft het maar de vraag hoe men tot een nieuw personeelsbehoefteplan komt terwijl er nog altijd niet de minste discussie is geweest over wat mogelijk de kerntaken zijn van ons stadsbestuur (en van het OCMW). Hebben we wel een woonwinkel nodig?

Voor de zoveelste maal herinneren we ons hier de vergeten Wet van Parkinson. In een bureaucratie – de vierde macht – schept het orgaan (de ambtenaar) de functie (het werkterrein), en zonodig omgekeerd.

Het College heeft onlangs in afwezigheid van de schepen van personeel een shortlist opgesteld van de prioritair op te vullen functies.

Op eerder korte termijn hebben we nood aan:
* een wooncoördinator;
* een onderwijscoördinator;
* een ‘aanspreekpunt’ voor Europese en grensoverschrijdende projecten.

Aan de overige personeelsbehoeften zal pas voldaan worden mits de loonkost volledig extern (subsidies) of door besparingen (volgend jaar 2 procent op de reguliere werking) kan gerecupereerd worden.

Hoe zal men die nieuwe betrekkingen (“wervingen”) financieren?
Er zou binnen de directies een oefening zijn gebeurd waarbij men tot de vaststelling kwam dat er voor 300.000 euro op jaarbasis kan worden vrijgemaakt. En dit bedrag komt ongeveer overeen met 4 à 6 voltijdse equivalenten. Vanwaar die besparingen komen is nog niet duidelijk. Wachten geblazen op de tweede begrotingswijziging voor dit jaar en/of de begroting van 2009.

Potentiële kandidaten! Sollicitanten! Opgelet !
Hou de website van Stad in de gaten, de rubriek “vacatures”.
Maar het is mogelijk dat bovengenoemde drie vacatures voor het brede publiek nooit zichtbaar zullen worden. (Hebt u bijvoorbeeld al iets vernomen over de aanwerving van een coördinator voor de Opvoedingswinkel? Schepen Lieven Lybeer regelt dat op eigen houtje. Notulen daarover zijn niet openbaar.)

Potentiële kandidaten kunnen het wagen om zich nu reeds in te schrijven op de sollicitantendatabank. Zie de website van Stad.
Men krijgt dan spontaan een tegenbericht als er een passende vacature vrijkomt. Probeer eens !

Maar maakt u een kans?
Onheilspellend is dat het schepencollege vindt dat bij het invullen van de nieuwe functies eerst de “interne arbeidsmarkt” moet geconsulteerd. Dat wil zeggen: de eigen bureaucratie.
________

ENKEL VOOR SOLLICITANTEN

Het vervullen van een betrekking kan via een aanwervingsprocedure (waarbij zowel ambtenaren als externen kunnen kandidateren), een bevorderingsprocedure, een procedure van interne personeelsmobiliteit (in dezelfde graad of in andere graad van dezelfde rang!), of een combinatie van dit alles.

Blijkbaar kiest het College voor deze toch belangrijke nieuwe ‘wervingen’ NIET voor een aanwervingsprocedure. Waarom niet?

In elk geval kan de gemeenteraad er zich een keer mee bemoeien. Zo kan de Raad (niet het College) vaststellen dat bepaalde betrekkingen alleen of bij voorrang vervuld worden door een bevordering, door interne mobiliteit, of alweer een combinatie van deze procedures.

Een bevordering is alleen mogelijk in een vacante betrekking van de personeelsformatie. Vraag is hier of de in het vooruitzicht gestelde nieuwe functies een wijziging van de personeelsformatie inhouden. Dan moet dit voor de gemeenteraad komen.
Bij een bevordering is het de Raad (niet het College) die de regels voor de bekendmaking van de vacature vaststelt en de indiening van de kandidaturen, met de minimale termijnen. De Raad kan ook bepalen dat een bevordering gepaard gaat met een proeftijd. Kandidaten voor een bevordering moeten slagen voor een selectieprocedure.
Ook bij interne personeelsmobiliteit is het de Raad die de procedure vastlegt.

Er bestaat nog zoiets als een mandaatstelsel, voor een bepaalde duur. Maar dit kan enkel voor functies in statutaire betrekkingen van niveau A of B.

Het College zal evenwel nagaan of bepaalde nieuwe functies niet kunnen vervuld door een opdrachthouderschap. Ook hier maken externen geen kans. Een opdrachthouderschap houdt in dat een personeelslid belast wordt met een in de tijd beperkte opdracht die zijn functie aanzienlijk VERZWAART, naar taakinhoud, verantwoordelijkhedenen en functievereisten.
Vandaar dat de Raad (niet het College) kan bepalen dat de opdrachthouder voor de duur van de opdracht een toelage krijgt. Het College voorziet hiervoor in 2009 evenwel nu al min of meer 50.000 euro…
Een opdrachthouderschap is voorbehouden voor de graden van niveau A, B en C en voor personeelsleden die de proeftijd beëindigd hebben.
Toekomstige opdrachthouders moeten goed staan met het hoofd van het personeel ! De secretaris.
Hij brengt namelijk persoonlijk de personeelsleden die daarvoor in aanmerking komen op de hoogte van de opdrachten en toetst zelfs meteen de ingediende kandidaturen.
Zal schepen van personeel Hilde Demedts er zich mee bemoeien?

EXTERNEN ! VERGEET MAAR DIE SOLLICITANTENDATABANK.

Goed nieuws voor reclamanten over gemeentebelastingen

(Met update over het adagium “in dubio contra fiscum”.)

Stel dat u vindt dat het stadsbestuur u een verkeerde terrasbelasting aanrekent. Dat uw parkeerboete onrechtvaardig is. Dat uw aanslagbiljet op onbebouwde percelen of op leegstand onbillijk is.
Dan kunt u in eerste instantie in beroep gaan bij het Schepencollege en vragen om aanwezig te zijn op de hoorzitting waar uw geval zal besproken worden.
Zie vorig stuk.

Voor potentiële reclamanten is het verdomd cruciaal om weten hoe de beslissing van het College in analoge gevallen is uitgedraaid.
Of het bezwaar bij gelijkaardige disputen gegrond of gedeeltelijk gegrond werd verklaard.

U kunt dat voortaan te weten komen.

Het stadsbestuur had sinds enige tijd de gewoonte om in de notulen van het schepencollege het relaas over de afloop van de uitspraken over bezwaarschriften inzake gemeentebelastingen achterwege te laten. Tenminste toch voor de gewone burger.
Nu kan dat niet meer.

Gisteren heeft raadslid en Vlaams volksvertegenwoordiger Bart Caron (Vl.Pro) in plenaire zitting van het Parlement gevraagd of ook niet-belanghebbenden inzage kunnen krijgen in de uitspraken over geschillen inzake gemeentebelastingen.
Minster Marino Keulen had daar een duidelijk antwoord op.
“Het resultaat van de beslissing is openbaar. Men kan als niet belanghebbende burger de beslissing opvragen in het kader van openbaarheid van bestuur, met de vermelding van de naam en toenaam en de inhoud van de beslissing.”

Uitermate interessant, voor potentiële reclamanten. Ook voor reclamanten die achteraf in beroep willen gaan bij de rechtbank. Men kan precedenten aanhalen. Uitspraken over gelijkaardige gevallen vergelijken.
Ook boeiend voor de pers !

Lezer-reclamant.
Bij gelegenheid zullen we hier even grasduinen in de uitspraken over belastinggeschillen uit het verleden. Om u te helpen. Hieronder een voorbeeld.

In dubio contra fiscum

Dit is een adagium dat reclamanten best goed onthouden.
In geval van twijfel nopens de draagwijdte van een fiscale regel moet de tekst geïnterpreteerd in het voordeel van de belastingschuldige.
Daar is het College nog onlangs aan herinnerd.
De eigenaar van een logementshuis in de Toekomsstraat werd per ongeschikt verklaarde kamer (10 in aantal) in 2006 een aanslagbiljet of tien toegestuurd. Telkens voor een bedrag van 750 euro ! Op basis van de taks op ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring. Eigenaar tekende nog in 2006 beroep aan. Kreeg ongelijk van het Schepencollege. Nu, twee jaar later is de klacht wel gegrond verklaard. Er moet slechts éénmaal een heffing van 750 euro worden betaald…
(Stad wil een te verliezen geding vermijden.)
Kijk, bij zo’n geval kletst men na twee jaar toch op de dijen, van het lachen ?

P.S.
Het nieuwe decreet over gemeentebelastingen is gisteren goedgekeurd.
Bij hoorzittingen is het niet meer nodig dat het voltallige Schepencollege aanwezig is.
Eén schepen OF één ambtenaar volstaat.
Zal men nu voor ieder apart soort van geval een andere schepen of ambtenaar laten zetelen? Bijvoorbeeld voor sluikstorten: schepen Stefaan Bral? Maar daar heeft hij geen tijd voor !
Dus zal een hoofdambtenaar van zijn directie als ‘rechter’ zetelen. Zeg dan zeker niet dat u die boterham hebt weggegooid om loslopende duiven te voederen. Ambtenaar is namelijk een vogelaar.

Een bericht voor de reclamanten inzake gemeentebelastingen

Zo nu en dan tovert het College van Burgemeester en Schepenen zich om tot een soort rechtbank.
Men behandelt dan in één pakket een serie ingediende bezwaarschriften tegen bepaalde gemeentebelastingen. “Pure” gemeentebelastingen, dus geen geschillen over aanvullende personenbelasting of onroerende voorheffing. Daar is het College niet voor bevoegd.
Reclamanten of hun vertegenwoordigers kunnen bij de zitting aanwezig zijn.

Bij ons in Kortrijk slaan de bezwaarschriften meestal op de parkeerbelasting, de belasting op huis-aan-huis verspreiding van publiciteit, de belasting op leegstand of onbebouwde percelen. Disputen over sluikstorten zijn sinds enige tijd in aantal fel verminderd. Zelfs onbestaand geworden. Daar waren veel moeilijk hard te maken betwistingen over. Het ging ook vaak om pietluttigheden.

Het College beslist of het bezwaar ontvankelijk is, gegrond of misschien gedeeltelijk gegrond.
Laatst nog (29 april) zijn er drie bewoners ontsnapt aan het betalen van de “parkeerboete”. Ondermeer met als argument (van het College zelf!) dat Parko een gedoogbeleid van 15 minuten overschrijding van de parkeertijd hanteert en dit niet werd toegepast. In feite zou dit onderdeel van het (intern) Parko-reglement op parkeren moeten kenbaar gemaakt op het aanslagbiljet.

Vandaag wordt in het Vlaams Parlement gestemd over een decreet dat potentiële reclamanten over onze gemeentebelastingen zeker kan interesseren.
Het gaat om een ontwerp van decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van procincie- en gemeentebelastingen.

Het is vooral die geschillenprocedure die ons moet boeien.

Voorheen kwam het voltallige College tot een uitspraak, ook al was Stefaan Bral afwezig. Nu is dat eigenlijk nog zo, maar als het tot een hoorzitting komt met de reclamanten hoeft het College die hoorzitting niet zelf te houden. Het College kan daarvoor een lid (een schepen) aanduiden of zelfs een personeelslid. De decreetgever vindt dit een (administratieve) vereenvoudiging…

Nu, het recht om gehoord te worden blijft als belangrijk beginsel van behoorlijk bestuur bestaan, maar de belastingschuldige moet er bij het indienen van zijn bezwaar uitdrukkelijk om vragen om gehoord te worden !
Er is nog een “vereenvoudiging”. Het stadsbestuur moet u over de mededeling van datum en uur van de hoorzitting niet meer verwittigen bij aangetekend schrijven. Een telefoontje kan zelfs volstaan ! Zorg er dus voor dat uw benjamin op dit ogenblijk niet aan het toestel hangt. En bekijk dagelijks uw e-mails, want ook via deze elektronische weg kan u een oproep krijgen om te verschijnen op de aanstaande hoorzitting.

Net als vroeger mag de belastingsplichtige zich door iemand laten vertegenwoordigen, en dat moet niet noodzakelijk een advocaat zijn. Altijd melden wie er zal aanwezig zijn.

Het bezwaar moet natuurlijk schriftelijk ingediend, met een motivatie.
Wanneer? Ook dat is een “vereenvoudiging”. De bezwaartermijn is teruggebracht tot drie maanden. Vroeger hadden we zes maanden tijd. Nieuw is wel dat de termijn begint te lopen op de derde kalenderdag volgend op de verzending van de aanslag. (Als er een postverzending is veronderstelt men dat u uw brieven enkele dagen laat rondslingeren.)

Uw bezwaren kunt u voortaan indienen via een ‘duurzame drager’: een fax of e-mail bijvoorbeeld. Tenminste als het stadsbesuur daarin voorziet. En het bestuur moet u binnen de vijftien kalenderdagen een ontvangstmelding sturen. En het tijdstip van de hoorzitting minstens vijftien kalender op voorhand laten weten. Waarbij u op uw beurt zeven dagen tevoren meldt wie er aanwezig zal zijn.

Wanneer moet de bevoegde overheid beslissen over het dispuut?
Het decreet stelt de beslissingstermijn vast op zes maanden ! Vanaf de datum van ontvangst van het bezwaarschrift.
Kan eventueel zelfs verlengd met drie maanden in geval het gaat om een ambtshalve vestiging. Bij overschrijding van die indicatieve termijn van zes maanden kunt u de zaak onttrekken aan het College door de betwisting voor te leggen aan de rechtbank van eerste aanleg.
De beslissing van het College wordt met een aangetekende brief betekend. Niet telefonisch !
Beroep bij de rechtbank blijft mogelijk.

Koopkracht van burgemeester en schepenen stijgt

Morgen zal het Schepencollege zich – zonder enig sociaal akkoord – weer beraden over een onkostenvergoeding. Het moet weer lukken.
Net nu hier in een vorig stuk is gesignaleerd dat burgemeesters en schepenen voor de komende maand juni zullen genieten van een salarisverhoging, en daarna in juli van nog een “aanpassing”.

Hoe is de toestand voor juni?
Burgemeesters van een gemeente met 50.001 tot 80.000 inwoners (Kortrijk) ontvangen een bruto-wedde van 88.562,88 euro. Gedeeld door 12 is dat 7.380,24 euro.
Begin vorig jaar ging het nog om 86.729,66 euro. In juni vorig jaar om 86.823,61 euro.

Schepenen van een stad als Kortrijk krijgen 75 procent van de wedde van de burgemeester. Dat is nu bruto per jaar 66.422,16 euro. Maandelijks: 5.535,18 euro.
(OCMW-voorzitter Franceska Verhenne krijgt evenveel als een schepen.)

Burgemeesters en schepenen genieten van de fiscus qua beroepskosten van een speciaal tarief. Voor de inkomsten van het jaar 2007 gaat dat bij burgemeesters om een aftrek van 5.791,65 euro. Voor de schepenen: 3.474,99 euro.
Waarom worden die wedden verhoogd?
Omdat de vergoeding van de leden van het Vlaams Parlement (bijv. Bart Caron, Carl Decaluwé) ook wordt verhoogd. Meer speciaal het vakantiegeld is aangepast. Zij krijgen vanaf juni 105.873,14 euro. Kostenvergoeding, jaarlijks vakantiegeld en eindejaarstoelage inbegrepen.
Een burgemeester van een stad als Kortrijk krijgt daar 83,65 procent van.

Onze burgemeester heeft nog wat bezoldigde mandaten. Niet zoveel in aantal. Niet zoveel als schepen Lybeer. Maar Stefaan is bijvoorbeeld wel federaal Kamerlid en heeft daar nog een heel goed betaalde job bij als quaestor.
Er is ook een regel – niet vergeten – die zegt dat de som van de wedden en vergoedingen en presentiegelden van burgemeesters (en schepenen) nooit hoger mag zijn dan anderhalf maal het bedrag van de vergoeding van een Vlaams parlementariër.
We mogen dus redelijkerwijs besluiten dat onze burgemeester hoogstens 158.909,71 euro verdient. Bruto. Zonder dienstwagen.

In juli komt er een indexaanpassing.
We houden u (kiezers-werkgevers-aandeelhouders van Stad) zo snel als mogelijk op de hoogte.
Maar wie houdt er dat eigenlijk allemaal bij? Wie vult er de belastingaangifte in van onze mandatarissen?

Nieuwe verhoging wedden burgemeester en schepenen voor 1 maand geldig ! Koopkracht !

Op 1 juni aanstaande worden de wedden “aangepast”.
Maar deze nieuwe bedragen zijn maar voor één maand geldig. Naar aanleiding van een of andere indexatie zullen verloningen opnieuw worden aangepast, vanaf 1 juli.
Vanwaar dit grillige verloop van de koopkracht van onze mandatarissen ?
We houden u op de hoogte !
En de leden van ons College nog in spanning. Leden van het College vinden publicatie van dit soort gegevens totaal ongepast. Antipolitiek ! Maar hoe anders komen zij het zo vlug te weten, zonder kortrijkwatcher?
Hoeveel wordt het ?

Klassenstrijd

Probleem is dat er in de politiek tussen de werkgevers (kiezers) en de werknemers (mandatarissen) geen enkele vorm van sociaal akkoord is.
Niet het minste overleg. Over wedden, salarissen, vergoedingen, emolumenten, zitpenningen, snoepreisjes, onkostenvergoedingen,
declaraties, bedrijfswagens, GSM’s, rolstoelen. Flexibiliteit. Ontslagvergoedingen. Opties (voor een ander mandaat).

Bij het overleg in het politieke bedrijf heerst er een totale vorm van democratisch-centralistisch kommunisme. Goed gepland.
Onze werknemers-mandatarissen bepalen zelf op eigen houtje wat ze verdienen en wat ze daarvoor willen doen.
Hoe dit allemaal fluctueert en waarom.
Weet er soms iemand (een kiezer-werkgever) hoeveel uren schepen Bral besteedt aan zijn ambt. Waar? Wanneer?

Er is geen overleg tussen de partners.
Gedaan daarmee!
Straks een oproep tot het oprichten van een vakbond van kiezers. Geen partij ! Wel een vakbond van werkgevers. VVKK. Vakbond Verbond van Kortrijkse Kiezers.
Waarbij WIJ nu een keer procentueel boven de loonnorm zullen bepalen hoeveel onze verkozen arbeiders-schepenen verdienen via hun toegevoegde waarde ten opzichte van het BKP. Het Bruto Kortrijks Product. Naakte ontslagen eisen. (Voorlopig geen namen.)
Topsalarissen en cumulaties verijdelen.
En het concurrentievermogen van ons CBS dientengevolge laten stijgen.

Een deontologische code voor schepenen (die in Kortrijk overigens nog altijd niet bestaat) volstaat niet.
Onze vakbond wil een professioneel akkoord. Nu. Nog in de herfst.

Naschrift.
De VVKK heeft een lokaal: de raadskelder. Als er sneeuw ligt: de oude Dekenij.
Interim aan de band: Jean de Bethune. Afgevaardigde voor veiligheid en preventie dan: Lieven Lybeer.

Schepen van Financiën ! Klopt dit wel ??

(Met update.)

Onze gemeenteraadsleden hebben net op tijd beslist om toe te treden tot het zgn. “Lokaal Pact” met de Vlaamse regering. Dit houdt ondermeer in dat men van de regering (au fond van ons) 100 euro krijgt per inwoner als men maar belooft om forfaitaire belastingen af te schaffen en geen belastingverhoging door te voeren.
Die 100 euro moeten dienen om leningschulden af te lossen.

Intussen heeft het College beslist welke uitstaande schulden men wenst te laten overnemen door de Vlaamse overheid.
Volgens het College krijgen we een overname van schulden ten belope van 7.377.700,00 euro. Dit zou betekenen dat er in Kortrijk welgeteld 73.777 inwoners zijn. Volgens het begrotingsdocument telden we op 1 januari 73.784 inwoners, dus dat scheelt niet veel. Daarover vallen we niet.

Het College vraagt de aflossing van 27 leningen.
Vermeldt dan per genummerde lening welk bedrag zal terugbetaald worden. Dat wil zeggen: het bedrag van de resterende schuld.
Schepen Cnudde, vindt u in de lijst ook drie leningen waarbij de verwachte terugbetaling niet identiek is met de resterende schuld ? Bij één daarvan bedraagt het verschil zelfs 1,5 miljoen.
Het gaat om de lening nr. 5684. De voorziene terugbetaling bedraagt 3.160.967,38 euro. Als we dan gaan kijken naar de toestand van de schuld eind vorig jaar bedraagt de “resterende schuld” voor die lening 4.754.526 euro. Vanwaar dat verschil?

Het is meteen ook de tweede hoogste lening die we aantreffen in de lijst van leningen tot en met vorig jaar.
Die lijst omvat ruim 700 lopende leningen, maar ze zijn niet allemaal ten laste van de gemeente. Het hoogst geleende bedrag slaat op 9,9 miljoen en de te betalen tranches hiervoor bedragen dit jaar ca. 416.000 euro. Uit onze beschikbare documentatie is jammer genoeg niet te achterhalen waarop die lening slaat of wie ze moet aflossen.

En vindt schepen Cnudde het rekenkundig ook niet heel wonderlijk dat men met 27 bedragen met cijfers achter de komma netjes uitkomt op de som van 7.377.700,00 euro ?

Toestand van de schuld op 31 december 2007

Volgens de lijst van leningen van de Dexia Bank is het bedrag van de leningen tot en met vorig jaar 143.321.301 euro. Resterende schuld: 100.766.867 euro. Tranches dit jaar terug te betalen: 9.182.243 euro.

De balans 2007 vertoont andere cijfers.
Leningen ten laste van de gemeente (schulden op meer dan 1 jaar) voor een bedrag van 156.649.878 euro. Een terugbetaling van 35.361.079 euro. Blijft over, ten laste van de gemeente: 121.108.799 euro. Eind vorig jaar.

In 2006 ging het nog om 113.920.610 euro.
In 2005: 98.585.589 euro.
In 2004: 84.027.321 euro.

We torsen met zijn allen (baby’s inbegrepen) een leningslast van minstens 1.644 euro per inwoner.
Het wordt dit jaar nog méér.
Bij de recente begrotingswijziging zijn er weer nieuwe leningen aangegaan. Oorspronkelijk ging het om 12,5 miljoen. Het is 34,06 miljoen euro geworden.

Allemaal cijfers die men nergens leest en ook niet hoort op de infovergaderingen van het College (“de Ronde van Kortrijk”).

Weblog over het reilen en zeilen in de Kortrijkse politiek door Frans Lavaert