Category Archives: stadsplanning

Naar 25 procent sociale woningen?

Een tijdje geleden hield een klein verwaarloosbaar gezelschap leden van het ACW-Kortrijk in Heule een prikactie. De voorzitter was buitenlands. Twee toch zelf verklaarde verantwoordelijke CD&V-bewindslieden deden aan de betoging mee: de schepenen Lybeer en Cnudde. Geen bijstand van socialisten of progressieven. Vermoedelijk geen raadslid Carl Decaluwé, de ultieme ACW-bewaker van alles wat met goed woonbeleid in onze West-Vlaamse wereld heeft te maken?
Een drietal prominente bestuurders van onze socialehuisvestingsmaatschappijen.

Eén op vier

ACW (van Kortrijk) eist een consequente toepassing van de 25%-regel die er moet voor zorgen dat voor ‘woonontwikkelingen’ van méér dan 1 hectare minstens één op vier huizen moet gerealiseerd als sociale koop- of huurwoning. En let nu even goed op: óók voor “woonontwikkelingen” die GEEN eigendom zijn van een sociale huisvestingsmaatschappij. Met andere woorden: ook op kavels van private bouwheren zou volgens het ACW de 25%-regel moeten afgedwongen worden.

Wat gaat er hierbij om binnen het geslacht en de kastelen of appartementen en landbouwgebieden van de Béthune, als men daarvan hoort? En bij andere Kortrijkse grootgrondbezitters?
Ja, wat? Grijpen ze dan naar het telefoonnummer van De Gilde? Of weten ze het al lang? Beleggen ze een intiem hoofd-aan-hoofd etentje met de minister? Met schepen van wonen, Lieven Lybeer? Stadsplanning, Wout Maddens? Vlerick? Koramic? Leiedal? De nog bonafide makelaars? Q?
Zullen ze nog vlug betaalbare gronden op de vrijemarkt gooien?

Wat zijn de compensaties?

Of het zover zal komen moet nog blijken.
Maar er is alleszins iets in de maak dat in die caritas-richting gaat.
Over een paar weken – of nog vroeger – weten we bij welke eigenaars zal geprutst worden aan hun eigendomsrecht.
Er is namelijk een totaal nieuw decreet op komst inzake grond- en pandenbeleid. En het ziet er nu al zeker naar uit dat bijvoorbeeld zowel de gronden van het Sacerdotium (de kerkfabrieken) als die van het Imperium (de overheid) verplicht zullen aangesproken worden voor meer sociale huisvesting. Pastoors, opgelet. Niks meer verkopen aan een bovenmodaal Heuls ACW-raadslid. Tijd weer voor miserabilisme en lijden op deze wereld. (Heeft de holding van het ACW ook grondeigendommen, in het Kortrijkse? Boeken open!)

Aan de hand van een aantal uiterst relevante documenten willen we hierna wat vertellen over die in meer liberaal gezinde kringen beruchte 25%-regel.
En daarbij verwijzen naar een minder bekend maar zéér cruciaal dienstorder.

Een voorstel van resolutie (2006)

Op 16 november 2006 pakken een aantal Vlaamse parlementariërs uit met een resolutie “betreffende de beschikbaarheid van betaalbare woningen”. Virtueel nog altijd in behandeling in de bevoegde commissie.
Daarin vraagt men o.m. om minimaal 25 procent van de gronden die eigendom zijn van de publieke of semipublieke sector ‘een sociale bestemming’ te geven.
De publieke en semi-publieke sector zou kunnen slaan op stadeigendommen, gronden van intercommunales, van het OCMW, van kerkfabrieken, van autonome gemeentebedrijven (bijv. ons SOK).
Verder wil de resolutie dat er een ‘activeringsbeleid’ wordt uitgewerkt voor het patrimonium dat in handen is van de private eigenaars om een gedeelte van die gronden ook een sociale bestemming te geven. Dus: niet alleen voor de socialehuisvestingsmaatschappijen maar ook alle andere actoren in de immobiliënsector kunnen onroerende goederen ontwikkelen volgens sociale criteria die door de overheid bepaald worden.

Nu zou u denken dat de indieners van de resolutie zeker niet van de diepblauwe strekking zijn.
Maar neen! De initiator is Vlaams volksvertegenwoordiger Patrick Lachaert van de VLD. En iedereen heeft meegetekend. Nog een VLD’er (Dominique Guns), CD&V’ers (Veerle Heeren, Joke Schauvlieghe), het kartel SP.A-Spirit (Bart Martens, Caroline Gennez). Onze plaatselijjke volksvertegenwoordiger en raadslid Carl Decaluwé is niet te bekennen.

Beleidsbrief (2007)

Minister Dirk Van Mechelen, ook bevoegd voor ruimtelijke ordening, schreef op 6 november 2006 zijn beleidsprioriteiten 2007-2008 uit.
In verband met de algemene bezorgdheid over het aanbod van goedkope woningen wil hij bijzondere aandacht schenken aan de tekstuele implementatie van de hierboven aangehaalde resolutie van 2006.
In het nieuwe decreet over grondbeleid zal men ondermeer bepalen dat elke gemeente een bindend percentage moet vastleggen betreffende het sociaal woonaanbod. Er wordt geen cijfer op geplakt, en ook niet gezegd of het percentage gelijk zal zijn voor alle gemeenten. Niets over de soorten van gronden of aantal hectaren die in aanmerking komen. Wat is een ‘sociaal woonaanbod’? Een sociale woning? Een bescheiden woning? Een betaalbare woning? Wat al begrippen. Dat is politiek.

(In zijn toespraak voor het Vastgoedcongres 2007 zei de minister-president Kris Peeters op zijn beurt wel voorzichtig dat het realiseren van sociale woningbouw gerust door iedereen kan gebeuren.)

Afsprakenkader (2008)

Een heel belangrijk stuk van 18 januari 2008, uitgaand van het kabinet Van Mechelen. De nieuwe decreten over Ruimtelijke Ordening én over Grondbeleid krijgen hier een voorafspiegeling.
Elke gemeente zal een bindend percentage moeten vastleggen betreffende het “sociaal woonaanbod”. Hoeveel? Waarschijnlijk zullen we hiervoor moeten wachten op een uitvoeringsbesluit. Want de Vlaamse Regering zal een kader bepalen over de objectieven, de methodologie, de marges, de procedures, de nulmeting.
Nochtans: de minimum-norm (kan dus méér zijn) ten aanzien van gronden die eigendom zijn van de (semi)publiek sector blijft 25 procent !
Voor wat betreft private gronden, verkavelingen en bouwprojecten zal er in een gewestelijke stedenbouwkundige verordening een nader te bepalen percentage opgenomen worden aangaande het sociaal woonaanbod.
Maar nu !
Die gewestelijke verordening kan “worden verfijnd” door zowel de provincie als de gemeente… Dat belooft voor volgend jaar: verhitte discussies binnen ons Kortrijks schepencollege, een coalitie van CD&V (ACW en Middenstand) en VLD.

Voor bestemmingswijzigingen naar woongebied (nieuw aan te snijden terreinen) zullen de minimumpercentages variëren naargelang de eigenaar. Herbestemde (semi)publieke grond: 40 procent sociaal woningaanbod. Privaat: 20 % sociaal en 20 % bescheiden woonaanbod.

Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (2002)

Pro memorie. Het PRS werd al in 2002 door de Vlaamse Regering goedgekeurd. En in het richtgevend gedeelte (dus niet bindend) was al sprake van een na te streven percentage bij elke ontwikkeling van een nieuwe woonzone groter dan 1 ha. Voor private verkavelaars: de 25 procent.

Het Woonregieboek van de regio Zuid-West-Vlaanderen (2008)

Het Woonregieboek is zopas opgemaakt door die volstrekt onbekende ‘regionale cel woonbeleid’, de provincie, de intercommunale Leiedal, Resoc, het Welzijnconsortium. Projectbegeleider was voormalig schepen Frans Destoop (ACW). Zie nog stuk van 19 februari.
Een prioriteit was het opdrijven van het aantal sociale huurwoningen. (Wat met koopwoningen?) Een aanbeveling hierbij is dat er minstens 11 procent sociale huurwoningen komen in onze streek. Dit is concreet een verdubbeling. Alle actoren moeten hierbij gemobilseerd.

Het dienstorder (2006)

Opgemaakt door de secretaris-generaal van het departement Ruimtelijke Ordening op 18 juli 2006.
Handelt over ruimtelijke ordening in relatie met sociale woningbouw. Een uiterst merkwaardige missieve die bij mijn weten nog niet is opgedoken bij allerhande protagonisten van de sociale huisvesting. Of door hen wordt verdonkeremaand?
Waard bevonden voor een volgend stuk…

BRONNEN
Alles – nou ja – is te vinden op ’t INTERNET.
Onderzoeksjournalistiek.

Coming up…

Naar aanleiding van de publicatie van het Woonregieboek voor Zuid-West-Vlaanderen komen hier een serie artikels over de sociale huisvestingspolitiek.
Over de wachtlijsten van kandidaat-huurders of kopers van sociale woningen ! De wachttijden ! De beruchte 25 %-regel ! De differentiatie (“mix”) van bevolkingscategorieën bij woonprojecten. De financiële toestand van onze huisvestingsmaatschappijen !
Wat nuanceringen bij bepaalde begrippen.
En wat zou onze schepen van wonen Lieven Lybeer nog kunnen doen ?
Coming up, ja – maar niet helemaal soon. Eventjes wachttijd gevraagd. Nog bijna 1000 bladzijden te lezen. En experten als raadslid Marc Lemaitre raadplegen. Dat ook.

(Scroll nog eens naar een stuk van vorige dinsdag.)

Het slotmoment van het Woonregieboek (1)

Onze Kortrijkse raadsleden – ook al zijn ze enigzins betrokken bij het woonbeleid – zijn opnieuw niet helemaal ingelicht. Up to, date.
Wat is er nu weer aan de hand? Gewoon: een slotmoment. Rien ne va plus. Gedaan met spelen.

Morgen woensdag 20 februari wordt het Woonregieboek voorgesteld.
Het Woonregieboek. Ge moet er maar opkomen, om dit uit te vinden.
Iedereen in het zuiden van de provincie is er al een jaar mee bezig. Colloquiassen. Nu, het kan er nog mee door, in één jaar tijd. Proficiat, Frans, ongeacht de kosten. Het was een hels werk.

Om 19 uur begint het, in het nieuwe Streekhuis Zuid-West-Vlaanderen, het kasteel aan de Doorniksesteenweg. Het kasteel van de oude Kortrijkse Middenstand. Syntra. De bowling. Tijden zijn aan het veranderen.
(Leiedal wil daar niet naartoe. Zit goed waar het zit.)

Er is een welkomstwoord van de burgemeester. Gewezen schepen Frans Destoop en Leiedalbaas brengt een toelichting bij het boek, want na zijn oppensioenstelling werd hij nog even procesbegeleider van het project. Moet kunnen.
Een andere sprekerd is Carl Decaluwé, raadslid en volksvertegenwoordiger en voorzitter van de werkgroep ‘Wonen’ binnen de praatbarak RESOC.
Het Kortrijks raadslid dat in onze gemeenteraad nog nooit ofte nooit een of ander beklijvend exposé heeft gegeven over wat er hier mogelijks kan beter worden, terzake woonbeleid. Nog nooit. Wel veel schriftelijke vragen stellen aan minister Keulen, en daar dan niets mee aanvangen, tenzij zijn krachttoeren melden aan de pers. Zo nu en dan vindt hij nog een persjongen die daarvoor gevoelig lijkt.

Daarenboven vragen stellen waarop al antwoorden te vinden zijn op de geijkte websites. Zoals voor iedereen ter inzage op Tinternet, van iedereen. Carl is totaal geen positivo, maar ’t is hem electoraal gegeven. Weten “de mensen” veel.

Receptie om 20u10, en geen minuut later. Aantijden zijn.

Wie wordt allleszins verwacht op de slotbijeenkomst? Moment.
Schepen van wonen Lieven Lybeer en schepen Cnudde. Samen met bijna tien ACW-holding-militanten van de vakbondskassekassen hielden zij namelijk vorige zaterdag nog in Heule een prikactie voor de bouw van meer betaalbare sociale huur- en koopwoningen. Het gezelschap eiste daarbij 25 % sociale woningen. Dat is één op vier. Volgens de 25-procentregel die naar zij menen voorkomt in de “afsprakennota van de Vlaamse regering”. Naar mijn mening staat die regel in het richtgevend gedeelte van het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan, en niet in het bindend gedeelte.

SCHEPENEN MET EEN UITVOEREND MANDAAT DIE EEN PRIKACTIE HOUDEN…
Over het gevoerde beleid. Hier kan toch even discreet over gepraat met een psychiater-politicoloog. Met de teksten (dagboeken van de patiënten) erbij, op de Freudiaanse zetel: het bestuursakkoord en het jaaractieplan van de huidige coalitie CD&V-VLD. De Kortrijkse (en andere uit de regio) alreeds goedkeurde begroting en financiële plannen voor de volgende jaren.
Luchtfoto’s op de vernieuwde gemeentelijke websites van hun woningen en van andere politici uit de regio. Over de geslaagde MIX in de wijk waar ze wonen.
Moet kunnen. En als het niet kan, dan moeten ze het maar weten.

Met het Woonregieboek beoogden RESOC, de provincie, de intercommunale Leidal en de dactylo’s van het Welzijnsconsortium Zuid-West-Vlaanderen een gemeenschappelijke visie te ontwikkelen op het woonbeleid in onze regio. En dat is weerom goed, voor ons allen.
Er zijn zes thema’s vooropgesteld en één daarvan (thema 4) gaat juist over “Het realiseren van voldoende sociale huisvesting met goede spreiding”.
Dat is dan prioriteit 3 geworden: “Systematische en consequente opdrijving van sociale huurwoningen en maatregelen om goed beheer te bevorderen”.
In het tussentijds rapport van de Regionale Cel Woonbeleid (al van gehoord?) leest men nog dat de 25 procentregel omstreden is. Jawel, tot in de Raad van State toe. Schepen Lybeer moet daar iets aan doen. Een juridisch sluitend amendement via ons huisadvocatenkantoor indienen.
In prioriteit 3 (voorgelegd op een tussentijds ontmoetingsmoment van 13 september 2007) is “slechts” sprake van een streefcijfer van minimaal 11 procent sociale huurwoningen op het totaal aantal huishoudens.
Ter vergelijking: het aandeel sociaal huurpatrimonium ten overstaan van het totale woningbestand bedraagt in Vlaanderen gemiddeld 5,86 procent.
We streven in onze regio naar een verdubbeling. Wie rekent er dat eigenlijk allemaal uit?

Morgen zou de Kortrijkse schepen Lybeer ook een boom kunnen opzetten over het feit dat er hier absoluut geen gecoördineerd woonbeleid is. As such. Alleen al voor ons stedelijk grootgrondgebied zijn hier 4 of 5 huisvestingsmaatschappijen aan het werk. Als het niet vriest. Ben de tel kwijt.

De S.M. Goedkope Woning bewerkt Stad.
Eigen Haard, Goud Waard: Rollegem, Marke, Aalbeke.
S.M. Eigen Haard uit Zwevegem (!): Bellegem.
De Leie uit Wervik (!): Kooigem.
De Zuid-West-Vlaamse Sociale Huisvestingsmaatschappij: Kortrijk, Heule, Bissegem.
Ook het OCMW, en het verhuurkantoor De Poort doen aan woonpolitiek. En het SOK. Straks nog de BID. Waar is onze woonwinkel?
Heel de Kortrijkse sector ‘sociale huisvesting’ wordt al sinds de geboorte van Christus (dat was in een stal) gedomineerd door het ACW (de Gilde). Vorige zaterdag hebben de ACW-betogers met hun actie voornamelijk zichzelf geprikt.

Onzer Burgemeester van Middenstand is er al lang een groot voorstander van om wat orde te scheppen in al dat kluwen van territoriumdrift, cliëntelisme, nepotisme, electoralisme, verwaandheid en flagrante onkunde.
Zal hij bij het slotmoment nog op de valreep een amendement indienen bij prioriteit 3 ? Ter bevordering van een beter beheer?

ACW-schepen Lybeer had bij zijn prikactie in Heule nog méér kritiek op zijn eigenste beleid en dat van zijn travaillistische geestesgenoten: de wachtlijsten zijn namelijk te lang. OF IS HET IS WEER ONS SCHULD?

Daarover een volgende keer meer.
En ook over de financiële situatie van de huisvestingsmaatschappijen. Want het Woonregieboek vertelt daar opvallend weinig over.

De kosten van een bezoekerscentrum, in min en in meer

Het hof “te Coucx” wordt nu echt omgetoverd tot een bezoekerscentrum. Niet te verwarren met dat andere bezoekerscentrum in het Begijnhof, of met het streekbezoekerscentrum in het Museum 1302. Ook niet met het Huis van de Streek in het kasteel van ’t Hooghe.
We hebben het hier wel degelijk over die wonderschone hoeve aan de Marionettenlaan 12 te Kortrijk-Marke, niet ver van het in opbouw zijnde nieuwe ziekenhuis. Alreeds onder het bewind van schepen Philippe De Coene van milieu werd het plan opgevat om van dat goed een natuureducatief centrum te maken, samen met De Libel kaderend in het Groen Lint Project.

We hebben daar allemaal niets op tegen.
Maar als cijferfreak (number cruncher) wil ik nu wel eens systematisch trachten bij te houden wat de realisatie van dit bezoekerscentrum uiteindelijk zal gaan kosten.

Het is een oud zeer in Kortrijk. Van allerhande grootse projecten uit het verleden (het nieuwe stadhuis, de tunnel van de Doorniksewijk, sportcentrum Lange Munte, enz.) wordt achteraf nooit publiekelijk bekend gemaakt wat de uiteindelijk kostprijs is geworden en wat men oorspronkelijk dacht dat het zou gaan kosten. Ook weten we nooit of de voorziene subsidies wel werden binnengehaald. Gedaan daarmee.

Voor de verbouwing van een gedeelte van de hoeve tot natuureducatief centrum vond het schepencollege van 13 juli en 21 november 2006 dat een bedrag van 575.134 euro (incl. BTW) zou volstaan. Meteen werd ook het ereloon berekend voor de studieopdracht. Tegen 8 procent gaf dat 46.090 euro (incl. BTW).
Voor wie nu niet meer verder wil lezen al direct even de huidige stand van zaken. De teller is op vandaag opgelopen tot 630.435 euro, altijd met BTW inbegrepen. (Met de grondprijs, de aankoop van de hoeve houden we hier nu geen rekening. Gekocht van Koramic, waar toendertijd schepen Stefaan Bral nog iets voor het zeggen had.)

Voor de number crunchers en documentalisten onder ons hierna wat meer details over de evolutie van de kosten.
Er nog vooraf op wijzen dat het onduidelijk is of in de prijzen die volgen het ereloon is inbegrepen. Het College geeft de indruk van wel.

Eerst de prijzen bij de aanbestedingen.
Lot 1: ruwbouw en gedeeltelijke afwerking.
– Raming: 401.351 euro.
– Inschrijving: 483.319 euro. Na “aanpassing” verlaagd tot 455.223 euro.

Lot 2: centrale verwarming; sanitair, ventilatie.
– Raming: 113.656 euro.
– Inschrijving: 130.167 euro. Na aanpassing verlaagd tot 114.365 euro.

Lot 3: elektriciteit.
– Raming: 59.017 euro.
– Inschrijving: 37.686 euro (dus lager!).

Lot 4: lift.
– Raming: 28.374 euro.
– Inschrijving: 23.166 euro (lager).

Dat geeft voor de gegunde aanbestedingen in het totaal 630.440 euro, BTW inbegrepen.
De raming was 602.382 euro.

Herinner u:
in november 2006 bij het voorontwerp ging het dus nog om 575.134 euro.
Maar tijdens het schepencollege van 17 juli 2007 liep dat op tot 602.399 euro. Want schepen Jean de Bethune (van faciliteit) vond plots dat er extra maatregelen nodig waren. Van ecologische aard: verwarming op houtpellets, en zuivering van afvalwater. Een meeruitgave van 28.449 euro.

In december vorig jaar zijn er eerste verrekeningen geweest voor de loten 1 en 2. IN MIN !!
Voor lot 1: 28.096 euro in min.
Voor lot 2: 15.802 euro in min.
Het totaal van de vier loten bedraagt nu 630.435 euro, dat is nog slechts 28.035 euro boven het bedrag van de raming.
Het College gaat daar fier over, want heeft vergeten dat men bij het voorontwerp nog dacht aan 575.134 euro.
De ontwerper arch. Xavier Beyens krijgt nu 8 procent op het nieuwe bedrag. In plaats van ongeveer 46.000 wordt het ca. 50.000 euro. Dat is een verrekening in méér.
Met het ereloon inbegrepen komen we volgens het College dan aan 634.779 euro.

Hoe zou het zitten met de mogelijke subsidies?
Toerisme Vlaanderen heeft al 324.680 euro toegezegd.
Maar men hoopt ook op onderhoudspremies omdat de hoeve een beschermd monument is en het poortgebouw een ZEN-monument (zonder economisch nut). Dat zou in het beste geval nog zowat 43.000 euro kunnen opbrengen.

Gebiedswerking (2): waar gaan de 13 miljoen (euro) naartoe?

In een vorig stuk (4 december 2007) zagen we dat Groot-Kortrijk is opgesplitst in 17 gebieden en 7 buurttypes. Stad zelf telt acht gebieden. Heule drie. En de deelgemeente Marke is almeteens niet opgesplitst. Dat is het koninkrijk van de familie de Bethune.
Aalbeke, Bellegem, Bissegem (ja! dat is van Bral), Kooigem en Rollegem hebben ook geen deelgebieden. Te verstaan. Een ander vorig stuk (3 december) gaf hierbij nog aan dat de oppervlakte van onze stad wat is ingekrompen.

Grote steden en centrumsteden krijgen van het Vlaams Gewest heelwat subsidies toegeschoven om hun specifieke problemen aan te pakken. Van het zgn. Stedenfonds, niet te verwarren met het Gemeentefonds. In een vorige periode kreeg Stad per jaar 2.074.956 euro. Voor de periode 2008-2013 gaat het volgens een nota van het Schepencollege om 12.977.430 euro, of een jaarlijks trekkingsrecht van 2.261.905 euro. Gaat het hier om een tikfout? De totale som gedeeld door 6 jaar geeft 2.162.905 euro.

Wat zal Stad (meer speciaal schepen Lieven Lybeer in tandem met Jean de Bethune) nu met al dat geld aanvangen? Eigenlijk – weten zij het zelf nog niet heel concreet. Schepen Lybeer heeft hierover een thematisch debat beloofd in de gemeenteraad, dat wel. Niettemin zijn er alreeds per jaar en per doelstelling wonderlijk nauwkeurige bedragen voorzien. Waarvoor? Voor wat men “gebiedswerking” noemt.

Het meeste geld gaat naar wat heet: de ‘operationele subdoelstelling 2’. In totaal voor de hele periode van 6 jaar: 7,13 miljoen.
Subdoelstelling? Ja, want er is één grote strategische doelstelling naar voren geschoven, nl. de fysieke en sociale leefbaarheid van de stad en van de buurten versterken. Dus door de uitbouw van een goed georganiseerde gebiedsgerichte werking, met een nadrukkelijke inbreng van inwoners en gebruikers van het gebied, én met bijzondere aandacht voor de mensen die het wat moeilijker hebben. (In feite was dit al in de vorige periode van het Stedenfonds een doelstelling.) Daar zullen we nu een keer in de toekomst goed op letten. Of de 12 residentiële buurten (t’Hoge, Rodenburg, Bellegembos, Sint-Anne, enz.) niet al te veel aandacht krijgen.
Hier kan ACW-schepen Lybeer weer even competent als altijd op zijn zaak letten. Stemmen winnen.

De operationele subdoelstelling 1
Die is het gemakkelijkst te onthouden en slaat op alle 17 gebieden en de 7 buurttypes. Een pure kwestie van goed bestuur. Beloofd is dat we voortaan allemaal zullen genieten van een basisaanbod. Een minimaal aanbod van vier functies: dienstverlening, info en advies, ontmoeting en gemeenschap, beleidsparticipatie.
Hoeveel moet dat kosten? Over de zes jaar gespreid: 4,5 miljoen. Voor dit jaar zal men daar welgeteld 865.162 euro aan besteden. En over de jaren heen vermindert het bedrag geleidelijk tot 648.872 euro in 2013. Nogmaals: hoe men die bedragen per jaar zo nauwkeurig kon berekenen weten alleen de bevoegde schepenen. En zij hebben het helemaal niet uitgelegd gekregen in de gemeenteraad van november 2007. (Niemand vroeg er ook naar.)

De operationele subdoelstelling 2
Zal in het totaal 7,13 miljoen euro kosten. Om een onbekende reden stijgt het te besteden bedrag per jaar. Van 1,08 miljoen dit jaar naar 1,29 miljoen in 2013.
Wat zal men daarmee uitrichten? Een aantal projecten “op maat”.
– Vooreerst: in bepaalde aandachtsgebieden nogmaals buurt- en straathoekswerk organiseren. Met als doel de betrokken bewoners leiden tot zelfredzaamheid, een positief zelfbeeld en participatie in het beleid. Uit ons stuk van 4 december kunt u al min of meer afleiden of u tot het getroffen gebied behoort. Venning, Sionweg, Lange Munte, Heule-Ieperstraat, enz. Kost over de zes jaar heen: 1,9 miljoen.
– Ten tweede wil men ‘flankerende maatregelen’ nemen op het publieke domein. Voor 2,8 miljoen. De toelichting hierbij is zeer abstract. Niet te verstaan. Gaat het om openbare plasplekken?
– Ten derde wil men voor 7,1 miljoen euro specifieke buurt-, wijk- en gebiedsprojecten uitwerken. Ook niet te verstaan. De criteria zijn overigens nog niet bekend.

De operationele subdoelstelling 3
Bijzonder interessant, voor mij dan.
Hiervoor is 1,2 miljoen voorzien. Ieder jaar hetzelfde bedrag: 216.291 euro. Dat gaat naar communicatie met (en door) bewonersgroepen en gebruikers. Om onze betrokkenheid te verhogen. Die communicatie zal ook van onder naar boven gebeuren. En met nieuwe, multimediale communicatiekanalen die vanuit de basis door vrijwilligers worden onderhouden. Bijvoorbeeld hoort een interactieve website vanuit bewoners tot de mogelijkheden. Met andere woorden: Stad zal waar nodig ook de content van kortrijkwatcher verspreiden.

Ik ben content hoor. Dat is een goed subplan. De kleine man wordt gehoord, via nieuwe kanalen.
Nu nog wachten op het eerste voortgangsrapport over de werking van het Stedenfonds.
Het afsluitende evaluatierapport van de vorige periode 2003-2007 nog nergens gezien.

De prijs van het doortrekkersterrein (5): nog wat giswerk

(Alle prijzen hierna vermeld zijn inclusief BTW.)

Het dienstgebouw voor het zgn. zigeunerpark in Heule is gegund.
De oorspronkelijke raming bedroeg 391.196 euro.
Er waren slechts twee inschrijvingen. Merkwaardig is dat in het verslag van de gunning enkel de prijs van de winnaar wordt vermeld: bvba Hugelier uit Gullegem. (Telkens als deze firma deelneemt aan een aanbesteding moet schepen Bral het College verlaten. Dat gebeurt vaak.)
Nog merkwaardiger is dat de bieding in oorsprong bijna 100.000 euro boven de raming lag. En dat de directie facility dan maar “een aantal artikels niet heeft weerhouden”. Men kan veronderstellen dat dit in onderling overleg met de aannemer is gebeurd. Zou de andere inschrijver (NV Vanmaercke uit Anzegem-Tiegem) daar weet van hebben? Of wordt hij onderaannemer? Zou kunnen.
Na verrekening bleef het definitieve inschrijvingsbedrag nog zowat 26.000 euro boven het bedrag van de raming.
We komen uit op 416.831 euro. Dat is bijna 17 miljoen oude BEF. Schoon gebouwtje wordt dat.

Bij zo’n dienstgebouwtje hoort een omgevingsaanleg.
De oorspronkelijke raming bedroeg 36.352 euro.
Inschrijvingen liepen binnen met prijzen die schommelden tussen 24.000 en 52.000 euro. Curieus hierbij is dat er bij de aanbesteding sprake was van “voorbereidende” werkzaamheden. De winnende aannemer vraagt slechts 24.072 euro. Dat werk kan dus in de toekomst wat duurder worden dan gedacht.

Onze woonwagenbewoners krijgen electriciteit.
Hiertoe was nu heel plotseling een hoogspanningscabine nodig. Voor maximaal 20 “gezinnen”.
Electro Entreprise uit Gullegem mag die daar neerplanten voor 27.878 euro. Gaselwest regelt de aansluiting voor 8.241 euro. Totaal 36.119 euro.
De raming bedroeg 44.949 euro.

Tenslotte de onlangs toegekende gunning met betrekking tot de zgn. infrastructuurwerken.
De raming bedroeg 313.279 euro.
De werken worden uitgevoerd door de NV Stadsbader Flamand voor 347.551 euro. Dit is ietwat meer dan 10 procent boven de raming. (Moet die verrekening dan niet opnieuw voor de gemeenteraad komen?)

Het totaal van deze vier loten bedraagt 824.983 euro.
In de begroting 2007 is hiervoor net genoeg geld voorzien. De oorspronkelijke raming was 785.777 euro. Bij een nog vroeger voorontwerp had men het over 740.827 euro.

Voor het berekenen van de totale kostprijs van het zigeunerpark mag men de prijs voor de verwerving van de gronden niet vergeten. Die heeft men gekocht van de families Sabbe, Goethals, Logie en Leiedal en het Vlaamse Gewest. Véél grond (8.373 m²) want er komt een uitgebreide groene bufferzone opdat we geen schrik zouden krijgen van de woonwagenbewoners. De gronden kostten bij mijn weten 318.000 euro.

We maken nu de som van grondprijs en de kosten voor de inrichting van het terrein. Dat geeft 1.142.983 euro.
Gedeeld door het aantal (20) standplaatsen komt dat neer op 57.149 euro. In een vorig stuk dachten we nog aan zoiets van 50.000 euro.
En schepen Frans Destoop hield het ooit op 6.250 euro per standplaats, zonder de verwervingskosten. (Zonder verwervingskosten komen wij aan 41.249 euro.) Vandaar dat hij ooit de VROEM-prijs heeft gekregen, een “gouden woonwagen”. Een prijs waar zigeuners totaal geen idee van of over hebben. Ze waren overigens niet massaal aanwezig op de plechtige uitreiking.
Merk nog op dat we in bovenstaande cijfergegevens bij gebrek aan gegevens geen rekening konden houden met bepaalde “algemene kosten”: studies, ontwerpen, administratie (manuren), reiskosten, communicatie, enz.

Het stadsaandeel in de kosten

Voor de aanleg van woonwagenterreinen kan men vanwege het Vlaamse Gewest tot 90 procent subsidies krijgen. Dat procent slaat zowel op de verwerving als de inrichting van het terrein.
Of Stad al betoelaagd werd voor de aankoop van de grond – en voor hoeveel dan – weet ik niet.
Voor de inrichting van het terrein (de vier loten) hoopt Stad op een toelage van 783.216 euro, zodat het stadsaandeel hiervoor beperkt blijft tot 41.767 euro.
Hoe komt men daaraan? 90 procent van 824.983 is 742.484.
Stad hoopt nog op tussenkomsten omdat men werken (ontwerpen) heeft gedaan in eigen beheer.
Bepaalde sommen worden vermenigvuldigd met 1,07.
Want in het Vlaams Regeringsbesluit over de subsidiëring van de inrichting van woonwagenterreinen staat een raadselachtig zinnetje (art. 7, laatste lid).
Komt in aanmerking voor subsidiëring ook ” het ereloon van de opsteller van het ontwerp (…) die forfaitair werden vastgesteld op 7 % van het bedrag waarop de subsidie berekend wordt”.
Stad hoopt dat de provincie het resterende bedrag gaat bijleggen. Er zijn provincies waar dit gebeurt.

Zo, nu weet u weer alles.
Schei nu maar uit met uw cafépraat
.

De prijs van het doortrekkersterrein (4): alweer een herziening

PROBEER NU MAAR EEN KEER AAN 1 ZIGEUNER TE VRAGEN WAT HIER GAANDE IS.

Er is hier al veel verteld over dat doortrekkersterrein voor woonwagenbewoners aan de Ringlaan in Kortrijk-Heule, wijk “Kromme Olm”, dat is vlakbij de WAAK en het speelplein De Warande. Trefwoorden om op te zoeken zijn : doortrekkersterrein, woonwagen, gadgo, tsiganologisch project, ROM, enz.
Dat komt omdat we racisten zijn.

Wat de kostprijs van dit “zigeunerpark” aangaat zijn weer nieuwe gegevens bekend geraakt.
Alles is opnieuw te herzien. In een vorige berekening dachten we dat het project uiteindelijk zoiets van 53.000 euro per standplaats (20 in aantal) aan de gemeenschap (Stad, Gewest) zou kosten. Zonder allerhande nevenkosten (studies, ontwerpen, administratie, honorarium, notarissen).

Maar de opmaak van een nieuwe berekening is lastig.
Zéér irritant is dat nota’s hieromtrent de ene keer prijzen vermelden zonder BTW, een andere keer inclusief. Soms is niet eens aangegeven of er al of niet rekening is gehouden met de BTW.
De verdeling in loten of percelen is ook geheel onduidelijk.
Soms is er sprake van 4 loten: infrastructuurwerken, omgevingsaanleg, hoogspanningscabine, aansluiting op het electriciteitsnet.
Een andere keer horen we ook dat er vier loten bestaan die dan wel omschreven worden als zijnde: wegenwerken, groen, dienstgebouw, hoogspanningscabine. Allemaal aanbesteed door afzonderlijke directies. Facility heeft dan bijv. voor het perceel ‘de omgevingsaanleg’ 2 loten, en de directie mobiliteit één.
Er is zelfs iets als een “voorbereidende” omgevingsaanleg.

Hoe die loten of percelen ook kunnen heten, in mijn documentatie over aanbestedingen en gunningen ontbreekt er alleszins één.
En laat ons de aankoopprijs van de grond niet vergeten.
Nog heel irritant is dat het stadsbestuur werken (artikels) schrapt uit het lastenboek als blijkt dat de inschrijvingsprijs van de gekozen aannemer te hoog uitvalt. De ervaring leert dan dat die werken later wel zullen worden uitgevoerd. Met een stilzwijgende verlenging, of zoiets. Méérwerken.
En geen haan zal daar dan nog naar kraaien. Onzer zigeuners en kindjes weten nergens van. ’t Is spijtig.

Wordt vervolgd.
Ga nu even weg met de camper.

P.S.
Ten overvloede: ik heb niets tegen zigeuners. Ze mogen van mijnentwege parkeren achter mijn huis hun tenten opslaan.
Of vlakbij het kasteel van baron Manu de Bethune.
Dan beleven we tenminste nog wat, in het tranendal van de gadgo’s. Gewoon dat schilderij ‘ tranend zigeunermeisje’ verkopen.
Ik heb iets tegen onduidelijkheden en gebrek aan transparantie bij het stadsbestuur. Mystificaties. Over om het even wat.

En heel de kwestie is of de nomaden hierover zijn ingelicht? In hun stadskrant ?
Zouden zij waarlijk bezig zijn met ons? Het wordt echt tijd dat we daar een antwoord op vinden.
Hun muziek,over ons. Wij smelten.
Gadgo/BOER.

Gebiedswerking (1): de 17 gebieden en de 7 buurttypes

In de gemeenteraad van november is zonder enige noemenswaardige interventie beslist om voor de periode 2008-2013 zowat 13 miljoen euro te besteden aan “gebiedswerking”. Wat dat is en waar dat pak geld naartoe gaat komt hier later aan bod.

Kortrijk is opgesplitst in 17 deelgebieden. (Zie vorig stuk.)
Stad zelf telt er acht. Heule drie. En de deelgemeenten Aalbeke, Bellegem, Bissegem, Kooigem, Marke en Rollegem zijn intact gebleven.
De bevoegde schepenen (de Bethune en Lybeer) gaven geen enkele toelichting bij de afbakening van de gebieden.

Wijkmonitor
Ter voorbereiding van deze gebiedswerking is nochtans in juni 2006 een uitvoerige en zeer lezenswaardige studie verschenen, genaamd “De Wijkmonitor”.
Het is logisch dat men dan eens gaat kijken hoe de makers van deze studie Kortrijk hebben ingedeeld.
En dan blijkt dat er tussen de huidige gebiedsindeling en die van de wijkmonitor essentiële verschillen zijn.

De Monitor is uiteindelijk gekomen tot 26 wijken.
In plaats van 6 deelgemeenten houdt de studie het slechts bij 2 : Rollegem, Kooigem.
De monitor vindt ook dat er aparte, maatschappelijk relevante entiteiten te bespeuren zijn in Aalbeke (2), Bellegem (2), Bissegem (2), Marke (4). Voor Heule onderscheidt men 4 gebieden in plaats van 3. En voor Kortrijk-Stad 10 in plaats van de 8.
De verantwoordelijke coördinator voor de gebiedswerking (Wouter Linseele) zou die verschillen in de grensafbakeningen toch even kunnen uitleggen aan de gemeenteraadsleden?

Het is nog ingewikkelder.
Er zijn niet enkel 17 gebieden, maar ook nog 7 (buurt)types van gebieden.
Ook dat werd geenzins uitgelegd in de laatste gemeenteraad van november. (Er werd ook niet naar gevraagd.)
Dus weer even gaan kijken in de Wijkmonitor.
In die studie onderscheidt men op basis van 29 NIS-indicatoren 9 buurttypes of clusters (in plaats van de huidige 7).
Goed onthouden: één wijk kan uit verschillende buurttypes bestaan. En omgekeerd kan één buurttype voorkomen in verschillende wijken.
Buurttypes onderscheiden is ook van groot belang bij gebiedswerking. Want elk type heeft kenmerken die kunnen helpen om te definiëren welke remediërende of preventieve ingrepen er nodig zijn om de leefbaarheid te verbeteren of te handhaven.

In welk buurttype woont u, volgens de Monitor?
Buurttype 1 slaat op geconcentreerde sociale bebouwing. Die komt voor in de Venning, de Sionweg, Lange Munte en Heule-Ieperstraat.
Buurttype 2 gaat over dorpskernen en woonbuurten aanleunend bij het centrum. De Monitor geeft er 20 aan. Bijvoorbeeld het Astridpark, Walle, Brugsesteenweg, Albertpark, Watermolen. Marke-centrum.
Buurttype 3: invalswegen en kleine stadsring. Die cluster telt 6 “leden”. Bijvoorbeeld Drie Hofsteden, Overleie, Hallen.
Buurttype 4: verspreide bebouwing in open ruimte. 14 leden waaronder bijv. Heulebos, Marionnetten, delen van Rollegem.
Buurttype 5 is nu waarschijnlijk weggevallen: invalswegen binnen de kleine stadsring.
Buurttype 6: KMO en industriezones (ook agrarisch gebied). 21 leden. Waaronder: Neerbeek, Rollegem-kern, Kanaal, enz.
Buurttype 7 is van de rijke mensen: residentiële buurten. U kunt ze alle 12 raden. ’t Hoge, Rodenburg, Bellegembos, enz.
Buurttype 8 is de stadskern.
Buurttype 9: woongebieden van noord en dorpskernen zuid. 19 leden. Bijv. Soetens Molen, Pottelberg, Sint-Pius X, Aalbeke-kern.

Interessant in de Wijkmonitor is nog dat per wijk of deelgebied is aangegeven wat mogelijke beleidsprioriteiten kunnen zijn terzake gebiedswerking. Gesneden brood voor onze bevoegde schepenen. Zij moeten de studie wel even (her)lezen.

Onze golfers zullen nog lang naar elders moeten

Zoals u weet (stukken van 15 en 16 november 2006) is er wel degelijk sprake van een golfterrein in het Kortrijkse ruimtelijk structuurplan.
Men dacht aan een ruim landschapspark met een netwerk van groenvoorzieningen en fiets-en voetpaden. En zonder dit expliciet te zeggen: in het zuiden van de stad. Om welk type het zou gaan werd in het ongewisse gelaten.

Een teken dat het huidig schepencollege niet echt van plan is om er werk van te maken is het zopas verschenen (20 juli) persbericht van de Vlaamse regering.
De titel ervan is overigens volstrekt overdreven triomfantelijk: “Uitvoering Vlaams golfmemorandum zit op volle kruissnelheid: nieuwe stappen in de democratisering van de golfsport”.
Drie bestaande golfterreinen kregen een herbestemming en daarmee bestaans- en rechtszekerheid. Daarbij krijgt in onze provincie enkel Damme Golf een uitbreiding. Ieper is nog altijd in onderzoek. Ook de creatie van 7 nieuwe locaties verspreid over het Vlaamse land (Knokke, Nevele, St.Giliis Waas, Schilde, Lommel, Bree, Sterrebeek) is nog altijd in onderzoek.

Met andere woorden: het persbericht zegt niets méér dan we al niet wisten uit het Golfmemorandum van 2003 en de zgn. ‘bisnota’. Het herhaalt ook wat al te lezen stond in een persbericht van juli 2005, ondertekend door de ministers Dirk Van Mechelen (VLD) en Bert Anciaux (Spirit, dus ook SP.A).

Er zijn totaal geen nieuwe stappen gezet.

Intussen valt er in het laatste Vlaams persbericht geen woord te bespeuren over een mogelijk golfterrein in Kortrijk.
Landelijk bekeken is (was) Groen fervent tegenstander van de uitvoering van het golfmemorandum. Spirit dus niet.
En de kartelpartner in onze plaatselijke olijfboomfractie “SP.A-Groen-Spirit” is zeker geen voorstander van een golfterrrein type III (40 tot 70 ha) in Kortrijk.
In het huidige Schepencollege liggen curieus genoeg nu de middenstandschepenen even dwars. Eerder was dat de ACW-fractie.
Welke belangen wil in het bijzonder Jean de Béthune nu verdedigen? Die van de landbouwers, of van adellijk patrimonum?

DUIDING
Onze Kortrijkse golfers willen overal elders tegelijk zijn, en naartoe. Zo zijn ze. Karakterieel. Per definitie. Golf is geen sport.
Het is spel maken. Gezien en gezien worden. Golfers vinden Kortrijk – om te golfen – te dicht bij de deur, achterlijk. Vertellen het elders dan. Zitten goed. Snobs. Ijdeltuiten.

OPINIE
Dat er in de lengte van dagen geen golfterrein in Kortrjk komt is op een bepaalde manier een zegen. Incest is er hier al genoeg.

Tegelijk (mondiaal bekeken dan): er moet iets blijven, tussen ons. Vlassers.

FEITEN
Wil het geslacht de Bethune op zijn eentje golfen?

Weet je wat?
Het kan die golfers allemaal niet schelen.

Over een eindafrekening en verwijlintresten

Altijd boeiend om na te gaan hoeveel EUR er oorspronkelijk voor een openbaar werk is geraamd, hoeveel er werd gevraagd door de aannemer (de gunningsprijs), en hoeveel de uiteindelijke afrekening dan bedraagt.
Neem nu de heraanleg van het Begijnhofpark, naar een ontwerp van Paul Deroose uit Jabbeke.
Wel, de uiteindelijke kostprijs blijft nog altijd in het ongewisse, niettegenstaande er een eindafrekening is voorgelegd.
Er zijn namelijk verwijlintresten in het verschiet. En dat is iets wat hier nog zelden is gezien.

In de gemeenteraad van oktober 2005 werd het ontwerp van de heraanleg van het park goedgekeurd en de uitvoering ervan geraamd op 427.961 euro, inclusief BTW.
Reeds op 21 november 2005 kwam er een openbare aanbesteding en bij de vier weerhouden inschrijvingen was slechts één aannemer eventjes boven dit bedrag geraakt. Met nog geen 5.000 euro.
Maar ja, bij openbare aanbestedingen wint de laagste inschrijver en dat was de NV Penninck uit Roeselare. Vroeg slechts 369.147 euro.
Dat bedrag is intussen opgelopen tot 411.761 euro, BTW inclusief.

Nu wel even bepeinzen dat Stad voor de heraanleg van het Begijnhofpark in de begroting 2005 slechts 350.000 euro had voorzien.
De overschrijding van die post vraag dus een begrotingswijziging.

Maar in afwachting daarvan zit Stad met een vorderingsstaat die 21.522 euro (exclusief BTW) hoger ligt dan het gunningsbedrag. En met nog uit te voeren werken voor 16.432 euro. Ook exclusief BTW.
In het slechtste geval dienen er verwijlintresten betaald op de som van die twee bedragen.
En die kunnen oplopen tot 11,44 euro PER DAG, exclusief BTW.

P.S.
Het ereloon voor de ontwerper vind ik niet terug. Een percentage? Ook op de meerkosten?