Category Archives: stadsplanning

Gronden van de site Vincentius te koop zonder enige stemming in de gemeenteraad van juni 2023 (5)

Voorafgaand
Voor wie niet verder wil lezen / compilatie
Agendapunt 20 van de gemeenteraad dd. 12 juni 2023 beoogde “het gunnen van het zakelijk recht om op de projectgronden van de site Sint-Vincentius een bouwprogramma te (laten) ontwikkelen, waarvan een aantal sociale huurwoningen.”

Fractievoorzitters (hoe? wanneer?) hebben om een reden die we niet konden achterhalen (en ook niet weten wie daar de instigator van was) beslist dat men die verkoop van een uniek stadspatrimonium zou beschouwen als een ‘hamerpunt‘.
Dat wil zeggen dat de gemeenteraad dat punt niet zou aanzien als een  ‘discussiepunt’. Men zou het zelfs niet ter stemming brengen aangezien iedere fractie geacht werd om al op voorhand zijn goedkeuring te geven. No problems.
En zo is geschied. Op die 12de juni 2023 om 22u15′ is het punt in de GR geruisloos gepasseerd, zonder stemming of bemerking dientengevolge eenparig goedgekeurd.
(Enkel in Kortrijk mogelijk. Het gaat om miljoenen.)
————–
Ietwat voorgeschiedenis
Je hoort mensen wel eens zeggen dat ze “er veel geld zouden voor over hebben” om iets te bereiken of te weten te komen.
Onze gemeenteraadwatcher wil gerust zijn geïndexeerd maandsalaris geheel opofferen om te achterhalen wie het in godsnaam heeft bedacht om een prachtig gelegen open terrein (van meer dan 4.200 m²) grenzend aan het Begijnhofpark,  pal naast de O.L.Vrouwekerk,  te verkopen om er appartementen of huizen  (woonunits) te laten inplanten.

Was het iemand van Leiedal? (De zaak kadert immers in een masterplan uit 2019 voor het historisch centrum, opgemaakt in samenwerking met die intercommunale. Voorzitter van Leiedal is Wout Maddens.) Had de bevoegde schepen misschien enige gezellige onderonsjes met behoeftige ontwikkelaars achter de kiezen? Dat we het niet weten!

Nou, het is gemeenteraadsleden wellicht ontgaan, maar alreeds  op 12 juli 2022 heeft het schepencollege een ‘principenota‘ goedgekeurd (punt 7 van de notulen) waarbij toen al aanvaard werd dat er zich aan de achterzijde van de bestaande woningen in de Groeningestraat (tussen de nrs. 12 en 34) een “ruime ontwikkeling” kon voordoen.
Een zgn.  “programma” van ongeveer 4.200 m². De verkoop van de gronden zou gebeuren door middel van  een wedstrijd. (Quid non.)
En om dat masterplan te verfijnen stemde men in om over te gaan tot het genadeloos slopen van het bouwcomplex van de site Sint-Vincentius. (Groeningelaan 20 uitgezonderd.)

Interessant om te vermelden intussen is wel dat schepen Axel Ronse op dat CBS afwezig was. Toeval of niet? Ronse bazuint nu dat hij altijd al gekant was tegen het bouwproject, “programma” genaamd.
(Ter info: het gebouwencomplex Sint-Vincentius werd in 2010 gekocht door het SOK (stadsontwikkelingsbedrijf Kortrijk) voor 4,1 miljoen euro. Niemand wist toen officieel goed wat men concreet met die vrij gekomen gronden zou gaan doen. (Tenzij misschien een of andere insider, wie weet.)

De sloop is door het CBS gegund op 30 januari 2023 aan de firma Monseré uit Ingelmunster voor 424.314 euro. Eindafrekening: 500.007 euro. (De afbraak ging verrassend vlot door ergens in april 2023.)
Curieus is wel dat bij die voorwaarden van de sloopvergunning  (CBS van 31 oktober 2022) als uitgangspunt gold: uitbreiding van het Begijnhofpark. Wat de “invulling van de gronden”  betreft luidde de beslissing dat het zuidelijk deel (wat ons hier interesseert) van de vrijgekomen gronden zou opgenomen worden in het Begijnhofpark! En in afwachting van de definitieve heraanleg van het park zou men die gronden inzaaien met gras.
(Toeval of niet: schepen Ronse was weerom afwezig in dit CBS.)

In het kader van de momentele protesten en de interpellaties in de GR van morgen moet hier absoluut een tussendoortje. Erfgoedbewaarders moeten nu waarlijk een keer ophouden met hun klacht dat zij al die jaren niet op de hoogte werden gehouden van de plannen. In een vergadering van 30 maart 2021 (we herhalen: 2021) wisten ze al van de sloop van Sint-Vincentius en spraken de verwachting uit dat de gebouwen zouden vervangen worden door ‘minder volumineuze panden’. (Dat is het geval.)
In al de vergaderingen waar we een verslag van vonden wordt er nooit een veto gesteld tegen het project.
Overigens kan men in de loop der jaren op de website van stad diverse (pers) berichten vinden over de zaak.

———-

Lezer.
Het wordt tijd dat we ietwat uiteenzetten wat er in de gemeenteraad van 12 juni 2023 zoal in stilte eenparig is goedgekeurd, ZONDER enige bespreking en zonder stemming.
Het is toch onwaarschijnlijk dat zo’n importante beslissing tot verkoop van een historisch en beschermd stadszicht zomaar kon doorgaan.
We konden dat – als jarenlange gemeenteraadwatcher –  niet   geloven en wilden daarom nog nagaan of men er dan waarlijk niets heeft over gezegd in de voorafgaande bevoegde raadscommissie.
Neen dus.
Er werden enkele losse, niet ter zake doende  vragen gesteld over de bezetting en de toestand van parkings in de buurt.
De voorzitter van die commissie is Hannelore Vanhoenacker.
Ze zwijgt.
(N.B. Wij ervaarden als gemeenteraadwatcher al van in eind het jaar 2022 tekenen dat er discrete contacten waren tussen CD&V’ers en TB’ers.  In elk geval een koerswisseling ten aanzien van het TB.)

Wat is dus toen –  zonder debat – beslist?
De achterliggende zone van de woningen aan de Groeningestraat krijgt een nieuwe ontwikkeling met een “programma” van ongeveer 3.400 m² vloeroppervlakte.
We gaan die zone verkopen (gunnen) door middel van de mededingingsprocedure met onderhandeling.
– Er komen woningen, onder de vorm van appartementen of huizen.
– Een substantieel deel van deze oppervlakte dient uitgevoerd als gezinsvriendelijke woningen.
– Minimum 20% van de vloeroppervlakte dient bestemd voor huizen of appartementen gerealiseerd  als sociale huurwoningen.
– Het pand Groeningestraat 20 maakt geen deel uit van het programma maar wordt meegenomen in de verkoop. Van de inschrijvers wordt verwacht dat zij een eigen oplossing formuleren voor de renovatie en herbestemming van het pand.

Er worden  geen andere functies (horeca, diensten,…) toegelaten in het project.
Het stadsbestuur zoekt een waardige invulling voor de site, met een residentieel programma dat zich gepast en bescheiden in deze context nestelt, “alsof het altijd zo geweest is“.
Er is gekozen voor een geïntegreerd project uit marktconforme EN sociale huurwoningen.
De (geselecteerde) inschrijver blijft eigenaar en verhuurt de woningen (dus allemaal??) voor lange termijn aan een door de stad aan te duiden sociale actor.

En let nu even op wat de GR toen heeft beaamd:
“Een gesplitst sociaal project zou relatief te klein zijn (een 7-tal units). Zou als een apart volume gerealiseerd moeten worden en apart beheerd.  De kans om een architecturale samenhang te realiseren rond het zo belangrijke Begijnhofpark neemt hierdoor af.

Benieuwd of er morgen 17 maart in de gemeenteraad één iemand zal opmerken dat het CBS van 27 november 2023 (in punt 17) dit laatste voornemen in de wind slaat.

(Tot een volgende keer.
Zie nog foto hieronder.)

 

 

Wat krijgen we nu? Een masterplan parking Broeltorens-Dam

Wat krijgen we nu? Het schepencollege tovert nu plots een plan tevoorschijn dat dateert van 2011, terwijl zelfs Peter Lanssens van ‘Het Laatste Nieuws’ er niet over rept. Bewoners uit de omgeving weten dus ook van toeten noch blazen.

Het moet zijn dat er ergens promotoren zijn die het op de heupen krijgen en eindelijk uitsluitsel willen krijgen in bepaalde verkoopdossiers langs de Dam.
Bij één van die stedenbouwkundige handelingen is de omgevingsaanvraag van Ciril NV intussen zeer recent (4 maart) geweigerd, met name voor de bouw van 62 appartementen en 7 woningen op Dam 71. Het project kreeg een ongunstig advies, onder andere omdat het niet kadert in een “vastgesteld masterplan” voor de ruimtelijke omgeving van de site tussen de IJzerkaai en Damkaai.
Dat masterplan “parking Broeltorens & Dam” is eigenlijk pas goedgekeurd in het CBS van 4 maart jongstleden maar kadert in een zgn. “Ontwikkelingskader Leieboorden”, ooit in lang vervlogen tijden (2011) opgemaakt door Leiedal in samenwerking met HUB-architecten en als “bindend beleidsinstrument” goedgekeurd door de gemeenteraad van mei 2011.

Lezer, u bent dat waarschijnlijk ook vergeten.
Maar “de site Broelparking” is slechts één van de 12 sites die Leiedal in 2011 heeft opgenomen in zijn “visiedocument”. In die tijd was er geen aanleiding om met dat specifieke ontwikkelingskader iets te doen, maar – zo vindt Stad- op vandaag is deze omgeving in beweging en is het nodig “om bepaalde ambities te formuleren om het openbaar domein tussen de verlaagde Leieboorden en ‘Buda Beach’ op te waarderen door de groenstructuur en de fiets- en wandelverbindingen te versterken”.
Beste lezer, het nu goedgekeurde masterplan telt elf bladzijden en is geschreven in dat typische en bijwijlen onuitstaanbaar jargon van pas afgestudeerde masters in Ruimtelijke Ordening.
We pikken er verkort enkele zaken uit die u kunnen interesseren.

Site Dam 18
Voor de nostalgici onder ons en erfgoedfetisjisten citeren we al onmiddellijk wat gezegd wordt over “Site Dam 18”, dat bekende, lieflijke, charmante (dokters)huisje langs de platanen van de Dam. “De site van de solitaire villa en de aanpalende garageboxen komt in beweging.” Ja, zo drukt men uit dat het eigenlijk wordt gesloopt. Reden? “Het vormt een unieke opportuniteit om de dubbele beplantingsstructuur van de Dam te herstellen.” Er komen appartementen en kantoorfuncties (4 bouwlagen) met volledig ondergrondse parking.

Parking Broel
– Er komen “leesbare” en logische fiets- en wandelverbindingen verbindingen tussen de kant oude en echte Leie.
– Er komt een centrale groenruimte, de facto twee parkings.
– Het actueel parkeeraanbod bedraagt 284 plaatsen en kan verminderd worden met 40 plaatsen (bij ontwikkeling van de kant Dam) en met 34 plaatsen bij volledige ontwikkeling van de centrale groenzone.

Kalkovenbrug
Komt in lijn met de Kleine Leiestaat

Site Dam
P.S. Voor niet-Kortrijkzanen: “Dam” is een straat, een laan.
(Hier verwijst men nog naar een workshop uit 2017 van Leidal met Josi Farrando.)
– De rijweg tussen IJzerkaai en Damkaai wordt op de noordelijke kant geconcentreerd (kant parking Dam en ‘Grooten Broel”). Kan eventueel over enkelrichting in het kader van een ruimer mobiliteitsplan.
– De andere rijweg (kant Buda) krijgt de vorm van een woonerf.
– De ruimte tussen de bomenrijen kan omgevormd tot een lineair park met de sfeer van een woonerf.
– De Dam heeft op vandaag 123 parkeerplaatsen. Door het weghalen van de parking onder de platanen verdwijnen er ca. 73 plaatsen. In de nieuwe inrichting blijven er ca. 50 plaatsen beschikbaar (40 aan de kant van de rijweg). Zij kunnen een specifiek statuut krijgen als kortparkeren of bewonersparkeren.

Site Dam 71
Zoals gezegd is de huidige omgevingsaanvraag tot de bouw van appartementen en woningen geweigerd.
In het hier toegelichte masterplan benoemt men deze site als “bouwveld ‘- Westelijke Zone (Dam)” en somt men een hele rij criteria op.
Een vergelijking van deze voorwaarden met de motivering van de weigering van de omgevingsaanvraag valt buiten het bestek van ons verhaal.

P.S.
Nog even opgezocht.
Wat zouden de raadsleden hebben gezegd over dat “Ontwikkelingskader Leieboorden” (12 sites) in de gemeenteraad van mei 2011. NIETS !



En nu de “indirecte kosten” van het Kortrijkse project stationsomgeving

Ook daar hebt u via onze belabberde lokale media, van elke beroepsernst ontdane LOKALE gazetten, nog niks van gehoord. (Woord vooraf.)

In vorige edities van deze alternatieve stadskrant hadden we het over de bouwkosten, niet enkel van het nieuwe station maar ook van de bijgaande werken in de onmiddellijke omgeving.
Even herhalen.
Als Kortrijks burger is het van nut om te weten dat de totale geraamde bouwkosten (inclusief station) 69.771.537 euro bedragen (excl. btw). Kortrijk draagt daartoe bij voor 21%, zijnde 14.665.727 euro. De NMBS staat natuurlijk in voor het grootste deel: 50,7% oftewel 41,65 miljoen. Infrabel: 8,88 miljoen (12,6%) en De Lijn 6,6% (4,62 miljoen).
Maar de Kortrijkse burger lijkt het meest bekommerd om de kostprijs van dat nieuwe station. Dus ook nog even memoreren: 47,271.770 euro, waar Stad (dat zijn wij) 8,3 procent zullen van bekostigen, dat is 3.951.000 euro. Bijna 4 M.
Zo.
Maar nu die “INDIRECTE KOSTEN“. (Ik vind geen beter woord. Misschien “administratieve kosten”?)
In het totaal gaat het om niet minder dan 76.748.691 euro.
Het Kortrijkse aandeel hierin bedraagt 17.491.738 euro. NMBS: 53,93 miljoen. Infrabel 53,93 miljoen. De Lijn 11,65 miljoen. (Hier is geen sprake van percentages.)

We sommen op waarover het gaat, met de geraamde (voorlopige) kosten voor stad alleen.
– Erelonen: 974.564 euro
– Management: 120.000
– Communicatie: 125.000
– “Minder hinder”: 32.250
– Controle organisme: 2.017
– ABR Verzekering: 21.842
– Decenale verzekering: 11.664
– Technische studie: 68.650

WE BESLUITEN
– bouwkosten: 69.771.537
– “indirecte kosten”: 76.748. 691 euro
ALGEMEEN TOTAAL: 146.520.228 euro.

Of het misschien méér wordt?
Goeie vraag zeg !
Tja, heel de zaak moet nog gegund, en dan krijgen we vele jaren later nog diverse definitieve afrekeningen. (Die we misschien nooit zullen te zien krijgen?)
En hoe langer iets duurt, hoe meer het kost, alleen al omwille van de inflatie en loonkosten.
Maar misschien heeft de NMBS zijn lesje geleerd uit Luik en Mons en Gent?
In elk geval rekent men nu al met een “marge” aan méérkost van 10 procent.
Voort zijn de ramingen gebeurd op basis van de meest recente aannemingsbedragen van de stations in Gent en Mechelen. Met de duurste eenheidsprijzen. En met 17% inflatie daar bovenop. Voor het openbaar domein is de raming van indertijd (2021) verhoogd met 20 procent.
En de NMBS is ditmaal wel zo verstandig geweest om dit keer geen “sterarchitect” (met heel zijn bureau van papierverleggers en vergadertijgers) aan te stellen als ontwerper.




Wat zou dat nieuwe Kortrijkse station – plus de omgevingswerken – kunnen kosten? Nog cijfers !

Een vorige keer hebben we geleerd dat de bouwkost van het nieuwe station (apart genomen) zowat op 47 miljoen wordt geraamd. En dat wij – Kortrijkzanen – daar voor ongeveer 8 procent zullen toe bijdragen, concreet met bijna 4 miljoen. Dit alles zonder btw. Er is nog géén gunning van de werken.
Maar in die derde samenwerkingsovereenkomst (SWO3) hebben de vier partners nog een aantal bijkomende omgevingswerken goedgekeurd. Met het station inbegrepen voor een totaal van 69,77 miljoen.
ZONDER STATION kosten de loutere omgevingswerken 22.499.767 euro.
Voor op café, en in familiebijeenkomsten en in discussies met voor- en tegenstanders van het nieuwe station, onthoudt u dus maar volgende cijfers:
– totaal station: 47 M
– stadsbijdrage voor station: 4 M
– totaal omgevingswerken (zonder station): 22 M
– stadsbijdrage omgevingswerken: 10 M


En nu vraagt u zich af waar die werken op slaan, wat die zoal kunnen kosten en wat wij Kortrijkzanen daartoe alweer moeten bijdragen.
Een opsomming, zoals u nog nooit in de gazetten las.
1. Twee busstations, en stad is hier wel degelijk de aanbestedende overheid voor.
– Het busstation N (kant stad) kan 1,29 miljoen euro kosten en ons aandeel is daarin is slechts 10,4 procent, dat is: 135 duizend euro. (Het is door de aanleg van dit busstation dat ons oud treinstation moet verdwijnen.)
– Het busstation Z (andere kant) wordt geraamd op ongeveer een half miljoen, en we dragen daartoe 162.000 euro bij (31,6 procent).
2. Twee stationspleinen waar we ook de aanbestedende overheid voor zijn.
– Dat plein aan stadszijde zou 5,14 miljoen kosten en we betalen de aanleg ervan voor 97 procent, zijnde 4.996.547 euro.
– Aan de overzijde raamt men de kost op 5,25 miljoen en hier dragen we bij voor bijna alles: 5.223.098 euro (99,2 procent). Let wel. Hier zijn ook wegeniswerken mee gemoeid in de Tacklaan en e Bloemistenstraat.
3. Twee ondergrondse fietsstallingen, aan te besteden door de NMBS.
– Die aan stadszijde zal véél geld kosten. totaal 6,06 miljoen, maar ons aandeel hier is heel klein: 196.673 euro (3,2 procent).
– De stalling aan de zuidkant is geraamd op 1,44 miljoen en daar betalen we nul euro voor !
4. Bouw kantoor spoorweggroep.
Voor 2,77 miljoen, en daar betaalt stad natuurlijk ook niets voor.

Voor al die omgevingswerken (dus zonder station) bedraagt de deelname van stad 10.713.319 miljoen.
(Als we niet juist zouden geteld hebben, laat het ons weten!)

We onthouden dus nu:
– Station: 47 M waarvan voor Stad 4 M.
– Omgevingswerken 22 M waarvan voor Stad 10 M.


In een volgens stuk bekijken we nog wat we noemen : de “indirecte kosten“, zoals erelonen, studies, management, communicatie. Voor stad gaat het in totaal om wat meer dan 17 miljoen.
Dat zal dan het laatste cijfer zijn om te onthouden.
En zo zullen we aan een totaal bedrag komen voor het gehele project van de SWO3, een cijfer dat de gazetten niet kennen…


Maar wat zou dat nieuwe Kortrijkse station wel kunnen kosten?? NIEUWE CIJFERS !

Woord vooraf
Uit onze vorige verslaggeving over de besluitvorming rond dat gigantische NMBS- en stadsproject bleek geenszins dat er enige politieke unanimiteit (eendracht) bestaat over het plan “station & omgeving” – zelfs niet binnen de fracties van de gemeenteraad.
We moeten het zeker nog even hebben over het verloop van die Raad van 8 mei. De uitslag van de stemmingen (ook over de drie verworpen amendementen van CD&V-raadslid Benjamin Vandorpe) kreeg u inmiddels hier al wel te lezen. Van meerderheid tegen oppositie is geen sprake.
Intussen was het ons simpelweg ontgaan dat de Kortrijkzanen in feite niet eens de geraamde kostprijs van dat nieuw te bouwen station kennen. Kortrijkse bewoners en gebruikers zijn daar uiteraard zéér nieuwsgierig naar.
In de gemeenteraad kwam dat bouwkostbedrag zelfs niet concreet ter sprake. En in onze belabberde, amateuristische lokale pers had men het hoogstens op een zeer verwarde en ook al onjuiste voorstelling over de globale prijs voor héél het project – met daarenboven een onjuist aandeel daarin voor stad. Weerom!
Eén keer konden we iets lezen over de kostprijs voor de bouw zelf van het station, en dat bedrag was – hoe kan dat toch? – ook verkeerd. (We maken er dan ook geen gewag van.)

Allez, we gaan van start….
Wel hierbij bedenken dat het bij alle prijzen, hierna vermeld, om ramingen gaat. Er zijn namelijk nog geen aanbestedingen uitgeschreven zodat we de werkelijk gegunde prijzen nog niet kennen. En lang na de uitvoering van de werken moet er dan nog een verrekening binnen lopen met facturen voor bijv. herziene hoeveelheden, onvoorziene, bijkomende werken en nog zo een en ander. Men zegt dat de werken tien jaar zullen aanslepen (Vertel dat niet aan een Chinees.) Laat ons zeggen dat we de werkelijke betaalde, totale prijs zullen kennen aan het eind van het vierde decennium van deze eeuw.
Nog dit: alle prijzen hierna zijn EXCL. btw. Prijzen qua aandeel van stad noteren we ter info voluit, die voor de andere partners van de (derde) samenwerkingsovereenkomst (SWO3) ietwat verkort.

BELANGRIJKE CORRECTIE / AANVULLING
PROBLEEM !
De hierna vermelde bedragen komen van een document (tabel) van de NMBS zelf.
Ze verschillen van wat in de memorie van toelichting bij het agendapunt in de gemeenteraad is weergegeven. Getallen die ook prijken op de website van stad. Verschillen dus ook van wat we vertelden in ons eerste stuk (4 juni) over de materie. Evenwel, géén mea culpa van onzentwege ! Het College moet orde op zaken stellen. Men gaf in die memorie enkel de indirecte kosten op, voor erelonen en studies en zo. WE RADEN INTUSSEN DE LEZER AAN OM ONZE VORIGE CIJFERS in een vorige (eerste) editie over het project TE NEGEREN…


De geraamde kost voor de bouw van het station op zichzelf is dus 47.274.770,41 euro. (Excl. btw.)
We onthouden: 47 miljoen. Waar slaat dit op? Ja, op het station, inclusief wat er zoal bij behoort zoals de luifel en de aanpassing van de perrons. De afbraak van het bestaand gebouw? Blijkbaar niet, maar het dossier dat we kennen rept er niet over.
Wat is nu het aandeel van Stad, van ons? 3.951.908,93 euro.
Mentaal onthouden we: bijna 4 miljoen.
VERGEET ALLE ANDERE BEDRAGEN DIE U LEEST IN DE GAZETTEN OF DE ONZIN IN DIT VERBAND OP SOCIALE MEDIA.

Hou het bij discussies op café of in vergaderingen van erfgoedverenigingen hardnekkig bij resp. 47 M, waarvan 31 M voor de NMBS en 4 M voor ons, en geloof niks anders. De rest moeten Infrabel en De Lijn ophoesten. Zeg er als een allesweter bij (om indruk te maken) dat wij als Kortrijkzaan instaan in de bouwkost voor 8,3 procent.

Het aandeel NMBS
in procent
Dat is de aanbestedende overheid natuurlijk, en die draagt uiteraard het leeuwenaandeel van de bouwkost: 31.573.289 euro oftewel 66,7 procent.

Samengevat, getallen om overal mee uit te pakken:
– Bouwkost puur station: 47 M
– Aandeel NMBS: 31 M (=66%)
– Ons stadsaandeel: 4 M (=8%)

Misschien wilt u nog de aandelen van de andere partners kennen?
– Infranet: 8,82 miljoen (18,6%)
– De Lijn: 2,92 miljoen (6,1%)

En nu moeten we het wat ingewikkelder maken.
Die SWO3 slaat op het station PLUS de omgeving !
1.
Laat u niet overdonderen door die totale prijs van 69.771.537,47 euro !
Die kost slaat op méér dan het station. Gaat TEVENS over de stationsomgeving.
Bovenop de bouwkost van het station komen namelijk volgens de laatst goedgekeurde samenwerkingsovereenkomst (SWO3) de kosten voor:
– twee busstations (voor en achter het station),
– twee ondergrondse fietsenstallingen (ook N en Z),
– de aanleg van twee stationspleinen (weerom N en Z)
– plus bepaalde wegenis (Tacklaan en Bloemistenstraat)
– en nog een kantoorgebouw voor de spoorweggroep.
Details daarover voor een volgende keer. Met weerom de stadsbijdragen.
2.
En om volledig te zijn willen we het ten overvloede nog hebben over wat men zou kunnen noemen: de “indirecte kosten”, of een soort “overheadkosten” voor het gehele project. Bijvoorbeeld erelonen, studiekosten, management, communicatie, enz. Hier gaat het nog een keer om 89.003.501,39 euro. Ook te verdelen onder de partners.

P.S.
Maar vanwaar komen toch die andere cijfergegevens in de toelichting voor de gemeenteraad?












Over de onbestaande eensgezindheid inzake het stationsproject (3)

Gisteren las u in deze alternatieve stadkrant een overzicht van het stemgedrag van de raadleden in de zitting van 8 mei. Dat ging dus over de bouw van een nieuw station, fietsenstallingen, busstation, twee pleinen en wegenaanleg, kantoren allerhande. SWO3.
Voor dit ongemeen belangrijk architecturaal, stedenbouwkundig, historisch, financieel project zou men toch politiek een grote unanimiteit moeten vinden en nastreven. Een breed politiek draagvlak. Het College is daar dus tot op heden niet in gelukt en schrikt er er duidelijk voor terug om een bevraging van de bevolking te organiseren. Bij het goedkeuren van de omgevingsvergunning mag het College zich nog aan een pak bezwaarschriften verwachten. (Big problem: als we nu nog durven raken aan het derde samenwerkingsverband zijn we weer weg voor duizend jaar.)
We merkten in de vorige editie op dat er niet enkel geen eensgezindheid bestond (bestaat) binnen de Raad in zijn geheel, maar ook niet binnen de fracties zelf. De eindstemming was geenszins zoals altijd: dit keer géén stemming van meerderheid tegenover de oppositie, absoluut niet.
Opmerkelijk was dat bij de raadsleden van de tripartite aan de macht slechts één iemand heeft durven tegenstemmen: de heldhaftige Moniek Gheysens. Zij kreeg voor haar tussenkomst (waarover later in deze krant meer) geen applaus van de meerderheid, en zelfs niet van de gehele oppositie.
Zo’n tegenstem van een lid van de meerderheid is volstrekt ongewoon. Bij dit bestuur hebben we het één keer meegemaakt (Niels Lybeer) maar wellicht ging het om een ongelukkige duw op een verkeerd knopje. Dissidenten bij de meerderheid lossen de uiting van hun eventueel bezwaar over een agendapunt op door bij de stemming een toevallige, tactische plaspauze in te lassen. Of gewoon niet opdagen voor de zitting.

Over de bespreking in de gemeenteraad zelf hebben we het in een volgende editie.
Heel belangrijke punten van de agenda van een gemeenteraad worden hier op voorhand behandeld in wat men noemt “een Verenigde Raad” (VR). Dat is in feite een puur informatieve (wel openbare!) gemeenteraad zonder enige stemming. Men behandelt de technische kant van het voorliggend agendapunt. Bevoegde ambtenaren en experten geven zo nodig toelichtingen. Zo’n VR gaat altijd door op de dinsdag voorafgaand aan de gemeenteraad van de volgende maandag.
In dit geval was dat op 2 mei om 19 uur. Iedereen was er, uitgenomen de CD&V’ers Jean de Béthune en Roel Deseyn want zij waren verontschuldigd. Aanwezige ambtenaren van de Directie Ruimte waren Wim Lodewyck en Lotte Demeestere. De NMBS was vertegenwoordigd door de projectleider Joëlle François.

We zeggen al onmiddellijk iets wat politiek-vergadertechnisch van belang is om te constateren: géén van de drie fractieleiders van de meerderheid vond het nodig om ook maar één vraag te stellen of een opmerking te maken. Dat is heel tekenend. Afgesproken, dat is duidelijk. Het is ontegensprekelijk een symptoom van het feit dat er binnen hun fractie enige “roeringe” is, en wellicht ook binnen het College. Het lijkt me ondenkbaar dat bijv. in Gent, Mechelen, Mons de fractieleiders hun stem niet hebben verheven bij de bespreking van de te bouwen stations aldaar.
Wie nam er dan wel het woord?
Aan CD&V-zijde: Benjamin Vandorpe (uitvoerig), en eventjes Hannelore Vanhoenacker. Voor het Vlaams Belang: Wouter Vermeersch (uitvoerig), Carmen Ryheul, Marc Cottenier. Van Groen: Matti Vandemaele (uitvoerig), Cathy Matthieu en NIET fractieleider David Wemel.
Van de N-VA? De VLD (Team Burgemeester)? De Sossen? NIEMAND.
Van het College? Wout Maddens (weinig zeggend), Axel Weydts (licht boosaardig, spottend) en héél eventjes Axel Ronse met een ironische vraag.
Hierna enkele meer van belang zijnde tussenkomsten. (Aan de hand van de vraagstellingen kan men wel aanvoelen wat het standpunt is van de spreker.) In cursief lettertype soms wat toelichting van kortrijkwatcher zelf.

Benjamin Vandorpe blijft erover verbaasd dat de verdeelsleutel van de kosten pas echt wordt vastgelegd bij de aanbesteding.
Over de verdeling van de bouwkost hebben we het later nog in detail, want de gazetten weten weer nergens van. Per onderdeel van het project zijn er andere procenten. Laat ons nu volstaan met te zeggen dat wij voor het nieuwe station alléén instaan voor 3,95 miljoen op 47,27 miljoen (8,3 %). Voor indirecte kosten (erelonen, management, communicatie, studiekosten) zijn er al concreet geraamde kosten voor Stad aangegeven maar – eigenaardig genoeg – géén procenten.
De NMBS (Joëlle François) merkt op dat “de grote krijtlijnen” vast liggen. Zij wijst er ook op dat indien men nu nog zou raken aan de samenwerkingsovereenkomst (SWO3) men heel de ronde zou moeten overdoen. En dan lezen we dit: “De verdeling van de aanneming gebeurt niet op basis van de %, de % is eigenlijk het gevolg van de verdeling en van de finale raming of aanbestedingsprijzen. Het % wordt eerder gebruikt voor de verdeling van de kosten van de technische studies.” Tja.
Vandorpe wou ook weten wat het prijsverschil zou kunnen zijn tussen renovatie van het bestaand station en nieuwbouw. Schepen Weydts geeft als antwoord dat de CVP indertijd (2014) vorige overeenkomsten heeft goedgekeurd en schepen Maddens verwijst gewoon naar vroegere tussentijdse rapporten.
In de Kamer van Volksvertegenwoordiging is hierover door Frank Troosters (VB) ook ooit een vraag gesteld.
De minister vond toen (24/072022) dat de kosten voor renovatie en de aanpassingen van het bestaand gebouw te hoog zouden oplopen, dat het bestaand station au fond te groot is en dat er van alles niet meer beantwoordt aan hedendaagse vereisten.
Bijv. de doorgangen onder de grond.
Wouter Vermeersch is vooral bezorgd om het aantal parkeerplaatsen bovengronds en over de kosten van het station. De NMBS antwoordt dat de raming is gebaseerd op de meest recente aannemingsbedragen (2021) van de stations Gent en Mechelen, de duurste eenheidsprijzen. En daar bovenop is 17% inflatie gerekend. Voor het openbaar domein is de raming van 2021 verhoogd met 20%.
Marc Cottenier oordeelt regelrecht en kort dat hij het een mooi gebouw vindt. Schepen Ronse vraagt (ironisch?) of hij dat nog een keer wil herhalen. “Ja, het is een mooi en functioneel gebouw.” Ambtenaar Wim Lodewyck profiteert van de gelegenheid om te verklaren dat het nieuw gebouw binnen de NMBS zelf is geconcipieerd en niet door een “sterarchitect”.
Moniek Gheysens is “geboulverseerd“. Zij staat in de discussie boven de partijen en hun standpunten maar wil alleszins de gevel van het bestaand station bewaren. Zij vraagt aan schepen De Coene waarom hij – net als vroeger met de SOS-beweging – NIET achter de verdediging van het erfgoed staat. (Geen antwoord.) Schepen Maddens reageert wel. Meningen kunnen verschillen. En daarbij: de verdedigers van het erfgoed zijn daar pas 9 maand geleden mee begonnen en het project bestaat daarentegen al 15 jaar.
Matti Vandemaele wil eerst duidelijk stellen dat hij een believer is van het project. Hij wil wel eens weten waarom de gevel van het huidig gebouw niet kan blijven. Schepen Weydts wijst op het belangrijk uitgangspunt: twee wijken verbinden. En wat gebeurt er met de parking Tacklaan? Schepen Weydts: daar is nog geen duidelijkheid over.
Hannelore Vanhoenacker zegt dat zij niet blind is voor de beslissingen van 13 jaar geleden. (Haar partij was toen voor de afbraak van het station. Pro een nieuw “zwevend” station, boven de sporen.) Maar, zegt Hannelore: “voortschrijdend inzicht is belangrijk”. “De trend naar verduurzaamheid en duurzaam bouwen moeten we meenemen.”

(Wordt vervolgd.)








Nog over de (on)eensgezindheid binnen de Raad over het nieuwe station (2)

In onze editie van gisteren motiveerden we ons laattijdig verslag over de gemeenteraadszitting van 8 mei waarbij raadsleden zich moesten uitspreken over 1) wat de NMBS van plan is met het deelproject A (het nieuwe station en de fietsstallingen) en 2) wat Stad nog van plan is inzake het deelproject B (de stationspleinen voor en achter, het busstation en de zgn. Lijnwinkel). Ook de geraamde kosten en de verdeling ervan moesten worden goed- of afgekeurd.
Fundamenteel was natuurlijk het heikele punt: wat met het station?
Nauwgezet als we zijn wilden we wachten op de publicatie van de notulen om heel zeker te zijn over het stemgedrag van de raadsleden over dit gigantisch project. Want er heerst binnen de Raad over deze investering en historisch gebeuren, meer speciaal over de vraag hoe dat nieuwe station er moet uitzien, niet de minste unanimiteit, en – dat is uitermate zeldzaam – zelfs binnen de fracties valt geen volkomen eensgezindheid te bespeuren. Enige consternatie hierover lijkt mogelijk.
Maar dan moeten die notulen natuurlijk helemaal juist weergeven hoe de raadsleden hebben gestemd.
Voor het geheel van het voorgestelde project, de zgn. derde samenwerkingsovereenkomst (SWO3) tussen de betrokken vier partners is de stemuitslag met de namen wel juist genoteerd, maar dat geldt niet voor de ingediende amendementen. (Cf. infra.)
Er namen 39 leden deel aan de stemming. Raadslid Roel Deseyn (Cd&V) was afwezig en schepen Axel Weydts (van de beweging ‘Vooruit’) liet zich verontschuldigen.

Wie heeft er bij het “beslissingspunt” over het geheel van het project een ja-stem uitgebracht?
25 leden, te weten de raadsleden van de tripartite, uitgenomen Moniek Gheysens (VLD).
Hier speelde bij de meerderheid de partijtucht, iets waar ons Moniek nu al zovele jaren fel en heel fel onder lijdt. (“We mogen niets meer zeggen,” zo luidt steevast haar klacht in meer intieme kring.)
Maar wie schaarde zich nog achter die meerderheid? Twee van de vier leden van de Groen-fractie, met name Matti Vandenmaele en de fractieleider David Wemel.
Wie bracht een nee-stem uit?
11 leden. Alle aanwezige zes leden van de CD&V, drie (van de vier) VB’ers (Wouter Vermeersch, Lies Vercaemst, Carmen Ryneul), Jacques Demeersseman (onafhankelijk, vroeger VB) en – of course – Moniek Gheysens., de onverschrokkene.
En wie onthield er zich?
3 leden. Twee van Groen (Philippe Avijn en Cathy Matthieu) en één van het Vlaams Belang (Marc Cottenier).
Later, als we het hebben over het verloop van de voorafgaande Raadscommissie én de gemeenteraadszitting zelf, zullen we van de dissidenten het stemgedrag proberen te verklaren.

Amendementen
CD&V-raadslid Benjamin Vandorpe had drie amendementen in petto, en die waren waarlijk niet van de poes. Cruciaal. Het is dan ook zéér de moeite waard om hier zorgvuldig na te gaan hoe er werd gestemd. Hoe raadsleden hun overtuigingen kunnen verloochenen. Des avonds niet meer in de spiegel kunnen of durven kijken…
Amendement 1.
Vandorpe vraagt niet minder dan een digitaal referendum over het al of niet bouwen van en nieuw station, en wil daarbij dat de tripartite het advies van de bevolking volledig volgt. Zoals u weet is inspraak van de Kortrijkzanen (de actie “Kortrijk Spreekt”) een zowat onaantastbaar, heilig kernpunt van het stadsbeleid van de tripartite. Participatie ! En nochtans, héél de meerderheid stemde op 8 mei tegen enig referendum of bevraging over de kwestie. De drie fractieleiders zwegen als vermoord, en Ruthie zelf (bevoegd en verantwoordelijk voor “Kortrijk Spreekt”) gaf geen kik. Een prachtig – sprekend! – voorbeeld van behoedzaamheid in de politiek.
Ziehier de wonderlijke uitslag, want ook bij de oppositie zien we bijzondere gedragingen.
Wie stemt er tegen een referendum?
28 leden. Ieder raadslid van de coalitie, uitgenomen onze ware durfal, Moniek Gheysens.
Maar – tot onze verbazing – ook de vier raadsleden van Groen en één van het VB (Marc Cottenier die het plan van de NMBS schitterend vindt).
De motivatie van Groen kennen we niet, de fractieleider spreekt zich er niet over uit. Ons vermoeden is dat zij au fond voorstander zijn van het nieuwe, modern station en vrezen voor het ‘Gesundes Volksempfinden’. (De petitie van de erfgoed-aanhangers had nogal succes.)
Wie is er pro het referendum?
11 ja-stemmen. Natuurlijk de gehele CD&V-fractie. Maar ook drie VB’ers en het onafhankelijk raadslid Demeersseman.
Er waren geen onthoudingen.

Amendement 2
Vandorpe wil meer duidelijkheid over de “verdeelsleutel” van de kosten over de vier partners van het deelproject A. (Later meer daarover: die sleutel is eigenlijk nog niet echt formeel bepaald.)
Hier zien we weer hoe raadsleden partijtucht stellen boven redelijkheid, boven de gegrondheid van een voorstel.
Bekijk de uitslag.
26 nee-stemmen. Uiteraard dus weer geheel de kliek van de tripatite, met uitzondering van onze Moniek, de gewetenisvolle. Drie van Groen willen ook niet weten van méér accuraatheid over de kosten: Davdid Wemel, Cathy Matthieu en Matti Vandemaele.
12 ja-stemmen. De CD&V’ers, alle vier VB’ers en Moniek.
1 onthouding: één van Groen, want te ingewikkeld? (Philippe Avijn).
EN HIER MOETEN WE DUS WIJZEN OP EEN VOLSTREKT FOUTE NOTULERING !
Er zijn 26 tegenstemmen, maar we tellen 29 namen…
Wat scheelt eraan?
– Ryheul is zowel gerangschikt bij de voor- als tegenstanders. (Zij was voor.)
– Pieter Soens ook. (ook voor.)
– En dat is dan het toppunt: de verontschuldigde schepen Weydts gaf zogezegd een tegenstem !

Amendement 3
Benjamin Vandorpe wil dat de bijdrage in de kosten voor stad worden geplafonneerd.
Hij plakt er zelfs een bedrag op: de maximum all-in kostprijs mag hoogstens 22.755.646 euro bedragen, incl. btw. Dat is het op heden geraamde bedrag.
8 ja-stemmen. De CD&V plus de spaarzame, onverschrokken Moniek en ja ook Demeersseman (altijd contrarie).
27 nee-stemmen. De leden van de meerderheid plus de vier van Groen.
4 onthoudingen: de vier VB’ers.
HIER OPNIEUW EEN FOUTE NOTULERING.
Men noteert 30 namen bij de nee-stemmen…
– Ryheul is zowel vernoemd bij de nee-stemmers als bij de onthoudingen.
– Pieter Soens heeft zowel ja als nee gestemd.
– En schepen Weydts was blijkbaar toch opgedoken: hij stemde tegen…

P.S.
Genoeg voor vandaag.
In volgende editie vertellen we wat er zoal is gezegd en niet werd gezegd.
Meest betekenisvol is misschien dat de drie fractieleiders hebben gezwegen.
Zelfs burgermoeder Ruthie had niks te vertellen. Onthutsend is dat. Onder het burgemeesterschap van Quickie zou dit ONDENKBAAR zijn geweest. Hij zou ons vergast hebben op een exceptioneel discours.