Category Archives: personeel

Over cabinetards gesproken…met een budgetoverschrijding, nu reeds (2)

Dat was toch een goed idee? Kortrijkwatcher heeft  het zelfs toegejuicht!
Het nieuwe bestuur (volgens Ruthie een ‘monstercoalitie’) heeft zich namelijk  voorgenomen om de kabinetsformatie voortaan in te perken, net  door per fractie en per jaar een maximum te besteden budget vast te leggen.

Ter herinnering:
– de schepenen (en burgemeester) van de fractie TB/SK krijgt 1.022.027,47 euro toegewezen ;
– de N-VA: 318.612,50 euro;
– de “Vooruit”: 315.856,56 euro.

Nogmaals benadrukken dat die (maximale) bedragen jaarlijks ter beschikking zijn en dat de fracties het daarmee maar moeten doen in hun aanstellingen van kabinetsmedewerkers, van welk niveau ook.
Maar wat blijkt nu?
TB/SK heeft 12  medewerkers in dienst genomen maar voorzag op een latere moment een verdere aanstelling binnen het toegekende budget. Oké!
Het contingent voor TB/SK is nu met twee koppen verhoogd. Vorige maand zag men de noodzaak in om nog twee medewerkers van B-niveau aan te werven, die elk per jaar zowat 73.000 euro  gaan kosten.
En daarmee heeft dat Team Burgemeester/Stadlijst Kortrijk  onbeschaamd – nu alreeds – het toegekend budget overschreden.
Naar schatting met 100.000 euro.
Dat grieft ons.

Ach.
Au fond zijn we niet zo principieel gekant tegen het bestaan van kabinetten.
Een oproep tot afschaffing van het systeem (zoals Verhofstadt ooit deed in zijn wilde jaren) lijkt toch wat simplistisch.
Maar de vraag is of een kabinetisering niet te ver kan gaan.
Moeilijke vraag voor een constructief debat.
(In Nederland kent men op gemeentelijk vlak geen formele cabinetards.  Wethouders moeten het gewoon doen met bijstand van ambtenaren.)

Als we het goed voorhebben telt ons Kortrijks vivaldi-college (vier partijen) momenteel in totaal 22 cabinetards.
Berekend op een totaal van 81.000 inwoners komt dit neer op 2,71 per tienduizend inwoners.
In vergelijking met de centrumsteden is dit nu – volgens de gegevens van  prof. Nicola De Wulf (Ugent) – het hoogste ‘percentage’ geworden.
In HN (9/12/24) kregen we volgende tabel te zien:
Gent: 2,61
Hasselt: 2,38
Kortrijk: 2,37 (verouderd cijfer…)
Oostende: 2,22
Leuven: 2,13
Genk: 1,79
Aalst: 1,68
Antwerpen: 1,63
Mechelen: 1,36
Brugge: 1,34
Roeselare: 0,46

Onze gemeenteraadwatcher is zo coulant dat hij geneigd is om de vraag naar een aanvaardbare omvang van een kabinet te veronachtzamen.
Hij vindt evenwel persoonlijk dat in een centrumstad als regel zou kunnen gelden
1) dat een schepenambt absoluut te beschouwen is als een voltijdse job;
2) een schepen best geen bijkomende mandaten (zoals voorzitter van een intercommunale) moet uitoefenen;
3) voldoende bekwaam en ijverig (dag en nacht) moet zijn om genoeg te hebben aan  één capabele  medewerker.
Maar ja.

In Kortrijk is er een tijd geweest dat er gewoon geen kabinetten bestonden. Een burgemeester als Jozef Lambrecht indertijd had één medewerker, en dat was alles. (In mijn herinnering was dat een gedetacheerd ambtenaar, – Roger Adam?).
Onder  Jozef De Jaeghere (1983) en dan als gevolg ook onder Tone Sansen is dat beginnen veranderen (maar me dunkt met behulp van ‘gedetacheerden’). En onder het burgemeesterschap van Stefaan De Cleck  is de kabinetisering dan tot volle wasdom gekomen.
In 2012  bijvoorbeeld eindigde de legislatuur van de coalitie Cd&V- Open VLD met 20 koppen (=13,05 VTE). De CD&V had er daarvan 16 ter beschikking!)

Misschien wilt u – voor de historie – nog weten hoe de toestand evolueerde sinds Vincent Van Quickenborne hier de plak zwaaide. (VB-fractieleider Wouter Vermeersch stelde hierover ooit een vraag.)

Bestuursperiode 2013-2018
– Quickie startte in 2013 met 18 cabinetards (13,6 VTE).
VLD-schepenen hadden 9 medewerkers, N-VA 5 en SPA 4.
(Bedoeling was: minder maar meer deskundige profielen aanstellen, met hetzelfde budget.)
– Aan het eind van die legislatuur (2018) telde men nog 15 medewerkers (14,2 VTE). VLD deed het nog met 7, N-VA met 4 en SPA ook met 4 koppen.
Bestuursperiode 2019-2024
– 2019 is een bijzonder geval.  De OCMW-voorzitter is ingekapseld in het schepencollege. En de AGB’s en de vzw’s maken ook deel uit van het stadsbestuur. We tellen dus weer meer koppen: 18. (=16,8 VTE).
Team burgemeester krijgt 10 medewerkers. SPA/Vooruit 5 en N-VA nog 3.
– 2023 (laatst gekende aantallen): toch in totaal 19 koppen (17,6 VTE).  TB 11 medewerkers (het is ooit 13 geweest in 2020! ), SPA/Vooruit 5 en N-VA 3.

ANECDOTE
In bovenstaande cijfers komt dat natuurlijk niet tot uiting, maar er is veel verloop geweest. Cabinetards die niet deemoedig knikten bij het gevoerde beleid van hun schepen of van de burgemeester vlogen buiten.
En weet u wat er ooit een keer gebeurd is?  (Ik weet niet meer in welk jaar.) Schepen Philippe de Coene vroeg om een bijkomende kabinetsmedewerker. En waarom? Om des te beter te achterhalen wat zijn concullega’s aan het uitspoken waren!

En zo komen we aan een aantal voorstellen inzake kabinetisering.
* Het zou goed zijn als de gemeenteraad tenminste  weet  zou hebben van het profiel van de kabinetsmedewerkers. (Wat zijn het? Woordvoerders? Adviseurs? Juristen? Boodschapjongens? Tolken?…)
* Op de website van stad zou men per lid van het College van Burgemeester en Schepenen  (CBS) de namen, de bevoegdheid  en het e-mailadres van hun medewerkers kunnen publiceren. (Dat is in Antwerpen het geval.)
* Hoe meer cabinetards er zijn, hoe minder consultants er moeten geraadpleegd.
* Het kan niet de bedoeling zijn dat kabinetsmedewerkers ongeveer uitsluitend instaan voor de public relations van hun schepen of burgemeester.
* Wijzigingen van  de formatie dienen voorgelegd aan de gemeenteraad.

Dat Team Burgemeester en Stadslijst (TBSK) krijgt er intussen nog 2 cabinetards bij….We worden kampioen! (1)

Is’t nu nog niet genoeg? We zijn kampioen !
En daarbij: er is niet genoeg budget voor voorzien !!

De alliantie tussen verkapte liberalen (Team Burgemeester) en de  christen-democratische schapen (Stadslijst Kortrijk) telt met zijn vijf schepen al vanaf de eerste dag van het bestaan van de monstercoalitie 12 kabinetsmedewerkers.  Omgezet in voltijdse equivalenten gaat het voor TBSK alleen al om 11,6 VTE.
(Zie nog Kortrijkwatcher van 10 januari voor alle namen van alle cabinetards.  Zoekwoord is daar evenwel met twee t’s geschreven, maar dat schijnt niet de juiste spelling te zijn.)

Die ploeg van twaalf koppen voor de fractie TBSK krijgt er dus sinds 10 februari nog twee medewerkers bij, zijnde Louis Vermaut en Louise De Laere.  Allebei van B-niveau zodat de loonkost p.p. zowat 73.000 euro bedraagt.
Nu is het zo dat algemeen is overeengekomen dat de fractie TBSK eigen medewerkers in dienst kan hebben voor een totale maximale jaarlijkse loonkost van 1.022.027,47 euro ” (excl. indexering).
Met de aanstelling van die twee nieuwe cabinettards overschrijdt men met brio dit budget met bijna 100.000 euro. De budgetwijziging is voor later…

Hoeveel van die cabinetards zijn er nu ergens gehuisvest in ons stadhuis?
Als we alles goed hebben bijgehouden (niet gemakkelijk!) telden we  bij het begin van deze nieuw bestuursperiode  in totaal 19 van dit soort personeelsleden.
En nu?
– TBSK had er met zijn vijf schepenen  12 ter beschikking.  Nu dus 14.   Dat zou  gaan om 14,6  VTE.
– Vooruit met één schepen telde 2VE attachés , 1VE deskundige en nog 1 VE die pas drie maanden zou blijven.  (Emile Declercq zou dus nu moeten verdwenen zijn, maar daar hebben we  geen weet van.)
– N-VA had drie kabinetsmedewerkers maar kreeg er half januari een attaché bij; de heer Alexander Callens.  (4VTE).

Nogmaals, – als we goed zijn ingelicht –  telt de huidige monstercoalitie met brio 14+4+4= 22  kabinetsmedewerkers.
Dat is véél !
Dat is 2,75 per 10.000 inwoners.
We kunnen vergelijken.

KORTRIJK IS DE KAMPIOEN  !!
Er zijn vijf centrumsteden met meer dan 2 cabinetards per 10.000 inwoners: Gent, Hasselt, Kortrijk, Oostende, Leuven.
(Gent spande oorspronkelijk de kroon met 2,6 per 10.000 inwoners.

(Wordt vervolgd)

Kosten consultancy: een aanvulling voor het jaar 2019 (3)

Raadslid Wouter Vermeersch (VB) had die uitgaven voor 2019 ook wel opgevraagd, maar de stadsadministratie was dit vergeten.
Het overzicht van die consultancy-kosten is nu binnen onder de naam van “plannen en studies” wat maakt dat we nu weten wat er aan “externe medewerkers” is gespendeerd gedurende de periode 2019-2022 van deze legislatuur. Wel nog altijd voorbehoud maken voor uitgaven die te maken hebben met bouwwerken.
De totalen per jaar:
2019: 488.993 euro
2020: 208.158 euro
2021: 670.626 euro
2022: 597.248 euro
ALGEMEEN TOTAAL: 1.965.025 euro.

In die bijkomende lijst zijn er nog 5 RUP’s aan toegevoegd. (We dachten al: waar blijven die?)
We krijgen nu ook weer zicht op enkele merkwaardig hoge uitgaven.
Bijvoorbeeld:
– Beheersplannen onroerend erfgoed: 102.557 euro
– Fietsrouteplan (!): 76.180 euro
– Open ruimte: 71.012 euro

Ook geen idee waar die laatst vernoemde post op slaat?
En waarover gaat dit allemaal?
– Afsprakennota bouwkundig erfgoed 2017-36?
– Afsprakennota Campus West 2017-02?
– Afsprakennota Mewaf 2018-38?
– Grootschalig Referentie Bestand GRB?
– Hemelwaterplan? (34.991 euro!)
– Stedenbouwkundige zoekmodule en vormgeving beeldkwaliteit?
– Verkeersmodel? (Dat heeft al wat gekost! 68.418 euro.)

Een studie over een groots en duur project waar binnen de tripartite geen eensgezindheid bestaat willen we u niet onthouden. Over wat er moet gebeuren met dat stuk kanaal Bossuit-Kortrijk op ons grondgebied is er al 47.383 euro uitgegeven aan denkwerk.

(Wordt vervolgd.
Mogen we er nu al een keer op wijzen dat die consultancy-uitgaven eigenlijk personeelskosten zijn?)

Kosten consultancy: een krakkemikkig overzicht…(2)

Het is VB-raadslid Wouter Vermeersch die de bedragen opvroeg die we de laatste jaren besteedden aan consultanten. Hij kreeg die opgesomd voor de jaren 2020 t/m 2022. Me dunkt kwam die vraag vroeger nog nooit aan bod. Raadsleden stelden zich tevreden met wat in budgetten of rekeningen was aangegeven aan totalen (zonder meer) in de post “beleidsstudies”. Ook herinneren we ons niet dat een of ander alert gemeenteraadslid het nodig vond om in een of andere zitting luidop de vraag te stellen waarom er voor een of ander project weerom een studiebureau moest ingeschakeld. (Neem nu dat in opbouw zijnde Groeningeparkje van een voorschot groot, bijvoorbeeld. Waarom hadden we daar twee externe architecten voor nodig? Kunnen we dat zelf niet aan, “in eigen beheer”, met eigen ambtenaren?)

Het antwoord op de vraag van Vermeersch (dd. 7 februari) verscheen in de editie van 14 maart van het Bulletin van Vragen en Antwoorden. Onze obstinate cijferaar-gemeenteraadwatcher is er gelukkig mee, maar toch: “niet onverdeeld”.
Interessant is dat we alreeds bedragen te zien krijgen voor het jaar 2022, terwijl de jaarrekening nog niet eens is bekend gemaakt. Jammer is wel dat we in het antwoord geen inzage krijgen in studie- of adviesopdrachten die te maken hebben met exploitatie-uitgaven. Wél met investeringen dus, maar dan weer niet met consultancy voor bouwprojecten. En er durft zelfs soms wel een keer een uitgave ontbreken. Een beetje moeilijk te vatten is nog dat bepaalde uitgaven vermeld voor het jaar 2021 (bijv.) niet stroken met wat we terugvinden in de rekening van datzelfde jaar.

Weet u wat we zeer spijtig vinden? Dat er helaas niet gevraagd werd welke consultancy bureaus werden ingeschakeld. Misschien zijn er wel voorkeuren voor bepaalde consultanten te bespeuren? Zijn er monopolisten?? Mocht Leiedal wel vaak opdrachten in de wacht slepen? Dat we het niet weten !
En waar hebben we een heimelijk, zelfs sardonisch genoegen in? Dat we nu eindelijk eens te weten komen dat het nog altijd niet opgemaakte (en nu ook uitgestelde) mobiliteitsplan de laatste drie jaar al 157.873 euro heeft gekost. (Er is in het meerjarenplan 223.245 euro ingeschreven.)

We krijgen een overzicht van 26 uitbestede (pure) “beleidsstudies”, waarvan er 10 slaan op Ruimtelijke Uitvoeringsplannen (RUP’s). Daarnaast treffen we nog 7 uitgavenposten aan waarvan men zich kan afvragen waarom die niet zijn aangezien of gerangschikt als ‘beleidsstudies’ (de haalbaarheidsstudie Park 17, het mobiliteitsplan, de ontwikkeling van de Budatip, opstart studies rioleringen) en anderzijds nog posten waarbij de vraag rijst hoe en waarom die met externe consultancy hebben te maken (compensatie betonstop-planschade, structurele investeringskosten gebouwen, vernieuwen straten).

Nu zou u zeker de totalen willen kennen?
– Voor het boekjaar 2020: 208.158 euro.
– Voor 2021 een sprong naar 670.626 euro.
Merk hier maar weer eens op welke bokkesprongen ramingen en rekeningen kunnen maken.
Voor dat jaar voorzag men aan ‘pure’ beleidsstudies initieel 256.785 euro, in een budgetwijziging plots 556.435 euro en uiteindelijk volgens de jaarrekening 413.6329 euro.
– Voor 2022: 597.248 euro.
En wat zijn de hoogste consulting-uitgavenposten in 2022?
– Communicatie woonplan / Ruimtelijk beleidsplan: 124.540 euro.
– Ruimtelijk beleidsplan: 107.282 euro (voor de drie jaren samen: 202.718 euro !).
– Budatip: 65.458 euro euro (samen 185.783 euro).
– Mobiliteitsplan: 55.241 euro (samen: 157.813 euro).
– Woonplan & woonpact: 53.603 euro (samen: 142.659 euro).

Nu nog een mededeling voor onze lezers-voetbalsupporters van KVK.
De consulting voor het RUP (het zoeken naar een geschikte plaats) kostte alreeds 67.655 euro.

(Wordt vervolgd.)

Consultancy, een pest? (1)

Ja, we moeten het daar nu toch even over hebben, aangezien nu blijkt dat Stad minstens een half miljoen euro (en steeds meer) uitgeeft aan “adviesbureaus”. Dan nog zonder rekening te houden met wat er uitgegeven wordt aan consultanten bij bouwprojecten, want – zo zegt het stadsbestuur – dat kan niet afzonderlijk geboekt, afgescheiden van de bouwkosten.
P.S.
Aanleiding voor dit stuk is een schriftelijke vraag hierover van VB-raadslid Wouter Vermeersch, met een antwoord in het laatst verschenen “Bulletin van Vragen en Antwoorden”.

Een topambtenaar neemt ontslag…(3): project DURF2030 niet onder druk?

Katrien Voet nam dus eind september ontslag als adjunct-directeur cultuur, in casu sinds 2020 of zo in functie als coördinator-gangmaker van het project DURF2030. Dat project heeft als voorname doelstelling om zeker al in 2023 – volgend jaar is dat – met een uniek concept uit te pakken als motor voor het opmaken van een degelijk “bidbook” (projectvoorstel) om in 2030 dan (samen met een stad uit Cyprus) uitgeroepen te worden tot een Europese Culturele Hoofdstad. (Over de kandidaten wordt in 2026 beslist. En we hebben heel sterke concurrenten, bijv. Gent en Brussel.)

Volgens “De Krant van West-Vlaanderen” (KW, 21 oktober) is Katrien vertrokken omdat zij “helaas” moeilijk kon matchen met “de politieke context“. Een mysterieuze reden die de gazet niet nader heeft toegelicht.
Axel Ronse, de N-VA schepen van Cultuur, was er als de kippen bij om te zeggen dat “we (sic) altijd goed hebben samengewerkt met Katrien”.
Wij althans denken daar wel een beetje het onze van.
Er doen in elke geval geruchten de ronde (ja, we moeten het stellen met geruchten…) over het feit dat de schepen-volksvertegenwoordiger niet echt intensief bezig is met het project, terwijl er tevens twijfel heerst over de vraag of het schepencollege wel wild-enthousiast is over dat project CH2030. Anderzijds – en dat is helemaal niet paradoxaal – vernemen we tegelijk dat “de politiek” zich te pas en te onpas als een ambetante schoonmoeder gelijk bemoeit met de zaak.
Wel staat vast dat de ambitie om van Kortrijk in 2030 een CH van Europa te worden voor het stadsbestuur concreet naar buiten uit dienst moet doen als een vliegwiel, een booster om een aantal grootste culturele investeringen te verwezenlijken. Denk hierbij bijv. aan het opzetten van een “kennis- en belevingscentrum” (met een nieuwe bib) op de Buda-tip (2.750.000 euro volgens het meerjarenplan). Of de zgn “stadsliving Abby” in het Groeningepark (geraamde netto-kost 6,9 miljoen, bruto 14,4 miljoen). Of het “masterplan Schouwburg” (6,5 miljoen netto geraamd, bruto 14,3 miljoen).
Is er overigens wel geld genoeg voor die miljoeneninvesteringen?

Het zou wel eens kunnen dat het project CH2030 na de gemeenteraadsverkiezingen van 2024 een stille dood sterft. (Het ‘bidbook’ moet overigens bij de Europese Commissie binnen in datzelfde jaar.)

Het proces om de job van Katrien Voet in te vullen moet dus zéér binnenkort, eigenlijk vandaag nog worden opgestart. Want: we vragen ons zelfs af of er al wel een team CH2030 bestaat.
In voornoemd weekblad KW haast schepen Ronse zich nog om te melden dat stad op zoek gaat naar een coördinator (ja zeg!) Culturele Hoofstad “die instaat voor ‘de branding’ en ervoor moet zorgen dat de titel begint te leven”. (Hij erkent hiermee dus dat er bij de bevolking absoluut nog geen draagvlak – laat ons zeggen: enige belangstelling – bestaat voor die ambitie om Europees-culturele hoofdstad te worden. Niettegenstaande het platform DURF2030.

Wel, men is met die aanwerving al bezig sinds februari. Al van in die maand wil het schepencollege overgaan tot het (tijdelijk) aanwerven van een zakelijk leider voor het project CH2030. Die moet dus nu nog onderzoeken hoe het organisatiemodel er moet uitzien, hoe het budget voor de kandidatuur moet opgebouwd en kan gerealiseerd. Verder is hij verantwoordelijk voor het opleveren van de zakelijke, beheersmatige criteria voor het bidbook.
We staan dus nog nergens !
En weet je wat?
Het is nog erger. Ook al van in februari dit jaar wil men overgaan tot de aanwerving van een (waarschijnlijk ook tijdelijke) artistieke projectmedewerker/programmamaker. Die moet op korte termijn (!) ‘de storyline co-creatief’ realiseren. Hij/zij is dan verantwoordelijk voor het opleveren van de artistieke criteria voor het bidbook.
Ja, nee … we staan nog nergens. Over een stuurgroep of iets dergelijks horen we ook helemaal niets.

(Wordt vervolgd. We proberen zelfs wat te vernemen over de financiële kant van onze kandidatuur CH2030.
Over het projectbudget en over dat DURFFONDS. Dat allemaal is niet gemakkelijk, in een transparante stad als de onze.)




Personeelsverloop in de jaren 2019,2020,2021

Raadslid Benjamin Vandorpe (CD&V) vroeg hoeveel personen “de organisatie” Stad én OCMW de voorbije drie jaren hebben verlaten, en wat de gemiddelde duur van de tewerkstelling was. (De periode slaat dus op de eerste helt van de tweede bestuursperiode van de tripartite.)
Er kwam nogal prompt een antwoord maar met de bemerking dat de cijfers slaan op medewerkers die de organisatie hebben verlaten “in onderling overleg” (wat zeker niet altijd het geval was!) en dat de leerwerknemers en het vzw-personeel niet in rekening zijn gebracht.
Met “vzw personeel” bedoelt men de personen die tewerkgesteld zijn bij de vzw van de Zusters Augustijnen in de zorginstellingen. En dat zijn er niet weinig! Volgens onze meest recente informatie 630 koppen in 2021!

Onderstaande tabel moet dus ietwat genuanceerd bekeken worden.
2019: 30 “verlaters” op 1250 medewerkers
2020: 29/1270
2021: 32/1300

Hadden minder dan 1 jaar dienst: 23
Minder dan 5 jaar: 37
Minder dan 19 jaar: 19
Méér dan 10 jaar: 12

Spijtig dat raadslid Vandorpe niet heeft gevraagd naar het aantal verlaters per niveau van tewerkstelling. En of het om vastbenoemden gaat of contractuelen.
Maar uit de tabel blijkt wel nog een interessante vaststelling. Het is dus blijkbaar niet zo dat het aantal medewerkers vermindert, wat nochtans een zeer voornaam partij-programmapunt was van de VLD-Team Burgemeester.

Ter informatie nog de personeelsinzet in aantal voltijdse equivalenten (VTE) volgens de laatste aanpassing van het meerjarenplan voor het jaar 2020. We kiezen met opzet voor dat jaar omdat het werkelijk gaat om een telling van actuele waarden. Geen raming.
Stad: 699 VTE
OCMW: 329 VTE
VZW: 376 VTE
Totaal: 1.404 VTE

De 1270 koppen bij Stad én OCMW in 2020 komen dus overeen met 1.029 VTE. (Maar hier zitten ook de werknemers bij volgens art.60.)








Aanwerving nieuwe projectleiders mag niet ter sprake komen in de gemeenteraad

Vanavond om 19 uur alweer (virtuele) gemeenteraad.
En Helga Kints valt voor de zoveelste keer uit haar rol als objectieve, neutrale voorzitter van de Raad. Zij kiest alweer de rol van beschermvrouw van het schepencollege, de uitvoerende macht, – in plaats van op te komen voor de rechten van de gemeenteraad – bij wijze van spreken de wetgevende macht.
Even zo kort mogelijk vertellen waarover het gaat.

Stad zal op korte termijn (het is misschien al gebeurd) nieuwe, bijkomende projectleiders aanwerven. Drie voltijdse equivalenten. Volgens het meerjarenplan moet dit gebeuren om de realisatiegraad van de investeringen op te krikken.
(Ja, dat is zeker nodig! In het verleden zijn projecten niet kunnen doorgaan vanwege een tekort aan “capaciteiten“…)

Onafhankelijk raadslid (vroeger VB) Jacques Demeersseman wou daar wat meer over weten en diende daartoe een aantal vragen in. Bijvoorbeeld de vraag over hoeveel personen (koppen) de 3 VTE dan wel gaan. Over de projecten die zij zullen moeten leiden. Over de vraag wat er met die medewerkers zal gebeuren, eens de projecten zijn afgelopen. Over de bijkomende loonkost.
Allemaal puur informatieve ,legitieme vragen over een materie (personeelsbeleid) waarover de gemeenteraad zeker bevoegd is.
Maar nu.
Die vragen worden bestempeld als een” interpellatie”.
En volgens Helga Kints beantwoorden de gestelde vragen in het geheel niet aan de definitie van een interpellatie, zoals bepaald in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad. Volgens die definitie moet een interpellatie slaan op vragen van politieke aard over het bestuur van de stad, over een beleidskeuze en een actuele kwestie.
Dat is volgens de voorzitter met de voorgelegde vragen hier niet het geval. Onvoorstelbaar…
Daarenboven vindt zij dat de vragen over cijfermateriaal gaan, iets wat veel voorbereidend werk vergt om een deftig antwoord te kunnen formuleren. (Dat zou dan stof kunnen zijn voor een schriftelijke vraag.)

Onze Helga verklaart hierom de ingediende vragen als onontvankelijk.
Probeer dat maar eens aan iemand uit te leggen.

Lage realisatiegraad van de investeringen en “de capaciteit aan projectieleiders”


Vanavond 6 april om 19 uur dus alweer gemeenteraad. Een héél speciale, belangrijke want gewijd aan de tweede aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (AMJP-2).
Kortrijkwatcher zal het daar natuurlijk nog over hebben, na gehoord te hebben wat er allemaal is verteld in de Raad, en alleszins na lectuur van de mogelijke verslaggeving van onze plaatselijke reporters. (Altijd interessant, ook als ze niks schrijven!)

We kunnen het evenwel nu al niet laten om te wijzen op enkele intrigerende zinnetjes op pag. 167 uit dat nieuwe AMJP-2.
De tripartite zit met één zaak (van de vele) opnieuw zéér verveeld: de lage realisatiegraad van de investeringen in dit aflopend jaar 2021.
In het initiële meerjarenplan (MJP-nul) budgetteerde men de investeringen al heel hoog op 51,74 miljoen.
En bij de eerste aanpassing van het plan (AMJP-1) zag men het zelfs nog grootser: nu zou men voor 61,24 miljoen investeren. Een ongezien bedrag.
De tweede aanpassing van vandaag (AMJP-2) is inmiddels al veel discreter: men beoogt een meer nederig bedrag van 45,29 miljoen euro te verwezenlijken. (De jaarrekening 2021 zal nog moet uitwijzen of dit streefcijfer wel zal gehaald worden. Dat weten we normaal pas in mei 2022 – of zelfs later.)

Hoe legt de tripartite die lagere raming nu uit?
Vooreerst met enig jargon: “de transactiemomenten zijn geëvalueerd en bijgestuurd”. Dat wil gewoon zeggen dat een of ander werk, of dienstverlening of levering niet (op tijd) kon doorgaan.
Er zijn externe oorzaken:
– de Corona-crisis (dat is een klassieker);
– een recente oververhitting van de bouwsector (haha, aannemers hebben nu plots elders teveel werk?);
– moeizaam verloop van offertes of overheidsopdrachten die moeten hernomen worden (wiens schuld?);
– moeizaam verloop van grondverwerving;
– etc.

Maar het stadsbestuur erkent ook een interne oorzaak van de lagere raming: de capaciteit van de projectleiders die nog in uitbouw is. (Men beweerde ooit dat vanwege corona geen aanwervingen – testen – konden gebeuren.)
Vandaar: “Om de realisatiegraad te verhogen in deze budgetronde is beslist de capaciteit aan projectleiders nogmaals uit te breiden met 3 VTE.
Hoeveel van die leiders er nu al ter beschikking staan en om welke projecten het zal gaan of reeds gaat wordt niet gezegd.

De verhouding loonkost versus de personeelsinzet (3)

Voor het aantal VTE als personeelsinzet per jaar, zie vorig stuk.

2020

Voor 2020 is er een jaarrekening beschikbaar, dus geen raming. De exploitatie-uitgaven bedroegen 181.7294.995 euro (veel minder dan gebudgetteerd). Voor de personeelsuitgaven vinden we eigenaardig genoeg enkel afgeronde uitgaven. Een totale loonkost van 95.247.000 euro. We overschrijden hier toch al meer dan de helft van de “gewone” uitgaven, namelijk 52.4 %. Terwijl we vroeger dachten dit dit later zou gebeuren.
Loonkost :
– Stad/OCMW: 68.725.000 euro
– VZW zorg: 23.523 euro
– OCMW sociaal: 2.999.000
De loonkost bij stad/OCMW bedroeg meer dan gedacht vanwege o.a bijkomende opdrachten door Corona, uitbreiding van de sociale dienst, telewerkvergoeding. Tevens door de klassieke indexverhoging, verhoging 2de pensioenpijler én aanwerving van “hogere profielen”. (Dit laatste valt al sinds enige tijd op.)
Ter info: de gemiddelde loonkost per VTE in dat jaar bedroeg 67,8K met onderling grote verschillen: zorginstellingen 62,6K, regulier (stad/OCMW) 72,4K).

2021
Exploitatie-uitgaven (raming): 198.404.104
Loonkost (raming): 102.024.592
Verhouding: 51,4 %

2022
Exploitatie: 198.404.104
Loonkost: 106.390.381
Verhouding; 53,6 %

2023
Exploitatie: 202.611.066
Loonkost: 106.855.983
Verhouding: 52,7 %

2024
Exploitatie: 207.213.717
Loonkost: 108.176.194
Verhouding: 52;2 %

2025
Exploitatie: 207.295.995
Loonkost: 109.621.706
Verhouding: 52,8 %