Category Archives: onbegrijpelijk

Het College is collegiaal gek geworden

Onbegrijpelijk.
In zitting van dinsdagmorgen 12 februari besprak het College de deontologische code voor burgemeester en schepen. Daarbij werd beslist dat men gewoon de deontologische code van de gemeenteraadsleden zou overnemen, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van maandag 11 februari. Dus de dag ervoor.

Nu moet u weten dat de gemeenteraad het ontwerp van haar deontologische code NIET heeft goedgekeurd. En gelukkig maar.
Mede naar aanleiding van ons stuk hierover heeft de SP.A-Groen-Spirit en het Vlaams Belang zoveel fundamentele amendementen ingediend dat men met algemene instemming de zaak heeft verwezen naar een werkgroep, ten einde een nieuwe tekst op te stellen. Met juridische assistentie nogwel.

Alle schepenen waren aanwezig bij de bespreking van de code in de gemeenteraad van maandag 11 februari. Uitgenomen Stefaan Bral die op dat moment langdurig aan het bellen was in de hal van het stadhuis.

Zou Bral het Schepencollege hebben wijsgemaakt dat de code in de gemeenteraad toch werd goedgekeurd? Hij is ertoe in staat.

De huisadvocaten van Stad Kortrijk volgens de Nieuwe Politieke Cultuur

(Met kleine update.)

Er is dezer dagen commotie in de nationale pers rondom het reeds lang bekende gegeven dat de beroemde meester Marc Uyttendaele voor heelwat federale en gewestelijke overheden – en zeker die instanties waar de PS de plak zwaait – optreedt als vaste huisadvocaat. Plechtig woord : als referentie-advocatenkantoor.
Zijn vrouw, minister Laurette Onkelinx, wil nu plots dat er een systeem wordt ingevoerd van openbare aanbesteding bij de keuze van een raadsman door openbare besturen.

Ja zeg. Het is alsof meneer de juge en de excellentie niet samen slapen.
Het is alsof de wet op de overheidsopdrachten pas van gisteren is. Die wet voorziet al duizend jaar als fundamenteel principe dat er voor werken, leveringen én diensten (bijvoorbeeld juridische) bij de overheid altoos en bij om het even welke procedure (ook de onderhandse) het principe van de mededinging wordt toegepast. Concurrentie moet altijd. Uitzonderingen zijn dusdanig vanzelfsprekend dat men er gewoon niet kan over vallen. Er is bijvoorbeeld maar één leverancier van het product te vinden.

Stad Kortrijk heeft ook vaste huisadvocaten en/of kantoren in dienst.
Bij ongeveer iedere rechtszaak waar ons College meent een raadsman van doen te hebben, kunnen insiders op voorhand zeggen naar wie de opdracht zal gaan.

Maar wat meende ik nu te horen in Terzake (Canvas) van gisteren 7 februari?
Daar werd senator Hugo Vandenberghe (CD&V) gevraagd om kommentaar over de kwestie Uyttendaele. De senator is nu woonachtig in Rotselaar en aldaar ook schepen. Een jurist van de bovenste plank. Maar Hugo is een geboren Kortrijkzaan (van 1942) en jammer genoeg een geval van brain drain. Is nergens meer in het openbaar te vinden in Kortrijk.
Vandaar dat hij zich vergistte.

Hugo (die filosofisch en in de feiten een liberaal is, dit terzijde), vond ook dat er bij de keuze van een raadsman door een overheidsinstelling moet voldaan worden aan het principe van de mededinging. Bijvoorbeeld: middels een beperkte offerte. Waarbij zoals de wet het voorschrijft meerdere capabel geachte kandidaten voor de opdracht worden aangeschreven. Vergeten hoeveel, maar in alle geval minstens drie?

En toen gaf Hugo op televisie als na te streven voorbeeld : onze eigenste Stad Kortrijk.
Volgens hem handelt ons Kortrijks stadsbestuur bij de keuze van een raadsman juist middels het systeem van de beperkte offerte.
DAT IS DUS GEWOON NIET WAAR !
GEWOON NIET JUIST. ONWAAR.

Onze voornaamste huisadvocaat is sinds jaren huize Laga. Nu ook gevolgd door het advocatenkantoor Publius, een soort filiaal of afsplitsing van huize Laga.
Alle min of meer belangrijke zaken waar Stad een soort rechtzoekende is (of over advies wil vragen) verzeilen bij die kantoren. Zeker ook de dure rechtsplegingen en lang aanslepende procedures. Zoals bij de Raad van State. Zie de website van de RvS. Nog onlangs, een zaak in verband met Stad/OCMW-secretaris. Wie zoekt die vindt. ’t Is wel veel werk. En ge moet soms nog een keer kunnen leven ook, en kunnen lachen. U amuseren in de politiek.

Minder gewichtige zaken (een arbeidsongeval) worden toegewezen aan losse vriendjes her en der uit de balie.
Zelfs het kantoor waar de burgemeester enige familiale connecties mee heeft mag soms ook wat werk (advies) voor Stad verrichten.
Vraag het maar aan mensen die het kunnen weten. Aan de balie.

Gemeenteraadsleden (ook van de meerderheid) kunnen daar nu eens over navraag doen. Want volgens de nieuwe deontologische code verplichten ze zichzelf om zich over alles en werkelijk over alles goed te informeren.
Nu onmiddellijk – de tijd is rijp – het lijstje opvragen van de juristen die in dienst van Stad gedurende de laatste zes (of twaalf) jaar mochten optreden, en vooral: waaromtrent. Au fond, als raadsleden bekommert zijn om hun taak kunnen zij dat weten: Collegebesluiten lezen.

Wat dat allemaal heeft gekost? (Dit is niet zomaar te achterhalen.) Nog: met hoeveel zaken zijn kantoren als huize Laga nu nog altijd en al jarenlang bezig? En waarom ze daar nu een keer niet mee ophouden. Ook niet te achterhalen.

Er is ooit eens raadslid geweest dat omtrent dit soort vragen, ja: enige problemen had.
De boel was te klein ! Schepen Hilde Demedts o.m. vond de interventie totaal ongepast, ongeoorloofd, beschamend. Laag bij de gronds. Indecent. Een andere schepen had het over privacy. Dat een raadslid zó slecht kon zijn om dit aan de orde te stellen.

Hoe motiveert het College dan zijn keuze voor een welbepaalde raadsman of kantoor?
Ha, meestal is er geeneens een motivatie.
Soms kiest men iemand (Steve Ronse bijv.) om redenen van hoogdringendheid. Als voorwendsel.
Een andere keer omdat het uitverkoren advocatenkantoor naar verluidt veel expertise heeft opgedaan in het soort aan bod zijnde zaken. Expertise die de vennoten van het kantoor juist hebben opgebouwd door het continu in de wacht slepen van de stadsopdrachten van die aard.

NPC. Wie kent er nog dit begrip?
En we hebben het nu nog niet over de ouderwetse politieke cultuur over het afsluiten van verzekeringen. Beschouw dit maar als een insinuatie. En dat soort dingen zijn hier ongepast.
Beloofd: voortaan hier enkel berichten over de toepassing van de NPC in Kortrijk.

UPDATE (11 februari)
Raadslid Bart Caron stelt hierover een schriftelijke vraag. Nu goed in de gaten houden wanneer daar een antwoord op komt en gepubliceerd wordt op de website van Stad.

Gebiedswerking (1): de 17 gebieden en de 7 buurttypes

In de gemeenteraad van november is zonder enige noemenswaardige interventie beslist om voor de periode 2008-2013 zowat 13 miljoen euro te besteden aan “gebiedswerking”. Wat dat is en waar dat pak geld naartoe gaat komt hier later aan bod.

Kortrijk is opgesplitst in 17 deelgebieden. (Zie vorig stuk.)
Stad zelf telt er acht. Heule drie. En de deelgemeenten Aalbeke, Bellegem, Bissegem, Kooigem, Marke en Rollegem zijn intact gebleven.
De bevoegde schepenen (de Bethune en Lybeer) gaven geen enkele toelichting bij de afbakening van de gebieden.

Wijkmonitor
Ter voorbereiding van deze gebiedswerking is nochtans in juni 2006 een uitvoerige en zeer lezenswaardige studie verschenen, genaamd “De Wijkmonitor”.
Het is logisch dat men dan eens gaat kijken hoe de makers van deze studie Kortrijk hebben ingedeeld.
En dan blijkt dat er tussen de huidige gebiedsindeling en die van de wijkmonitor essentiële verschillen zijn.

De Monitor is uiteindelijk gekomen tot 26 wijken.
In plaats van 6 deelgemeenten houdt de studie het slechts bij 2 : Rollegem, Kooigem.
De monitor vindt ook dat er aparte, maatschappelijk relevante entiteiten te bespeuren zijn in Aalbeke (2), Bellegem (2), Bissegem (2), Marke (4). Voor Heule onderscheidt men 4 gebieden in plaats van 3. En voor Kortrijk-Stad 10 in plaats van de 8.
De verantwoordelijke coördinator voor de gebiedswerking (Wouter Linseele) zou die verschillen in de grensafbakeningen toch even kunnen uitleggen aan de gemeenteraadsleden?

Het is nog ingewikkelder.
Er zijn niet enkel 17 gebieden, maar ook nog 7 (buurt)types van gebieden.
Ook dat werd geenzins uitgelegd in de laatste gemeenteraad van november. (Er werd ook niet naar gevraagd.)
Dus weer even gaan kijken in de Wijkmonitor.
In die studie onderscheidt men op basis van 29 NIS-indicatoren 9 buurttypes of clusters (in plaats van de huidige 7).
Goed onthouden: één wijk kan uit verschillende buurttypes bestaan. En omgekeerd kan één buurttype voorkomen in verschillende wijken.
Buurttypes onderscheiden is ook van groot belang bij gebiedswerking. Want elk type heeft kenmerken die kunnen helpen om te definiëren welke remediërende of preventieve ingrepen er nodig zijn om de leefbaarheid te verbeteren of te handhaven.

In welk buurttype woont u, volgens de Monitor?
Buurttype 1 slaat op geconcentreerde sociale bebouwing. Die komt voor in de Venning, de Sionweg, Lange Munte en Heule-Ieperstraat.
Buurttype 2 gaat over dorpskernen en woonbuurten aanleunend bij het centrum. De Monitor geeft er 20 aan. Bijvoorbeeld het Astridpark, Walle, Brugsesteenweg, Albertpark, Watermolen. Marke-centrum.
Buurttype 3: invalswegen en kleine stadsring. Die cluster telt 6 “leden”. Bijvoorbeeld Drie Hofsteden, Overleie, Hallen.
Buurttype 4: verspreide bebouwing in open ruimte. 14 leden waaronder bijv. Heulebos, Marionnetten, delen van Rollegem.
Buurttype 5 is nu waarschijnlijk weggevallen: invalswegen binnen de kleine stadsring.
Buurttype 6: KMO en industriezones (ook agrarisch gebied). 21 leden. Waaronder: Neerbeek, Rollegem-kern, Kanaal, enz.
Buurttype 7 is van de rijke mensen: residentiële buurten. U kunt ze alle 12 raden. ’t Hoge, Rodenburg, Bellegembos, enz.
Buurttype 8 is de stadskern.
Buurttype 9: woongebieden van noord en dorpskernen zuid. 19 leden. Bijv. Soetens Molen, Pottelberg, Sint-Pius X, Aalbeke-kern.

Interessant in de Wijkmonitor is nog dat per wijk of deelgebied is aangegeven wat mogelijke beleidsprioriteiten kunnen zijn terzake gebiedswerking. Gesneden brood voor onze bevoegde schepenen. Zij moeten de studie wel even (her)lezen.

De oppervlakte van Kortrijk is wat ingekrompen !

In nog geen jaar tijd.
Volgens het jaarverslag 2006 bedroeg de oppervlakte van Kortrijk afgerond 8.003 ha, inclusief de deelgemeenten.
Maar in de laatste gemeenteraad van november heeft men onze stad ingedeeld in 17 gebieden, en als we al die oppervlakten samentellen komen we aan 7.957 ha.

Men gaat dus weer aan gebiedswerking doen. De raadsleden hebben dat zonder enig misbaar goedgekeurd. Kregen pas op de zitting zelf kaartjes in handen. ( We komen nog terug op deze ingrijpende beslissing.)
Nu wat cijfers op een rij.

Bepaalde deelgemeenten zijn qua gebiedswerking intact gebleven.
Aalbeke heeft volgens het jaarverslag een oppervlakte van 717 ha en 2.924 inwoners. Volgens het kaartje van de gebiedswerking gaat het om 723 ha en 2.768 inwoners.
Bellegem:
– jaarverslag: 1.397 ha, 3.709 inw.
– kaartje: 1.401 ha, 3.628 inw.
Bissegem:
– jaarverslag: 344 ha, 5.566 inw.
– kaartje: 379 ha, 5.783 inw.
Kooigem:
– jaarverslag: 478 ha, 796 inw.
– kaartje: 484 ha, 754 inw.
Marke:
– jaarverslag: 811 ha, 7.993 inw.
– kaartje: 765 ha, 7.980 inw.
Rollegem:
– jaarverslag: 847 ha, 2.765 inw.
– kaartje: 809 ha, 2.285 inw.

Qua gebiedswerking wordt Heule opgesplitst in het Centrum, Sint-Katherina, de Watermolen.
Ik bespaar u de cijfers van de deelgebieden. Maar volgens het jaarverslag is de oppervlakte van heel Heule 1.168 ha en gaat het om 10.220 inwoners.
Volgens het kaartje: 1.183 ha, en 10.118 inwoners.

Kortrijk-Stad wordt in niet minder dan 8 deelgebieden opgesplitst.
Volgens het jaarverslag bedraagt de oppervlakte van Stad 2.238 ha, en telt men hier (eind 2006) 39.871 inwoners.
Het kaartje zegt: 2.211 ha, en 38.862 inwoners.

Hierna, voor de liefhebbers: de opsplitsing van Stad, met de oppervlakte en het aantal inwoners volgens de kaartjes.
Sint- Elisabeth: 390 ha / 10.424 inw.
Centrum: 122 / 6.045
Oost: 178 / 6.016
Lange Munte: 315 / 2.781
Overleie: 56 / 1.996
Patersmote- Pottelberg-Beverlaai: 397 / 5.930
Pius X: 137 / 3.514 (met Damkaai, Vlaanderenkaai, Wikingerhof!)
Sint-Anne: 613 ha / 2.156 inw.

In 2006 is er hier een kwantitatief en kwalitatief wijkonderzoek en buurttypering gebeurd.
In een of ander volgend stuk zal nagegaan worden wat men in die wijkmonitor zoal had te vertellen.
En zullen we proberen te begrijpen wat gebiedswerking inhoudt.
In de periode 2008-2013 zal Stad daar 12,9 miljoen tegenaan gooien. Zes maal 2,1 miljoen. Het geld komt van de Vlaamse overheid, het zgn. Stedenfonds.
In de vorige periode 2003-2007 kregen wij van dat Stedenfonds zowat 10 miljoen. Wat men daar juist mee heeft uitgericht weet bijna geen mens. De eindevalutie moet nog gebeuren.
De strategische doelstellingen waren: 1) de leefbaarheid van buurten en wijken versterken, 2) de kwaliteit van het bestuur verhogen.
Wat u zich zeker nog herinnert is de heraanleg van de omgeving Sint-Denijsestraat en buurtwerking in de Lange Munte (wijkgroen), Overleie (nieuw centrum), de Venning (buurtfeesten). Misschien ook de aanstelling van een rastermanager. Het meldingspunt voor klachtenbehandeling.

P.S. (1)
Toch nog even over Heule, op aanvraag van onze vele lezers aldaar. Oppervlakte en inwoners.
– Centrum: 642 ha/ 5.506 inw.
– Sint-Katherina: 320 / 942
– Watermolen: 220 / 3.670 (nog zonder de woonwagenbewoners).

P.S. (2)
In de gemeenteraad van november zei schepen Lieven Lybeer, samen met Jean de Bethune in tandem verantwoordelijk voor gebiedswerking, dat we de grenzen van de 17 gebieden “as such” (of was het “an such”?) niet strikt moeten interpreteren. Hij beloofde nog dat er over de gebiedswerking wel eens een thematische raadszitting zou komen.

Exclusieve diensten van Leiedal aan Stad. Hoe kan dat?

Voor de tweede maal heeft Stad aan Leiedal beloofd dat men voor bepaalde opdrachten (plannen, studies, enz.) exclusief beroep zal doen op de intercommunale. De gemeenteraadsleden hadden daarbij in de zitting van 12 november laatstleden alweer geen enkele bedenking. Weten ze veel, onze verkozenen. Wie wij kiezen en in onze naam dan alles in de gaten hebben. Onbegrijpelijk, zeker vanuit liberale zijde bekeken.
Maar we leggen het toch even uit.

Leiedal is wat men nu noemt een intergemeentelijke samenwerkingsvorm voor streekontwikkeling die de gedaante heeft aangenomen van een “dienstverlenende vereniging”. De vereniging telt 12 gemeentelijke vennoten.
In 2003 is gewezen schepen en voorzitter Frans Destoop op een lumineus idee gekomen om zijn Leiedal aan werk te helpen.
De 12 gemeenten verbonden er zich ieder afzonderlijk toe om voor opdrachten voor diensten in welbepaalde “werkgebieden (zoals bedrijventerreinen, woonbeleid, stedenbouw, mobiliteit, milieu, ICT) aan de vereniging Leiedal een zogenaamde exclusieve dienstverlening toe te kennen.
Die dienstverlening wordt ook ‘wederzijds’ genoemd want Leiedal verbindt er zich op zijn beurt ook toe om voor deze welbepaalde diensten voor geen andere gemeentebesturen te werken dan diegene die haar exclusiviteit verlenen.

Men kan zich daar vragen bij stellen.
Kortrijk wil bijvoorbeeld de haalbaarheid onderzoeken voor de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen. Of een gemeentelijk woonplan opstellen. Een RUP opmaken. Een Europees project ontwikkelen.
Wel, ieder normaal bestuurder zou zich vooreerst de vraag stellen of ons leger van ambtenaren een en ander niet zelf aankan.
En als blijkt dat niettegenstaande alle personeelsvorming niemand bekwaam wordt geacht om die taak uit tevoeren (of daar de tijd niet voor heeft) kan men dan overgaan tot uitbesteding van de overheidsopdracht. Met toepassing van de wet op de overheidsopdrachten. Dat wil zeggen: met toepassing van het voor overheden heilig principe van de mededinging. Ieder studiebureau mag een offerte doen, en de beste wint, of de goedkoopste.

Wel, hier in de regio gaat dat voor bepaalde werkdomeinen helemaal zo niet.
De gemeenten van de vereniging hebben aan Leiedal toegezegd dat ze geen aanbestedingen of offertes zullen uitschrijven voor diensten uit werkgebieden zoals bedrijventerreinen, woonbeleid, stedenbouw, mobiliteit, publieke ruimte, milieu, landschap, recreatie, e-government, Europese samenwerking.
Het is me nogal wat. In vergelijking met vroeger is de lijst van mogelijke keuze-onderwerpen zelfs uitgebreid. Bijvoorbeeld met ’trage wegen’. Haalbaar- en inrichtingstudies. Grensoverschrijdend groen.

Komisch goed bestuur

U kunt dat waarschijnlijk allemaal niet geloven.
En u vraagt zich waarschijnlijk af waarom er geen enkel studiebureau uit de streek protesteert tegen die monoliepositie van Leiedal.
Dat komt zo.
In zeer veel gevallen besteedt Leidal zelf de gekregen opdrachten uit ! (Natuurlijk na opstrijken van een deel van de gedane kosten.)
We kunnen hierbij een nieuw begrip invoeren: komisch goed bestuur.
Studiebureaus die in aanmerking komen voor die opdrachten hoeden er zich wel voor om het grappig systeem van exclusieve dienstverlening aan te vechten. Het is voor hen zelden goed om in de clinch te gaan met openbare besturen.

Maar nu moet u absoluut nog iets weten.
Gemeenten betalen bij deze werkwijze waarbij Leiedal zogezegd de dienstverlening uitoefent geen BTW !
Daar zit een vernuftige juridische redenering achter. Leiedal beschouwt zichzelf bij de dienstverlening als “een verlengstuk van de opdrachtgevende gemeente”.
Ge moet er maar opkomen. Leiedal is eigenlijk een soort gemeentebestuur. (Ja, in de feiten is het wel zo…)

Ik heb vier jaar geleden een keer aan de minister van Financiën Reynders gevraagd of hij akkoord ging met deze visie.
Hij zou het probleem van die BTW-regeling bestuderen. Sindsdien niets meer van gehoord. Een juffrouw uit zijn kabinet zei naderhand nog telefonisch dat het wel om iets ingewikkelds ging.

Wat zou een raadslid een keer kunnen doen?
Het stadsbestuur laten uitrekenen in hoeverre de gunstige BTW-regeling Stad een financieel voordeel biedt.
Wat als zou blijken dat de kosten die Leiedal aanrekent voor zijn doorgeefopdracht niet opwegen tegen het feit dat er geen BTW wordt aangerekend ?

P.S.
Nog niet gevonden of het systeem van de exclusieve dienstverlening nog elders in het Vlaamse land wordt toegepast, en misschien ook nog met andere ‘intercommunales’ dan deze voor streekontwikkeling.
Kunnen onze plaatselijke Vlaamse volksvertegenwoordigers-raadsleden Caron en Decaluwé niet éne keer die vraag stellen ?

Gemeentelijke bijdrage aan het OCMW is raadselachtig

Aangezien onze OCMW-voorzitter Franceska Verhenne (CD&V) geen schepen is dient er om de drie maanden een overleg plaats te grijpen tussen Stad en OCMW.
Dit Overlegcomité bestaat uit een afvaardiging van de OCMW-raad en van de gemeenteraad. In de praktijk omvat de delegatie de burgemeester, een schepen, de OCMW-voorzitter en de secretarissen. Het is een onderonsje, en de wetgeving verbiedt helemaal niet dat er meer mensen mogen bij betrokken worden.

Intussen begrijpt men intuïtief hoe het er daar aan toegaat. Volstrekt irrationeel. Lukrake min of meer ideologische oprispingen. Onprofessioneel. Haastig. Absenteïsme. Slordige verslaggeving. Beetje ruzie maken. Als het niet waar is moet men het maar een keer zeggen. Soms dient het nergens voor om in Kortrijks bestuursoverleg allerhande aanwezig te zijn. HET IS ALS WATCHER WEL ONWETENSCHAPPELLIJK ONDERSTEUND WAT HIER BEWEERD WORDT, MAAR JE RUIKT DAT. Het volstaat om gewoon, met een soort gezond -verstand -historische kritiek bestuursdocumenten te lezen.

Klassiek voorbeeld om leugenachtige documenten te herkennen.
Stel (stel!) dat er bij een overlegcomité iemand is doodgevallen, en dat wordt niet vermeld in het verslag. Of het heeft gesneeuwd in juli, waardoor de vergadering niet in aantal was. En er is toch een verslag. Zonder sneeuw. Historici vallen daar duidelijk over.

De beslissingen van het comité worden dan ’ter kennisgeving’ medegedeeld aan de gemeenteraad.
Niemand leest dat verslag, zelfs OCMW-raadsleden niet. En daar staan nogal eens belangrijke mededelingen in. Of niet. Bijvoorbeeld over de aankoop van gas door het OCMW. Dat vergt wellicht een apart stukje.

In de laatste gemeenteraad van deze maand stond het verslag van het overlegcomité van september op de agenda. Nog nooit zo vlug geweest.
Niemand had kommentaar. Ook Ciska Verhenne vond het nergens voor nodig om voor het punt “gemeentelijke bijdrage van Stad aan het OCMW” enige attentie te vragen. (Onder het bewind van voormalig schepen Destoop mocht zelfs niet gepraat worden over dat verslag.)

Hoe zit het nu met die gemeentelijke bijdrage?
Uit het verslag leren we dat er blijkbaar voor 2009 ooit eens gedacht werd aan een bedrag van 9.611.375 euro. Maar dit is teruggebracht tot 9.183.637 euro.
Voor 2010 zal men zich houden aan hetzelfde bedrag. Maar voor 2011 belooft Stad 1 miljoen meer. En in 2012 zelfs 2 miljoen meer.
Het OCMW was daar eigenlijk niet mee content. Men vroeg voor de jaren 2011 en 2012 een verhoging met 4 miljoen.

Volgend jaar krijgt het OCMW van ons waarschijnlijk 9.183.637 euro. En dat zal zo blijven tot en met 2010. De motivering van die beslissingen kent niemand, en nog minder zicht bestaat er over de discussies daaromtrent.

Hoeveel krijgt het OCMW dit jaar als stadstoelage?
Ook 9.183.637 euro. Het bedrag wordt dus door Stad bevroren voor nogmaals vier achtereenvolgende jaren. Ongezien. Alsof er gedurende die periode geen gewijzigd beleid kan komen. Kan het OCMW zijn uitgaven en inkomsten dan wel over zo een lange periode schikken naar die vaste dotatie? Want zo gaat dat. Net als in de kerkfabrieken. Opbrengsten en onkosten worden afhankelijk gemaakt naargelang de verwachte bijdrage van andere overheden. Creatieve boekhouding is daarbij nodig. Beleid niet. (Jawel, in het kader van wat men kan afschooien.)

Vorig jaar kreeg het OCMW volgens de stadsbegroting ook al die 9,1 miljoen.
Maar nu wordt het ingewikkeld, raadselachtig. Het jaarverslag 2006 van het OCMW vermeldt een gemeentelijke bijdrage van … 7.529.661 euro.
Hoe kan dat nu?
Elders in dat jaarverslag duikt in de balans (passiva) een bedrag op van 2,5 miljoen als “gemeentelijke bijdrage”. Totaal 10, 1 miljoen.
Ik begrijp er niets van.

Wat houdt het begrip “gemeentelijke bijdrage” nu eigenlijk in?

Het OCMW krijgt namelijk ook jaarlijks een percentage uit ons Gemeentefonds. Hier is dat normaal 8 procent. Elders in de provincie soms nul.
Steekt dat aandeel dan in wat men de gemeentelijke bijdrage noemt? Me dunkt van niet.
Maar als we met dat percentage rekening houden bedraagt het aandeel van het OCMW uit het gemeentefonds 2006 volgens mijn berekening slechts 1,7 miljoen. En geen 2,5 miljoen.
Kan Franceska dit alles in de gemeenteraad eens uitleggen bij de begrotingsbesprekingen van volgende maand? Over verleden, heden en toekomst?
Welneen. Burgemeester, voorzitter van de Raad zal op enige spoed aandringen. O.K. Ik meen dat nu alles is gezegd.

Vraag: wat zijn de reële totale middelen die het OCMW krijgt van Stad?
Werkingstoelage, plus aandeel gemeentefonds, plus nog zo een en ander?
In 2006 bijvoorbeeld was er sprake van een investeringstoelage voor de verbouwing van het klooster (aan den Atlas) tot kinderopvangcentrum. 850.000 euro.
En de geldstromen tussen de vele instellingen uit de sociale sector zijn volkomen onduidelijk.

*****

Nu nog iets voor de verbeten cijferaars.
Op een nochtans officiële website vond ik voor 2005 alweer een raadselachtig cijfer.
Totale middelen voor het OCMW vanuit Stad: 12,9 miljoen.
En hoe kwam men daar aan die totale middelen?
Als een optelling van het aandeel van het OCMW in het Gemeentefonds (1,8 miljoen) plus – sla me dood – een “gemeentelijke bijdrage”‘ van 11,1 miljoen.
Dat klopt allemaal niet.
Dat zou overigens betekenen dat die totale middelen in dat jaar hoger lagen dan wat nu het geval is. Terwijl ons Gemeentefonds toen minder bedroeg en de werkingstoelage van Stad toen ook al 9,1 miljoen was.

Wil er soms nog iemand iets weten over de evolutie van de gemeentelijke bijdrage aan ons OCMW?

Wie de uitgave van het jaar 1995 gelijk stelt aan 100 komt nu uit op 174.
In 1995 kreeg het OCMW 5,2 miljoen. In de periode 2000 tot en met 2002: 7,1 miljoen.
Wie daarbij durft vragen stellen wordt hier altoos beschouwd als fundamenteel anti-sociaal. Als een wilde, ultra-rechtse vrije jongen zonder het minste gevoel voor caritas calotica.
Terwijl er een heel simpele objectieve vraagstelling mogelijk is.
Wat beschouwt de OCMW-wetgeving als DE kerntaak van het centrum?
Wat beschouwt ons OCMW-bestuur als noodzakelijk en/of prioritair?
Hoe staat het met de afbakening van het welzijnsbeleid van Stad en anderzijds OCMW?
Welke middelen hebben we daarvoor nodig?
Als die vragen beantwoord worden kan men voor mijn part zelfs overgaan tot een verhoging van de gemeentelijke bijdrage.

Nog info, voor de diehards.
De balans 2006 van ons OCMW geeft een overgedragen positief resultaat van 1,2 miljoen euro. In 2004 en 2005 waren er overschotten.
De resultatenrekening toont een verlies van het boekjaar 2006 van 8 miljoen.

Buurthuis op Sint-Katharina (2): schoon verloop van een schoon dossier

Binnen afzienbare tijd beginnen de werken.
De aanbestedingen zijn er toch nu doorgeraakt.
Geen gemeenteraadslid van de drie betrokken gemeenten is daar ook maar een beetje over ingelicht.

Het dossier werd al wel opgestart in maart 2000. Toen al nam ons College het principiële besluit om samen met Kuurne en Lendelede een buurthuis te bouwen op gronden van de kerkfabriek van de plaatselijke wijk Sente-Katriene in Kuurne.
Zeg nu maar: weer een parochiezaal. Tekenaar Ever Meulen (Humo) kon nog net en niet vlug genoeg uit het benepen milieu ontsnappen. Helemaal begin jaren zestig was dat. Stel u voor, hoe de tijden veranderen.

Over de grond van de zaak is in onze Kortrijkse gemeenteraad nooit tot op de bodem gediscussieerd.
De kern van de zaak is of een gemeentebestuur moet deelnemen aan de bouw van een ‘buurthuis’ in een nabijgelegen gemeente, zogezegd omdat het buurthuis komt te staan op gronden van een kerkfabriek met een parochie die de gemeentelijke (drie) grenzen overschrijdt.
Het enige waar onze Stad misschien – en dan nog – zou kunnen mee te maken hebben is de erfpachtovereenkomst met de kerkfabriek waarin de canon (50 euro) wordt bepaald die de drie gemeenten samen wensen te betalen. Waarom moeten wij Kortrijkzanen én Lendeledenaars in godsnaam instaan voor méér dan de helft van de investeringen voor een in Kuurne gelegen polyvalente zaal ? Voor Kortrijk dan met een bovengrens van 357.000 euro?
Een polyvalente zaal. Een nieuwe TAP in Kuurne. Voor wie? Landbouwers?

Dat heeft allemaal niets te maken met de wetgeving op de kerkbesturen.
Hoewel men dit zo voorspiegelt.
’t Is erg, hoe dat allemaal kan.
Lees nu maar nog helemaal een keer de Wet van 18 Germinal van het jaar X, het Keizerlijk Decreet van 30 december 1809, de Wet van 4 maart 1870. Geen sprake van buurthuizen. In de mate dat er alweer een kerk zou gebouwd worden op Sente-Katriene, dàn nog is een financiële bijdrage van de gemeente(n) niet verplicht.

In de Kortrijkse gemeenteraad is het dossier overigens heel spaarzaam, als het ware dievelings op tafel gelegd.
Bij het goedkeuren van de erfpachtovereenkomst met de kerkfabriek van Kuurne (14 november 2005) kwam alleen ons Groen met een paar randbemerkingen naar voor (de toegang), maar die werden door schepen Jean de Bethune zoals altijd overweldigend en zonder enig papiertje vakkundig in de kiem gesmoord met de bemerking dat het om “een schoon dossier” ging.

Bij Jan heb je sinds Christus of zijn apostelen daaromtrent al schone en lelijke dossiers. De schone zijn ook lelijk, maar bij eerstgenoemde heeft hij het altijd met enig gefoefel achter de schermen tot een verbluffend happy end gebracht. Als raadslid kun je dit niet weten, want de minder verbluffende stukken ontbreken ook altijd in zijn exposé, bij nader toezien.

Op zeker moment (al in december 2000) is er een heuse vzw “Buurthuis Sint-Katrien” opgericht. Niet te vinden in het Staatsblad. Voor Kortrijk werden daar in februari 2001 in opgenomen: Jean de Bethune, Carmen Moulin, Patrick Jolie, Germain Coulembier. Nooit meer iets van gehoord.

Het meest curieuze is dat er zelfs in de Kuurnse gemeenteraad absoluut geen eensgezindheid bestond over het project.
Ook de CD&V – bij monde van Francis Benoit – stemde nog in juni 2004 tegen, samen met Visie en Groen. Het was ginder alleszins geen prioriteit. Men vond de opgezette constructie te duur, betwijfelde of er subsidies (van DIGO) zouden komen en wilde een haalbaarheidssstudie over de werkingskosten. Bij het goedkeuren van de erfpachtconstructie onthield de toenmalige Kuurnse oppositie zich nog in oktober 2005. Evenals bij de aktename van de verbintenis van de Vrije Basischool Sint-Katrien. Die mag nu namelijk plots het buurthuis gebruiken als turnzaal. Dat is polyvalentie. Pluralisme. En in ruil daarvoor zal de school de onderhoudslasten dragen. Inbegrepen: de “buitengewone”. Ja, mits subsidies van gemeente Kuurne.?
Het is deze deal die het in het slop zittende dossier weer op gang heeft gebracht.
Sindsdien op de Kuurnse website van de gemeente niets meer te vinden. En om iets op te sporen is het een betere dan die van Kortrijk. Net zoals die van Lendelede.

Schoon dossier !
De Kortrijkse gemeenteraad weet daar nu nog altijd niets van.
Lendelede was ook helemaal niet enthousiast.

In april 2003 vond men aldaar het project financieel niet haalbaar (eigenlijk onnodig: een wijk met 800 inwoners) en wou men hoogstens een kleinschaliger alternatief steunen. Er was nog een voorstel om zich terug te trekken uit de vzw “Buurthuis Sint-Katrien”.
In september 2005 nog werden agendapunten als het ereloon en de erfpachtovereenkomst verdaagd. Zelfs in april 2006 was er in Lendelede geen overeenkomst over de financiering. Sindsdien is dit punt in de gemeenteraad van Lendelede niet meer opgedoken, maar heeft men wel in één groot leningspakket 62.500 euro opgenomen voor het buurthuis. Dat is dus te weinig volgens de overeengekomen verdeelsleutel.

Dat schepen Eric Lemey uit Kuurne altijd al hevig voorstander was van het project is electoraal uit te leggen. Maar waarom ook onze eigenste schepen Jean de Bethune en ons raadslid Patrick Jolie (allen CD&V) zich gedurende al die jaren fel engageerden in dit “schoon dossier” is nog te achterhalen. Niet gemakkelijk.

(…)

Buurthuis op Sint-Katharina (1): prijsberekening aartsmoeilijk

Het territorium van een kerkfabriek (een parochie) gehoorzaamt niet noodzakelijk aan de gemeentegrenzen.

Kerkfabrieken kunnen dus van meerdere walletjes tegelijk eten inzake gemeentelijke toelagen, extra-subsidies, doorgeefleningen en andere financiële tussenkomsten. Borgstellingen. En niemand durft daar iets aan doen. Niemand die daarover sinds Napoleon en de Boerenkrijg iets over mompelt. Er zijn geen echte vrijzinnigen meer, en vooral geen anti-clericalen meer, libertijnen. Het gaat nu om respect voor om het even wat. Openheid voor het traditionele? Ieder zijn correcte waarheid. Vrije, beetje domme meningsuiting maakt troef. Maar we dwalen af.

Ieder zijn parochie

Bij een soort meerwaardezoekers uit onze christelijke Gemeenschap met toen nog geen soelaaszoekende gelovigen uit halfweg de vorige eeuw was er toch al wel een vorm van niet helemaal bewust georganiseerde – gesubsidieerde – grensoverschrijdende praxis inzake parochies.
Vanwaar ze ook kwamen, rijke madammen vooral die het niet zo nauw hielden met de katholieke praxis (onze sharia) kwamen van heinde en verre naar de Kortrijkse Sint-Michielskerk om na een uitgebreide biecht bij de jezuïten nog een duit in het zakje doen. De mannen zaten in ’t Salonske of in Knokke.

Iedere parochie had zijn stijl. In Kortrijk nog was de Sint-Maartenskerk eerder de ‘place to be’ voor de nog meer hypocriete pseudo-bourgeoisie. O.L.Vrouwkerk daarentegen was meer voor alzheimers. Davidsfonds.
Ieder had zijn stek. Bij de banketbakkerijen. “Buurthuizen” vond men mits minzame uitnodiging in de dekenij zelf (met dat prachtige park) en in restaurants en cafeetjes in de buurt. De Gilde ook. De Middenstand, op maandagavond dan. Maar ook op het Schouwburgplein. Ik heb er daar nog weten doodvallen, na de Heilige Mis. De Patria op de Grote Markt bleef op zondagavond open tot het ochtendgloren en tot op de bovenverdieping, tot iedereen erbij neerviel. Boven op of onder de biljartafels. Ja, Kortrijk bruiste nog met die katholieken van toen. Er was pluralisme binnen de zuil.

Dit was even een bijdrage tot geskiedschrijvinghe. Petite histoire. Waar is de tijd?

Wat wil ik nu eigenlijk zeggen?
Dat we nu gevangen zitten in buurthuizen en o.c.’s die qua architectonische en andere gezelligheid ons ook niet veel levensvreugde kunnen bijbrengen.
Die O.C.’s van nu. Pure belemmeringen voor jongeren om ruime horizonten te verkennen.
We dwalen af?
Ik zal u straks nog een keer een opsomming geven van de vroegere cafés langs de Brugse Bane. De niet-gesubsidieerde buurthuizen of ontmoetingscentra van Sente.

Vandaar dat zowel de Gildemannen als de Middenstanders van onze Stad in combinatie met de altijd al invloedrijke pasters-politiekers van Sente en Eric Lemey (KAJ) sinds 2000 al sociologisch met een verschrikkelijke mentale achterstand een poging tot recuperatie zoeken opdat wij nu nog – samen met de landelijke gemeenten Kuurne en Lendelede – plotseling zouden moeten bijdragen in de bouw van een kalote buurthuis (polyvalente zaal, turnzaal voor een school) achter de kerk van Sint-Katherina.

Sociaal kapitaal. Ga daar in de buurt nog maar eens uit de kleren. Uitgerekend op grondgebied Kuurne.
Omdat het namelijk gaat om grond van de kerkfabriek aldaar en we daar geacht worden als gemeente erfpacht voor te betalen.
Grond van een kerkfabriek is heilig.
(Die fabriek daar in Kuurne maakt jaar na jaar schone winsten, ongeacht de gemeentelijke toelage.)

….
Allez. Nu serieus.
Het wordt tijd om eens te kijken hoeveel het aandeel van de betrokken gemeenten voor dat overbodige (op vlak van emancipatie) buurthuis bedraagt en hoe de diverse besturen dat zelf bekijken.
Het is ingewikkeld. Er kloppen dingen niet. Zakes.
En intussen ook ontdekt dat in Kuurne zelfs de christen-democraten en Groen en ook één socialistisch raadlid niet eens fervente voorstanders waren van dit buurthuis. Vonden het in den beginne althans geen prioriteit. CD&V, Visie en Groen stemden in de vorige bestuursperiode ooit tegen, en onthielden zich vanaf oktober 2005 bij alle beslissingen omtrent het buurthuis.
En in Lendelede liep het zeker ook niet van een leien dakje. Maar sinds kort kwam alles goed terecht. Eind goed, alles goed.

Raming totale kostprijs

Volgens een goedgekeurd gemeenteraadsbesluit van Kuurne, dd. 25 oktober 2006: 599.324,12 euro.
Volgens een Collegebesluit, ook van Kuurne, dd. 20 december 2006: 599.741,33 euro.
Cijfers in de visie van Lendelede niet gevonden.
Het Kortrijkse College neemt de bedragen van de collega’s van Kuurne (bouwheer) over. Onze gemeenteraad weet nog nergens van.
Het opgegeven bedrag is inclusief BTW en erelonen.
Het verschil tussen wat het Kuurnse College acteert en de gemeenteraad aldaar goedkeurde is niet groot. Prima, maar er zou gewoonweg tussen de uitvoerende en de controlerende (beslissende) instantie géén verschil mogen zijn. Voor geen cent.
Maar nu komt het.

Raming van de loten

Lot 1: ruwbouw, afwerking en aanleg omgeving:
Kuurnse gemeenteraad: 174.088,00 euro.
Kuurns College: 445.469,46 euro.
(Dat kan toch niet? Gaat het om een tikfout?)

Lot 2: centrale verwarming, ventilatie en sanitair:
Kuurnse gemeenteraad: 86.295,87 euro.
Kuurns College: 101.932,84 euro.

Lot 3: elektrische installatie:
Kuurnse gemeenteraad: 49.470,18 euro.
Kuurns College: 40.101,22 euro.

Totaal van de drie loten
Volgens de Kuurnse gemeenteraad: 309.854,05 euro.
Volgens het Kuurns College: 587.503,52 euro.

Erelonen

Nu herinnert u zich dat de totale kostprijs was geraamd op 599.741,33 euro. Maar dat was ook uitdrukkelijk inclusief de erelonen.
Uitgaande van de cijfers van het Kuurns College zouden die erelonen dan slechts 12.237,81 euro bedragen?
Dat is dan weer niet te begrijpen.
Een gemeenteraadsbesluit van Kuurne (24 januari 2006) zegt dat alléén al het Kuurnse aandeel in de erelonen 10.000 euro bedraagt.
Nu moet u weten dat er inzake investeringstoelagen tussen de drie betrokken gemeenten een procentuele afspraak is gemaakt.

Verdeelsleutel

Betreffende de bouwkost, de te betalen canon en nog wat andere zaken (nu niet meer: de onderhoudslast) is er een afspraak gemaakt.
Stad Kortrijk staat in voor 56,84 procent van de investeringstoelage bij de bouw en de eventuele verbeteringen. Met een absoluut maximum van 357.000 euro.
Kuurne neemt 23,21 procent voor zijn deel, met een maximum van 146.000 euro.
Lendelede zorgt voor 19,95 procent, met een maximum van 125.000 euro.
(De erfpacht voor de kerkfabriek van Sente kost slechts 50 euro, voor 50 jaar.)

De uiteindelijke werkelijke prijs zal dus maximum 628.000 euro mogen bedragen.
We gaan zien hoe het afloopt. Beter: we gaan het nooit zien. Kuurne is nu de bouwheer, alhoewel dat ook vroeger anders was beslist.
In de Kortrijkse begroting van 2006 is alvast voor alle zekerheid méér ingeschreven dan het voorgenomen aandeel: 372.000 euro. En in Lendelede heeft men in oktober 2006 omgekeerd (voorlopig?) slechts een lening van 62.500 euro goedgekeurd.

Een lijdensweg naar Sente

Maar waarop is het ‘project’ met die verdeelsleutel tussen de drie gemeenten gebaseerd? Waarom moeten Kortrijkzanen en die brave Lendeledenaars deelnemen in de kosten van een parochiezaal in Kuurne? Waarom verdedigde ons raadslid Patrick Jolie (Heule) het project? Hoe zijn de aanbestedingen verlopen? Vanwaar het verschil tussen wat het College van Kuurne aan zijn gemeenteraad voorspiegelde en aan Kortrijk liet weten?
Alweer geen idee.
Maar waarom vraag je het dan niet aan iemand, Kortrijkwatcher?
Waarom de bananen krom zijn? Omdat onze bevoegde schepen, Jean de Bethune, zijn emails niet leest. Niet ingaat op een aloude vraag tot onderhoud over kerkfabrieken. En mij van alles kan wijsmaken. Ben niet zot hoor. Heb niet eens een perskaart.

(Wordt vervolgd op een andere bladzijde.)

_____________________________________________________
Weet nog niet wanneer ik hier terug ben om verder aan dit stuk te breien. Geraak er niet aan uit. Eigenlijk zou dit verhaal moeten komen onder de rubriek “onbegrijpelijk”. We gaan dat maar doen ook, want zeer katholiek-orthodox is het een en ander alleszins niet.

Onbegrijpelijk (1)

Is dat bij u ook zo?
Dat er geen dag voorbijgaat of er gebeurt iets (of je hoort iets, of je leest iets) dat u niet verstaat?

Neem nu de reclame van het weekblad “Knack”.

Roularta Media Group NV kreeg van Stad alweer een viertal locaties toegewezen om reuzecovers te plaatsen. De burgemeester, wiens dochter bij de firma werkt, gaf gunstig advies.
En zo wordt dat mooie Begijnhofpark ook grondig verstoord door een reuzecover. Met het opschrift: “Knack covert je stad”.
Zie het laatste nummer 12 van het weekblad van woensdag 21 maart. Een heel aantal pagina’s gewijd aan Kortrijk en Roeselare. Met de hierdoor regionaal en lokaal verkregen talloze commerciële advertenties. (Daar gaat het om, in de media.)
De covers mochten er staan vanaf 14 maart. En moesten weggenomen worden “ten laatste op de dag voor het erop volgende Knacknummer verschijnt”.
Die van het Begijnhofpark althans staat er nog!
Zal Roularta nu een boete krijgen?
En hoeveel betaalt de firma eigenlijk voor de plaatsing?
Uw Kortrijkwatcher covert praktisch dagelijks uw Stad.
Ik doe nu bij het College ook een aanvraag voor het plaatsen van een heel klein, kunstig miniatuurcovertje in het Begijnhofpark.

Neem nu de financiering van de herinrichting van het Veemarktbeluik en het Groeningebeluik.

Eerst het goede nieuws.
De in juli 2003 geraamde kostprijs voor de herinrichting was 150.983,95 euro. Zonder de studiekosten.Het inschrijvingsbedrag bleek uiteindelijk slechts 132.939,71 euro. En de nu goedgekeurde afrekening: 136.489,98 euro.
De bugettering daarvan staat in art. 421/731-60 van de buitengewone begroting 2007. Projectnummer 12.
Maar als je bij die post gaat kijken in de begroting staat daar géén projectnummer 12 vermeld. Wel nummer 13 en dat slaat op wegenwerken.
Toen de gemeenteraad het project goedkeurde hoopte men nog op trekkingsrechten uit het Investeringsfonds. Tot 100 procent. Niet gevonden bij de ontvangsten.

Neem nu de toelage voor de vzw Habbekrats.

We spraken hier al onze verbazing uit over het feit dat de vzw Habbekrats van de familie Vlerick-Bouckaert met werkplaats in de de Heilige Geeststraat 19/21 (een schitterend gebouw) slechts 40.000 euro als toelage voor dit jaar zou ontvangen.
Er was immers vorig jaar een overeenkomst gesloten tussen Stad (wie?) en de vzw om zeker voor drie jaar 100.000 euro te schenken. Bovenop die 40.000? De gemeenteraad heeft die overeenkomst nog niet gezien.
Habbekrats krijgt nu toch bij de eerstvolgende begrotingswijziging die 100.000. Er is al een visum maar nog geen begrotingspost voozien.
De private vzw heeft nu ook een stuurgroep. Met niet minder dan drie stadsambtenaren ! En nog een magistraat en iemand van de politie.
Probeer jij nu maar eens een vzw’tje op te richten met zoveel financiële en logistieke steun.