ENTITEITEN VAN STAD
– OCMW: aandeel van stad niet te achterhalen want ingekapseld in de jaarrekening van stad.
De laatste ‘gemeentelijke bijdrage’ die ik ken dateert van 2018 en bedroeg toen 12.959.270 euro.
Er was een afspraak dat die bijdrage jaarlijks met 3 procent zou stijgen.
– Politiezone VLAS: 15.085.725 euro
– Brandweerzone Fluvia: 3.670.110 (plus investeringen: 503.010)
– NV Pandenfonds: ? (wordt niet vermeld)
– NV XOM: ?
– Marktverhuurkantoor vzw: 50.000
– Ajko vzw: 64.900 (Waarom is dat een verbonden entiteit?)
– 18 kerkfabrieken: de toelichting bij de jaarrekening heeft het over 1,2 miljoen, zonder investeringen. (De investeringen bedroegen 486.458 euro.)
– Intercommunale Leiedal: 209.983
– Intercommunale Imog: 3.440.567
– Intercommunale Psilon: ?
– Intercommunale Gaselwest: ?
– Zefier cvba: ? (nooit van gehoord)
– De Watergroep: ?
– Culturele Projectvereniging Zuidwest: 50.099
ENTITEITEN VAN HET OCMW
– Vereniging Ons Tehuis: 16.330 euro
– OCMW-vereniging W13: 124.671
– Vereniging Infohos in vereffening: ? (nooit van gehoord)
– Zusters Augustinessen vzw: ? (Soms krijgt het klooster een investeringstoelage.)
– Unie der Zorgelozen vzw: 14.000
– Mentor vzw: 45.000
Category Archives: OCMW
Over de “verbonden entiteiten” van stad en OCMW (1)
Stad en OCMW kennen wat men noemt: verbonden entiteiten. Dat wil zeggen: instellingen, organisaties waarvoor een verplichting bestaat om rechtsreeks of onrechtstreeks tussen te komen in verliezen of tekorten.
In 2020 kende stad aldus 32 van die entiteiten en het OCMW er 6.
Volgens het meerjarenplan dat is goedgekeurd in 2020 gaat het om 31 entiteiten die aan stad zijn verbonden en 5 voor het OCMW. Het moet dus zijn dat het stadsbestuur toch enige speling heeft in de keuze van zijn zgn. verbonden entiteiten.
We bekijken even die entiteiten voor het jaar 2020 want van dat jaar kennen we de jaarrekening en kunnen we dus opzoeken hoeveel werkingssubsidies (exploitatietoelagen) en/of investeringstoelagen stad en OCMW veil hadden voor hun entiteiten.
In de gemeenteraad heeft men het wel eens over “satellieten”. Men bedoelt dan de meest belangrijke verbonden organisaties: het OCMW, de politiezone VLAS, de brandweerzone Fluvia en soms ook de vroegere autonome gemeentebedrijven SOK en Parko. Maar die laatste zijn – net als het OCMW – nu ook “ingekapseld” in Stad.
Als verbonden entiteiten bij stad horen nog de 18 kerkfabrieken, 4 intercommunales (Leiedal, Imog, Psilon, Gaselwest), de NV’s Pandenfonds en XOM. Verder nog sociale organisaties als de vzw Marktverhuurkantoor en de vzw Ajko, een culturele organisatie als de ‘Projectvereniging Zuidwest’ en tenslotte nog De Watergroep. Van een aantal van die organisaties hebben de meeste Kortrijkzanen nog nooit gehoord, maar van de hierna genoemde cvba zelfs kortrijkwatcher niet, met name de cvba Zefier.
Het OCMW kent in 2020 volgende entiteiten: de Vereniging Ons Tehuis, de OCMW-vereniging W13, de Vereniging Infohos (ons ook onbekend – is in vereffening), de vzw Zusters Augustinessen, de vzw Unie der Zorgelozen, de vzw Mentor.
In een volgende editie proberen we dus te achterhalen hoeveel geld die entiteiten van ons vorig jaar hebben gekregen.
Het is ons niet helemaal gelukt.
Po memorie misschien nog even zeggen wat Stad en OCMW zelf hebben uitgegeven in 2020.
Stad:
– Exploitatie: 116,52 miljoen
– Investeringen: 29,97 miljoen
OCMW:
– Exploitatie: 65,20 miljoen
– Investeringen: 1,04 miljoen.
Daar staan natuurlijk ontvangsten tegenover.
Plechtig een site openen zonder die te bezoeken
Ja, dat kan, hoe absurd het ook mag lijken.
In Kortrijk kan dat!
Vorige vrijdag 9 juli woonden een 200-tal mensen (corona-tijden) de officiële opening bij van het gerestaureerde Begijnhof van Kortrijk. Na 37 jaar restauratiewerken is eindelijk de 10de fase (omgevingswerken) voorbij en dat moet natuurlijk gevierd. (Het kon wel allemaal wat leuker, origineler georganiseerd, maar goed.. Passons.)
De 200 ingeschrevenen werden van 19 tot 21 uur als het ware opgesloten in de nabijgelegen Sint-Maartenskerk om te luisteren naar enkele sprekerds en naar een optreden van de pianist Jef Neve, geassisteerd door de tenorsaxofonist Nicolas Kummert.
Daarna ging het (gestroomlijnd, afgespannen door een koord) naar het ook vlakbij gelegen, gezellig pleintje, genaamd Sint-Maartenskerkhof.
Daar startte om 9 uur een receptie, met drank à volonté en diverse hapjes met een waarlijk gastronomische allure. Bereid door de OCMW-keuken!
Op de officiële uitnodiging kon men nog lezen dat aansluitend de mogelijkheid bestond tot bezoek van het Begijnhof maar ik heb waarlijk niemand – maar dan ook niemand! – van de 200 deelnemers aan de plechtigheid ook maar aanstalten zien maken om een blik te gaan werpen op het gerestaureerde Begijnhof. Afstand 80 meter.
Men kan dus met een hapje en en drankje een site openen zonder die te bezoeken.
P.S.
Heel de plechtigheid kostte ietwat meer dan twee miljoen oude Belgische franks (BEF).
Het grootste deel van de kosten ging absoluut niet naar de receptie, maar wel naar de logistieke organisatie door de firma Theatech (shelter, klank, kerk, licht, meubilair, en nog een streaming ook). Er is tevens een brochure in meerdere talen gemaakt en uitgedeeld.
Bij het OCMW werken al jaren en jaren twee soorten personeelsleden. Waarom eigenlijk?
Het is ingewikkeld.
Kortrijkwatcher had het er al driemaal over, al in onze gazetten in het jaar 2016, maar nu pas heeft een raadslid (Wouter Vermeersch, parlementariër en VB-fractieleider in de gemeenteraad) het even nodig gevonden om over deze toch rare kwestie een schriftelijke vraag te stellen. Hij moest dit blijkbaar in twee pogingen doen, om uiteindelijk wat nadere, beetje meer accurate informatie te verkrijgen. (Dat gaat hier zo , in stad.)
Momenteel werken er 630 koppen als werknemers van de vzw Zusters Augustinessen in de vele soorten zorginstellingen van het OCMW. Daarnaast zijn er 450 “pure” OCMW-personeelsleden, met een heel andere rechtspositieregeling (statuut).
(Ter info: Stad zelf telt nu minder medewerkers: 885 koppen.)
Vanwaar die twee verschillende personeelsstatuten?
Och ja, dat is nu eenmaal historisch zo gegroeid…Niets aan te doen.
In 1954 (je kunt peinzen) is een overeenkomst met de nonnen getekend door de voormalige Commissie voor Openbare Onderstand om de exploitatie van de woonzorgcentra toe te vertrouwen aan personeel van de nonnen Augustinessen. (Ge kunt peinzen.)
Maar. Die werknemers vallen sindsdien qua verloningen en zo onder een paritair comité, dat met de CAO 330. Deze CAO is volledig afgestemd op de tewerkstelling in de zorgsector en volgt o.a. de IFIC-schalen. Ja. Volgens het stadsbestuur biedt dit een meerwaarde voor zowel 1) het personeel (een statuut gelijk aan de private-sector, en 2) financieel interessant bij subsidies.
Er is dus een meer prozaïsche reden om de verschillende statuten te behouden. En wel met sindsdien een niet historisch gegroeide reden.
Het personeel van de nonnen is meer speciaal in de “zorg” aan het werk. Te weten: de wooncentra, transmurale zorg, begeleid wonen, thuiszorg, keuken, volksrestaurant. Met ingang van 2017 is daartoe een zgn. Intern Verzelfstandigd Agentschap (IVA) opgericht. Eerst dacht men de werking onder te brengen in een Extern Verzelfstandigd Agentschap (EVA) met rechtspersoonlijkheid. Maar na enig ingewonnen juridisch advies zag men in dat met deze rechtsvorm nog onmogelijk een contractuele samenwerkingsovereenkomst kon worden gesloten met de private-VZW van de Zusters Augustijnen. En daardoor zouden belangrijke financiële voordelen voor het OCMW (dus voor Stad) wegvallen.
Om hoeveel geldelijk voordeel gaat het?
In 2016 maakte de OCMW-voorzitter Philippe De Coene zelf de berekening. We weten het nog goed: 700.000 euro RIZIV-financiering plus 420.000 euro vanwege het in voege zijn van de verschillende statuten. Totaal: 1.120.000 euro. De vzw van de Zusters mocht en moest dus wel aan boord blijven als werkgever.
De 700K “rusthuisfinanciering” is nu 545K geworden.
De 420K, te wijten aan het verschil het verschil tussen publiek en privé personeelsstatuut, is op peil gebleven. Huidig totaal: 965.000 euro.
Er is dus een loonverschil (en wellicht nog andere minder zichtbare vormen van discriminatie tussen de twee soorten OCMW-medewerkers).
Maar ja, “elk statuut kent zijn voor- en nadelen“, zo zegt het stadsbestuur, zonder enige illustratie ervan.
“Van discriminatie is hier dus geen sprake”.
P.S.
Mijne frank begin pas nu te vallen, naar aanleiding de heibel rond het zorgbedrijf In Antwerpen.
AU FOUND is “ZORG Kortrijk” ook geprivatiseerd, maar dan onder het mom van een vrome instelling van uitstervende nonnen.
Alweer goed nieuws: het regent subsidies tegen “coronaschade”
- Er is een Vlaams noodfonds in werking gesteld ter bestrijding van de schade die de corona-crisis toebrengt aan bepaalde sectoren zoals jeugd, cultuur, sport, landbouw.
Anderzijds is er nog voor de lokale besturen een extra-subsidie voorzien te besteden aan kwetsbare gezinnen die door corona nog meer te lijden hebben onder een armoedig bestaan.
We geven hierna in die volgorde de bedragen weer van beide subsidies, meer speciaal voor de gemeenten die lid zijn van de regionale vereniging van OCMW’s genaamd W13, aangezien die organisatie zich in het bijzonder richt op armoedebestrijding.
Voor Kortrijk gaat het om aanzienlijke bedragen: resp. 1.368.485 euro en 183.427 euro.
Avelgem
109.492 / 15.811
Anzegem
168.183 / 18.560
Deerlijk
132.217 / 17.857
Harelbeke
276.721 / 50.684
Kuurne
145.076 / 28.785
Lendelede
78.098 / 7.810
Spiere-Helkijn
27.325 / 4.009
Waregem
557.416 / 65.879
Wervik
225.050 / 37.654
Wevelgem
449.469 / 49.567
Wielsbeke
93.290 / 15.622
Zwevegem
270.845 / 36.146
Zelden meegemaakt: een eindafrekening lager dan het offertebedrag
Het gaat over de eindafrekening van de restauratie van de laatste huizenrij in het begijnhof, kant O.L.Vrouwkerk. De zogenaamde fasen 8 en 9 (van het globale restauratiedossier dat al minstens 30 jaar aansleept) en die slaan op de woningen 7-8-9 en 3-4-5-6.
De gunning van deze opdracht ging op 17 november 2016 naar de firma Monument Vandekerckhove uit Ingelmunster voor een offertebedrag (bestelbedrag) van 3.898.068 euro of 4.131.952 euro inclusief 6% BTW.
Na verrekeningen (in min) en prijsherzieningen kwam de kostprijs uiteindelijk op 3.823.058 euro of inclusief BTW op 4.052.442 euro.
Batig saldo: 79.510 euro.
De Vlaamse subsidies vanwege de dienst Onroerend Erfgoed uit Brugge bedragen 2.463.538 euro, incl. BTW.
Zodoende kost het project aan Stad (OCMW) “slechts” 1.588.904 euro.
Curieus dat de “embedded press” – meer speciaal HLN – dit goede nieuws niet heeft gebracht.
P.S
Er komt nog een laatste fase 1O: de buitenaanleg. Heraanleg van de bestrating, andere lampen, nieuwe nutsleidingen en riolen. Zou 1,1 M kosten.
In het meerjarenplan is hiervoor 1.350.000 euro voorzien en men hoopt op 488.000 euro subsidies.
En dan is er nog zoiets van een “plusfase” waarover nog geen bedrag is gekend. De vroegere gerestaureerde woningen uit de jaren ’90 krijgen een soort opsmuk…
En hoe zit het met de dakisolatie in doe woningen??
Neen, de werken zijn nog niet voltooid!
Aankondigingspolitiek: armen tafelen in commerciële eethuizen (2)
En dit voor 2 euro of 7 euro!
Schepen voor Sociale Vooruitgang Philippe De Coene (SP.A) kondigde dit (met foto) aan in ‘Het Laatste Nieuws’ van 30 april 2019.
Wie daarvoor in aanmerking komt zou zeker vanaf de herfst (met een pasje) in een ‘gewoon eethuis’ aan een armoedetarief van 2 euro of een sociaal tarief van 7 euro kunnen tafelen. En dit tien keer per jaar. Het verschil met een dagschotel-tarief van 14 euro zou bijgelegd worden met sociale fondsen. De schepen mikt op bijna 6.000 maaltijden en het bijpassen zou 50.000 euro per jaar kosten. En dit is financieel zeker haalbaar want het OCMW doet het in de laatste jaarrekening 500.000 euro beter dan voorzien.
(Noot van kortrijkwatcher: ??)
Natuurlijk komen restaurants uit het ‘hoogste segment’ niet in aanmerking maar de schepen hoopt toch in alle deelgemeenten “toegankelijke eethuizen” te vinden die willen deelnemen aan het project. “Dudu” uit Heule heeft al zin om mee te doen.
Tot daar dus de aankondiging in HLN van 30 april.
We schrijven nu oktober 2019.
Raadslid David Wemel van Groen krijgt in het “Bulletin van Vragen en Antwoorden” van die maand antwoord op een aantal schriftelijk vragen over de stand van zaken over “Tafelen voor 2 euro in reguliere horecazaken”.
1. VRAAG. In welk bestuursorgaan werd deze beslissing genomen. Is er daar een verslag van?
ANTWOORD. Bij de bespreking van de evaluatie van 1 jaar volksrestaurant VORK is het voorstel geformuleerd, ook na overleg binnen de bestuurscoalitie. De voorbije maanden is het voorstel verder uitgewerkt. Als alle deelnemers aan het pilootproject zijn gekend volgt er nog een formele beslissing in het Vast Bureau met alle modaliteiten. (Noot van Kortrijkwatcher: nog altijd niet gebeurd.)
2. Over welk budget spreken we jaarlijks? Waar is deze post te vinden in de begroting?
De opeenvolgende positieve rekeningen van het OCMW zorgen dat er ruimte is om dergelijke nieuwe acties op te zetten. De kosten voor de opstart in 2019 vangen we op binnen het bestaande budget van de sociale dienst. In het nieuwe meerjarenbudget 2020-2025 zal er een jaarlijks bedrag van 50.000 euro worden voorzien.
3. Werd er overleg gepleegd met de sector? Is er een verslag daarover en kan u dat bezorgen?
In het voorjaar is het voorstel besproken met een aantal horecazaken en ook ter kennis gegeven aan Horeca Vorming Vlaanderen. Op het Kortrijkse horeca-platform van 6 september is het idee van de VORK-pas voorgesteld, zie presentatie in bijlage. (Noot van kortrijkwatcher: in die ‘presentatie’ géén verslag te vinden.)
4. Welke horecazaken stappen mee in het systeem? Op basis waarvan worden horecazaken geselecteerd? Zijn er al formele overeenkomsten?
Op vandaag hebben al drie zaken interesse getoond. Elke eetgelegenheid in Kortrijk met een vergelijkbaar aanbod als VORK kan aansluiten. (…) Horecazaken dienen mee te werken aan een opleidingsproject van VORK. De praktische modaliteiten zullen verder worden uitgewerkt met alle geïnteresseerde horecazaken.
ZIEDAAR DUS EEN KNAP STAALTJE VAN AANKONDIGINGSPOLITIEK.
Denk nu niet dat de krant HLN hier gewag van maakt!
Koffiehuis in beggijnhof wordt nu ook eethuis
De bekende koffiequeen Dorine Clement huurt sinds september 2016 heel het prachtige huis van de Grootjuffrouw in het Kortrijkse beggijnhof (nr.31).
(Beggiinhof met 2 G’s zoals op de poort.) De huur sloeg op een periode van 9 jaar, dus tot eind augustus 2026. Steeg wel in prijs per periode van drie jaar.
Haar bvba Marcella wordt nu (15 oktober) evenwel overgenomen door Joeri Verraes en Kimberly Demeyere uit Heule, allebei werkzaam in horeca-sectoren.
Dorine houdt er dus mee op (ze blijft wel mobiele koffiequeen) en de nieuwe exploitanten maken er nu ook een eethuis van: “Huyze Begga”. (Open op woensdag tot en met zondag vanaf 10 tot 18u30.)
Het excellent appartement (drie slaapkamers) op de bovenverdieping komt vrij en staat normaliter voor iedereen te huur, in afspraak weliswaar met het OCMW.
De flat is toegankelijk via het terras achter het pand.
Aangezien de nieuwe exploitanten het appartement niet zullen gebruiken daalt de huurprijs daar beneden per maand met 1/3de: van 1.200 naar 800 euro (geïndexeerd: 839,75 euro). Men kan daar min of meer uit afleiden hoeveel de huurprijs van het appartement zal bedragen: minstens 400 euro, waarschijnlijk opgetrokken tot 500 euro.
P.S. (1)
Beggijnhof met tweemaal g’s, zie poort. Het kan dus. Spelling.
PS. (2)
Steeds meer commerce in het begijnhof toegelaten? Ander probleem.
Quote van de dag: “geen oorzakelijk verband met beleid”(1)
Een samenvatting (voor de gehaaste lezer).
Toen indertijd de socialisten in de oppositie zaten en de kinderarmoede-indicator plotseling 18 procent bedroeg was dat de schuld van het gevoerde beleid. Van de christen-democraten én de liberalen.
Nu men weer dat cijfer bereikt heeft, met de SP.a in de meerderheid, heeft het beleid er niets mee te maken.
(Zo, nu moet u niet meer verder lezen.)
De meeste recente (kinder)armoede-index van Kind en Gezin is lichtjes (niet significant?) gedaald van 18, 6 % naar 18,2%.
Commentaar van schepen Armoedebestrijding Philippe De Coene (SP.a) : “De cijfers hebben geen oorzakelijk verband met het lokaal beleid in Kortrijk.” (HLN, 14 juni, pag.17.)
– De schepen maakte al een keer dergelijke wonderlijke analyse, toen in 2016 de index van K&G tot zijn verbazing steeg van 12,9 naar 17,4 procent. (Hij zou toen wel het beleid “bijsturen”.)
– Ook toen voor de periode 2015-2017 er een gevoelige stijging viel waar nemen van 12,9 % naar niet minder dan 18,6 % was de schepen opnieuw van oordeel dat er “geen oorzakelijk verband was tussen de index en de lokale inspanningen of het gebrek eraan.’
Zijn analyse is ooit anders (tegenovergesteld) geweest.
Toen bleek dat Philippe De Coene zou toetreden tot de meerderheid (de eerste tripartite) ontdekte hij tot zijn stomme verbazing dat onder de vorige coalitie (CD&V en VLD) de kinderarmoede in Kortrijk flagrant was gestegen van 14,4 % in 2011 naar 18,0 % in 2012. Hij schreeuwde moord en brand en pakte prompt en met veel bombarie uit met een uitermate ambitieus armoedebestrijdingsplan 2013-2019 dat 30 miljoen euro mocht kosten en minstens 175 acties zou tellen.
En waarlijk: al in 2013 daalde de index naar 17,6 % en in 2015 naar 15,4 %.
Zie je wel, zei de schepen toen: “Het plan rendeert!”
P,S.
De index juist interpreteren of verstaan.
Hoe wordt de indicator van K&G berekend?
Het is het resultaat van een deling met gegevens over drie jaren .
In de teller het aantal kinderen (van nul tot drie jaar) dat in het jaar X, X-1, X-2 volgens bepaalde indicatoren leeft in kansarmoede.
In de noemer het totaal aantal kinderen geboren in dezelfde drie jaren.
De uitslag vermenigvuldigen met 100 geeft het percentage.
Een originele herbestemming van roerend erfgoed van het Begijnhof
Voor de restauratie van het begijnhof van start ging heeft het bestuur beslist om de resterende roerend erfgoedcollectie veilig onder te brengen in een kelderruimte van WZC Lichtendal. Maar dat gebouw moet nu volledig leeggemaakt aangezien het WZC in juni verhuist naar Bellegem.
Een aanzienlijk deel van de collectie werd intussen gebruikt voor de inrichting van het belevingscentrum en de kijkwoning in het begijnhof.
Wat in Lichtendal dan toch nog achterbleef verhuist grotendeels naar het erfgoeddepot Trezoor.
Maar Liesbeth Soete, deskundige informatie- en erfgoed bij het OCMW, wil vermijden dat erfgoedobjecten bewaard worden ‘om bewaard te blijven’.
Zij wil de meest bruikbare stukken herbestemmen (ontdoen van hun museale functie) en dus laten dienen als gebruiksvoorwerp. Concreet gaat het voornamelijk om meubels (kleinere kasten, stoelen en een paar tafels).
En zo kwam men op de originele gedacht om die meubelstukken aan te bieden aan de bewoners van het begijnhof, en uitsluitend aan die bewoners. De geïnteresseerden dienen de erfgoedstukken te respecteren, waarmee bedoeld wordt dat ze een plekje moeten vinden in het begijnhof zelf en niet mogen verkocht worden.
Gisteren was er voor de bewoners van het begijnhof een “kijkmoment” waarbij het het principe gold “eerst komt, eerst maalt”.
Of deze herbestemming succes heeft gekend was bij het ter perse gaan van kortrijkwatcher nog niet gekend.
P.S.
Niets op tegen. Maar is deze wijze van werken of handelen wel goedgekeurd binnen het OCMW?