Category Archives: OCMW

De nieuwjaarslunch van de OCMW-raadsleden en het OCMW-budget

“Op 7 januari schuiven de Kortrijkse OCMW-raadsleden traditiegetrouw aan voor de nieuwjaarslunch. In het klooster van de zusters Augustinessen worden dan de meest verfijnde gerechten en desserts geserveerd en degusteren de raadsleden de beste wijnen uit de kelders van het klooster.”

Aldus de aanhef van een persbericht van vandaag, komende van het OCMW-raadslid van VLD-strekking Ludo Halsberghe. Daarin deelt hij mee dat hij als raadslid een symbolische daad wil stellen “door de nieuwjaarslunch aan mij te laten voorbijgaan”. En dit uit solidariteit met de vele mensen die het momenteel door de bittere kou extra moeilijk hebben.
Het raadslid lardeert zijn persbericht evenwel met dusdanig warrig cijfermatig materiaal en bijhorend kommentaar over het OCMW-budget dat kortrijkwatcher zich genoodzaakt ziet om over te gaan tot enige juiste berichtgeving.

Het totale budget van het OCMW bedraagt 54,638 miljoen euro voor 2010, zegt Ludo. JUST! JUST! Dat bedrag slaat evenwel enkel op de exploitatiekosten en niet op de investeringen, terwijl het raadslid qua investeringen aanklaagt dat er een aantal prestigeprojecten op stapel staan, zonder hierbij bedragen te vermelden.
En nu.
Zo beweert Ludo:” Van dit bedrag (54,638 miljoen) gaat slechts 12,163 miljoen (22,26 %) als steun naar personen en organisaties.” (Eventjes tussendoor vermeldt hij gauw dat het OCMW nog veel goeds doet.)
Nou, in de begrotingsdocumenten zijn andere cijfers betreffende steun te vinden. We veronderstellen dat Ludo het hier heeft over wat men noemt “de specifieke kosten van de sociale dienst”. Dat wil zeggen: steun aan leefloners, steun in speciën, steun aan vluchtelingen en rusthuizen en bepaalde projecten. Welnu, in de officiële documenten van het meerjarenplan vinden we hiervoor in 2010 – opmerkelijk – nog twee andere bedragen. In de toelichting: 12.181.275 euro en dat is 22,29 procent. In het meerjarenplan zelf: 11.152.995 euro.
Bon.
Ludo vindt dit percentage te laag maar gaat voorbij aan het feit dat die steun jaar na jaar (fel) stijgt. Volgens de rekeningen ging het in 2007 om 19,8 procent (8,3 miljoen) en in 2008 om 20,7 procent (9,3 miljoen) van het budget.

Apparaatkost

En nu maakt onze Ludo een zeer merkwaardige redenering.
We citeren. “Om die 12,1 miljoen euro steun te verlenen, kost dit aan het OCMW (of aan de Kortrijkse belastingbetaler) 9,748 miljoen euro, of 80,14 %. Anders gezegd, om 100 euro aan steun uit te keren, bedraagt de apparaatkost 80 euro.”
Vanwaar hij dat bedrag van 9,7 miljoen haalt is een raadsel. De Kortrijkse belastingbetaler geeft aan het OCMW via de zgn. gemeentelijke bijdrage namelijk jaarlijks welgeteld 9.183.673 euro. Die toelage is al jaren bevroren en zal pas in 2011 stijgen naar 10,1 miljoen.
Ingevolge de crisis met sterk verhoogde sociale uitkeringen voorziet Stad de mogelijkheid om uit te pakken met een verhoogde dotatatie. Dit jaar met 400.000 euro, in 2011 met 600.000 euro.

Het afmeten van de apparaatkost op basis van de gemeentelijke bijdrage is natuurlijk van de gekte.
De werkingskosten van de sociale dienst bedragen 18,5 miljoen. Hierbij wordt juist niks (niks!) onttrokken aan de gemeentelijke bijdrage. Van die werkingskosten gaat er dus 11,1 miljoen naar steun. En 4,8 miljoen naar bezoldigingen en pensioenen. Dit zou men de “apparaatkost” kunnen noemen. Afgezet tegenover het totale kostenbudget van enkel de sociale dienst: 26 procent. Maar zonder personeel kan men natuurlijk geen steun verlenen.
(Hier gaan we nu voorbij aan de vraag hoe een – uitblijvend – personeelsbehoefteplan er zou kunnen uitzien, afhankelijk van wat het OCMW aanziet als zijn kerntaken. Ook kinderopvang bijvoorbeeld?)

Prestigeprojecten?

Raadslid Halsberghe zegt nog dat het OCMW in luxe leeft en klaagt hierbij meer specifiek over een aantal prestigeprojecten. Daarvan duidt hij er één aan: het masterplan voor de renovatie van het Augustijnen-klooster. Voor dat masterplan-Buda (de juiste naam) vermeldt het budget voor dit jaar “slechts” 300.000 euro. Ja, de nonnen zouden dit best zelf financieren. Evenals trouwens die kloostermuur van 835.000 euro, waarvan 225.000 euro ten laste van het OCMW, en de rest van de belastingbetaler via subsidies. Ludo vergeet ook nog de investeringen in het Begijnhof. Voor de periode 2010-2013 zullen allerhande restauraties bijna 10 miljoen euro kosten, waarvan bijna 4 miljoen ten laste van het OCMW en de rest van hogere overheden. De vernieuwing van de Sint-Annazaal alleen al zal 2,6 miljoen gaan kosten. Dat is pas een prestigeproject.
Ludo toch.

Postcriptum.
Dat klooster is heel mooi. Alleszins binnenin. Die keuken! Al die Delfste tegels. En de parloirs. (De privé-vertrekken van de nonnen nooit gezien.)

Over leefloners (2): de cijfers

(Zie nog stuk van maandag 2 juli. Nu nog eentje, opgedragen aan al die chicaneurs met hun halfbakken meningen over hun eigenste totaal – maar dan ook TOTAAL – feitenloze kennis.)

Rechtse rakkers willen vooral weten hoeveel die 928 leefloners (LL’ers) van vorig jaar ons kostten. Dubbele t.
Dat werkschuw tuig. Die tokkies (Zie voetnoot.)

Niet zo gemakkelijk om uit te rekenen.
De federale staat kent het OCMW immers toelagen toe voor elk leefloon dat wordt uitgekeerd. En pas de rest komt voor rekening van het OCMW en dus onrechtstreeks van de gemeente. Die staatstoelagen zijn niet min, en gemeenten die een groot aantal gerechtigden ten laste hebben (1000) krijgen een hogere dotatie.

De regelgeving is ingewikkeld. Hierna enkel de grote lijnen.
OCMW’s die in de loop van het voorlaatste jaar maandelijks gemiddeld minstens 500 gerechtigden hadden, krijgen 60 procent van het toegekende leefloon terugbetaald. 60 of 70 of 75 % wanneer het leefloon gepaard gaat met een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie voor personen jonger dan 25 jaar. 100 procent zelfs als het gaat om een gerechtigde die is ingeschreven in het vreemdelingenregister.
Als het OCMW optreedt als werkgever met toepassing van het art. 60§7 is de regeling nog anders. Bij voltijdse tewerkstelling bijvoorbeeld is de toelage gelijk aan het leefloon voor een éénoudergezin met kinderlast.
Voorts is het zo dat een OCMW een tegemoetkoming in de personeelskosten krijgt van 278 euro per dossier op jaarbasis.

Gedurende het vorig jaar waren er hier 166 LL’ers in het kader van art. 60§7. Bruto-tussenkomst ca. 995.000 euro. Netto: nul.
Daarnaast waren er 762 “gewone” LL’ers. Bruto-kost: 2,8 miljoen.
Netto voor het OCMW slechts ca. 430.000 euro.
Gedeeld door het aantal inwoners dragen wij Kortrijkzanen per capita uit solidariteit met die ongelukkigen elk 5,7 euro netto bij om ze nog min of meer te laten leven. Vergelijk vooral eens met de miljoenen die we betalen voor ons voetbal (die zijn niet te berekenen), en voor de kerkfabrieken (17 euro).

Of de staatstussenkomst in de dossierkosten hierin is gecalculeerd weet ik niet. Ook vind ik geen afzonderlijk gegevens over de recuperatie van leefloonuitkeringen. Want in sommige gevallen kunnen die teruggevorderd worden, bijv. als het ging om een voorschot op werkloosheidsuitkering.

De bruto OCMW-leefloonuitkeringen bedroegen vorig jaar dus 2,86 miljoen.
In 2004 en 2001 was het minder: ca. 2,2 miljoen. En we komen van 2,9 miljoen, tien jaar geleden.
Maar vergelijken met vorige jaren is heel moeilijk. Niet enkel wegens de vele wisselingen van de bedragen van het leefloon. De vergelijkbaarheid in de tijd is vanaf oktober 2002 met het vroegere bestaansminimum is niet meer mogelijk onder alle aspecten, vooral omwille van de individualisering van het recht (bijvoorbeeld voor samenwonenden) en omwille van het feit dat in 2005 de gezinscategoriën intussen anders zijn gedefinieerd.

Rechtse rakkers willen ook altijd weten om hoeveel leefloners het gaat.
En of dat aantal hier hoger is dan elders. De trend is lichtjes dalend.
2001: 996 beneficianten. 2002: 998.
2005 dan: 948. En vorig jaar: 928 op 2.114 behandelde dossiers.

Er waren bij ons vorig jaar 27 procent vreemdelingen bij die LL’ers.
De “cliënten” zijn vooral alleenstaanden (47 %) en zorgwekkend veel jongeren (31 %).

Interessant om na te gaan is om hoeveel begunstigden het maandelijks gaat.
Bij ons in Kortrijk schommelden die cijfers tussen 415 en 488 gevallen.
Is dat veel?
Brugge: van 404 tot 493. Oostende: 527-608. Roeselare: 231-267.
Mechelen: 628-771.
Sint-Niklaas: ca. 450.
Hasselt: ca. 230.
Aalst: ca. 300.
Leuven: ca. 650.
Gent: ca. 3500 !!

Maar om hoeveel leefloners per jaar gaat het ten opzichte van het aantal inwoners?
Voor 2004 vonden we het aantal leefloners per duizend inwoners in de 13 centrumsteden.
Ziehier het rijtje in dalende volgorde.
Gent niet minder dan 14,2 procent!
Antwerpen: 11,1.
Mechelen: 9,3.
Oostende: 8,7.
Leuven: 6,4.
Kortrijk: 5,1.
Sint-Niklaas en Turnhout: 4,9.
Brugge: 3,9.
Roeselare: 3,5.
Hasselt: 2,4.
Genk: 2,0.

Het gemiddelde in de 13 centrumsteden bedroeg toen 8,3 procent.
En in het Vlaams Gewest: 6,3 procent.

Ons Kortrijkse OCMW telde vorig jaar 928 cliënten op 74.643 inwoners. Is dat veel?
Herinner u dat er veel aan de situatie is veranderd in 2002 en 2005.

Nog eens nagegaan hoeveel leefloners de centra maandelijks tewerkstellen met toepassing van art. 60§7.
Kortrijk: tussen 63 en 79.
Oostende: van 95 tot 131.
Brugge: ca. 50.
Roeselare: ca. 30.
——–
Bronnen.
Op internet de laatste jaarverslagen opgezocht van de OCMW’s in vergelijkbare steden. Waarlijk ontstellend hoe weinig centra (of stedelijke websites) die pubiceren. Bijna geen. En als het dan één keer gebeurt (Hasselt) dan krijgen we het verslag van 2004 te lezen. Roeselare is ook heel erg. Met die voorzitter Depondt. Cijfers van de vorige eeuw. Onvoorstelbaar hoe ambtenaren of politici dit ten aanzien van zichzelf of anderen kunnen veroorloven.
Het Kortrijkse OCMW is werkelijk een zéér gunstige uitzondering.
Een uitstekende bron is www.mi-is.be van POD Maatschappelijke Integratie.
——–
Voetnoot.
Tokkies zijn niet altijd leefloners.
Tokkies zijn een apart soort mensen. Onze zigeuners. Zitten aan hun deur een beetje voor zich uit te staren. Haar niet gewassen.
Rechtgeaarden als wij aanzien dit genre als ietwat onaangepast. Behoren niet tot ons bolwerk van fatsoen. Bellegembos.
De term is afgeleid van Hanie Tokkie uit Amsterdam, de vrouw van een rioolwerker, wiens woning een paar jaren geleden is uitgebrand.
Nu nog zoeken naar een equivalente term voor dit slag van Kortrijkzanen.
Habbekratsers? De vlereken?

Over leefloners (1): de theorie

Hoeveel het er hier ter stede zijn?
Zijn er ter stede meer dan elders? (Hierover doen ook misverstanden de ronde.)
Wie betaalt er dat leefloon?
Waarom en hoe willen onze rechtse rakkers het aantal leefloners verminderen?

Moet hieromtrent nog veel tellen. Wordt dus vervolgd.

Maar intussen wat theorie, want weinigen van onze lezers zijn buiten hun schuld (ziekte, faillissement, ontslag, familiale problemen) onder het bestaansminimum terecht gekomen.
Maar sinds oktober 2002 praat men eigenlijk niet meer over “bestaansminimum”.
De nieuwe wet betreffende het Recht op Maatschappelijke Integratie (RMI) heeft het nu over een leefloon. En dat leefloon niet verwarren met andere vormen van hulpverlening. Het leefloon heeft niet tot taak om u een inkomen te verlenen. Het leefloon wil u juist de kans bieden om u (opnieuw) te integreren in het maatschappelijk leven, en dat kan gecombineerd worden met tewerkstellingsvormen en geïndividualiseerde projecten. Men wil u kansen bieden om aan een betaalde job te geraken, om terug naar school te gaan, om een beroepsopleiding te volgen. Of om in een dierenasiel of kringloopwinkel te gaan meehelpen. In afwachting van uw eerste werkdag met een arbeidscontract krijgt u dan een leefloon.

Het OCMW kan in bepaalde gevallen zelf als werkgever optreden om zo mensen in regel te brengen met de sociale zekerheid. Men noemt dit tewerkstelling in het kader van art. 60, par. 7 van de OCMW-wet.
Het OCMW kan ook een werkgever zoeken (bij Stad, in de sociale economie) en financieel bijspringen om de loonkosten voor werkgevers verlichten.

Het leefloon is een minimumloon voor wie niet over toereikende bestaansmiddelen beschikt, noch er aanspraak kan op maken, noch op eigen houtje in staat is deze middelen te verwervan. Soms beschikt een persoon wel over een bepaald inkomen, maar blijft het onder het leefloon. In dit geval – en mits men aan allerlei voorwaarden voldoet – past het OCMW het verschil bij met een ‘gedeeltelijk’ leefloon.
Vreemdelingen ingeschreven in het bevolkingsregister, erkende vluchtelingen en staatslozen kunnen ook een leefloon krijgen.

Bij de berekening van de toereikende bestaansmiddelen kan het OCMW rekening houden met de middelen waarover de echtgeno(o)t(e) van de aanvrager beschikt, of de ouders of de meerderjarige kinderen waarmee hij samenwoont. Inkomsten uit roerende en onroerende goederen. Een beetje met alles. ’t Is niet zomaar verdiend.

Ons OCMW bijvoorbeeld heeft vorig jaar inzake leefloon 2.114 dossiers behandeld. En over heel dat jaar telde men uiteindelijk 928 “beneficianten”. Ook “cliënten” genoemd.

Hoeveel bedraagt het leefloon?
* Momenteel krijgt iemand die samenwoont 438,25 euro per maand (5.258,99 euro per jaar).
* Een alleenstaande 657,37 euro (=7.887,48 euro). Dat is voor iemand die door elkeen in de steek is gelaten ongeveer 21 euro per dag. Leefloon! Ga daar maar eens mee naar een café, zoekend om lommer of warmte. Den Boulevard? ’t Filosoofke? Den Modest? Petit Paris? Waar ben je nog welgekomen? Bij Fernand? Dreupelkot? Den Damier? De Middenstand?
* Hebt u een gezin ten laste: 876,50 euro is uw deel (= jaarlijks 10.517, 98 euro).
* Een dakloze die uiteindelijk huisvesting vindt krijgt éénmalig een bijkomend bedrag van 876,50 euro.

Volgende keer wat cijfers. Een ‘special’ voor onze rechtse rakkers! Uit de OCMW-raad, de gemeenteraad of elders.

De Koninginnen en ons OCMW

U las het ongetwijfeld in februari ook al in de kranten.
Dat het Paleis vorig jaar één op zes smeekbedes om geld heeft verhoord. Niet minder dan 242 landgenoten kregen van het departement “rekwesten” een bijgevoegde cheque van meestal 200 euro. (Waar gaan ze die innen?) Wel 19 minder giften dan het jaar tevoren. Terwijl de armoede, zoniet het aantal arme mensen alsmaar stijgt, al van toen we klein waren.

Jaarlijks stromen er ongeveer 15.000 brieven (straks een emailadres) toe in het Paleis. Meestal gericht aan Albert, maar vaak ook aan Paola, Fabiola, Filip, of Mathilde. Zij hebben allemaal een of ander fonds om aan caritas te doen.
Ongeveer 10 procent van de briefschrijvers vraagt om financiële hulp. Die komen dan meestal terecht bij het zgn. Hulpfonds van de Koningin. Dat fonds is wél van Paola. Niet te verwarren met het” Hulpfonds van Koningin Fabiola”. De gazetten hebben dat nog niet helemaal door. Ook dat fonds biedt hulp aan minst bedeelden. Hoe de concurrentieslag tussen beide filantropische koninginnen wordt geregeld is het geheim der godinnen. Zij doen namelijk allebei aan punctuele giften, maar alleszins niet uit de eigen sacoche. Er zijn VZW’s en andere instellingen en particulieren die in hun naam fondsen inzamelen voor de uitoefening van caritas ten huize van Hare Majesteiten. Zo kunnen we het ook.

Juiste adressen

Zo werkt Paola dan nog altijd samen met de vzw “Koninklijk Werk der Wiegjes Prinses Paola” (Romain Rollandlaan 26, te 1070 Brussel – 02/ 376 19 77) en de vzw AMADE-België (Tortelduivenlaan 9 te 1150 Brussel – 02/ 672 99 96. ( Niet verwarren met Adamo.) Verder heb je nog de vzw LUCIA (Naamsestraat 86 te 1000 Brussel – 02/512 32 37.) Als uw kindjes financiële problemen hebben bent u daar bij het juiste adres.
Gegarandeerd komt uw “rekwest” ook aan op volgend adres: Koninklijk Jacht België, Middellandse Zee, territoriale Europese waters.
Middelandse Zee. Bij dislexie evenwel eerder naar ons Fabiola schrijven. Haar fonds is daarin gespecialiseerd. De zetel van het Spaanse hulpfond is gelegen in de Abelenlaan 2 te 1020 Brussel.
Niet in Motril. Bestuur bestaat vooral uit militairen, die dat jacht onderhouden zeker? (Dit is een pure insinuatie.)

Als u niet genoeg eten kunt kopen, of medicijnen tegen ADHD en SOA, wend u zich best tot Paola uit Calabrië. Koninklijk Paleis, Brederodesraat 16 te Brussel. Het secretariaat van de huidige koningin kunt u bereiken op het nummer 02/ 551 20 20. Hebt u als minstbedeelde toch een fax? Dan stuurt u uw bede naar 02/ 512 53 72. Of bent u in het bezit van een PC met internet? E-mail: gpr@kppr.be. (Zeg nu vooral niet van wie u die coördinaten kreeg!)

Elke aanvraag van “behoeftigen en in dringende nood verkerende personen” wordt specifiek door het secretariaat van koningin Paola onderzocht.
Waartoe kan dit dan leiden?
Soms krijgen zij gewoon maar een advies, met verwijzing naar een of andere hulpinstelling. Soms wordt door Paola contact gezocht met een of andere instelling met het oog op een onderzoek of behandeling van uw probleem. Maar soms – en hier wilden we net toe komen – wordt voor uitzonderlijke situaties een onderzoek gevraagd bij het OCMW. En op aanbeveling van juist dit Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Werk kan Paola dan beslissen om financiële noodhulp toe te kennen. Dat is dan die 200 euro. Albert, de lachende koning, kijkt toe.

Onjuiste antwoorden

Raadslid Maarten Seynaeve (Vlaams Belang) had dit alles nauwelijks vernomen of hij stelde als doorwrochte republikein schriftelijk vragen aan Stad-OCMW.
1. Hoeveel sociale onderzoeken vroeg het koninklijk paleis in de voorbije jaren aan ons OCMW?
2. Hoeveel daarvan leidden uiteindelijk tot een financiële tegemoetkoming?
3. Wat houden die onderzoeken in? Wat verwacht de koninklijke familie van dit onderzoek? Bestaan hieromtrent afspraken?

Het antwoord op vraag 1 kan het OCMW na maanden denkwerk niet geven !
Want men registreert deze aanvragen niet !
Daar wordt dan aan toegevoegd: “Sowieso gaat het maar om enkele aanvragen per jaar. Als we het cijfer dat in de krant wordt vermeld (242 steuntrekkenden) delen door het aantal OCMW’s verkrijgen we wellicht een cijfer dat aardig in de buurt komt.” Aardig in de buurt komt? Weet het OCMW dan toch om hoeveel gevallen het gaat?

Sowieso !
België telt 589 gemeenten en evenveel OCMW’s of CPAS’s. In Vlaanderen 308. In het Waalse Gewest 262. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de 19.
Wat wil het OCMW nu eigenlijk zeggen? Dat we de 1576 brieven aan het hulpfonds van Paola moeten delen door 589 en dan ongeveer weten hoeveel onderzoeken voor een premie aan ons OCMW werden toevertrouwd? Rare redenering, alhoewel tekenend voor een instantie ten behoeve van behoevenden.

In het antwoord op vraag 1 staat nog een fout. OCMW zegt dat “ze” (het paleis) een intake maken als het OCMW de aanvrager niet kent. Dat is niet juist.
In de nota bestemd voor de persoon belast met het sociaal onderzoek wordt wel degelijk gevraagd dat het OCMW een bezoek brengt aan de persoon die zich nog niet tot het OCMW heeft gewend.

Op vraag 2 kan het OCMW ook niet antwoorden.
Want het Paleis laat niet weten welk gevolg er aan het verzoek is gegeven. Stom! Zo geraken we absoluut niet vooruit in de strijd tegen de armoede. Helemaal zonder statistieken.

In antwoord op vraag 3 is aan raadslid Maarten Seynaeve (VB) een bijlage gestuurd met de vragenlijst van het secretariaat van Paola.
Dat het OCMW zoveel onwetendheid over de giften voorwendt is niet helemaal normaal.
Men vraagt aan het OCMW om een beschrijving van het probleem bij de aanvrager. Men vraagt welke hulpverlening het OCMW zelf eventueel kan geven. Men vraagt of het OCMW een andere tussenkomst zou overwegen. Het rekeningnummer waarop een mogelijke gift kan worden overgemaakt.
Tenslotte dient het OCMW ook de naam op te geven van de medewerker die het onderzoek uitvoert. Dus kan het niet anders of het OCMW registreert toch de gevraagde tussenkomsten.
___________
Bronnen:
* Bulletin van Vragen en Antwoorden, juni 2007, vraag Maarten Seynaeve van 2 april 2007.
* Onze connectie ten paleize. (Die kale kop die zich altijd wegduikt op handelsmissies.)

Zoveelste pleidooi voor een lekenstad / laïcisering van OCMW-budget (2bis)

(Het stuk is aangevuld. Vier of 5 bladzijden nu. En zoals altijd weer met een creatief-destructief slot afgerond.)
Ter attentie van de pas – dank zij ons – niet-electoraal verkozen nieuwe OCMW-raadsleden die dit eventueel zouden kunnen beginnen lezen: op uw eigenste OCMW-website werkplek staan nog altijd de oude gasten te prijken met foto, en al.
Al gezien?
—————————————————————
Op de valreep heeft onze gemeenteraad vorig jaar nog een OCMW-budgetwijziging voor 2006 goedgekeurd, en meteen ook het meerjarenplan tot 2009. In enkele seconden. Zonder boe of ba. Geen raadslid (bon, drie of vier misschien toch wel, – maar niet meer) had de desbetreffende documenten bekeken.

De SP.A behoorde toen nog met schepen De Coene tot de meerderheid in de coalitie, terwijl de VLD nog in de oppositie zat. Met andere woorden: voor de volgende jaren kan de nieuwe oppositie (SP.A-Spirit-Groen) fatsoenshalve niet veel ‘kwaad’ meer vertellen over het gevoerde OCMW-beleid. De budgetten zijn goedgekeurd, inclusief de jaarlijkse gemeentelijke bijdragen.
Dat is politiek.
Overigens niet te begrijpen: hoe een oude coalitie een nieuwe bestuursploeg in zulke mate (financieel en beleidsmatig) kan binden.

Eerst nog even iets over die budgetwijziging voor 2006.
De exploitatie-opbrengsten stegen met 1,3 miljoen naar 32,6 miljoen euro. De stijging kwam voornamelijk vanwege hogere werkingsopbrengsten dan voorzien. Geen uitleg in de begeleidende nota.
De kosten bedroegen evenwel 41,1 miljoen (ook geen uitleg, en zoals gezegd, de gemeenteraad vroeg er niet om), zodat er een tekort is van 8,4 miljoen. Dat ‘verlies’ is wel wat kleiner dan oorspronkelijk geraamd. En het wordt zoals altijd gecompenseerd door de gemeentelijke bijdrage en het aandeel in het Gemeentefonds.

Gemeentelijke bijdrage

Voor dit jaar en voor 2008 bedraagt die opnieuw 9,1 miljoen euro. In het jaar 2009 komt er pas een lichte klim naar 9,6 miljoen euro. (Het OCMW-bestuur had al eerder gehoopt op die verhoging van de bijdrage.)
Via het Gemeentefonds krijgt men dit jaar 2 miljoen en dat loopt op tot 2,5 miljoen in 2009. Totaal voor 2009 wordt dus 11,8 miljoen middelen van “Stad”.

Als een rechtse rakker aan u vraagt hoeveel Stad zelf per inwoner besteedt aan de OCMW-werking zeg dan maar zoiets van -150 euro. Om het gesprek af te ronden. Vraag dan hoeveel het voetbal ons per inwoner al heeft gekost en loop maar vlug weg. Die bokshandschoenen.

Misschien hierbij nog opmerken dat het OCMW voor bepaalde werkzaamheden ook nog geld krijgt van hogere overheden. Bijvoorbeeld: voor de 500 dossiers “leefloon” per stuk 320 euro, voor het programma “wie werkt wint” jaarlijks 182.000 euro.
Voor de restauratie van het Begijnhof verwacht men in 2008 dan toch weer 1,3 miljoen. Alweer een schoon werkje voor de historici van Leiegouw, gespecialiseerd in hedendaagse economische historiografie: wat heeft het Begijnhof al gekost en opgebracht aan het OCMW, in de loop der tijden? Plus: gekost aan hogere overheden middels subsidies.

Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen

Niet verstaan.
Het budget 2007 verwacht voor alle activiteitencentra samen (admistratie, diensten, rusthuizen, dienstencentra, thuiszorg, integratieprojecten, enz.) hiervoor een kost van 8,5 miljoen euro. Terwijl het in de rekening 2005 ging het om niet minder dan 20 miljoen.
Na véél zoeken een uitleg gevonden. In een bijna onzichbare kleine voetnoot in een minimaal klein lettertype. Heb er een vergrootglas moeten bijhalen.
De loonlasten van het personeel dat nog altijd ressorteert onder de vzw Zusters Augustinessen (het grootste contingent) worden nu geboekt onder “diensten, leveringen en interne facturatie”. Code 61. Het is maar dat je het weet. Voor dit jaar gaat het om 17,7 miljoen.
Met de huidige OCMW-boekhouding valt uit het budget dus absoluut niet te achterhalen wat de (netto)loonkosten zijn.

Meer ongezonde, ook alweer rechtse rakkers of zeker ook verkiezingskandidaten willen altijd weten wat Franceska Verhenne als OCMW-voorzitter dan verdient. Wel, een wedde (inclusief vakantiegeld en eindejaarspremie) gelijk aan de wedde van een schepen. Ook geniet men van een pensioenregeling. In een stad als Kortrijk wordt de wedde van een schepen vastgesteld op 75 procent van die van de burgemeester. En onze burgemeester verdient 105 % van de hoogste weddeschaal van onze stadsecretaris. Is het nu voor iedereen duidelijk?

Het OCMW telt ongeveer 800 personeelsleden, verdeeld over de centrale administratieve diensten, de maatschappelijke dienstverlening, de rusthuizen en RVT’s. Men vindt wel dat er een “actualisatie” nodig is. Lees: bijkomende krachten.
Men maakt verder werk van een tijdsregistratie, een uurverroostering (prikklok: 30.000 euro) en efficiënt afwezighedenbeheer. Maar meer thuiswerk (zonder prikklok) moet mogelijk zijn. En alle PC’s ouder dan vijf jaar worden vervangen: ongeveer 70. Is er hieromtrent enige samenwerking voor aankoop en onderhoud met de ICT-afdeling van Stad?

Investeringsbudget

In 2006 dacht men aan niet minder dan 13,7 miljoen euro.
Voor dit jaar 3,5 miljoen. 2008: 5,5 miljoen. 2009: 4,9 miljoen.
Bepaalde grote projecten waren al opgenomen in het vorig plan maar moesten nog opstarten: ouderencentrum Aalbeke, renovatie van vier woningen in de Begijnhofstraat (één ervan krijgt studio’s) en in de Mortagnelaan. Samen goed voor 8,6 miljoen.

Wat valt er voor dit jaar aan investeringsbedragen zoal op?
Dat eeuwige aanslepende Sociaal Huis in Buda 27, aankoop (welke?) en onderhoud privaat patrimonium, ICT, auto’s voor integratiedienst (30.000 euro), renovatie gebouw Damastweverstraat, werken in rusthuis Sint-Jozef, parking Ter Melle, renovatie liften in serviceflat Ten Olme, centrum kinderopvang (440.000 euro), minibus voor dagcentrum De Kolleblomme, de site Dam 53.
Voor de investeringen van dit jaar verwacht men slechts 877.000 euro aan subsidies. Financiering met eigen middelen voor 2,4 miljoen. Leningen: 260.000 euro. Dat klopt: 3,5 miljoen in het totaal.

Exploitatiebudget

In een stadsbegroting zou men dat de “gewone dienst” noemen.
De opbrengsten van de ‘dagelijkse werking’ lopen op van 33,4 miljoen naar bijna 35 miljoen in 2009. Maar de kosten stijgen ook: van 42 naar 45 miljoen.
Zoals gezegd wordt het negatieve resultaat voornamelijk bijgepast door onze stadsbijdrage.

We bekijken even de opbrengsten en kosten van enkele dienstverleningen, meer speciaal voor dit jaar 2007.

Integratieprojecten

Opbrengsten: ca. 698.000 euro.
Kosten: 2,7 miljoen!
Het negatief resultaat blijft volgende jaren stabiel.
Die hoge kosten zijn onvermijdelijk: opleiding, wonen (Damastweversstraat), (mislukte) reguliere tewerkstelling. Blijft dat de kosten en resultaten van die projecten in het geheel niet transpant zijn. Financieringsstromen tussen de verschillende instellingen (Mentor, Mobiel, De Poort, Fonds Sociaal kapitaal, De Bolster, Kanaal 127, Constructief): niemand heeft er echt zicht op.
Geen uitleg over mogelijke subsidies gevonden.

Sociale dienst

Uit de aard der zaak een groot budget. Het gaat bijv. om wonen (600.000 euro per jaar voor aankoop en renovatie), huurwaarborg, budgetbeheer en schuldbemiddeling, lokaal Opvanginitiatief (LOI) voor 120 asielzoekers.
Opbrengsten 9,7 miljoen. (De post ‘andere opbrengsten’ voor 8 miljoen hierin vervat: wat zijn dit?)

Eén keer en nooit meer. Ooit gevraagd aan de OCMW-verantwoordelijke van het LAC, dat is het Locaal Adviescomité over energie-armoedige mensen, hoe het zat met die budgetmeters en afsluitingen. Aantallen ‘gevallen’ en zo. Soorten. Tussenkomsten OCMW, vergaderingen en besluiten.
Te ingewikkelde materie, vooral voor mij ook. Zo luidde dat vanuit het OCMW-hoofdkwartier. Moest mij wenden naar Endis. En ik weet niet eens wat Ampère is.

Rusthuizen

Werken met budgetten van om en bij 5,6 miljoen (Sint-Jozef), 3,3 miljoen (Ter Melle), 2,7 miljoen (Biezenheem).
Allemaal verlieslatend, maar niet schrikbarend.
De werken voor het ouderenwelzijnscentrum in Aalbeke starten pas in 2008. Subsidies bleven vooralsnog uit.

Rust- en Verzorgingstehuizen (RVT’s)

Budgetten van 2 tot 3 miljoen. Verlies van Lichtendal en De Nieuwe Lente ca. 300.000 euro.

Dagcentra

De budgetten van de zes dagcentra zijn niet gigantisch groot.
Die schommelen qua kosten tussen 210.000 euro (Marke) en 290.000 euro (Zevenkamer) of 300.000 euro (Overleie en Kortrijk-Zuid). Uitschieter is De Zonnewijzer met 734.000 euro.
Maar de verliezen zijn overal relatief wél erg hoog, vooral dan voor de Zonnewijzer, Overleie en Kortrijk-Zuid-Rollegem.

Serviceflats

Ten Olme en Rietveld maken draaglijke verliezen. Elfenberg wat minder draaglijk.
(Het dagcentrum “De Kollebloem” stelt het financieel ook niet al te best.)

Thuiszorg

Opbrengsten: 959.000 euro (vorig jaar: 1,1 miljoen).
Kosten: 1,2 miljoen (vorig jaar: 1,7 miljoen).
De dienst ‘poets aan huis’ blijft goede cijfers behalen. Het Telesenoir-project speelt ons parten.
Voor de dienst thuiszorg wenst het OCMW een coördinator voor de vrijwilligerswerking aan te werven. (Staat niet op de OCMW-website.)
Men onderzoekt om meer thuiszorg te organiseren op de site Hoog Mosscher, met toepassing van Telesenior-installatie. 5Dat is een grote daad van Tone Sansen.)

Centrum voor kinderopvang (CKO)

Het OCMW is er in geslaagd om coördinator (De Koepel) te worden op dit gebied. Verhuis van de twee stedelijke opvangdiensten en andere naar de Condédreef midden 2007.
Verwachte opbrengsten: 561.000 euro. Kosten: 686.000 euro. Wat exploitatie betreft, want de investeringen lopen hoog op.

OCMW-ziekenhuis

Opbrengsten: 424.000 euro.
Kosten: 515.000 euro.
De verliezen stagneren.

Sociale woningen

Opbrengsten: 199.000 euro.
Kosten: 394.000 euro.

Bejaardenwoningen

Opbrengsten: 169.000 euro.
Kosten: 298.000 euro.

ZO.
Een volgende keer méér over het OCMW als de desbetreffende rekening en het jaarverslag 2006 er aan komen. (Vorige bjjdragen over het OCMW vindt u nog in de desbetreffende rubriek.)

SLOTBEMERKINGEN

Nu nog vlug enige negatieve – maar niet afbrekende – bemerkingen. Groot onderscheid!
Het verslag bij het budget 2007 en de meerjarenplanning 2007-2009 is ondermaats. Veel lacunes (ziekenhuis!). Vergetelheden. Geen net onderscheid tussen exploitie- en investeringsbeleid. Een klassieke fout: de auteur schrijft als het ware voor lezers die al weten van de hoed en de rand.
Volgende keer: de begeleidende nota eerst laten lezen door een halfslagen leek.
Gemeenteraadsleden zouden spontaan een (mondeling) verslag moeten krijgen van de beraadslagingen in de OCMW-raad over het budget. Ik zou zeggen: ook van de toelichting van de OCMW-ontvanger, maar ja, de gemeenteraadsleden laten hem bij de bespreking van het OCMW-budget aldaar tevergeefs overkomen naar het stadhuis.
Dat is Politiek!

P.S.
1.
Helemaal achteraan in het meerjarenplan staat een overzicht van het patrimonium van het OCMW. Een inventaris van de gebouwen voor de eigen diensten, sociale woningen, crisisopvang, bejaardenwoningen, gebouwen en gronden, hofsteden, en landbouwgronden. Toestand op 1 november 2006. Je hebt er geen idee van wat het OCMW zoal aan onroerend goed dan bezit. Ook in Spiere, Waregem, Zwevezele, Moorslede en Moorsele, Ingelmunster, Passendale, Wortegem, Zillebeke. Vanwaar en wie komt dat allemaal?
Wie maakt een keer een vergelijking met vorige toestanden?
En wanneer krijgen we weer eens een detailoverzicht van de opbrengsten? ’t Is al lang geleden. Huren, pachten en de evolutie ervan?
Mijn indruk, uit vroeger verstrekte gegevens: in veel gevallen te goedkoop.

2.
Wat er nog kan uitgeklaard worden in deze Nieuwste Tijden: de buitensporige, dubieuze, steeds meer ongebruikelijke relatie tussen OCMW (inclusief Stad) en de Zusters Augustinessen. En de Zusters van Liefde. Qua personeel, financiën, grond en huizen, de nieuwe vormen van caritas. Kortom: beleidsopties zonder heiligengeur.
’t Is aan het veranderen (verbeteren), maar er is nog veel werk aan de winkel voor het nieuwe bestuur.

3.
Het OCMW is een onmisbare instelling, die zichzelf onmisbaar heeft gemaakt. (In Nederland kent men dat niet.)
Denk daar maar eens over na, nu u bent verkozen als “raadslid” of slachtoffer van die instelling bent.

Het meerjarenplan 2007-2008-2009 van het OCMW (1)

In voorbereiding.
Probeer het nu te verstaan.

Het probleem is dat ‘geschiedenis’ alles is wat is ‘geschied’.
Breed genomen dan in Kortrijk. En dat het hierbij kan gaan (niet: moet) om een gebeurtenis (kinderopvang, 120 asielzoekers- L.O.I), een figuur (Destoop), een handeling (herinrichting buitenomgeving Lichtendal), een instelling (Dam 53), een structuur of organisatie (Telesenior), enzovoort (Buren voor Buren), die heeft bestaan in een bepaalde context (tijd, ruimte, klimaat) en die slechts vanuit die context van caritas catolica correct kan worden begrepen. Dat veronderstelt epistomologie. Ja toch? Als men ideeën heeft over wat goede dan wel minder goede geschiedschrijving is (de Bethune), moet men ook een visie hebben over de wijze waarop waarneming en kennis tot stand komen.
Binnen mijn kennisleer en de Kortrijkse geschiedschrijving hebben onder invloed van de paradigma’s van raadslid Marc Lemaitre modernistische opvattingen gaandeweg plaatsgemaakt voor postmodernistische opvattingen, zonder echter geheel te zijn verdwenen.

Historiografie van/bij kortrijkwatcher betekent: acceptabele ‘evidentie’ produceren. Qua OCMW de (re)productie van sociale ongelijkheid en uitsluiting van leefloners dociel ingelijfd binnen de kapitalistische orde proberen te ordenen.
De mono-integratie van de familie Verhenne en subordinatie van ‘dominante’ ten overstaan van ‘exogene’ machtsgroepen (bijv. Destoop c.s versus Demedts c.s). Dat wijst op autopoetische ‘uitdifferentiatie’ of verzelfstandiging van maatschappelijke subsystemen (het LAC, de keuken van De Nieuwe Lente)

Volgens de psychohistorische theorie (cfr. De Mause) gaan we qua stijl en methodes bij het C.O.O. en OCMW van moordend naar verwaarlozend, ambivalent, wilsvormend, socialiserend en uiteindelijk (het Sociaal Huis) naar ‘helpend’. Civilisatie van de cliënten is ze steeds ‘netter en tammer” maken, via camera’s en 70 nieuwe PC’s.
De conceptuele sleutels hierbij zijn globalisering (homogenisering via inburgering) en hybridisering, creolisering, islamisering, en indiagenisering. Fremdzwang mag niet. Wel imitatiedrang.

Sinds de aanstelling van de nieuwe OCMW-raad en het Vast Bureau plus de Bijzonder Comités is het ongeloof in de lineaire vooruitgang afgenomen. Sociale reproductie van ‘cultureel kapitaal’ via de OCMW-website is in mijn correspondentietheorie vanzelfsprekend geconsolideerd en uitgebreid tot wereldburgerschap. Zowel ontvoogend als bevoogdend. De paradox is dat dwang én vrijheid inherent zijn aan het bestel.

History of the present, ja, maar waar zijn mijn notities nu gebleven? Waar is die budgetwijziging nr. 1 voor 2006? De werkingsopbrengsten (uit het geheugen: 31 miljoen?)
Ben overvallen geweest door aapjes zonder schaamte.
Hoe nu aan power/knowledge doen of de grofkorrelige relatie tussen ideeën en waarheid analyseren?
Mijn burgerlijk beschavingsoffensief als filantropijn via collectieve voorlichting wordt even uitgesteld. Maar de idee van de ‘maakbaarheid’ van Kortrijkzanen is helaas niet beperkt gebleven.

Het OCMW stelt bijna 800 personeelsleden tewerk. Zonder de leerwerknemers (art. 60, par.7). Bijna evenveel als Stad. Maar men zal verder werk maken van tijdregistratie en uurverroostering. Ook het ziekteverzuim verder uitwerken, in samenwerking met IDEWE. De renovatie van het klooster van de Zusters Augustinessen loopt ook dit jaar door.
Verdomd, vind het overzicht van de landgoederen van het OCMW ook al niet meer terug.

Ietwat opvallende items uit het OCMW-budget 2006 (5)

Inderhaast nog een zeer opvallende budgetwijziging voor 2005 memoreren.
Op de valreep en zonder slag of stoot (geen tijd om de boeken open te doen) heeft de gemeenteraad van vorig jaar december nog kunnen constateren dat het exploitatiebudget een opvallende verbetering kent ten overstaan van wat er initiëel werd geraamd. Het negatieve resultaat daalt van 10 naar 7,6 miljoen.
De financiële verbetering is vooral te wijten aan de spectaculaire afbouw van het tekort bij de poetsdienst (vanwege het succes van de dienstencheques) en een daling van het tekort bij de sociale dienst. De cashflow is na inbreng van de gemeentelijke bijdrage ook positief geworden.
Nog in 2005 werd er heel veel onroerend goed verkocht, of was men dat toch van plan: 2,1 miljoen. (Voor de gehele periode 2005-2008 zal het gaan om 3,8 miljoen. In 2006: één miljoen.) 

Waar men ook altijd raar van staat op te kijken is dat er op de 728 personeelsleden (in 2004) nog altijd 456 in dienst zijn bij de vzw Zusters Augustinessen. In de “arbeidsplaats” van het rusthuis Sint-Jozef 146. In de arbeidsplaats “OCMW” zelf 309. Dat is niet enkel de administratie maar ook bijv. de sociale dienst, de dienstencentra, en de ter beschikking gestelde personeelsleden in het AZ Groeninge.

De althans in meer rechtse middens zeer verfoeide gemeentelijke bijdrage stagneert al van vorig jaar en tot en met volgend jaar rond 9,1 miljoen euro. Voor 2008 is men het dan weer met de burgemeester eens geworden dat de toelage opnieuw mag worden zoals vroeger was gepland : 9,6 miljoen.
Dit alles is niet te begrijpen. Want er is nu een objectieve methode om die gemeentelijke bijdrage te berekenen. Men past die dus niet toe? Of is het omgekeerd? Dat de werking (het exploitiebudget) en de investeringen of desinvesteringen (verkopen) worden aangepast aan de verwachte gemeentelijke toelage? Dat mag niet.

Het gerucht loopt dat alle OCMW-personeelsleden een rookalarmsysteem hebben gekregen. Gratis. Die post is niet terug te vinden in het budget.

Alle rusthuizen lijden een exploitatieverlies. Ter Melle bijvoorbeeld iets van – 350.000 euro.
De Nieuwe Lente: – 294.000. Het resultaat in Sint-Jozef was tot vorig jaar nog positief. Dit jaar verwacht men een negatief resultaat van ca. 57.000 euro maar dit zal spectaculair erger worden in 2008. Vooral omwille van de stijgende personeelskosten.

Ook nergen een winst te bespeuren bij de serviceflats Ten Olme (Kortrijk), Elfenberg (Heule), Rietveld (Bissegem).
Idem voor de vijf dienstencentra. De Zonnewijzer is er het ergst aan toe. Resultaat: – 228.000 euro.

De rubriek gezinshulp omvat meer dan u denkt. Dat gaat over kinderopvang, maaltijden, noodoproepsystemen, poetsdienst. Alleen de poetsdienst brengt nu een (lichte) winst op.

Het OCMW heeft veel tentakels. Dat ziet men bijvoorbeeld bij de integratieprojecten. In dt verband wordt samengewerkt met o.m. Kanaal 127, vzw’s als Constructief, Mobiel, Mentor. Buurtdienst Siné, groenopleiding, Werkwinkel.
Pure OCMW-projecten zijn o.m. Werk.Punt en Werkervaringsprogramma’s, de Leerwerkplaats. (Men doet nu ook aan integratie door cultuur. (Met veel subsideis van Vande Lanotte indertijd.)
De discrepantie tussen de werkingskosten en de opbrengsten in deze rubriek is ongelooflijk.

Het HIVA (Hoger Instituut van de Arbeid, – een onderzoeksinstituut van de KUL, volgepropt met ACW’ers) heeft een keer een dure studie mogen maken over de Kortrijkse welzijnssector. DE WELZIJNSINDUSTRIE. Nog altijd geen resultaten gezien. De opdracht bestond er ook in om na te gaan in hoeverre er wellicht enige tabula rasa kan gemaakt worden in de welzijnssector alhier. Misschien is het HIVA er nog niet uit? Of is men danig geschrokken? Over de territoriumstrijd? De overlappingen? Het gebrek aan bezinning over de kerntaken? Het gebrek aan evaluatie?

Bon.
En zo kunnen we doorgaan.
Een nieuwe serie artikelen over het OCMW is alleszins te verwachten als de rekening 2005 is gekend, en het jaarverslag.

Het exploitatiebudget van het OCMW (4): kosten

Vorige keer hadden we het al een beetje over de (werkings)kosten van het OCMW, met daarin meer in het bijzonder de personeelskosten.
Onze lezers zijn waarlijk behept met een onuitstaanbare ongezonde nieuwsgierigheid. Als dat zo doorgaat stop ik met dat geschrijfsel over het OCMW.

Nu wil men per se ook nog weten wat zo’n OCMW-voorzit(s)ter verdient. (Gelukkig nog geen vraag over de secretaris.) Hoe kan IK dat nu weten? Het is de Koning die dit bepaalt! Sire moet zich wel aan enige regels houden. Zo mag de bezoldiging van een OCMW-voorzitter niet gunstiger zijn dan deze van een schepen uit dezelfde gemeente. Een schepen krijgt hier 75 procent van de burgemeesterswedde. Als die van de burgemeester bijvoorbeeld 62.000 euro per jaar zou bedragen dan krijgt een schepen alhier zowat 47.000 euro per jaar of bijna 4.000 euro per maand.
Nu weet u het weer. Maar als een OCMW-voorzit(s)ter als Francesca Verhenne nog andere vergoedingen, wedden of presentiegelden zou ontvangen bij de uitoefening van allerhande mandaten (functies, ambten) dan mag de som van al die “inkomens” nooit groter zijn dan die van anderhalfmaal de vergoeding van een Vlaams Parlementslid.
(We hadden ooit een schepen die tegelijk OCMW-voorzitter was.)

Goed.
Gisteren zagen we dat de totale (geconsolideerde) kosten voor de gewone activiteiten (dus zonder investeringen) ca. 40 miljoen bedragen. En de opbrengsten ca. 31 miljoen. Er is voor 2006 dus een negatief exploitatieresultaat van om en bij de 9 miljoen.
We merkten ook dat de rubriek bezoldigingen een grote hap uitmaakt in het budget: 21,5 miljoen.

Een ander belangrijke rubriek uit de werkingskosten is getiteld “verbruikte goederen en verstrekte diensten“. 12,5 miljoen is er nodig voor de normale werking van het OCMW. Dit is 168 euro per inwoner. (In de Twaalf Grote Steden is het gemiddelde 159 euro. Toch wel iets om een keer over te peinzen.)
Dat bedrag omvat méér dan de verbruikte koffie. Het grootste deel van die kosten slaat op de verstrekte diensten: de specifieke kosten van de sociale dienst. 9 miljoen. De sociale dienst die zorgt bijv. voor leefloon en recht op maatschappelijke integratie, steun in nature en speciën.
In Kortrijk gaat er per inwoner 122 euro naar die specifieke kosten. Bij de “Grote Twaalf” gemiddeld 136 euro.
Als iemand over iemand roddelt dat hij “bij – of aan – het OCMW is ” (den openbaren onderstand!) krijgt hij bijvoorbeeld voorschotten, energietoelagen, een huurwaarborg, verhuiskosten, kosten voor schoolgaande kinderen, budgetbegeleiding. Misschien zelfs een huisje. Of werk. Voor een stuk worden bepaalde van die kosten gerecupereerd bij de cliënten (beneficianten) of hun familie.
Een Dexia-studie berekent dat de recuperatiegraad van de kosten uit de sociale dienst in de grote steden ca. 25 procent bedraagt. Bij ons is dat “slechts” 11 procent.
Een ander element in de kostendekking is de mate waarin de specifieke kosten sociale dienst gesubsidieerd worden door andere overheden. Er zijn bijvoorbeeld vergoedingen voor dossierkosten vanwege het Ministerie. Een dossier “leefloon” krijgt een toelage van 285 euro per stuk. We ontvangen ook veel steun voor bijv. tewerkstellingsprojecten, voor politieke vluchtelingen.
De gemiddelde subsidiëringsgraad is in grote gemeenten 66 procent.
(Kortrijkwatcher is hieromtrent niet in bezit over de nodige details over Stad om daar ietwat breedvoerig over te doen.)
Mogen we voor die subsidies van elders de rubriek “andere werkingopbrengsten” in ogenschouw nemen? Die bedraagt 13,1 miljoen. Dat zou dan 175 euro per inwoner zijn. (Het komt natuurlijk wel allemaal uit onze zak.)
Het begrip solidariteit is wereldwijd verspreid en algemeen aanvaard. Ook in Afrika. Probleem is dat anderen (bijv. indertijd Steve Stevaert) beslissen wat wij daaronder moeten verstaan en hoe en door wie dit gebeurt. In Kortrijk de secretaris van het OCMW.

De activiteit “sociale dienst” op zichzelf genomen sluit met een negatief resultaat van 4,8 miljoen. Niet veel anders dan vorig jaar. (Maar er is toch een BW geweest?)

Een derde kostencategorie is genoemd: “diensten, diverse leveringen en interne facturatie“. 3 miljoen.
We gaan daar niet op in. (Begrijp daar – eerlijk gezegd – niets van.)

SAMENVATTING EXPLOITATIEBUDGET
Totale opbrengsten (2006): 31,3 miljoen.
Totale kosten: 40,6 miljoen.
Negatief resultaat van het boekjaar: – 9,2 miljoen.
Dit negatief resultaat van het boekjaar verslechtert steeds: volgens de rekening van het boekjaar 2004 ging het om – 4,9 miljoen. Maar toen werd er 6,8 miljoen onttrokken aan de gemeentelijke bijdrage zodat er toch nog + 1, 9 miljoen kon worden overgedragen naar 2005.
In het budget 2005 was het negatief resultaat – 7,6 miljoen.

Een OCMW moet natuurlijk geen winst maken.
Maar moeten de verliezen zich opstapelen?
Waar kan/moet er bezuinigd worden?
De secretaris Tony Vanheusden (die de echte bewinds- en beleidsman is bij het OCMW) weet dit wel.

Een volgende keer vertellen we wat ons als waarnemer nog erg opvalt bij het doornemen van het OCMW-budget 2006.

Het exploitatiebudget van het OCMW (3): opbrengsten

Vorige keer hadden we het over de investeringen van het OCMW voor dit jaar.
Nu gaat het om opbrengsten en kosten bij wat men de dagelijkse werking zou kunnen noemen van de instelling.
U krijgt alweer dorre cijfergegevens. Maar dat is ook een keer nodig. Er is nogal wat kritiek mogelijk op het OCMW maar er wordt ook veel onzin verkocht over het centrum. In veel gevallen zegt men maar wat, bijvoorbeeld dat het OCMW een soort winstgevend bedrijf is.

We starten met een algemeen (geconsolideerd) overzicht van het exploitatiebudget.
Dat wil zeggen de resultaten van alle “activiteitencentra” samen. Dus niet enkel wat men doet inzake ouderenzorg of dienstencentra, ziekenzorg, enz., maar bijvoorbeeld ook inbegrepen de kosten en opbrengsten van de administratie zelf. Alles samen. Geconsolideerd.

DE OPBRENGSTEN
Men kan daar een aantal categorieën in onderscheiden.
Vooreerst de rubriek “werkingsopbrengsten“.
Daarin zitten in: 1) de pure werkingsopbrengsten en wat men noemt “recuperatie van kosten uit de sociale dienst”, 2) de andere werkingsopbrengsten.

De eerste rubriek zou men kunnen beschouwen als het omzetcijfer van het OCMW.
Bij ons bedragen die opbrengsten 16,7 miljoen. Per inwoner is dat 229 euro. Is dit veel of niet veel? Geen idee. Maar a.u.b weer geen onzin hieromtrent verkopen. Gemiddelden zijn zeer gevaarlijk, maar er kan toch een keer op gewezen worden dat het gemiddelde per inwoner in de twaalf grootste Vlaamse gemeenten hiervoor 219 euro per inwoner bedroeg.

Naast de zgn. pure werkingsopbrengsten zijn de “andere” meer en meer van belang.
Die “andere” werkingsopbrengsten zijn tegemoetkomingen van diverse gezagsniveaus. Bijvoorbeeld de dotatie uit het Gemeentefonds van de stad. Subsidies voor leefloon. Materiële hulp.
Bij ons gaat het om een opbrengst van 13,1 miljoen. Per inwoner is dat 175 euro. Is dat veel? Is dat weinig? Geen idee. Zie weer eens hoe gevaarlijk gemiddelden zijn. Bij de twaalf grote steden (dus ook Antwerpen) ging het om 310 euro per inwoner!

Ons OCMW krijgt van Stad een totale toelage van 11,1 miljoen.
Een beetje meer dan vorig jaar, en een beetje minder dan volgend jaar. Die totale toelage bestaat uit de gemeentelijke bijdrage (9,1 miljoen of 123 euro per inwoner) en een vast percentage uit het Gemeentefonds (1,9 miljoen).
De objectieve berekeningsmethode van de gemeentelijke bijdrage wordt helaas niet uiteengezet in het meerjarenplan 2006-2008. Maar het OCMW laat niet na om fijntjes op te merken dat de instelling in vergelijking met het vorig meerjarenplan “belangrijke inleveringen” heeft gedaan.
In een vorig plan zou het OCMW dit jaar een totale toelage van 11,6 miljoen hebben gekregen.
Dit is een inlevering van bijna 500.000 euro. Volgend jaar komt er zelfs een inlevering van bijna één miljoen.

Alweer om allerlei onzin vóòr te zijn vlug nog iets tussendoor over de sociale dienst.
Het meerjarenplan gaat ervan uit dat inzake uitkeringen voor steun en leefloon er géén substantiële toename zal zijn van het aantal cliënten.
In 2004 ging het om 949 beneficianten van het leefloon. De bruto-tussenkomst bedroeg ongeveer 3 miljoen. Netto: niet eens één miljoen. Inzake gewone steun ging het om 1.328 personen. Bruto 3,1 miljoen, netto 360.000 euro.
In 2004 kregen in het totaal 2.277 personen of gezinnen uit Kortrijk een financiële uitkering van het OCMW, hetzij als leefloon, hetzij als gewone steun. Dat is 3 procent van de bevolking. Over de laatste tien jaar ging het om 1.983 tot 2.287 personen of gezinnen.
In 2004 was het aandeel “vreemdelingen” (de geijkte term van het OCMW) hierin 36 proent.
Inzake materiële hulp aan vreemdelingen zijn er 120 personen in aanmerking genomen.

Naast de werkingsopbrengsten zijn er nog financiële en “uitzonderlijke” opbrengsten. Maar daarover hebben we het nu niet.
Niettemin even het totaal maken van de werkingsopbrengsten én financiële opbrengsten (uit activa): 30,7 miljoen. Per inwoner is dat 412 euro. Is dat veel? In de twaalf grootste steden gaat het om 575 euro per inwoner.

DE KOSTEN
De werkingsopbrengsten bedragen ca. 30 miljoen.
De werkingskosten ca. 40 miljoen.
Dat is interessant.

Uw ongezonde nieuwsgierigheid kennende komt u hier al onmiddellijk te weten wat onze 700 OCMW-personeelsleden kosten. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen: 21,5 miljoen. Of 288 euro per inwoner. Is dat veel? Het gemiddelde in de twaalf grote steden bedraagt 439 euro !
(Overal te lande bedragen de personeelskosten méér dan de helft van de totale kosten.)

Het leeuwenaandeel van de personeelskosten gaat naar de sociale dienst (4 miljoen). Gevolgd door de rusthuizen Sint-Jozef (3,8 mio), De Nieuwe Lente (2,2), Ter Melle (2,1). De algemene administratie kost 1,7 miljoen. Technische dienst en integratieprojecten elk wat meer dan 900.000 euro.
Even tussendoor: Stad heeft ook een “welzijnsdienst” hoor.
De taakverdeling is ondoorgrondelijk. De nieuwste grote mythe van HET SOCIAAL HUIS.

Uw nieuwsgierigheid is nu bevredigd.
We kijken vlug naar de totale kosten van de gewone activiteiten. Afgerond 40 miljoen. Per inwoner ca. 540 euro. En alweer weten we niet of dit veel of weinig is. In de twaalf grootste steden komen we aan een gemiddelde van 750 euro.

Dit stuk wordt te lang.
In een volgend nummer gaan we nog in op enkele belangrijke courante kosten.
Naast de bezoldigingen zijn er nog twee belangrijke categorieën. In het jargon: “verbruikte goederen en verstrekte diensten” en “”diensten, leveringen en interne facturatie”.

Wat is het OCMW dit jaar van plan (2) inzake investeringen ?

Dit jaar wil men voor 6,1 miljoen investeren. Vorig jaar was dat nog 15,4 miljoen. Grote delen van die som gingen naar het Begijnhof, renovatiewerken aan het rusthuis Sint-Jozef, nieuwe bedden voor Lichtendal, aankoop gronden en gebouw voor het rusthuis in Aalbeke, werken in de serviceflats Ten Olme in de Langemeersstraat, renovaties van bejaardenwoningen. (De echte rekeningen – de realisaties – kennen we nog niet.)
Voor volgend jaar voorziet men 4,2 miljoen aan investeringen.
Hoe wordt die 6 miljoen van dit jaar gefinancierd? Met de verkoop van onroerend goed (ca.1 miljoen), subsidies (ca. 1 miljoen), leningen (2,2 miljoen). 

De kluchtigste investering gaat naar die roodgloeiende telefoons in een kantoor in de Budastraat 27. Er komt airco voor een bedrag van 6.500 euro. Dat is meer dan voor de airco in het dagcentrum van het rusthuis Ter Melle (5.00 euro). De niet zo lang geleden vernieuwde kantoren (en hoe!) in de Budastraat krijgt ook aanpassingen inzake veiligheid (camera’s? toegankelijkheid): 100.000 euro.

Inzake privaat patrimonium wordt weer veel geld uitgegeven aan werken (restauratie) in het Begijnhof. 1,6 miljoen. Hoeveel daarvan gesubsidieerd wordt is onduidelijk. In een tabel vind ik 1,2 miljoen terug en in een andere bijna 1 miljoen. Curieus is dat er voor volgend jaar geen krediet is voorzien voor het Begijnhof. En we zitten in de derde of vierde fase van de werken. NOG vijf te gaan?

Er wordt veel aandacht geschonken aan een soort nieuwe dienst ICT. Er is een totaal budget van een half miljoen euro hiervoor en daarvan wordt dit jaar 175.000 euro opgesoupeerd.

Het rusthuis Sint-Jozef is weer flink bedeeld. Concurrentie! Met 1,7 miljoen aan allerhande verbouwingen en een minibus. Maar zoals u weet gaat de verbouwing van het klooster tot kinderopvangcentrum voorlopig niet door. En daar was nu een keer zo’n nood aan! Men dacht daaraan 850.000 euro te besteden maar de offerte was 18 procent hoger.
Het rust- en verzorgingstehuis (RVT) Lichtendal (aan de universiteit) krijgt weer voor 90.000 euro bedden.
Biezenheem (rusthuis in Bissegem) krijgt een groen dak: 29.000 euro.
De grootkeuken van het dienstencentrum De Zonnewijzer (vlakbij het Plein) wordt verbouwd tot een hobbyruimte: 60.000 euro.
In de Begijnhofstraat worden een aantal sociale woningen vernieuwd voor 560.000 euro.
(Het is onjuist dat daar veel asielzoekers wonen.)
Voor de aankoop en renovatie van andere sociale woningen (bijv. in de Boerderijstraat) is nog 600.000 euro weggelegd. Die woningen zijn waarschijnlijk wel bedoeld voor asielzoekers.
En voor de renovatie van de bejaardenwoningen in de Mortagnelaan (Bellegem) is er nog 224.000 euro. Er zouden ook drie studio’s bijkomen in het voormalig Breydelhuis nabij de Veemarkt.

Wat detailopgaven:
– Kapel Ecce Homo: 90.000 euro.
– Onderhoud woningen Begijnhof: 56.000.
– Begijnhof (grote zaal plus een woning): 1.520.000.
– Integratieprojecten: 32.000.
– Brandcentrale rusthuis Sint-Jozef: 75.000.
– Minibus Sint-Jozef: 41.500.
– Verbouwing kapel Sint-Jozef en polyvalente zaal: 755.000.
– Groot onderhoudswerk Sint-Jozef: 200.000.
– Idem voor De Nieuwe Lente plus herinrichting keuken en vervangen ramen: 120.000+100.000.
– Infostand in De Zonnewijzeer: 7.000.
– Zetels voor het dagcentrum: 27.500.
-Toestellen noodoproepsysteem: 7.000.

Zo.
Dat zijn waarschijnlijk de voornaamste plannen inzake investeringen.

Misschien wil u nog wel weten hoe het zit met het OCMW-patrimonium?
Hiervoor baseren we ons op het jaarverslag 2004.
De OCMW-diensten zelf zitten op ongeveer 12 adressen. SOCIAAL HUIS. De administratie bijvoorbeeld en de sociale en juridische dienst in de Budastraat. De technische dienst in de Condédreef. De dienst kinderopvang in de Groeningestraat. (Nu misschien niet meer?) Thuiszorg in de Langemeersstraat. Straathoekwerking in de Spoorweglaan. Integratie in de Damastweverstraat. Het is maar dat u het weet. Stuur die Albanees niet de verkeerde richting uit. (2/3 van de bezoekers aan de infobalie zijn allochtonen.)

Het OCMW bezit 58 sociale woningen. (Het wooncomplex Prado is in erfpacht gegeven aan de VZW De Poort en brengt geen huur op.)
Er zijn 11 opvangplaatsen voor mensen in crisis in de Condédreef. En op drie adressen zijn er doorgangswoningen. In totaal bezit het OCMW nog 70 bejaardenwoningen, vooral in Hoog Mosscher. Ongeveer 106 serviceflats (bijv. Ten Olme) en 8 studio’s in de Handboogstraat.
Het OCMW bezit nogal wat “gewone” woningen. Ca. 25, zonder het Begijnhof. Ook in Harelbeke, Spiere-Helkijn, Waregem, Wevelgem. Veel van die woningen zijn verhuurd. Spijtig dat het jaarverslag tegenwoordig de huurprijzen niet meer vermeldt. (Wel de huurders.)

We hebben ook nog ca. 12 ha aan gewone grond. (Het voetbalveld aan de J.Vanderstraetstraat in Heule en dat van de Preshoekstraat in Marke is ook van het OCMW.)
De oppervlakte aan landbouwgronden heb ik niet opgeteld maar het is gigantisch veel.
Ook in Alveringem (16 ha), Boezinge (20 ha), Geluwe (16 ha), Krombeke (18 ha), Ledegem (20 ha), Poperinge (17 ha), Waasten (17 ha), enz., enz. Het record is 24 ha in Zillebeke.
Verder verhuren we nog 18 hofsteden. Tot in Zwevezele toe.
Vanwaar komt dat allemaal?
Er zou iemand de geschiedenis van het OCMW moeten schrijven.

In een volgend stuk hebben we het over het exploitatiebudget voor wat men zou kunnen noemen: de dagelijkse werking van het OCMW.