Category Archives: mobiliteit

Over de onbestaande eensgezindheid inzake het stationsproject (3)

Gisteren las u in deze alternatieve stadkrant een overzicht van het stemgedrag van de raadleden in de zitting van 8 mei. Dat ging dus over de bouw van een nieuw station, fietsenstallingen, busstation, twee pleinen en wegenaanleg, kantoren allerhande. SWO3.
Voor dit ongemeen belangrijk architecturaal, stedenbouwkundig, historisch, financieel project zou men toch politiek een grote unanimiteit moeten vinden en nastreven. Een breed politiek draagvlak. Het College is daar dus tot op heden niet in gelukt en schrikt er er duidelijk voor terug om een bevraging van de bevolking te organiseren. Bij het goedkeuren van de omgevingsvergunning mag het College zich nog aan een pak bezwaarschriften verwachten. (Big problem: als we nu nog durven raken aan het derde samenwerkingsverband zijn we weer weg voor duizend jaar.)
We merkten in de vorige editie op dat er niet enkel geen eensgezindheid bestond (bestaat) binnen de Raad in zijn geheel, maar ook niet binnen de fracties zelf. De eindstemming was geenszins zoals altijd: dit keer géén stemming van meerderheid tegenover de oppositie, absoluut niet.
Opmerkelijk was dat bij de raadsleden van de tripartite aan de macht slechts één iemand heeft durven tegenstemmen: de heldhaftige Moniek Gheysens. Zij kreeg voor haar tussenkomst (waarover later in deze krant meer) geen applaus van de meerderheid, en zelfs niet van de gehele oppositie.
Zo’n tegenstem van een lid van de meerderheid is volstrekt ongewoon. Bij dit bestuur hebben we het één keer meegemaakt (Niels Lybeer) maar wellicht ging het om een ongelukkige duw op een verkeerd knopje. Dissidenten bij de meerderheid lossen de uiting van hun eventueel bezwaar over een agendapunt op door bij de stemming een toevallige, tactische plaspauze in te lassen. Of gewoon niet opdagen voor de zitting.

Over de bespreking in de gemeenteraad zelf hebben we het in een volgende editie.
Heel belangrijke punten van de agenda van een gemeenteraad worden hier op voorhand behandeld in wat men noemt “een Verenigde Raad” (VR). Dat is in feite een puur informatieve (wel openbare!) gemeenteraad zonder enige stemming. Men behandelt de technische kant van het voorliggend agendapunt. Bevoegde ambtenaren en experten geven zo nodig toelichtingen. Zo’n VR gaat altijd door op de dinsdag voorafgaand aan de gemeenteraad van de volgende maandag.
In dit geval was dat op 2 mei om 19 uur. Iedereen was er, uitgenomen de CD&V’ers Jean de Béthune en Roel Deseyn want zij waren verontschuldigd. Aanwezige ambtenaren van de Directie Ruimte waren Wim Lodewyck en Lotte Demeestere. De NMBS was vertegenwoordigd door de projectleider Joëlle François.

We zeggen al onmiddellijk iets wat politiek-vergadertechnisch van belang is om te constateren: géén van de drie fractieleiders van de meerderheid vond het nodig om ook maar één vraag te stellen of een opmerking te maken. Dat is heel tekenend. Afgesproken, dat is duidelijk. Het is ontegensprekelijk een symptoom van het feit dat er binnen hun fractie enige “roeringe” is, en wellicht ook binnen het College. Het lijkt me ondenkbaar dat bijv. in Gent, Mechelen, Mons de fractieleiders hun stem niet hebben verheven bij de bespreking van de te bouwen stations aldaar.
Wie nam er dan wel het woord?
Aan CD&V-zijde: Benjamin Vandorpe (uitvoerig), en eventjes Hannelore Vanhoenacker. Voor het Vlaams Belang: Wouter Vermeersch (uitvoerig), Carmen Ryheul, Marc Cottenier. Van Groen: Matti Vandemaele (uitvoerig), Cathy Matthieu en NIET fractieleider David Wemel.
Van de N-VA? De VLD (Team Burgemeester)? De Sossen? NIEMAND.
Van het College? Wout Maddens (weinig zeggend), Axel Weydts (licht boosaardig, spottend) en héél eventjes Axel Ronse met een ironische vraag.
Hierna enkele meer van belang zijnde tussenkomsten. (Aan de hand van de vraagstellingen kan men wel aanvoelen wat het standpunt is van de spreker.) In cursief lettertype soms wat toelichting van kortrijkwatcher zelf.

Benjamin Vandorpe blijft erover verbaasd dat de verdeelsleutel van de kosten pas echt wordt vastgelegd bij de aanbesteding.
Over de verdeling van de bouwkost hebben we het later nog in detail, want de gazetten weten weer nergens van. Per onderdeel van het project zijn er andere procenten. Laat ons nu volstaan met te zeggen dat wij voor het nieuwe station alléén instaan voor 3,95 miljoen op 47,27 miljoen (8,3 %). Voor indirecte kosten (erelonen, management, communicatie, studiekosten) zijn er al concreet geraamde kosten voor Stad aangegeven maar – eigenaardig genoeg – géén procenten.
De NMBS (Joëlle François) merkt op dat “de grote krijtlijnen” vast liggen. Zij wijst er ook op dat indien men nu nog zou raken aan de samenwerkingsovereenkomst (SWO3) men heel de ronde zou moeten overdoen. En dan lezen we dit: “De verdeling van de aanneming gebeurt niet op basis van de %, de % is eigenlijk het gevolg van de verdeling en van de finale raming of aanbestedingsprijzen. Het % wordt eerder gebruikt voor de verdeling van de kosten van de technische studies.” Tja.
Vandorpe wou ook weten wat het prijsverschil zou kunnen zijn tussen renovatie van het bestaand station en nieuwbouw. Schepen Weydts geeft als antwoord dat de CVP indertijd (2014) vorige overeenkomsten heeft goedgekeurd en schepen Maddens verwijst gewoon naar vroegere tussentijdse rapporten.
In de Kamer van Volksvertegenwoordiging is hierover door Frank Troosters (VB) ook ooit een vraag gesteld.
De minister vond toen (24/072022) dat de kosten voor renovatie en de aanpassingen van het bestaand gebouw te hoog zouden oplopen, dat het bestaand station au fond te groot is en dat er van alles niet meer beantwoordt aan hedendaagse vereisten.
Bijv. de doorgangen onder de grond.
Wouter Vermeersch is vooral bezorgd om het aantal parkeerplaatsen bovengronds en over de kosten van het station. De NMBS antwoordt dat de raming is gebaseerd op de meest recente aannemingsbedragen (2021) van de stations Gent en Mechelen, de duurste eenheidsprijzen. En daar bovenop is 17% inflatie gerekend. Voor het openbaar domein is de raming van 2021 verhoogd met 20%.
Marc Cottenier oordeelt regelrecht en kort dat hij het een mooi gebouw vindt. Schepen Ronse vraagt (ironisch?) of hij dat nog een keer wil herhalen. “Ja, het is een mooi en functioneel gebouw.” Ambtenaar Wim Lodewyck profiteert van de gelegenheid om te verklaren dat het nieuw gebouw binnen de NMBS zelf is geconcipieerd en niet door een “sterarchitect”.
Moniek Gheysens is “geboulverseerd“. Zij staat in de discussie boven de partijen en hun standpunten maar wil alleszins de gevel van het bestaand station bewaren. Zij vraagt aan schepen De Coene waarom hij – net als vroeger met de SOS-beweging – NIET achter de verdediging van het erfgoed staat. (Geen antwoord.) Schepen Maddens reageert wel. Meningen kunnen verschillen. En daarbij: de verdedigers van het erfgoed zijn daar pas 9 maand geleden mee begonnen en het project bestaat daarentegen al 15 jaar.
Matti Vandemaele wil eerst duidelijk stellen dat hij een believer is van het project. Hij wil wel eens weten waarom de gevel van het huidig gebouw niet kan blijven. Schepen Weydts wijst op het belangrijk uitgangspunt: twee wijken verbinden. En wat gebeurt er met de parking Tacklaan? Schepen Weydts: daar is nog geen duidelijkheid over.
Hannelore Vanhoenacker zegt dat zij niet blind is voor de beslissingen van 13 jaar geleden. (Haar partij was toen voor de afbraak van het station. Pro een nieuw “zwevend” station, boven de sporen.) Maar, zegt Hannelore: “voortschrijdend inzicht is belangrijk”. “De trend naar verduurzaamheid en duurzaam bouwen moeten we meenemen.”

(Wordt vervolgd.)








Nog over de (on)eensgezindheid binnen de Raad over het nieuwe station (2)

In onze editie van gisteren motiveerden we ons laattijdig verslag over de gemeenteraadszitting van 8 mei waarbij raadsleden zich moesten uitspreken over 1) wat de NMBS van plan is met het deelproject A (het nieuwe station en de fietsstallingen) en 2) wat Stad nog van plan is inzake het deelproject B (de stationspleinen voor en achter, het busstation en de zgn. Lijnwinkel). Ook de geraamde kosten en de verdeling ervan moesten worden goed- of afgekeurd.
Fundamenteel was natuurlijk het heikele punt: wat met het station?
Nauwgezet als we zijn wilden we wachten op de publicatie van de notulen om heel zeker te zijn over het stemgedrag van de raadsleden over dit gigantisch project. Want er heerst binnen de Raad over deze investering en historisch gebeuren, meer speciaal over de vraag hoe dat nieuwe station er moet uitzien, niet de minste unanimiteit, en – dat is uitermate zeldzaam – zelfs binnen de fracties valt geen volkomen eensgezindheid te bespeuren. Enige consternatie hierover lijkt mogelijk.
Maar dan moeten die notulen natuurlijk helemaal juist weergeven hoe de raadsleden hebben gestemd.
Voor het geheel van het voorgestelde project, de zgn. derde samenwerkingsovereenkomst (SWO3) tussen de betrokken vier partners is de stemuitslag met de namen wel juist genoteerd, maar dat geldt niet voor de ingediende amendementen. (Cf. infra.)
Er namen 39 leden deel aan de stemming. Raadslid Roel Deseyn (Cd&V) was afwezig en schepen Axel Weydts (van de beweging ‘Vooruit’) liet zich verontschuldigen.

Wie heeft er bij het “beslissingspunt” over het geheel van het project een ja-stem uitgebracht?
25 leden, te weten de raadsleden van de tripartite, uitgenomen Moniek Gheysens (VLD).
Hier speelde bij de meerderheid de partijtucht, iets waar ons Moniek nu al zovele jaren fel en heel fel onder lijdt. (“We mogen niets meer zeggen,” zo luidt steevast haar klacht in meer intieme kring.)
Maar wie schaarde zich nog achter die meerderheid? Twee van de vier leden van de Groen-fractie, met name Matti Vandenmaele en de fractieleider David Wemel.
Wie bracht een nee-stem uit?
11 leden. Alle aanwezige zes leden van de CD&V, drie (van de vier) VB’ers (Wouter Vermeersch, Lies Vercaemst, Carmen Ryneul), Jacques Demeersseman (onafhankelijk, vroeger VB) en – of course – Moniek Gheysens., de onverschrokkene.
En wie onthield er zich?
3 leden. Twee van Groen (Philippe Avijn en Cathy Matthieu) en één van het Vlaams Belang (Marc Cottenier).
Later, als we het hebben over het verloop van de voorafgaande Raadscommissie én de gemeenteraadszitting zelf, zullen we van de dissidenten het stemgedrag proberen te verklaren.

Amendementen
CD&V-raadslid Benjamin Vandorpe had drie amendementen in petto, en die waren waarlijk niet van de poes. Cruciaal. Het is dan ook zéér de moeite waard om hier zorgvuldig na te gaan hoe er werd gestemd. Hoe raadsleden hun overtuigingen kunnen verloochenen. Des avonds niet meer in de spiegel kunnen of durven kijken…
Amendement 1.
Vandorpe vraagt niet minder dan een digitaal referendum over het al of niet bouwen van en nieuw station, en wil daarbij dat de tripartite het advies van de bevolking volledig volgt. Zoals u weet is inspraak van de Kortrijkzanen (de actie “Kortrijk Spreekt”) een zowat onaantastbaar, heilig kernpunt van het stadsbeleid van de tripartite. Participatie ! En nochtans, héél de meerderheid stemde op 8 mei tegen enig referendum of bevraging over de kwestie. De drie fractieleiders zwegen als vermoord, en Ruthie zelf (bevoegd en verantwoordelijk voor “Kortrijk Spreekt”) gaf geen kik. Een prachtig – sprekend! – voorbeeld van behoedzaamheid in de politiek.
Ziehier de wonderlijke uitslag, want ook bij de oppositie zien we bijzondere gedragingen.
Wie stemt er tegen een referendum?
28 leden. Ieder raadslid van de coalitie, uitgenomen onze ware durfal, Moniek Gheysens.
Maar – tot onze verbazing – ook de vier raadsleden van Groen en één van het VB (Marc Cottenier die het plan van de NMBS schitterend vindt).
De motivatie van Groen kennen we niet, de fractieleider spreekt zich er niet over uit. Ons vermoeden is dat zij au fond voorstander zijn van het nieuwe, modern station en vrezen voor het ‘Gesundes Volksempfinden’. (De petitie van de erfgoed-aanhangers had nogal succes.)
Wie is er pro het referendum?
11 ja-stemmen. Natuurlijk de gehele CD&V-fractie. Maar ook drie VB’ers en het onafhankelijk raadslid Demeersseman.
Er waren geen onthoudingen.

Amendement 2
Vandorpe wil meer duidelijkheid over de “verdeelsleutel” van de kosten over de vier partners van het deelproject A. (Later meer daarover: die sleutel is eigenlijk nog niet echt formeel bepaald.)
Hier zien we weer hoe raadsleden partijtucht stellen boven redelijkheid, boven de gegrondheid van een voorstel.
Bekijk de uitslag.
26 nee-stemmen. Uiteraard dus weer geheel de kliek van de tripatite, met uitzondering van onze Moniek, de gewetenisvolle. Drie van Groen willen ook niet weten van méér accuraatheid over de kosten: Davdid Wemel, Cathy Matthieu en Matti Vandemaele.
12 ja-stemmen. De CD&V’ers, alle vier VB’ers en Moniek.
1 onthouding: één van Groen, want te ingewikkeld? (Philippe Avijn).
EN HIER MOETEN WE DUS WIJZEN OP EEN VOLSTREKT FOUTE NOTULERING !
Er zijn 26 tegenstemmen, maar we tellen 29 namen…
Wat scheelt eraan?
– Ryheul is zowel gerangschikt bij de voor- als tegenstanders. (Zij was voor.)
– Pieter Soens ook. (ook voor.)
– En dat is dan het toppunt: de verontschuldigde schepen Weydts gaf zogezegd een tegenstem !

Amendement 3
Benjamin Vandorpe wil dat de bijdrage in de kosten voor stad worden geplafonneerd.
Hij plakt er zelfs een bedrag op: de maximum all-in kostprijs mag hoogstens 22.755.646 euro bedragen, incl. btw. Dat is het op heden geraamde bedrag.
8 ja-stemmen. De CD&V plus de spaarzame, onverschrokken Moniek en ja ook Demeersseman (altijd contrarie).
27 nee-stemmen. De leden van de meerderheid plus de vier van Groen.
4 onthoudingen: de vier VB’ers.
HIER OPNIEUW EEN FOUTE NOTULERING.
Men noteert 30 namen bij de nee-stemmen…
– Ryheul is zowel vernoemd bij de nee-stemmers als bij de onthoudingen.
– Pieter Soens heeft zowel ja als nee gestemd.
– En schepen Weydts was blijkbaar toch opgedoken: hij stemde tegen…

P.S.
Genoeg voor vandaag.
In volgende editie vertellen we wat er zoal is gezegd en niet werd gezegd.
Meest betekenisvol is misschien dat de drie fractieleiders hebben gezwegen.
Zelfs burgermoeder Ruthie had niks te vertellen. Onthutsend is dat. Onder het burgemeesterschap van Quickie zou dit ONDENKBAAR zijn geweest. Hij zou ons vergast hebben op een exceptioneel discours.





Over de (on)eensgezindheid binnen de Raad inzake het nieuwe stationsproject (1)

VOORAFGAAND
Kostprijzen hieronder vermeld komen uit de memorie van toelichting bij het agendapunt van de gemeenteraad. Slaan op indirecte kosten.
Het NMBS-dossier zelf vermeldt heel andere bedragen ! We komen daar later op terug.
Zie cijfers volgens een tabel van de NMBS zelf in onze editie van 10 juni.

De nieuwe (derde) samenwerkingsovereenkomst (SWO3) tussen de partners van het project is al besproken in de gemeenteraad van 8 mei laatsleden. Dat we er nu pas over gewagen is gewoon te wijten aan het feit dat je bij het volgen van een raadszitting via de live-stream niet kunt zien wie er juist voor of tegen een voorstel of amendement heeft gestemd. Om de namen te kennen van voor- en tegenstanders moet je wachten tot de notulen van de zitting ter beschikking zijn, en dat duurt bijna een maand.

Dat plan om een nieuw station te bouwen (en het oude plat te gooien) en tegelijk ook de omgeving ervan grondig te herinrichten is misschien wel het belangrijkste stadsproject van deze eeuw. Het is dan ook politiek-historisch belangwekkend om vast te leggen hoe de onderscheiden fracties zich tegenover dit gebeuren hebben gedragen. Curieus in elk geval. Zo is het nu al zeker dat het VLD-raadslid Moniek Gheysens van de fractie “Team Burgemeester” in de annalen van dit project een blijvende plaats zal krijgen. (In de Raad van 8 mei ging zij zelfs zover om te kennen te geven dat ze persoonlijk dat grote spandoek aan het station over de werken zou verwijderen.)
De meerderheid, dat is de huidige tripartite van “Team Burgemeester” (een verkapte VLD-beweging), de SP (nu de beweging “Vooruit”) en de N-VA is in elke geval naar buiten uit – zo te zien – pro het nieuwe station en de afbraak van het oude, historisch waardevolle (maar niet geklasseerde) gebouw.
Er is evenwel dissidentie te bespeuren. Het valt niet te ontkennen dat de drie fractieleiders in die fameuze gemeenteraad van 8 mei totaal hun mond niet hebben opengedaan. Ook niet in de voorbereidende zgn. Verenigde Raadscommissie. Dat is volstrekt ongewoon, gezien het ongemeen historisch en ook financieel belang van de zaak. Er is geen unanimiteit in de Raad, in tegenstelling tot de goedkeuring van de eerste samenwerkingsovereenkomst over het project.
Overigens mogen we niet vergeten dat er na het (voor)ontwerp nog een aanbesteding moet komen met een gunning en dat er dan nog bezwaarschriften tegen de “bouwvergunning” mogelijk zijn. Met andere woorden: we zijn nog niet thuis…
Maar laat ons eerste even zo kort mogelijk vertellen waarover het allemaal gaat en ging.
Bepaalde feitelijke gegevens zijn dienstig voor ons volgende luik over het stemgedrag van de raadsleden.
Sorry voor het oponthoud in dit verhaal.


Oké.
We vertellen toch al dit. Bij de eindstemming (er waren ook amendementen) gingen samen met de meerderheid twee leden van de oppositie akkoord.
Bij de nee-stemmen was er één lid van de meerderheid.
En er zijn nog “anomalieën” te bespeuren.

Ietwat historie.
Er zijn traditioneel zes partners verbonden aan het project. In den beginne waren dat Stad (met het autonoom gemeentebedrijf Parko), de NMBS, Infrabel, De Lijn, het Vlaams Gewest (o.a. AWV) en Euro Immo Star. Parko is intussen “ingekanteld” in Stad.
Van belang is zeker nog te beseffen dat er twee deelprojecten zijn.
Bij het deelproject A is de NMBS de aanbestedende en verantwoordelijke overheid. Die werken slaan op alles wat te maken heeft met de bouw van het nieuwe station plus de ondergrondse fietsenstallingen en het dienstgebouw. Zaken die verbonden zijn met de publieke ruimte behoren echter tot het deelproject B en daarvoor is Stad de aanbestedende overheid. Dat gaat dan over de aanleg van het nieuwe busstation en de bouw van een “Lijnwinkel”, plus de aanleg van het Stationsplein noord en zuid, de Minister Tacklaan en bijhorende wegenis.
De eerste Samenwerkingsovereenkomst (SWO1) met het oog op een volledig nieuwe stationsomgeving dateert al van eind 2010. Unaniem goedgekeurd in de gemeenteraad van 8 november 2010. De SWO2 (gemeenteraad van 17 november…2014 en pas ondertekend in november 2015) omvatte de de uitvoering van een ondergrondse parking onder het Conservatoriumplein en de tunnel onder de Zandstraat. Die werken zijn – zoals u allen weet – momenteel in uitvoering maar moesten al gedaan zijn in 2020. (Rond 2016 liep het bijna scheef: de NMBS had geen geld, en men dacht even aan het optrekken van een gebouw!)
Met in feite een tweede SWO3 heeft de NMBS zelf (dus niet een of andere “sterarchitect”) nu een bijgestuurd schetsontwerp voorgelegd waarbij geen sprake meer is van een bovengronds nieuw station met een “zwevende” verbinding boven de sporen. Alle functies gaan nu in een ondergrondse doorgang en boven de sporen komt een grote luifel. Het initieel voorontwerp was naar het schijnt te complex en te duur.
Zoals u ziet, beste lezer, is dit project het resultaat van jarenlang overleg en onderhandelingen. Vergaderingen en versies van plannen zijn niet meer te tellen. Wat dit alles aan studiekosten en etentjes heeft gekost, daar hebben we het raden naar.

Iets over oeroude kostenramingen, maar wel voor geheel het project
Dit is infotainment, puur voor de liefhebbers, louter voor de fun. Want over de actuele, totale geraamde kosten over alles en nog wat weten we geen barst. Niks.
In 2013 bijv. dacht men aan zoiets van 103,65 miljoen euro (excl. btw) voor geheel het toenmalige project. (Wat dat project juist inhield weten we niet meer.)
Dat is allemaal tien jaar geleden. Een jaar later, in 2014, had men het al over 135,87 miljoen. En het stadsaandeel zou toen 12,64 miljoen bedragen met daarnaast nog een bijdrage van Parko voor 4,86 miljoen.
En als u nog meer wilt weten? De NMBS zou toen voor 86,20 miljoen euro bijdragen, Infrabel 11,25 miljoen, De Lijn 14,27 miljoen en het Vlaams Gewest 14,27 miljoen.

Nu de actuele, geraamde kosten voor heel het project SWO3
De totale kostprijs voor de SWO3 (de twee deelprojecten) en voor alle partners samen zou exclusief BTW 89.003.501,39 euro bedragen. IN FEITE GAAT HET HIER ENKEL OM DE INDIRECTE KOSTEN: erelonen, studies, management, enz.
– Aandeel voor rekening van de stad: 17.491.738,43 euro.
– Aandeel NMBS: 53,53 miljoen .
– Aandeel Infrabel: 11,65 miljoen.
– Aandeel De Lijn: 5,92 miljoen.

Kosten deelproject B (het onze)
De all-in kostprijs voor de stad voor het deelproject B, met inbegrip van de studiekosten is 18.806.319,15 euro, excl. BTW. Met btw: 22.755.646,17 euro. GEEN IDEE VANWAAR MEN DAT CIJFER HAALT. >WE ZOEKEN NADERE INFORMATIE.
Pro memorie.
Het deelproject B slaat niet op het station, wel op de aanleg van het busstation, de bouw van de Lijnwinkel en de aanleg van het stationsplein noord (met wegenis) en zuid (met de Minister Tacklaan).

P.S.
Ja, wordt vervolgd.
We zouden het toch over de onbestaande eensgezindheid hebben binnen de Raad, en zelfs binnen de fracties? We dachten dat bovenstaande gegevens onze lezers ook konden bekoren. Bepaalde aspecten zijn ten andere nuttig voor ons vervolg.





















Schepen Weydts mengt soorten van verbintenissen door mekaar

De schepen van Mobiliteit Axel Weydts heeft een keer uitgelegd waarom dat lang verwachte Lokaal Mobiliteitsplan (L.MPL) er in deze legislatuur niet meer komt. (Drie studiebureaus werken daar al drie jaar aan. Kostprijs tot op heden 175.000 euro.)
Die uitleg deed hij wél in een zgn. Raadscommissie (8 maart) maar niet in de gemeenteraad van die maand. (In de Raad zelf weigert hij ostentatief om daarover vragen van de VB-fractie te beantwoorden.)
We lichtten hier vroeger al toe wat de ware reden is van die verdaging: Weydts wil absoluut vermijden dat mobiliteit een thema wordt in de gemeenteraadsverkiezingen van 2024 en waarschijnlijk (dat gissen we) is er daarenboven binnen het College geen eensgezindheid over de inhoud van dat L.MPL.
Maar we hebben het daar nu niet over.

De schepen gaf in die raadscommissie van maart een paar plausibele redenen aan die de verlate opmaak van het mobiliteitsplan aannemelijk maken. Jawel. We citeren ongeveer woordelijk.
1. Het Regionaal Mobiliteitsplan (R.MPL) in de schoot van de Vervoerregio (VVR) is nog in opmaak. Beter is om hierop te wachten en rekening te houden met de uitkomsten van dit plan.
2. We gaan richting verkiezingen en vanuit democratisch oogpunt is het niet netjes om nu nog even een mobiliteitsplan vast te stellen dat sowieso pas kan uitgevoerd in een volgende bestuursperiode.

Dat is verstandige praat, duidelijk komende van een deontologisch correcte politicus. Schepen Axel Weydts verbindt er zich hier namelijk impliciet toe om in deze nog lopende legislatuur inzake mobiliteit géén beleidsdaden meer te stellen die het volgende, toekomstige stadsbestuur zouden kunnen bezwaren.
We noemen zo’n voornemen, zo’n toezegging, zo’n belofte een resultaatverbintenis en zeker geen inspanningsverbintenis. (Bij die laatste soort van verbintenis garandeert men enkel dat men zijn best zal doen om een bepaalde doelstelling na te komen. En als dat niet lukt, dan is dat jammer genoeg het geval.)

Maar onze perverse gemeenteraadwatcher heeft voor altijd beslist om schepen Weydts te beschouwen als een “caractériel” en zit dus al sinds maart ongeduldig te wachten tot het eerste moment waarop de schepen zijn aangegane resultaatverbintenis NIET zou nakomen.
Dat is dus nu al het geval! De met stelligheid geponeerde toezegging is verbroken. Onze gemeenteraadwatcher verschiet daar absoluut niet van, de schepen kennende. (Onze Axel noemt beslissingen zonder MPL “voorafnames” op dat nog op te maken MPL.)

Het Schepencollege (dus ook Weydts) heeft op 17 april een zgn. ‘startnota’ goedgekeurd omtrent een wijziging van een – nog wel – bovenlokaal fietsroutenetwerk. Concreet gaat het om een nog te maken ‘projectnota’ en een daaropvolgende ‘ontwerpstudie’ voor een alternatieve verbinding ten oosten van een huidig tracé langs de huidige Gullegemstraat in Wevelgem. (Op de details van die werken gaan we hier niet nader in. Doet er in deze optiek niet toe.)
Wat ons wel interesseert is dat Stad Kortrijk (Weydts) bemerkingen heeft gemaakt over dat voorkeurstracé, en vooral – ten tweede – dat er bij de realisatie van dat tracé gronden moeten verworven worden op Kortrijks grondgebied. (Hier is een goedkeuring van de gemeenteraad voor vereist.)
Dit alles geschiedt dus zonder te wachten op het Regionaal Mobiliteitsplan en – voor wat de verkoop van gronden betreft – zonder Lokaal Mobiliteitsplan. Dat is niet netjes.

U merkt: kortrijkwatcher is een Pietje Precies.


Listig gestuntel van schepen Weydts blijft achter betaalmuur van de pers verscholen (8ste bijdrage)

Een woordje vooraf
Onderhavig stuk vraagt om enige vergevingsgezindheid bij de lezer. Het onderwerp waarover we het hebben (de weergave van een partijpolitiek communiqué in een gazet) hebben we danig misbruikt om het nog maar eens in het algemeen te hebben over de kwaliteit van onze plaatselijke, totaal “embedded press”. De Kortrijkse regimepers! Het stuk valt dus wat lang uit, vooraleer tot de kern van de zaak te komen: het staatsmanschap van schepen Weydts.
So sorry !

Op 13 maart publiceerde de Kortrijkse fractie van het Vlaams Belang een zoveelste (het nr. 124) persbericht.
Voor één keer is dat communiqué (op 14 maart al) overgenomen door één plaatselijke krant (Het Nieuwsblad), maar dan ‘on line’, achter de betaalmuur. De printversie is nog altijd niet verschenen, en dat maakt dat de modale Kortrijkse kiezer geheel onwetend blijft van wat onze schepen van Mobiliteit, de heer Axel Weydts (van ‘Vooruit’), weer eens achter onze rug heeft bedisseld. Dat is eigenlijk het ergste.
Twintig capabele en gedreven burgers die in 2020 representatief gekozen werden om zijn mobiliteitsbeleid kritisch te volgen heeft hij al na twee vergaderingen stilletjes terug naar huis gestuurd. Staat in geen enkele gazet.

Kris Vanhee, auteur van het stuk – in de elektronische versie van HN – geeft het persbericht van het VB ietwat verkort maar correct weer, dat wel. Maar de collusie (in sommige gevallen zelfs camaraderie) van onze plaatselijke reporters met leden van het Schepencollege speelt altijd maar weer parten in de kwaliteit van hun politiek berichtgeving, – belet vooral dat zij de meer ongelukkige politieke daden van de tripartite aan het daglicht brengen. Wat ook een fameuze rol speelt als oorzaak van de veelal krakkemikkige politieke verslaggeving in onze lokale pers is dat de reporters gewoon onkundig zijn van de dossiers waarover zij verondersteld worden enige deskundige informatie te verstrekken. En een ongezouten mening over het Kortrijkse politieke gebeuren vertolken, dat is natuurlijk helemààl taboe.

Enfin.
Het onderwerp waarover we het voor de zoveelste keer hebben (vanwege het belang ervan) gaat dus over het feit dat schepen Weydts het maar goed vindt dat de opmaak en publicatie van het gemeentelijk Mobiliteitsplan (MPL) tot ergens volgend jaar wordt verdaagd. In elk geval tot er een regionaal plan komt voor heel de Vervoerregio van 13 gemeenten. (Onze journalisten beginnen nu al hier en daar het begrip “Vervoerregio” te kennen, maar de honderden pagina’s op Tinternet, geproduceerd door de organisatie, nog niet.)

Naar aanleiding van het persbericht van het VB hierover heeft reporter van HN zich instinctmatig stante pede gewend tot schepen Weydts. “Hoor en wederhoor”, weet je wel? En vooral niet op een slecht blaadje komen bij het College, dat is een constante zorg bij AL onze persjongens en -meisjes. Onze gazettenschrijvers denken dan dat ze met een telefoontje naar een schepen of burgemeester hun journalistiek plicht hebben vervuld en gaan er zelfs fier op dat zij een zogenaamde grondregel van hun beroep kennen én nog toepassen ook.
Soms niet hoor ! Namelijk NOOIT als een of andere lid van het College weer eens wat beweert of toelicht in een persbericht. (Of met hun rode telefoon Peter Lanssens van “Het Laatste Nieuws” instructies geven.) Dan achten zij het plotseling geenszins als hun deontologische plicht om ook maar eventjes te polsen naar een reactie van een fractieleider uit de oppositie. Ja, zo gaat het er hier aan toe.
Ten gronde. Onze reporters zijn niet helemaal in staat om een dusdanig soort gefundeerd stuk te schrijven (over een dossier dat zij beheersen) dat vragen om een “wederwoord” in de feiten totaal nutteloos is. Overbodig. Zij zijn ongetwijfeld van mening dat zo’n manier van werken niet kan, niet is geoorloofd.

Weydts krijgt dus vlot het woord in het NB. Veilig achter de betaalmuur.
Volgens hem “is het moment niet goed gekozen” om (nu) een mobiliteitsplan in te voeren. Het regionaal mobiliteitsplan (R.MPL) is nog in opmaak en “het is democratischer zo” om (nu) geen plan in te voeren dat pas in de volgende bestuursperiode kan uitgevoerd.
Onze plaatselijke reporters zijn het niet gewoon (of zijn er niet toe in staat) om aan een schepen een verhelderende, informatieve vraag te stellen, ter verduidelijking, – laat staan om een vervelende tegenopmerking te maken. Dus laat HN de meer delicate, ongemakkelijke vraag achterwege sinds hoelang de schepen dat al weet. Dat men logischerwijze beter wacht op het Regionaal Mobiliteitsplan. Tegelijk informeert de interviewer niet nader naar het vermoedelijke tijdstip waarop het Kortrijkse MPL dan toch zal verschijnen: nog VOOR de komende gemeenteraadsverkiezingen, of niet? In volle kiescampagne?

Zeker in de politiek moet een journalist méér weten dan de interviewee! Dat is een contra-intuïtieve journalistieke stelregel waar men in de regionale persmiddens nog niet echt van op de hoogte is. Het Nieuwsblad heeft dus in dialoog met Weydts geenszins de kwestie opgeworpen dat er een veelkoppige Regionale Vervoerraad bestaat (nog wel met onze Ruthie als voorzitter!) die volgens de planning nog eind dit jaar voor de dag wil komen met een ontwerp van Regionaal Mobiliteitsplan (R.MPL).
In het persbericht van het Vlaams Belang is nog aangestipt dat er al jaren – sinds 2020 – drie (dure) studiebureaus sleuren aan de redactie van een gemeentelijk MPL. De krant gaat daar in het contact met Weydts niet nader op in. Jammer, maar het is wat het is. Werken die bureaus daar intussen nog wat aan, en waarom? (Het antwoord is ja! Maar waarom?) Hoeveel kost dat studiewerk intussen? Journalisten die – laat ons zeggen – het dossier weten liggen, weten dat de richtprijs oorspronkelijk 150.000 euro bedroeg. Zij hebben dientengevolge een pittige vraag in petto, een mogelijke primeur waar redacties – normaal gezien toch – zo dol op zijn. Met name hoe het komt dat er in de begroting (budget) van dit jaar 2023 tegenwoordig een bedrag van 223.245 euro staat ingeschreven.
Nog in het VB-persbericht verwijt men aan Weydts dat hij geen ruimte geeft aan inspraak van de burger. De krant NB kon het niet nalaten om de schepen te confronteren met deze aantijging. Grote prijs natuurlijk. Zoiets moet je als journalist aan Weydts niet gaan vertellen, tenzij je hem wat wil tegemoetkomen (zalven) in al de miserie die men hem berokkent door het publiceren van een kritiek op zijn beleid, nog wel van het Vlaams Belang! Een partij (fractie) waar Axel een dusdanige hekel aan heeft dat hij het zelfs fysiek niet meer aankan om de raadsleden ervan aan te kijken in de gemeenteraad. Hij wordt er onwel van, kan niet meer rustig blijven zitten als een VB-raadslid het woord neemt en moet soms van weerzin de zitting verlaten. Het vraagt daarom enorm veel (over)moed van een journalist (zelfmoordneigingen) om nog wel over zijn persoonlijk beleid een persbericht van het Vlaams Belang te verspreiden, al weze het achter een betaalmuur.
“Dat ik geen inspraak duldt is onzin,” repliceert de schepen als vanzelfsprekend, en geeft de journalist voorbeelden van inspraakmomenten en zelfs van een komende bevraging van inwoners rond de Doorniksewijk.

Een journalistieke en communicatief noodzakelijke taak van een krantenjongen is dan om de interviewee te helpen om adequaat te reageren op de werkelijke aard van de VB-aanklacht.
Om Weydts er aan te herinneren dat de aantijging in feite slaat op de weinig bekende vaststelling dat er al sinds 10 december 2020 een Adviesgroep Mobiliteit Kortrijk (AG) bestaat die welgeteld tweemaal is bijeengekomen. Een eerste maal (10 december 2020) om het Huishoudelijk Reglement goed te keuren. Toen is zelfs even door mevrouw De Vet van de Dienst Mobiliteit een eerste beperkte toelichting gegeven over ons eigenste MPL. Een tweede maal (5 mei 2021) was er – je acht het niet voor mogelijk – een werksessie over dat gemeentelijk MPL, maar daarover bestaat geen verslag (opname mislukt).
Een beginnende onderzoeksjournalist zou het niet nalaten om dit soort van dingen gretig te vermelden. Volgende vergaderingen zijn daarenboven uitgebleven…Volgens het Huishoudelijk Reglement (dat een journalist belast met het onderwerp geacht wordt te kennen) moet de voorzitter (dat is Weydts) de Adviesgroep minstens vier keer per jaar bijeenroepen. Nog volgens dat Reglement is “de belangrijkste taak van de adviesgroep om actief mee te werken en mee te denken over mobiliteitsprojecten en beleidsvorming”.
Schepen Weydts werd hierover door de krant niet ingewijd, helemaal niet aan herinnerd, en nog minder over geïnterpelleerd. Kans voor een pittig stukje gemist… Het is weerom wat het is.

Kom, we gaan besluiten.
– De gazetten (niet enkel HN, HLN is een catastrofe, de Krant van WVL is volkomen amateuristisch) komen er niet toe om de handelingen, de onderduimse politiek van Weydts op een competente, professionele wijze te ontbloten.
– Geen kiezer, krantenlezer (journalist) die weet dat Weydts letterlijk heeft verklaard dat “de essentiële keuzes/scenario’s” inzake mobiliteit pas kunnen gebeuren door de nieuwe, toekomstige bestuursploeg. In de praktijk is dat 2025 ! (Cf. raadscommissie 7 maart, d.w.z. niet voor de bühne in de gemeenteraad. Staatsmanschap is dat!)
– Intussen heeft de schepen zonder te beschikken over een Regionaal MPL zijn mobiliteitspolitiek de facto al voor een groot stuk verwezenlijkt, met zgn. “voorafnames” op dat R.MPL. Zonder de ongetwijfeld potentieel doorknede adviezen van de 20 verkozen leden uit de Adviesgroep Mobiliteit Kortrijk, twintig pottenkijkers die na twee vergaderingen nooit meer zijn gevraagd. Axel toch ! Gij, een democraat in hart en nieren !
Maar ja, Axel is wel een durver hoor! Niet voor niets beroepshalve legerkapitein. Als hij voor oktober volgend jaar, zo vlak voor de kiescampagne met zijn stedelijk MPL naar de kiezer komt, dan zou het kunnen tot gevolg hebben dat hij terug “kapitein in functie” wordt. Een soldaat. Ja, daar ligt zijn kunnen.




Even een korte interruptie (7)

Her bericht dat schepen Axel Weydts (“Vooruit”) zijn gemeentelijk mobiliteitsplan over de komende verkiezingen heen wil tillen (en daar enkel drogredenen voor heeft uitgevonden) staat nog altijd verscholen achter de betaalmuur van ons regionaal ‘Nieuwblad”.
Dat zal na zoveel dagen waarschijnlijk zo blijven, tenzij men bijv. maandag a.s. onverwacht enkele blokken advertenties moet missen en er plaats vrij komt.
We stellen dus nog even onze commentaar uit op dat gedurfde artikel van reporter Kris Vanhee.
Tot maandag.
Als dit stuk nooit in de papieren krant HN komt (en in andere), dan missen de Kortrijkzanen (de kiezers) een hoogst belangrijk politiek feit. Met name dat de schepen geen enkele serieuze ingreep inzake mobiliteit meer kan uitvoeren zolang er geen plan ter zake bestaat. (Intussen had hij al die voorbije jaren wél het lef om zeer ingrijpende “voorafnamen” – zo noemt hij dat – op dat plan uit te voeren.)
Kortrijk transparante stad??

Blijft schepen Axel Weydts achter de betaalmuur?Alweer buiten schot?(6)

Wie niet te beroerd is om deze elektronische, alternatieve stadskrant te lezen, weet al vele jaren maar al te goed dat de schepen van Mobiliteit en Openbare Werken een heel speciaal geval is.
Wat zijn persoonlijkheidsstructuur betreft, bestempelt onze redactie hem onvervaard als een politieke caractériel. Nu, iedereen heeft het recht op een of andere overheersende karaktertrek, maar het specifieke probleem bij Weydts (een schepen!) ligt hierin dat zijn koppige eigengereidheid en agressiviteit zijn politiek functioneren volkomen beheerst, eigenlijk letterlijk bepaalt. De content ervan valt congruent samen met zijn “temperament”. (Behandelingen om hem wat in te tomen zijn volgens medisch-psychologische bronnen uitgeput.)
Goed.
Wat weet de Kortrijkzaan daar nu allemaal van? Zeker niet alles. Er heerst ten allen kante en bij alle volkslagen ongetwijfeld veel ongenoegen over zijn beleid – zeker daar waar zijn daden flagrant zichtbaar zijn – maar 1) een aantal enorme blunders (die miljoenen kostten) blijven toch nog onder de radar, 2) van de subtiele finesses in zijn handelswijzen en manier van denken kunnen enkel insiders (iet)wat van opvangen of vermoeden.
Onze plaatselijke regimepers (andere term voor: “embedded press”) draagt hierin uiteraard een zéér grote verantwoordelijkheid. Weydts wordt op alle mogelijke manieren “ontzien” door onze ‘Kortrijkse’ media (ook WTV), zelfs tot in die mate dat de persmuskieten de meeste elementaire deontologische journalistieke regels overtreden. Het is alsof men er beetje bang van is… (Onze senior-writer durft in al zijn arrogantie zelfs een keer uitvliegen: “Als ik zou hoofdredacteur zijn van Peter Lanssens in het regionale katern van “Het Laate Nieuws” zou ik hem ontslaan!”)

We zullen het hier nu toch nog een keer hebben over dat “mobiliteitsplan” (MPL) dat door de heer Weydts om electorale reden is uitgesteld tot in de volgende bestuursperiode. Er doken immers wat feitjes op die illustreren en aantonen wat daarnet supra over zijn persoon is beweerd.
Onze lezers weten over deze MPL-materie alreeds van de hoed en de rand, maar er blijft toch wat te vertellen over de manier waarop Weydts de pers bespeelt en er ‘au fond’ meester over is. En over de zaak zelf komt er ook nog wel iets. We gaan zien.

* Op 13 maart verspreidde het Vlaams Belang een persbericht over het verdagen van het lang beloofde mobiliteitsplan. (Er is geen andere oppositie meer.)
Geen enkele krant of “beeldbuisbeheerder” ging daarop in, tenzij “Het Nieuwsblad” met als auteur Kris Vanhee. Dat verbaasde ons wel een beetje want die krant is zelden het toonbeeld van enige euvele moed als het gaat om controversiële, delicate Kortrijkse politiek. Maar zie vooral verder.
Ook het weekblad “De Krant van West-Vlaanderen” zag geen reden om het bericht als van politiek belang te beschouwen. Ook dat begrijpen we volkomen. Ten eerste is het DNA van die gazet op alle gebied volstrekt gezagsgetrouw. Loyaal aan wie macht bezit of aanzien heeft. Tevens heeft het weekblad beroepshalve geen één reporter beschikbaar die enigszins bekwaam is om de gemeentepolitiek in de streek deskundig te verslaan. De beste redacteurs lopen binnen de kortste keren weg, bijv. nogal recent Olav Verhaeghe. Momenteel zitten we voor wat de Kortrijk betreft opgescheept met ene Margot Demeulemeester die zelfs de eenvoudigste journalistieke regels vergeet. (Zij applaudisseert bij gelegenheid in de gemeenteraad!)
“Het Laatste Nieuws” dan, met onze Lanssens. Deze vliegende horeca-reporter heeft qua politiek een rode telefoonlijn met schepen Weydts. Het is zijn woordvoerder, zijn acoliet (Men zegt mij dat hij eerder informatie krijgt van de schepen en/of het College dan zijn concullega’s van de pers.)
Peter Lanssens brengen we tegenwoordig onder bij het nieuwe soort journalisten 2.0.

* Op 14 maart vinden we dus in HN een stuk over de MPL-zaak. Ten eerste met een verkeerde titel (er is sprake van een “Vervoersplan”) en ten tweede staat het verhaal enkel “on line” te lezen (gedagtekend op 14 maart, om 15u55).
Het artikel zit al sinds drie volle dagen achter een betaalmuur en onze vrees is dat het zo zal blijven. (De krant maakt daar een gewoonte van: de meer kiese zaken krijgen stilletjes en onmerkbaar voor de gemiddelde lezer een te betalen melding.) Caractériel Weydts raakt namelijk volledig over zijn toeren als hij maar één woord van kritiek hoort of leest over zijn beleid, en als het er ietwat serieus aan toegaat heeft hij stante pede psychologisch-medische begeleiding nodig. Gelukkig gebeurt dat in de pers NOOIT, in de gemeenteraad wel, wel te verstaan door het VB en een zéér zeldzame keer door Matti van Groen.
De opsteller Kris Vanhee Van HN nam blijkbaar contact op met de schepen. Hoor en wederhoor, nietwaar? We vragen ons af wat hij van de schepen aan stille wenken te horen kreeg (misschien lichte terechtwijzingen, of zelfs wat reprimandes).
Nu, over de inhoud van de repliek van Weydts hebben we het nog in een volgende editie. Wat zegt hij niet? Wat stelt hij verkeerd voor?

* Schepen Weydts liet in een Raadscommissie (de eerste van de drie) op de dinsdag voor de gemeenteraad weten dat hij het MPL in de ijskast had gestopt. Hij vertelde die belangrijke beleidsdaad niet publiek in de gemeenteraad. Dat betekent dat raadsleden uit een andere Commissie daar niet van op de hoogte waren (tot ze het verslag kregen en dat ook hebben gelezen), en de pers of het publiek nog minder. Dat is de tactiek van een politieke caractériel. Indien nodig blijven ze wel met een gladde truc buiten schot.

* Maandag 13 maart was een gemeenteraadsdag. Zoals we het stilaan gewoon werden, krijgen we daar geen verslagen meer van te zien in onze gazetten. Dus las u, beste lezer, zeker niet het minste woord over dat ongezien incident dat zich toen heeft voorgedaan: Weydts weigerde te antwoorden op twee (mondelinge) vragen van raadslid Carmen Ryheul inzake het mobiliteitsplan. Verbijsterend is dat.
Kortrijkwatcher had het daar intussen al over, onder de titel: “Dat is geen mondelinge vraag!
Zoals gezegd, in onze volgende uitgave volgt wat commentaar bij dat stuk van Vanhee-Weydts, te vinden achter de betaalmuur van HN. Anders wordt ons verhaal hier te lang, en te vermoeiend. Indien het verhaal van Vanhee-Weydts toch ooit op papier komt gedrukt te staan, dan weet u er al wat meer over om het volledig en naar waarheid te begrijpen.
Tot kijk!

(Wordt vervolgd.)





Geen mobiliteitsplan voorzien in deze bestuursperiode (4)

De gezagsgetrouwe Kortrijkse pers vond nog altijd niet de tijd om te melden dat schepen Axel Weydts alweer een gedane belofte niet kan nakomen, met name de verzekering (op papier gedaan in februari 2022) dat er in de tweede helft van 2022 of minstens begin dit jaar een mobiliteitsplan (MPL) het daglicht zou zien. We hebben dit nooit geloofd, onder meer omwille van het feit dat hij zeker bevreesd is dat het MPL nogal wat controverse kan uitlokken, – zelfs verwensingen en veel stennis ten opzichte van zijn persoon, zijn functioneren als schepen van Mobiliteit.
Onze laatste hoop op een mooi, allesomvattend, verstandig, redelijk en coherent gemeentelijk mobiliteitsplan verzonk helemaal in het niet toen de schepen vond dat het uitschrijven van zo’n plan “niet echt dringend was“, want: “we leggen de horizon immers tot aan 2050.” (Zie het onvoorstelbaar gezagsgetrouwe weekblad “De Krant van West-Vlaanderen”, 15 september 2022, pag. 3.) Schepen laat zich hier me dunkt een beetje in de war brengen door de ondeskundige journalist die hem interviewde: het is immers het Regionaal Mobiliteitsplan (R.MPL) dat 2030 als horizon hanteert, met een mogelijke “doorkijk” tot 2050. (De gazet heeft het ook verkeerd voor door het document “Kortrijk Overmorgen” gelijk te stellen met een MPL, terwijl dat papier het heeft over een toekomstige ruimtelijk plan, een woonplan en ja, een mobiliteitsplan. De aanstelling van studiebureaus.)

Allez. Terug naar het onderwerp van deze serie stukjes over mobiliteitsplannen.
In de vorige edities vertelden we over een eerste (drog)reden die de schepen ons wil wijsmaken als motivatie voor het uitstel van de opmaak van een Lokaal mobiliteitsplan (L.MPL). Hij vond het uiterst verstandig en maar billijk om te wachten op de uitkomst van het Regionaal Mobiliteitsplan (R.MPL).
Wat is nu de tweede drogreden die hij laatstleden hanteerde, nog wel in een Commissievergadering van raadsleden? Een echt lachertje voor wie beseft dat hij al sinds zijn aantreden als schepen in 2015 (als opvolger van Marc Lemaitre) niet te beroerd is om drastische maatregelen en ingrepen te treffen inzake mobiliteit in de stad en een aantal deelgemeenten. Hij bestempelt die acties dan als “voorafnamen” op het komende Regionaal Mobiliteitsplan. Dat is echt niet te bevatten. Nu zegt hij dus dat er in bepaalde gevallen (omgevingen) moet gewacht worden om op te treden aangezien er nog enige “randvoorwaarden voor wijzigingen (inzake circulatie) nog niet vervallen zijn.” We verstaan dat allemaal niet helemaal goed, maar het is waarlijk om te lachen. Hij suggereert hierbij plaatsen waar hij in een mobiliteitsplan op heden nog moeilijk iets kan over bepalen: de stationsomgeving, de Leieboorden, een Leiebrug, de O.L.Vrouwstraat.
Gezien zijn onvoorstelbare “voorafnamen” in het verleden willen we op die drogreden zelfs niet meer ingaan. (Gaat hij Marke nu ook gerust laten?)

Over naar de derde drogreden.
Die is heel relevant, zeer veelzeggend.
Schepen Axel Weydts ontpopt zich hier als een ware democraat. Wat zegt hij namelijk?
We citeren, ongeveer letterlijk. “We gaan richting verkiezingen. Het zou niet netjes zijn om nu een plan vast te leggen dat moet uitgevoerd worden in de volgende bestuursperiode.”
Wel, wel. Hijzelf – en heel de tripartite – doet niks anders dan het volgende bestuur (coalitie) opzadelen met praktisch onomkeerbare projecten. Zal men daar nu vanaf vandaag, tot aan de verkiezingen van oktober volgend jaar, mee ophouden?
Schepen Weydts belooft van wel: “Essentiële keuzes moeten voorgelegd aan de volgende bestuursperiode.”
Te onthouden zeg.

Besluit.
Schepen Weydts wil absoluut vermijden dat de mobiliteitsproblematiek – en meer speciaal zijn beleidsdaden daaromtrent – DE thematiek wordt in de volgende kiescampagne.

Nog geen mobiliteitsplan voorzien tijdens deze bestuursperiode (3)

Héél verrassend is dat voor de redactie van deze alternatieve stadskrant “kortrijkwatcher” toch niet helemaal, en dat zal nog wel blijken uit ons verhaal over deze zaak. Er is ten andere in het verleden al te vaak aan de bevoegde schepen Axel Weydts gevraagd hoe het nu eigenlijk zat met dat Lokaal MobiliteitsPLan (L.MPL). Dat alleen al maakte ons sinds lang wantrouwig.
En nu heeft Weydts dus toegegeven dat het plan er pas komt in de volgende bestuursperiode, dat wil vooral zeggen: na de volgende gemeenteraadsverkiezingen. En hij weet waarom.
Voor dat uitstel (het plan zou er zeker komen in 2022, of hoogstens ten laatste begin dit jaar!) pakt de schepen uit met drie drogredenen.
De eerste drogreden hebben we hier in de vorige editie van onze stadskrant al vermeld: hij vindt het beter en logischer om met het plaatselijk MPL te wachten tot er een overkoepelend Regionaal Mobiliteitsplan (R.MPL) is opgemaakt. (Wij ook hoor!)
Dat argument kan niet anders dan indruk maken.
Het getuigt van intelligentie en waar staatsmanschap !
De heer schepen waardig.
Dat kan toch geen ‘verkooppraatje’ zijn? Men moet wel gek zijn om in het stadsgebied Kortrijk, zomaar lokaal een beetje te rammelen met circulatieplannen, nieuwe vervoersmodi, verkeersveiligheid, uit- en invalswegen, tarieven, wegencategorisering, enz., – en dit terwijl er op regionaal vlak nog geeneens een beleidsvisie met concrete maatregelen is uitgewerkt.
Dit eerste argument zal er bij menig gemeenteraadslid dus ingaan als zoete koek: géén Lokaal MPL zonder Regionaal MPL. In een formule gegoten: L.MPL < R.MPL.

De vraag stelt zich wel waarom de schepen van Mobiliteit dit niet eerder heeft ingezien.
Tsja. Misschien weten de meeste raadsleden dit niet (meer). Weten zij niet eens dat Kortrijk al sinds 2019 behoort tot de Vervoerregio Zuid-West-Vlaanderen (13 gemeenten). Dat die Vervoerregio zelfs een Raad kent (voorzitter: onze Ruthie! voorheen Quickie), een echte praatbarak van schepenen en diverse soorten mobiliteitsactoren. Die Raad vergadert enkele keren per jaar, produceert honderden en honderden bladzijden aan bijv. oriëntatienota’s (laatste van oktober 2020) , doelstellingen, een brochure, vergaderverslagen, enz. (Allemaal te vinden op Tinternet hoor.)
De Raad is al eind 2019 gestart met de opmaak van een Regionaal Mobiliteitsplan en het voorontwerp van het R.MPL wordt volgende maand verwacht. De goedkeuring ervan komt normaal gezien in oktober van dit jaar. En volgens het scenario: het definitief R.MPL is er in december 2023.
Schepen Weydts wil ons wijsmaken dat dit pas in 2024 zal gebeuren. Nou, dat kan, – maar de fundamentele vraag blijft bestaan: waarom is hij NU PAS tot de bevinding gekomen dat het waarlijk verstandiger is om te wachten op dat overstijgend Regionaal Plan, vooraleer met een eigen Lokaal Plan voor de dag te komen.
Er zijn daar drie redenen voor.
– Door het continue uitstel van publicatie van ons eigenste L.MPL heeft hij persoonlijk al heel deze lopende bestuursperiode (de facto sinds 2015, toen hij schepen werd) de vrije hand gehad om in stad en deelgemeenten alle mogelijke maatregelen en ingrepen (de knip!) uit te voeren die hij zelf op eigen houtje – naar zijn inzichten en obsessies – wou verwezenlijken, zonder rekening te moeten houden met mogelijke bedenkingen of zelfs obstructies van de overkoepelende Raad van de Vervoerregio.
– De tweede reden is puur politiek-electoraal gegrond en geldt ook voor zijn andere (twee) motiveringen tot uitstel. Schepen van Mobiliteit Axel Weydts durft in de aanloop naar de komende gemeenteraadsverkiezingen gewoon niet uitpakken met zijn mobiliteitsplan. Hij wil – gezien zijn twijfelachtige populariteit – absoluut vermijden dat verkeer en mobiliteit in het algemeen (parkeren!) een thema wordt in de verkiezingscampagne.
– En dan vermoeden we nog iets. Dat de schepen binnen de tripartite geen eensgezindheid kan bekomen rondom alle punten van het (door hem) voorgestelde mobiliteitsplan. (Moet de vaart verbreed? Komt er een LPZ? Blijft de knip tussen Marke en Bissegem? Willen we wel een trambus? Een overkapping van de E17? Wat met het vliegveld?)

Nu schepen Weydts het mobiliteitsplan over de komende verkiezingen heen heeft getild, kan hij het zich niet meer veroorloven om nog enige beleidsdaad te stellen als zijnde een “voorafname” op dat mobiliteitsplan. Dat kunnen we nu al stellig poneren: hij kan tot 13 oktober 2024 op gebied van mobiliteit niks serieus meer uitvoeren.

(Wordt NOG vervolgd…)


Er komt dus géén mobiliteitsplan tijdens deze bestuursperiode en dat vinden wij ongehoord! (2)

Verantwoordelijke schepen Axel Weydts (van ‘Vooruit’ met de SP.a) heeft dat eindelijk kond gemaakt, laatsleden dinsdag in een raadscommissie ter voorbereiding van de gemeenteraad van aanstaande maandag 13 maart.
Men kon die onheilstijding al min of meer verwachten, want de laatste keer dat de schepen van mobiliteit het daarover had (het was een meermaals terugkerende vraag: “waar blijft dat plan?”) liet hij uitschijnen dat het plan zeker tegen dit voorjaar zou klaar zijn. Volgens het zgn. “Bulletin van Vragen en Antwoorden” dat dateert van februari 2022 voorzag hij dat het nieuwe mobiliteitsplan (MPL) uiterlijk licht zou zien begin 2023. De schepen liet dus toen al (begin 2022) officieel weten dat in de opmaak van het plan de oriëntatiefase al was afgerond en de beleidsfase van start was gegaan.
Voor dat werk had hij trouwens al een drietal jaren geleden drie bureaus geselecteerd : Tractebel-Mint (Gent), Sweco-Buur (Brussel) en Traject-Omgeving (Gent). De richtprijs werd toen geraamd op zowat 150.000 euro. Er moet nu toch ergens een raadslid te vinden zijn dat in de gemeenteraad van volgende maandag van de schepen een keer wil horen hoeveel de drie studiebureaus intussen al konden factureren.
Let wel, over dat nieuwe MPL is al gepalaverd sinds de jaren 2015-2016. (Het oude MPL dateert van 2011, onder schepen Guy Leleu.) Wat vinden we nu al schandalig in heel deze zaak? Ten eerste? Dat schepen Weydts al die jaren ZONDER MOBILITEITSPLAN zijn eigenste zin kon doen op vlak van CIRCULATIEPLANNEN. Die er overigens niet echt zijn, ook dat nog. Al die jaren – en nu blijkt dus: een hele bestuursperiode lang – kon en kan de schepen zijn persoonlijke obsessies botvieren en op ons kap miljoenen verteren met pure “ad hoc plannen” inzake eenrichtingsverkeer, snelheidsbeperkingen, fietsroutes, parkeerplaatsen boven en onder de grond, fietsstraten, fietsstroken, snelheidsbeperkingen, fietstelpalen, parkings schrappen, een knip hier en een knip daar. Regenboogzebrapaden. Autoloze zondagen. Enzovoort. Dit soort van beleid is politiek gezien van een uiterst bedenkelijk allooi. Het is een soort van machtsmisbruik: handelingen stellen zonder mandaat. En vooral dient men nu toch een keer te snappen, dat een circulatieplan (CPL) ondergeschikt is aan een strategisch mobiliteitsplan (MPL). Een doordacht, logisch, aanvaardbaar CPL kan niet zonder een overkoepelend duurzaam MPL.
Maar de schepen vond het immer maar billijk om zijn (drastische) ingrepen te beschouwen als “voorafnamen” op het nog te maken mobiliteitsplan.

Intussen hebben we – zonder enig MPL – al een en ander moeten meemaken onder het bewind van Weydts, in de volksmond “schepen VELO” genaamd. (Wij bestempelen hem – wat wetenschappelijker – als een politieke caractériel.)
Het is bijvoorbeeld door zijn koppige, hardleerse persoonlijkheid dat zijn zgn. referendum over autoloze zondagen totaal de mist inhing. De parking K onder het winkelcentrum? Gehuurd met een wurgcontact dat ons voor jaren een miljoenverlies zal kosten. Het schrappen van de parkeergarage onder de site Texture? Een eigenwijze beslissing van de caractériel die leidde tot een gigantische schade- en onkostenvergoeding. De hoge studiekosten voor die verbinding tussen het centrum en ’t Hoge, waar waar we geen woord meer over horen. Er zijn waarlijk veel kosten aan onze schepen Weydts. Maar we glijden af, en de tijd ontbreekt nu om zijn dure miskleunen een keer allemaal op te lijnen.

Kenmerk van schepen Weydts is dat hij meent de eerste van de klas te zijn, en dat wij – Kortrijkse burgers altegader – een beetje te dom zijn om zijn beleid te begrijpen.
Kijk eens.
Hoe argumenteert de weledele heer Weydts het uitstel van het nieuwe mobiliteitsplan en het doorschuiven ervan naar het volgende bestuur? Met drie argumenten, – die we allemaal in volgorde zullen bestempelen als drogredenen.
Zijn eerste argument luidt dat het beter (slimmer, logischer) is om met het uitpakken van ons lokaal MPL te wachten tot het het Regionaal Mobiliteitsplan (RMPL) voor een gebied van 13 gemeenten (!) klaar is. Het ene moet immers als een puzzel gelijk in het andere passen.
Zie nu maar eens wat een dommeriken wij allemaal samen zijn !
Begrijp dat nu toch eens! Het is volstrekt onzinnig om voortijdig een lokaal Kortrijks MPL te maken als we nog niet eens weten hoe het Regionaal MPL er zal uitzien. Congruentie is toch geboden?
(Stel u een keer voor dat het bestuur van de Vervoerregio tot besluit komt dat een metro tussen ’t Hoge en Rijsel geboden is. Ja stel u dat maar eens voor. Dan staan we daar te blinken, met ons eigenste mobiliteitsplan dat verdorie bijv. een verbreding van de autoroute E17 voorzag…)
Versta je nu dat dit gewoon niet kan? Maar voor schepen Axel Caractériel is het wél heel wijs en kan het wél om de stad en nog een deelgemeente ook helemaal op stelten te zetten met circulatieplannen, nog voor er een breed, strategisch mobiliteitsplan is.
En waarom weet de schepen dat nu pas? Dat het beter is te wachten op het Regionaal Mobiliteitsplan? Men is daar toch al mee bezig sinds begin 2020? Waarom zei hij dat toen niet?
Weet je waarom?
(Wordt vervolgd hoor.)