Category Archives: investeringen

De HVZ Fluvia moet nog deze legislatuur onder de loupe ! (4)

Excuseer beste lezer, maar dit vierde stukje in mijn vervolgverhaal zal wanordelijk verlopen. Wij zijn namelijk zo boos over het beleid van de hulverleningszone (HVZ) dat we er gewoon niet willen en niet kunnen toe komen om hier op een beetje deftige manier onze bedenkingen te ordenen.
We schrijven er maar op los dus, naargelang wat ons te binnen valt.
En we hopen dat er nog een Kortrijks raadslid is te vinden dat in de laatste gemeenteraad voor de komende verkiezingen (zitting op 9 september) onze burgemeester wil interpelleren over de Fluvia-organisatie. Aanleiding is natuurlijk dat ongelooflijk geklungel rondom de bouw van een nieuwe hoofdzetel voor de HVZ én een nieuw onderkomen voor de brandweerposten Zwevegem en Kortrijk op het Evolis-bedrijventerrein. Ten slotte is Kortrijk zowat de grootste participant in de kosten van het project en overigens in de gehele werking van de HVZ. (Zie de verdeelsleutels vermeld in ons vorig stuk.)
Maar het gaat om meer. Wat ons in het bijzonder tegen de borst stoot is de volkomen ondoorzichtigheid van het beleid. Zoals eerder vandaag nog gezegd, het is kortrijkwatcher nog nooit overkomen dat hij de meest voor de hand liggende informatie over een bepaald onderwerp praktisch geheel en al moet opzoeken via Google en – nog erger- door als een hopeloze, onkundige domoor vragen moest gaan stellen aan die chatbot “gemini”. (Met betrekking tot een onderwerp als een publiek, openbaar bestuur ervaren we deze manier van informatievinding als een grove vernedering. Kortrijkwatcher is een obstinate fan van officiële bronnen.)

Fluvia is niet zomaar een organisatietje hoor. De intercommunale (dat is het toch?) omvat 14 gemeenten van Zuid-West-Vlaanderen met 15 brandweerposten voor meer dan 700 medewerkers (waarvan 6o beroepskrachten) en dit ter algemene beveiliging van 300.00 inwoners en 24.000 ondernemingen. Denk ook aan wespennesten.
De ontwerpbegroting van de zone voor dit eigen dienstjaar 2024 voorziet voor 20,74 miljoen euro aan uitgaven in ‘”gewone dienst” en daartegenover 19,45 miljoen euro aan ontvangsten. Personeelskosten: 15,67 miljoen. In “buitengewone dienst” raamt men zowel de uitgaven als de ontvangsten op 5,8 miljoen. De investeringen en overdrachten (subsidies) worden nergens toegelicht.

En zie, er valt ons nu onverwacht iets te binnen, iets wat we zeker niet mogen vergeten.
Fluvia mag volgens de bestemmingsvoorschriften van het bedrijventerrein Evolis aldaar eigenlijk geen hoofdzetel bouwen. Maar op een speciale ‘projectvergadering”‘ van 9 november 2023 hebben 10 Kortrijkse ambtenaren, 3 medewerkers van Fluvia, 3 architecten en 1 zaakvoerder van het project en 2 Kortrijkse kabinetsleden beslist dat wel degelijk kan worden gesteld dat de gevraagde plannen een afwijking op de bestemmingsregels van Evolis toelaten. (Merk op: geen enkele burgemeester of schepen was aanwezig op die vergadering, zelfs niemand van Leiedal, en ook niet de voorzitter van Fluvia.)
Hoe heeft men dat gefixt?
Wel, het gaat om een project, een handeling van algemeen belang met een ruimtelijk beperkte impact. En jawel: bij nader toekijken omvat het project niet louter en alleen zomaar het optrekken van een klassieke brandweerkazerne. Men beoogt een multifunctioneel gebouw met een administratief luik, een logistiek centrum, een crisiscentrum en een belevingscentrum.
Na veel zoeken vonden we de projectomschrijving van de ‘Open Oproep’ (OO 4001) van de Vlaamse Bouwmeester tot het selecteren van kandidaten-architecten voor de studieopdracht. Daaruit vernemen we dat voor de toekomst nog is gedacht aan de realisatie van een facility center én een mobipunt.
En weet je wat? Dat algemeen belang kan daarom ook gemotiveerd door het feit dat het een ambitie is om bepaalde ruimten en functies te delen met (niet nader genoemde) derden. Een ‘breed gebruik’ nastreven is het doel. Méér: het is een principe !

En hier komt nu de kat op de koord.
U zal zich herinneren dat Fluvia-voorzitter Francis Benoit onlangs met de verrassende mededeling op de proppen kwam dat de ingediende offertes bij de aanbesteding véél te duur waren. Zeker 4,5 miljoen. Het aanbestedingsdossier moet nu helemaal “herwerkt”. Ja zeg.
– Moet er dan niet een geheel nieuwe plaatsingsprocedure opgestart?
– Probleem is dat men wil besparen op de kosten door een aantal lokalen te “herschikken”. Misschien een verdieping supprimeren? Dat wil zeggen (maar men zegt het niet, althans niet publiek) dat het principe van “deelbaarheid door derden” wordt “gereduceerd”. Tast dit dan de aanname niet aan van het ‘algemeen belang’ van het project?

Beste lezer,
u denkt nu waarschijnlijk: hoe weet die gast (kortrijkwatcher) dat allemaal?
Hewel, door rondom zijn oren urenlang te googlen bij alle mogelijke instanties. En dat maakt ons juist zo boos.
De hvz Fluvia wordt bestuurd door een zoneraad van burgemeesters en een zonecollege. Het is een politiek orgaan, een rechtspersoon. De verslagen ervan moeten (decretaal verplicht) publiek gemaakt.
De zoneraad is zelfs openbaar, maar geen mens, waarschijnlijk ook geen pompier die dat weet.
Ik heb alle (in principe maandelijkse) verslagen sinds januari 2018 tot nu doorgemaakt. Daar staat dus niks substantieel in. De zgn. verslagen zijn inhoudelijk praktisch identiek aan de agendapunten. Je verneemt dan bijv. zaken als: “het zonecollege (of de zoneraad) neemt kennis van de Open Oproep van de Vlaamse Bouwmeester van het studieproject van de realisatie van de hoofdkazerne te Kortrijk.”
Om de haverklap lezen we dat men ‘kennis neemt van de stand van zaken‘ van het kazerneproject.
Om ons tot dit thema te beperken geven we even een opsomming van de ‘verslagen’ over dat kazerneproject op Evolis.
– In januari 2020 verschijnt het eerste bericht hierover : men keurt de afsprakennota met Leiedal goed. (Welke, dat moet men dan maar raden.)
– Maart 2020: men gaat akkoord met het voorbereidingsproject Evolis met de Vlaamse Bouwmeester.
– Mei 2020: men neemt kennis van de kaderovereenkomst van 28 april met een stappenplan om tot een finale overeenkomst te komen. A ja ! Geen tekst van een kaderovereenkomst gevonden. (Zit in de bijlagen van een gemeenteraad, maar als eenvoudige burger zien we die niet.)
– November 2020: men neemt kennis van de selectie van de Vlaamse Bouwmeester. (Zeer goed.)
– December 2020 en januari 2021: (idem.)

In januari 2021 blijkt er iets verdacht aan de hand. Er is een vordering van een architect in verband met de selectie van studiebureaus. Een rechtszaak! (Geen nadere informatie.)
Voor de rest van dit jaar 2021 in de verslagen of agenda’s niets meer te merken over het kazerneproject. (Des te meer over de uitgave van een brandweerkalender.)

2022 nu.
– Januari: de gereserveerde’ grondpositie’ op Evolis is effectief ter beschikking gesteld. (Geen oppervlakte, geen koper, geen prijs aangegeven.)
– April: er is een architect aangesteld. (Wijzelf hebben die gevonden!)
Op 24 juni 2022 een bizar en nog wel een ongewoon concreet bericht.
Het ereloon van de architect is bepaald op 9,23 procent. Dit staat er werkelijk te lezen: 1.524.122,55 euro, of met BTW dan: plus 320.085,32 euro. (Kunnen we hier de prijs uit afleiden van het kazerneproject?? Er valt ons weer iets te binnen. De Vlaamse Bouwmeester had het over een project van 15 miljoen, zonder BTW.)

2023
– Oktober: geconstateerd wordt dat het activiteitenverslag voor dat jaar een uitleg bevat over het uitvoeringsplan, de timing, de financiering van het kazerneplan. (Niets van te merken!)
– Mei: er is een schrijven gericht aan de 14 gemeenteraden met de vraag om een ‘feed back’ over de financiering. (In de Kortrijkse gemeenteraad niets van terug gevonden.)

2024
Nou zeg. Op 8 juni is in het zonecollege en in de zoneraad de aanbesteding ter sprake gekomen.
Punt 11. Waarschijnlijk is dat het moment waarop men inzag dat de kosten veel te hoog opliepen.
Punt 12 gaat over het opstalrecht. (Ergens hebben we vernomen dat dit recht nu toekomt aan Fluvia zelf, en niet aan de gemeente Kortrijk of Zwevegem.)

(Wordt vervolgd. Met nog een verslag over de wijze waarop we als infantiel worden bejegend. )









Over de financiering van de nieuwe Fluvia-kazerne op Evolis (2)

Kortrijkwatcher kent uit deze bestuursperiode geen enkel groots project dat zo knullig verloopt en bemeesterd wordt als dat van de bouw van een nieuwe hoofdkazerne (hoofdzetel) voor de hulpverleningszone (HVZ) Fluvia op het bedrijventerrein Evolis in Kortrijk. Bij gelegenheid krijgt u daar nog wat staaltjes van te horen. Volstrekt ergerlijk is ook nog dat de publieke informatie over heel dat kazerneringsplan volkomen ondermaats is. Soms nihil. Zo hebben we een serie vragen in petto waar we geeneens een antwoord op vinden, zelfs niet in die officiële maar volstrekt inferieure verslagen van het zonecollege en de zoneraad van de HVZ. (We hebben AL die maandelijkse verslagen gelezen van januari 2018 tot juni van dit jaar. Een verschrikking!..)

Wat kost dat nieuwe hoofdkwartier (én multidisciplinair veiligheidscentrum)? Wie bekostigt dat allemaal?
Helaas moeten we ons baseren op wat de gazetten ons voorschotelen, en dit op basis van wat HVZ-voorzitter Francis Benoit (Kuurnes solo-slim burgemeester) kwijt wil. En die lokale reporters hebben niet het lef noch de kennis om bij de ontwerpers of de bouwfirma te polsen om ietwat nadere informatie.
Documenten over de wijze van gunnen, de kandidaten, de aanbesteding, de offertes voor de bouwopdracht hebben we nergens gevonden. Het activiteitenverslag van het jaar 2023 – ook gelezen! – vermeldt nochtans dat van alles is besproken in de zoneraad van oktober van dat jaar. Dus zijn we stante pede gaan kijken naar dat rapport. Het punt staat niet eens geagendeerd!

Beste lezer,
als slechte Qortrijkzaan wilden we niet opgeven en in onze zoektocht ten minste te weten komen hoeveel stad Kortrijk (dat zijn wij!) financieel bijdraagt in het project.
Hoewel de zaak zeker al aansleept sinds het jaar 2019 kon de voorzitter van Fluvia pas op 7 februari van dit jaar de plannen van de nieuwe hoofdkazerne en (toebehoren) wereldkundig maken. Totale kostprijs iets van 20 miljoen. Dat was hoogstwaarschijnlijk het geraamde bedrag want op 11 juli laatstleden moest Francis Benoot toegeven dat men zich wat had misrekend. Het project zou 26,5 miljoen kosten en de voorzitter vond dit (zonder nadere toelichting) toch 4,5 miljoen euro te duur. Hij liet ook uitschijnen dat meer speciaal stad Kortrijk daar geen vrede zou kunnen mee nemen. Waarom?
Reden genoeg voor kortrijkwatcher om met verdubbelde ijver op zoek te gaan naar de manier waarop dat project eigenlijk wordt gefinancierd. Gevonden, en heus niet in de verslagen van de zoneraad. Wel in een Kortrijks Collegebesluit van 20 november 2023. De 14 gemeenten die deel uitmaken van de hulpverleningszone participeren wel degelijk in de kosten. We vonden zelfs de verdeelsleutel, maar weten helemaal niet waarop die is gebaseerd.
En zie nu een keer waarom stad Kortrijk niet echt kan gecharmeerd worden door de meerkost van – in feite – 6,5 miljoen.

Het Kortrijkse aandeel bedraagt niet minder dan 37,26 procent. En dat van Zwevegem (waarvan het korps ook onderdak zal vinden in het nieuwe hoofdkwartier) slechts 6,84 procent, dat is nu in geld omgezet ‘slechts” 288.379,55 euro.
In geld uitgedrukt betaalt onze stad voor dit jaar 2024 een investeringstoelage voor de kazerne ter waarde van 1.570.909,66 euro. Vorig jaar was dat nog 1.232.775,73 euro.
De financiering verloopt overigens heel grillig. (Wij zeggen dat niet, wel de schepen van Financiën.)
In het jaar 2020 heeft Fluvia voor zijn Evolis-kazerneringsplan niets opgevraagd zodat we in 2021 dan het dubbele hebben betoelaagd: 2.235.600 euro. In 2022 ging het om het “normale” bedrag van 1.117.800 euro.
Totaal aandeel van Kortrijk voor de periode 2020-2024: 6.157.084 euro.
Maar voor hoeveel jaren moet Kortrijk (en de andere gemeenten) nog een investeringssubsidie uitbetalen? Dat we het niet weten! Maar volgens het laatste Kortrijkse meerjarenplan (vierde aanpassing) moet ‘het ergste’ nog komen.
– In 2025 verwacht Fluvia van ons nog 2.554.010 euro.
– In 2026 niet minder dan 5.666.745 euro en (ten slotte??)
– In 2027 terug dat ‘basisbedrag’ van 1.117.800 euro.
Reken maar uit.

Stand van zaken volgens ons meeste recente Kortrijkse meerjarenplan?
Kortrijk heeft reeds voor 3.353.400 euro “gerealiseerd”, moet in de periode van dit meerjarenplan nog 5.357.696 euro realiseren, en daarna nog een keer 6.784.545 euro. Onze eigenste bijdrage (zonder die van de 13 andere gemeenten) zou dus in het totaal 15.495.641 euro bedragen.

Het is nog niet gedaan.
Stad Kortrijk heeft aan Leiedal (eigenaar van het bedrijventerrein Evolis) de nodige grond gekocht voor de kazerne: 1 ha 49 a 66 ca. Aan 145 euro per m² geeft dat 2.170.070 euro. (Goedgekeurd in de gemeenteraad van november 2022.) Het Zwevegemse korps moet daar 1/3 van betalen bij middel van een erfpacht met een jaarlijkse canon van 14.467 euro, te indexeren, en met ingang van 1 januari 2023.
Dat zou dus gaan om een som van 723.357 euro, te spreiden over…50 jaar.

P.S. (1)
Voor dit jaar betalen de 14 gemeenten samen een investeringstoelage van 4.216.075,30 euro voor de kazerne.
Nog gemeenten met een hoge verdeelsleutel zijn Waregem (10,83% = 456.600,96 euro), Menen (9,95% = 419.499,49 euro), Wevelgem (8,06% = 339.815,67 euro).
P.S. (2)
Diezelfde verdeelsleutel geldt ook voor de berekening van de jaarlijkse dotatie aan Fluvia en voor andere, “gewone” investeringen. Zo betaalt Kortrijk dit jaar nog als exploitatiedotatie 4.191.750 euro en voor doordeweekse investeringen 596.160 euro.





En nu de perikelen omtrent de nieuwe Fluvia-kazerne (1) – een woord vooraf

Ja, het gaat hier wel degelijke nog om een woord vooraf.
We zijn namelijk al zowat twee halve dagen aan het zoeken naar wat meer informatie over dat project van de hulpverleningszone (HVZ) Fluvia om op het bedrijventerrein Evolis een nieuw hoofdkwartier te bouwen. Eenvoudiger, volkser gesteld: een gloednieuwe brandweerkazerne voor de korpsen Kortrijk en Zwevegem, evenwel met van alles erop en eraan. Later meer daarover.
Met pompiersprojecten heb je altijd last.
U kan (zum beispiel) niet geloven hoeveel moeite ons dat indertijd gekost heeft om de gang van zaken te volgen bij de restauratie en de ombouw van de oude Kortrijkse kazerne naar een zgn. deelfabriek. Meer speciaal de duur van het project en de bijgaande evolutie van de kostprijs. (Ja, die studieopdracht dateerde al van in april 2020 en de kostprijs is intussen opgelopen van ca. 3,8 miljoen naar 6,7 miljoen.)

Hoewel de huidige voorzitter van de HVZ Fluvia tegenwoordig niemand minder is dan de Kuurnse burgemeester, hebben we alweer te maken met een ongelooflijk staaltje van typisch Kortrijkse, geheel onbeschaamde aankondigingspolitiek.
Weet u wel dat al in het jaar 2020 de Vlaamse bouwmeester verzocht werd om Fluvia bij te staan in het zoeken naar een ontwerper van de nieuwe “hoofdzetel” van de HVZ? Na een selectieprocedure (52 kandidaten!) heeft men dan op 22 oktober 2020 vier bureaus weerhouden. De laureaat werd “Archiles Architectenbureau, Compagnie O”. Overigens werd door het Kortrijkse College al op 24 januari 2020 een afsprakennota met Leiedal goedgekeurd om op het Evolisterrein van de intercommunale een kazerneproject op te zetten. (Dat was wel tegen alle bestemmingsregels van het bedrijventerrein in, maar men vond dat een en ander sloeg op een zaak van algemeen belang.)

Aankondigingspolitiek !
– Over het project is uiteraard al eind het jaar 2019 gepalaverd.
– Op 7 februari van dit jaar 2024 worden met de klassieke bombarie (op radio en TV en in de gazetten) de plannen en foto’s van het nieuwe Fluvia-hoofdkwartier voorgesteld. Politiekers preus lijk veertig. Kostprijs 20 miljoen euroots. Eind van de werken al zeker in 2026.
– Op 11 juli (ook van dit jaar) vindt de voorzitter van Fluvia plots dat de aanbestedingsprijs te duur uitvalt. Een offerte van 26,5 miljoen, en dat lijkt Francis Benoit waarlijk 4,5 miljoen (géén 6,5 M!) teveel. De grootse plannen moeten herwerkt, geminimaliseerd. (Het aandeel van Kortrijk in de kostprijs wordt zeker te hoog.)

(Wordt vervolgd maar we weten nog niet wanneer. Dat begrijpt u wel, beste lezer.)


Designtoiletten (meervoud) in Kortrijk

Ik geloof dat het de gazet “Het Nieuwsblad” was dat de kat de bel heeft aangebonden en uitpakte met een berekening achteraf van de kostprijs van één toiletbeurt in het zgn. ‘designtoilet’ aan Sint-Rochuskerk in verhouding tot wat het ding indertijd (2010) heeft gekost.
Bij al dit sensationeel nieuws kan kortrijkwatcher het niet nalaten om ook zijn duit in het zakje te doen.
Vooreerst er toch even op wijzen dat toenmalig schepen van Openbare Werken Mark Lemaitre vroeger al de zaak heeft aangekaart en na grondig onderzoek te weten kwam dat er in het jaar 2012 voor 250 euro aan inkomsten werd gevonden in de betaalautomaat. (Een beurt op het zittend toilet kostte 50 cent, wat maakte dat we hier weer konden spreken van een grove discriminatie: het mannenpissijn kostte niets.) De onderhoudskosten waren in verhouding rampzalig hoog: 2.185 euro in dat jaar.
(Wij vinden nog terug dat ‘Cleaning Professionals’ maandelijks 315 euro aanrekende.)

Wat geschiedenis.
De grote instigator van het project in het eerste decennium van deze eeuw was CVP-schepen Guy Leleu.
Zelden een raadslid gezien die met zoveel vuur (en danig veel mist spuien rondom kostprijzen) zijn actieplan heeft verdedigd. Nu ja, het toilet was met al die sensoren en moderne vormgeving enig in zijn soort. Een experiment dat bij een succesvol verloop – zo stelde Leleu – steeds minder zou gaan kosten en in de stad nog een vervolg zou krijgen. Men is dat nu vergeten: maar de schepen dacht aan nog vier bijkomende WC’s in het centrum en drie gelijkaardige WC’s ergens in de buurt van de Broeltorens. (Vandaar dat meervoud in onze titel. Maar er is nog een reden. Cf. infra.)
Guy Leleu beweerde ook nog dat er geen onderhoudspersoneel zou nodig zijn, aangezien dat automatisch zou gebeuren. Het toilet zou zich daardoor in twee jaar tijd terugverdienen !

– De NV Snoeck & Partners kreeg de ontwerpopdracht toegewezen. Kostprijs voor de studie is onbekend gebleven maar de raming voor het project bedroeg 110.000 euro.
Let wel: in de gemeenteraad van februari 2009 heeft niet enkel de meerderheid van toen (CVP en VLD) de zaak goedgekeurd, maar ook de oppositie, – de zgn. Progressieve Fractie: SP en Groen. Het Vlaams Belang heeft zich onthouden.
– Er liep slechts één offerte binnen: van de firma Verhofstadt uit Zele. Gegund voor 156.266,06 euro (incl. BTW). Bij de eindafrekening bleek dat er meerwerken nodig waren voor 12.967 euro. Het totaal kwam dus neer op 169.288,26 euro. (We herinneren ons niet dat die meerprijs werd voorgelegd aan de gemeenteraad. Herinner u de raming: 110.000 euro.)

Waarover spreekt er nu niemand?
In de zuidelijke Broeltoren is er ook een designtoilet geïnstalleerd, bolvormig en in inox.
Kostprijs: 105.571 euro.
(Vandaar het meervoud in onze titel.)
Waar blijven onze gazetten met de prijs per toiletbeurt??





Cultuurschepen Ronse en cijfers: de nieuw schouwburg (3)

Vervolg van vorig stuk waarin we nagaan in hoeverre de bedragen die schepen Axel Ronse voor de renovatie en nieuwbouw van de schouwburg kloppen met wat we terugvinden in het dossier van het project.
3. De gemeenteraad beslist over de voorwaarden en de wijze van gunnen van de algemene bouwaanneming (13 maart 2023)
De algemene aanneming slaat o.a. op sloopwerken, ruwbouwwerken, dakwerken, gevelwerken, binnenafwerking, omgevingswerken, elektriciteit, HVAC, sanitair, brandbeveiliging, en natuurlijk de nieuwbouw.
Van belang is op te merken dat de theatertechnieken en de inrichting van de keuken in het cultuurcafé nog verder moeten uitgewerkt in het uitvoeringsdossier. (Zou dat die fase 2 kunnen zijn?)
In dit stadium van het dossier maken de raadsleden voor het eerst kennis van wat de totale projectkost zou kunnen zijn. Men wijst er wel op dat het maken van een accurate raming vanwege onvoorspelbare prijsstijgingen geen sinecure is.
Hierna volgende bedragen zijn altijd incl. BTW.
De totaal geraamde projectkost bedraagt op dat moment 18.974.558 euro, met de optionele kosten inbegrepen.
Hierin onderscheiden we onder meer:
– algemene aanneming: 14.038.962 euro;
– theatertechnieken: 1.187.352 euro;
– erelonen (incl. veiligheidscoördinator): 1.744.174 euro;
– operationele kosten: 249.393 euro.
Misschien herinnert u zich dat het AMJP3 slechts voorzag in een uitgave van 14.383.483 euro en een subsidie van 7. 800.00 euro, zodat de netto-kost dan kwam op 6.583.483 euro.
Voor deze gunning is er dus op het projectbudget een onvoldoende bedrag beschikbaar ten belope van 4,2 miljoen euro. Maar dit moet op te lossen zijn door gebruik te maken van een “conjunctuurfonds” en een nog een te verwachten subsidie van het Agentschap Onroerend Erfgoed subsidie (210.000 euro).
De gemeenteraad beslist om als wijze van gunnen te kiezen voor de openbare procedure. (Zoals al gezegd: de CD&V en het VB onthouden zich.) Offertes moeten binnen in mei. De gunning aan een aannemer wordt verwacht tegen half juli 2023.
4. De gunning via openbare procedure gaat niet door (gemeenteraad 3 juli 2023)
Op de aanbesteding zijn slechts twee inschrijvingen ontvangen. En tot overmaat van ramp zijn die offertes onaanvaardbaar omwille van een ongekende overschrijding van het ramingsbedrag. In een raadscommissie laat schepen Ronse zich ontvallen dat het gaat om een meerkost van 5 miljoen.
Naar verluidt zijn de inschrijvers zelf verrast dat de gunning niet doorgaat. Schepen Ronse wijt dit alles niet aan een verkeerde raming van zijn diensten, maar wel aan de hoogconjunctuur. (Aannemers hebben overal te lande te veel werk vanwege de komende verkiezingen met de vele openbare aanbestedingen vanwege publieke besturen.) Niettemin worden enkele terechte opmerkingen van de inschrijvers meegenomen in het dossier.
Het ontwerp blijft hetzelfde evenals het financiële luik. Het toewijzen van de optionele posten en het ereloon van de ontwerpers wordt ietwat verhoogd.
Totaal bedrag: 18.850.161 euro.
Algemene aanneming: 14.038.962 euro.
Er moet dus een nieuwe plaatsingsprocedure gekozen worden. De gemeenteraad staat toe dat er zal gewerkt worden volgens de “mededingingsprocedure met onderhandeling“. Dit keer met instemming van de CD&V. (De geheime onderhandelingen over de opmaak van een nieuwe stadslijst voor de verkiezingen zijn al bezig?)
5. Definitieve gunning van de algemene aanneming (CBS 8 januari 2024)
(Het niet toewijzen van de openbare procedure bracht dus een verschuiving van de start van de werken met zich mee.)
Na selectie van 12 inschrijvers werden er drie offertes ontvangen.
Het bouwbedrijf FURNIBO nv uit Veurne wordt geselecteerd met een offerte van 16.461.844 euro EXCL. BTW.
(Een ander bedrijf was lichtjes goedkoper en het derde bedrijf trok zich terug.) Vergelijk met de raming bij de mededingingsprocedure: die was 11,5 miljoen EXC. BTW.)
Na maandenlange onderhandelingen (“besprekingen”) tussen oktober en december 2023 kwamen twee partijen met een “best and final offer”. De ‘BEFO’ van de nv FURNIBO bedroeg uiteindelijk EXCL. BTW15.151.182 euro, dus zowat 1,3 miljoen euro minder dan de hun oorspronkelijke offerte.
(Het is over die zgn. besparing dat schepen Axel Ronse het zo trots heeft in zijn persmededeling.)
Mét BTW kost de algemene aanneming van de stadschouwburg dus 17.632.946 euro.

6. Totaal nieuwe raming van de projectkost (toelichting CBS van 8 januari 2024)
Ter gelegenheid van de gunning van de algemene aanneming aan de nv Furnibo heeft “men” een nieuwe raming opgemaakt van de totale projectkost.
Je schrikt je een hoedje.
Onze lezers vernamen hierboven al dat men het in juli 2023 had over een bedrag van 18.850.161 euro.
Hoeveel is dat nu geworden? We gaan het u een keer zeggen! 24.570.214 euro, incl. BTW.
De details van de verhoogde posten laten we hier nu achterwege. (U kunt ze opvragen bij onze redactie.)
Het gaat er ons om dat we maar weer eens aantonen hoe verkeerd de Kortrijkzanen worden voorgelicht.
En hoe de pers niet in staat is om dit te doorgronden
.

HOE IS DAT NU TOCH MOGELIJK??
Schepen Ronse heeft het in een persmededeling (én op de website van Stad) over een bedrag van 13,3 miljoen. Het gaat in de offerte voor de algemene aanneming van het bouwbedrijf Furnibo om 17,6 miljoen.
De schepen geeft ook de indruk dat het gaat om een totaal projectbedrag. In werkelijkheid is dat nu gebudgetteerd op 24,5 miljoen, en vorig jaar ging het nog om 18,8 miljoen.

Voorts heeft men het in de budgetten zoals vermeld in de aangepaste meerjarenplannen continu over een fase 1, zijnde het publieksgedeelte. Komt er nog wat??












SAMENVATTING EN BESLUIT
De communicatie van cultuurschepen Axel Ronse over de ko





Cultuurschepen Ronse en cijfers: de vernieuwde schouwburg (2)

U hebt het allemaal kunnen lezen in HLN van gisteren 28 maart: de ingrijpende renovatie van de stadschouwburg is aangevat, met als blikvangers de nieuwe theaterzaal en het cultuurcafé. Stond ook allemaal tevoren al te lezen op de website van stad. In feite gaat het om meer dan een renovatie: er is ook restauratie en nieuwbouw opgenomen in het masterplan.
We beperken ons hier tot wat de N-VA- schepen van cultuur Axel Ronse te berde brengt inzake financiering van het project (dat we genegen zijn, – al positivo haasten we ons voortaan altijd om dit uitdrukkelijk te poneren).
Schepen zegt:
– het totaalbudget bedraagt 13,3 miljoen van de stad en 7,8 miljoen euro Vlaamse subsidies;
– vergeleken met het oorspronkelijk budget had men af te rekenen met een prijsstijging van 25 procent maar door een nieuwe onderhandelingsprocedure (en extra financiering) kon men 1 miljoen besparen.
Voorts vertelt Axel nog dat er bij zijn debuut als schepen in 2019 plannen op tafel lagen om enkel een eerste fase van het zogenaamde masterplan te verwezenlijken maar dat men nu vanwege de steun van Vlaanderen aan de slag kon gaan om het volledige masterplan te realiseren.

Over dit laatste punt moeten we toch even bekennen dat we er niks van begrijpen. Eerste fase? Wat is dan de tweede?
In alle meerjarenplannen (we zijn gekomen aan de vierde aanpassing) van de lopende bestuursperiode is steeds en NOG STEEDS sprake van een masterplan fase 1, en dat slaat op het “publiekgedeelte”.
In het oorspronkelijke meerjarenplan (MJP) van december 2019 gaat het nog om een luttel investeringsbudget (raming!) van 8.110.000 euro en een subsidies ter waarde van 750.000 euro. Netto gaat het dus toch wel om een stadsuitgave van 7.360.000 euro.
In december 2020 krijgen we volgens het eerste aangepast meerjarenplan (AMJP1) plots een subsidie van niet minder dan 8.300.000 euro, zodat het masterplan nu slaat op een bedrag van – jawel – 14.377.168 euro (icl. BTW). Maar netto blijft de kost voor stad dus toch binnen de perken: 6.077.68 euro.
Ter info zeggen we er nog even bij dat de netto-uitgave in zowel het AMJP2 (2021) als in AMJP3 (2022) steeds cirkelt rond 6,5 miljoen. En de uitgaven (ramingen) blijven ook constant: 14,3 miljoen.
Maar dan gebeurt er iets waar de schepen niet over rept.
En let wel, men maakt nog steeds gewag van budgetten voor een fase 1 van het masterplan.
In het AMJP4 van 8 december 2023 is er plots een budgetwijziging met een stijging van meer dan 10 miljoen en een verhoging van het subsidiebedrag met ca. 200.000 euro. Het netto-bedrag stijgt met 9,9 miljoen.
Het budget (een raming) bedraagt dus nu, en onthoud dat maar even:
– een uitgave van 24.513.483 miljoen;
– subsidie: 8.010.000 euro:
– netto-uitgave voor stad: 16.503.483 euro.
ZO.
Herlees nu maar eens wat de schepen vertelt in de gazet en op de website van stad.


Tot op heden hadden we het over ramingen.
Laten we nu even de aanbestedingen bekijken, met andere woorden de contractuele, reëel aangegane uitgaven.
Een chronologie van de feiten. (De gazetten mogen deze gegevens gerust overnemen.) Laten we beginnen bij het begin:
1. De gunning van de studieopdracht (CBS van 14 juni 2021)
Het bureau WIT Architecten uit Leuven mag een ontwerp maken voor de nieuwbouw en renovatie/restauratie van de stadschouwburg. Ereloon 11 procent van de bouwkost. Offerte van het bureau bedroeg 1.246.500 euro (incl. BTW). In mei 2021 werd de bouwkost volgens het wedstrijdontwerp nog geraamd op 11.425.444 euro. (Bouwkost wil zeggen: zonder voorstudie, erelonen, bijkomende projectkosten)
2. Voorontwerp goedgekeurd (CBS van 31 januari 2022)
(Schepen Ronse is verontschuldigd.)
Volgens een geactualiseerde prijsraming wordt de bouwkost nu geraamd op 12.829.506 euro.
De verhoging is te wijten aan een “hoogconjunctuur van de bouwprijzen”. Er is een gemiddelde prijsstijging te bespeuren van 8,72 procent sinds april 2021, wat een meerkost geeft van ca. 1 miljoen.
Komt daarbij dat er een nieuwe regelgeving is voor de ventilatie van de zalen. Een vernieuwing van het ventilatiesysteem in de grote zaal is geboden. Meerkost ca. 453.000 euro.
In de toelichting bij dat voorontwerp is niet uitdrukkelijk sprake van een fase 1 en 2. Wel heeft men het over enerzijds het “architecturale ontwerp” en daarnaast over studies in verband met technieken (HVAC, sanitair, akoestiek,…)
3. Algemene bouwaanneming, voorwaarden en wijze van gunnen (gemeenteraad 13 maart 2023)
Even wat politiek.
In het kader van de komende nieuwe stadslijst van het Team Burgemeester én de CD&V past het hier om om er aan te herinneren dat de oppositie (ook de CD&V dus ) zich heeft onthouden.
In een stemverklaring wijst Hannelore Vanhoenacker (fractieleider CD&V) op de serieuze prijsverhoging terwijl een evenredige stijging van de subsidiëring achterwege blijft. In een repliek zegt schepen Ronse dat hij nog zal proberen om extra middelen te verkrijgen van hogere overheden en hoopt hij dat de CD&V hem hierbij zal steunen. Maar in de raadscommissie is net door de projectleider geopperd dat men een aanvraag tot meer steun heeft ingediend en dat de uitkomst was dat zoiets niet kon !

(Wordt vervolgd.)

















Wat kostte de “Lago” ons tot op heden ?

Eerst dit. We hebben het gemakshalve over “Lago”, maar dat is de commerciële benaming voor de NV S&R Kortrijk-Zwevegem waarmee onze stad en de gemeente Zwevegem in 2016 een PPS-overeenkomst heeft gesloten voor de bouw en exploitatie van twee zwembadencomplexen. Tegelijk kwam onze stad overeen dat “Lago” dus ook zou instaan voor de exploitatie van de bestaande zwembaden Lagae in Heule en “den openen” aan de Abdijkaai in Kortrijk.
Voor het nieuwe complex aan Kortrijk-Weide zou stad ipso facto instaan voor een jaarlijks bedrag van 1,5 miljoen en voor de andere twee bestaande zwemkoms voor de exploitatiekosten (onderhoudskosten, initieel zowat geraamd op een half miljoen) en de noodzakelijke grote investeringen. (We hebben ons daar deerlijk aan misgrepen; – zie infra.)

De normale vergoedingen voor Lago (Kortrijk-Weide) volgens de jaarrekeningen
2019: 1.073.314 euro
2020: 1.444.961
2021: 1.450.607
2022: 1.513.012
(De vergoeding voor 2023 kennen we nog niet, maar dat zal wel 1,6 miljoen worden.)
Ter compensatie van de dalende omzet vanwege Corona kon de NV-S&R bij stad nog geld afschooien zodat het totaal van de toelage in het jaar 2022 neerkwam op 2.162.301 euro. Eénmalig.
(Voor de toename van de energiekost bedong de NV dat de tarieven eventjes tijdelijk mochten verhoogd worden. Men heeft dat nu vergeten.)
Totale bijdrage van Stad voor de vier jaren (2019-2022) voor het complex Kortrijk-Weide: 6.131.183 euro.
(Nog 26 jaar te gaan. Dan is het complex van ons.)

De NV S&R Kortrijk-Zwevegem kampt met een liquiditeitsprobleem en moet ook nog een en ander investeren. U moet weten dat het vermogen van de NV S&R negatief is (in 2021: min 2.321.504 euro, en dat is méér dan het maatschappelijk kapitaal) zodat een klein kind kon raden dat Belfius niet meer zou bereid zijn om het thesaurieprobleem van de NV S&R Kortrijk (meer speciaal) op te lossen met een nieuwe lening.
(Te rade gaan bij een andere bank kan niet.)
Na veel vijven en zessen heeft zowel stad Kortrijk als de gemeente Zwevegem toegestemd om een zgn. doorgeeflening toe te kennen aan de NV-S&R. In Kortrijk is dat gebeurd in de laatste gemeenteraad van 19 februari. 32 stemmen voor op 40 uitgebrachte stemmen. (De CD&V heeft sinds het feit dat de partij een alliantie zal sluiten met het Team Burgemeester zijn felle tegenstand omgezet in enige “bezorgdheden”.)
De NV kreeg wat men vroeg: een achtergestelde lening ter waarde van 3.673.578 euro. Aandeel stad Kortrijk: 2.136.375 euro.) Let wel: het is een zgn. doorgeeflening. Over tien jaar krijgen we dat geld terug, misschien met wat uitstel. En de NV is wel gedwongen om zelf enige tegemoetkomingen te doen.)

Onze werkingstoelagen (en investeringen) voor Lagae-Heule en “den openen” aan de Abdijkaai.
(Helaas kennen we de bedragen niet voor de zwemkoms afzonderlijk.)
2018: 462.013 euro
2019: 1.766.912
2020: 2.174.709
2021: 2.248.594
2022: 2.831.227
Totaal voor die beide zwembaden: 9.483.555 euro.
De sprong van een half miljoen naar 1 en dan 2 miljoen kunnen we niet uitleggen. Het enige wat we weten is dat er in “den openen” wel altijd iets kapot was, of moest vernieuwd.
In 2021 is de forfaitaire werkingstoelage veranderd en kreeg “Lago” voor de exploitatie een vergoeding van 15 euro per zwembeurt. Intussen is deze “prijssubsidie” door de indexering 18,5 euro geworden.)

ZO.
Bedankt voor het kijken.



Overzicht investeringen OCMW in eerste bestuursperiode 2013-2018

In onze vorige editie kreeg u een overzicht van de investeringen van de tripartite in de beide legislaturen.
Daarbij werd gewezen op een feit dat wel eens vergeten wordt. In de eerste bestuursperiode 2013-2018 is de stadsbegroting afgescheiden van die van het OCMW. In de tweede bestuursperiode (2019-2024) niet meer, d.w.z. dat althans vanaf het jaar 2020 de OCMW-begroting is “ingekapseld” in die van stad. Overigens ook die van de twee vroegere Autonome Gemeentebedrijven (de AGB’s Parko en SOK) en de vroegere zeven gemeentelijke VZW’s (zoals Stedelijke Musea, Bruisende Stad, Sport, enz.).
In komende debatten ter gelegenheid van de gemeenteverkiezingen mag dit niet uit het oog worden verloren. Mag de tripartite niet de bedrieglijke indruk wekken dat de investeringsuitgaven op de huidige, op zijn eind lopende bestuursperiode plotseling immens zijn verhoogd.
De burgemeester heeft al een keer het gerucht verspreid dat we dit keer – in deze legislatuur dan – niet minder dan 363,2 miljoen zullen geïnvesteerd hebben. Dit is, zoals we al opmerkten, een perfect goede machiavellistische benadering van de feiten. Hij mag dat niet meer doen! Quickie mag ons niet als dom kiesvee beschouwen zoals zijn leermeester hem voorhoudt in zijn lijfboek “Il Principe”.
– Ten eerste slaat dat vermeende bedrag (klakkeloos overgenomen door de pers) helemaal niet op deze legislatuur, maar komt namelijk uit het laatste meerjarenplan en dat slaat op de jaren 2020 tot en met 2025.
– Ten tweede – en dat maakt de bewering totaal zinloos: de legislatuur is nog niet gedaan! Hoe kan Quickie dan nu reeds opperen wat er zal geïnvesteerd worden?
– En ten derde is de meest wijze en juiste manier van (laat ons zeggen) waarheidsvinding om het te hebben over de werkelijke vastleggingen (contracten) of aanrekeningen. Zo zagen we bijvoorbeeld dat in de eerste vier jaren van deze legislatuur door Stad plus “satellieten” voor 55 procent is gerealiseerd, in vergelijking met de initiële ramingen. We moeten dus nog de jaarrekening voor 2023 afwachten, – en dat wordt waarlijk wachten geblazen tot in de maand mei. Terwijl we de werkelijke investeringsuitgaven van dit jaar 2024 zelfs pas zullen kennen in de lente van 2025, dus lang na de verkiezingen…
Dat alles maakt een accurate financiële beoordeling van de gehele investeringspolitiek van de tripartite nogal twijfelachtig.

Nu, om bij vergelijking tussen de eerste en tweede legislatuur de debatten zuiver te houden geven we hierna op algemene aanvraag ook kennis van de OCMW-uitgaven in 2013-2018. (In vorige editie niet gedaan.)
Netto-bedragen? In het totaal 47.577.188 euro. Dat bedrag kunnen we dan – later dus, in 2025!) optellen bij de netto- investeringsuitgaven van stad zelf en komen we tot een totaal van de werkelijk bestede uitgaven van de tripartite in haar totale bestuursperiode vanaf 2013.
De realisatiegraad voor alle OCMW-uitgaven kunnen we u helaas niet meegeven want we konden niet achterhalen wat men in het jaar 2013 juist heeft geraamd aan uitgaven. Zullen nog eens zoeken… Of misschien kan een voormalig OCMW-raadslid ons daar aan helpen? (Het BBC-systeem was toen nog niet in voege.)
U zal intussen merken dat de OCMW-investeringen in het verkiezingsjaar 2018 onvoorstelbaar stegen, met zelfs een realisatiegraad van 86 procent.
Er werden toen gigantische sommen uitgegeven voor de restauratie van de woningen 3 tot 9 in het begijnhof (budget 2,2 miljoen), aan de flats in Bellegem (9,5 M) en aan de verbouwing van het pand Gheysens tot volksrestaurant (2,6 M).

Hierna in de eerste kolom de geraamde uitgave, in de tweede de werkelijke bestede uitgave en daaruit volgend de realisatiegraad.
2013
………………..? / 6.968.559 / …. %
2014
11.803.824 / 6.369.619 / 53,9%
2015
9.214.900 / 6.862.422 / 74,0%
2016
9.482.341 / 6.152.327 / 64,8%
2017
13.071.439 / 6.277.807 / 48,0%
2018
17.964.454 / 14.946.454 / 86,4%
TOTAAL
………………… / 47.577.188 / …..%

Zo. Nu weten we ongeveer genoeg.
Klaar voor de debatten !



Overzicht investeringsuitgaven van de tripartite in de twee legislaturen

Woord vooraf
Dit overzicht dient als bijlage (toelichting) bij ons vorig stuk over de onware en foute (machiavellistische) berichtgeving die burgemeester Vincent Van Quickenborne ons via de lokale “embedded press” voorschotelt.


BESTUURSPERIODE 2013-2018
In het bestuursakkoord “Plan Nieuw Kortrijk” luidde het dat stad Kortrijk zou overspoeld worden door een ware, historisch nooit geziene investeringsgolf. Het bestuur van de coalitie VLD, SP.A en N-VA riep zich uit tot een “investeringscollege”.
Hierna volgt een overzicht van de jaarlijkse investeringsuitgaven van stad in die eerste bestuursperiode. (OCMW niet meegerekend.)
– Het eerste bedrag slaat op wat initieel is begroot. Dat is de (bruto)uitgave, geraamd nog voor het jaar begon. Naderhand is het wel zo dat de raming in de loop van het jaar om allerlei feiten wordt bijgesteld tot een zgn. eindbedrag. (Nogal eens kleiner dan oorspronkelijk gedacht.) Maar toch blijven we bij het berekenen van de realisatiegraad ons houden aan de oorspronkelijke raming, want dat bedrag is uiteindelijk altijd datgene waarmee het College van Burgemeester en Schepen ons mee om de oren slaat, ons overdondert!
– Het tweede bedrag slaat op wat er in werkelijkheid, daadwerkelijk is uitgegeven (aangerekend). En zo komen we tot de vaststelling van de realisatiegraad in procent uitgedrukt. Let even op het feit dat de tripartite in 2013 moeizaam op gang is gekomen maar dat er bij het naderen van de verkiezingen in 2017 en 2018 een ware inhaalbeweging is gebeurd.

2013
28.517684 euro / 11.837.162 euro / 41,5%
2014
39.939.619 / 21/779.285 / 54,5%
2015
48.666.211 / 17.561.061 / 36,0%
(Dieptepunt o.a. te wijten aan vertragingen projecten Kortrijk Weide en Muziekcentrum.)
2016
35.076.916 / 18.596.389 / 53,0%
2017
38.927.323 / 31.237.351 / 80,2%
2018
36.812.978 / 26.161.987 / 71,0%
Totaal
227.940.731 euro / 127.173.835 euro / 55,79% gerealiseerd.

BESTUURSPERIODE 2019-2024
In deze tijdspanne wil Kortrijk “de beste stad van Vlaanderen” worden.
Burgemeester Vincent Van Quickenborne verspreidt over deze periode een bericht waarvan het College zou zeggen dat het om een “alternatief feit” gaat. Dat betekent eigenlijk: een totaal misleidend bericht. Een verkapte leugen. Quickie beweert namelijk ongestraft dat Stad in deze lopende legislatuur 50 procent méér zal investeringen dan in de vorige bestuursperiode. Op het eerste gezicht lijkt dat zo, alleszins voor de kiezer die niet helemaal is ingevoerd in gemeentefinanciën.
Men dient evenwel te beseffen dat vanaf 2020 het stadsbudget OOK de investeringsuitgaven omvat van het ‘ingekantelde’ OCMW. Vandaar die twee bedragen voor het jaar 2019.
Voor de jaren 2019 tot en met 2022 zijn de jaarrekeningen gekend. Daarom dat we in het overzicht voor die eerste vier jaren een tussensom berekenen.
In hierna volgend overzicht slaat het eerste getal slaat weerom op het geraamde initieel budget, het tweede op de reële uitgave.

2019
Stad: 38.916.234 / 20.278.531
OCMW: 14.876.198 / 10.395.556
Samen: 53.792.432 / 30.674.087 / 57,0%
2020
61.781.987 / 31.022.793 / 50,2%
2021
61.248.929 / 37.317.194 / 60,9%
2022
71.919.094 / 59.530.679 / 82,7% (inhaalbeweging na coronacrisis)
Totaal voor deze eerste vier jaren:
248.742.441 euro / 158.544.753 euro / 63,7%

Geraamd budget voor 2023: 85.017.250 euro
Geraamd budget voor 2024: 98.711.811 euro
Samen maakt dit 183.729.061 euro.
Dat zou betekenen dat we in twee jaar tijd meer kunnen investeren dan in de vorige vier jaren!
Onzin.


DE SALDO’s (netto-uitgaven)
Gewoon voor de aardigheid hebben we een keer berekend wat wijzelf, Kortrijzanen, uit onze eigenste portemonnee hebben uitgegeven inzake investeringen. Want we kregen bij allerlei projecten ook subsidies van hogere overheden, zelfs wel eens van Europa.
2019: 21.548.146 (waarvan 6.511.929 voor het OCMW)
2020: 20.492.006
2021: 20.693.015
2022: 28.869.871
Samen: 91.603.038 euro zelf betaald ! Uit eigen zak.

BELASTINGEN
Altijd opnieuw beweert de burgemeester dat we al die investeringen bekostigen zonder enige belastingverhoging. Ja zeg. Dat is weer zo’n “alternatief feit”. Het is wel zo dat de tarieven voor de aanvullende personenbelasting en de opcentiemen onroerende voorheffingen al die jaren ongewijzigd bleven. Oké. Maar wat iedereen natuurlijk nu heeft vergeten (ook de burgemeester?) is dat de tripartite onmiddellijk bij haar aantreden in 2013 drie totaal NIEUWE gemeentelijke belastingen heeft ingevoerd en twee wel degelijk heeft verhoogd. En natuurlijk zijn allerlei tarieven van de retributies wél verhoogd of – zo heet dat dan – puur ‘geïndexeerd’. Overigens stijgen de belastingontvangsten op ‘een natuurlijke wijze’, al was het maar omdat we meer verdienen. Om u een idee te geven. In 2019 bedroegen de fiscale ontvangsten zowat 70 miljoen. Nu, in 2024, ronden we de kaap van 80 miljoen. Maar daar kunnen we niets aan doen, tenzij dan de belastingen…verlagen.










Wanneer zal Quickie een keer ophouden met liegen?? (2)

Ter inleiding
In dit stuk gaat het over heel wat cijfergegevens.
Om een en ander leesbaar te houden – en om de liefhebbers gedetailleerde, nauwkeurige informatie te bezorgen – zullen we die later meer uitgebreid in een afzonderlijk stuk publiceren
.

2024 is een verkiezingsjaar, het sein voor politici om vooruit te plannen.” En: “burgemeester Vincent Van Quickenborne loste een eerste schot voor de boeg.”
Zo begint in de regionale editie van 6 januari van HLN een stuk van de 0,00%-journalist Peter Lanssens, de marionet van het stadsbestuur, meer in het bijzonder dan toch van Quickie en Axel Weydts, de befaamde schepen van Velo. (Lanssens heeft het daarbij om een lusvormige wandelroute die Q intussen als verkiezingsstunt heeft bedacht.)
Er staat ons waarlijk nog wat te wachten inzake – voor bepaalde kandidaten dan toch – kosteloze kiespropaganda in onze lokale gazetten, alleszins in HLN.

Het “eerste schot voor de boeg” is eigenlijk al afgevuurd in onze gazetten van vorige week, toen het stadsbestuur (in de feiten: Vincent VVQ himself) uitpakte met de mededeling dat “Kortrijk zich opmaakt voor 12 grote openingen in 2024.”
Twee gazetten hebben het daarbij nogal uitdrukkelijk gewaagd om het ook met cijfergegevens te hebben over voorbije en lopende investeringen. Zij lieten daarbij voornamelijk Quickie aan het woord. We achten het onze journalistiek-deontologische plicht om bepaalde van die cijfers die de burgemeester ons wil meegeven hartsgrondig te betwijfelen.
Dat hij zaken beweert die niet waar of niet juist zijn, of halve waarheden vertelt (of zaken NIET vertelt), dat bestempelen we dus zonder schroom als “liegen”. Politici die de kiezer misleiden met gegevens die niet juist zijn maar wel goed klinken, die noemen we dus “leugenaars”. Zo zijn we nu eenmaal.(Voor wie liever een deftiger politicologisch predicaat wil: het zijn “machiavellisten”.)

Laten we even starten met “De Krant van West-Vlaanderen” ter hand te nemen. Editie van 5 januari. Een verslag van reporter Margot Demeulemeester (die nog altijd verstoken blijft van enige elementaire kennis over gemeentepolitiek). De andere krant die ons ietwat heeft geïnformeerd is “Het Nieuwsblad” van 2 januari, maar we vonden enkel een online-versie van Bas De Wilde (om 16u13 van die dag gepubliceerd) en geen print.
Margot noteert bij monde van de burgemeester dat stad en deelgemeenten in deze legislatuur de grootste investeringen ooit kenden voor Kortrijk. “Goed voor 363 miljoen euro.”
Dat getal is wat afgerond, in “Het Nieuwsblad” houdt Bas het met 363,2 M al wat nauwkeuriger. Het gaat namelijk om 363.241.706 euro. Maar goed, daar vallen we niet over. We willen vooral onze bekommernis uitdrukken over het feit dat de reporter(s) evenwel niet in staat zijn om hierbij de burgemeester te wijzen op een ernstige onnauwkeurigheid. Een grove fout die zeer misleidend is.
Dat fameuze bedrag aan investeringen vindt men in het recent aangepaste (vierde) meerjarenplan en slaat op uitgaven uit de periode 2020-2025. Dat is dus helemaal niet “de huidige legislatuur”!! Die loopt namelijk van 2019 tot en met 2024.
Het is dus zo dat de huidige bestuursperiode niet eens is afgelopen: het jaar 2024 is pas begonnen en van 2023 kennen we zelfs nog geen jaarrekening, met het juiste bedrag van de reële investeringsuitgaven. (Dat zal waarschijnlijk en ten vroegste in de maand mei gekend zijn.)
Vergeet die 363 M dus maar, dat getal slaat nergens op.
De burgemeester mag dat nooit meer vertellen hoor ! Anders heeft hij met mij te doen !

Onze journalistiek-deontologische plicht heeft er ons toe gedreven om te berekenen wat er – in deze legislatuur al – daadwerkelijk is besteed aan investeringen. Dit alles ten behoeve van de burgemeester, zodat hij de kiezer in de toekomst ten minste wat accurater kan informeren. We hebben op basis van de reeds gekende jaarrekeningen allereerst de som gemaakt van de werkelijke gedane investeringen in de jaren 2019 tot en met 2022. De eerste vier jaren van deze legislatuur. Uitkomst?? 158.544.753 euro.
Maar nu moet u alleszins eens weten wat het stadsbestuur voor diezelfde jaren had begroot!
Dus wat Quickie ons allen (in de pers) in het verleden had beloofd van te verwezenlijken. We noemen dat: het budget. Wat we van plan zijn om te doen. Welnu: initieel is er voor de jaren 2019 tot en met 2022 globaal voor 248.742.449 euro gebudgetteerd. Dat is: voorgenomen, geraamd. Dat is net wat de burgemeester ons het liefste voorschotelt.

We kunnen dus nu ook duidelijk zien wat er in die eerste vier jaren van deze bestuursperiode in werkelijkheid is gepresteerd: een realisatiegraad van gemiddeld 63,73 procent.
Deze ongemakkelijke waarheid zal je nooit ofte nooit horen verkondigen door onze zittende burgemeester. Want dan zou hij – tegen zijn machiavellistische aard in – de ware waarheid moeten proclameren. Dat is hem te machtig. Feiten niet vertellen is ook niet koosjer. Het is: bedriegen.

Goed. De legislatuur is nog niet ten einde.
Om het bedrag te kennen van de investeringsuitgaven over heel deze bestuursperiode moeten we ook rekening houden met de uitgaven die we reëel deden in 2023 en dit jaar 2024 zullen doen. Maar die kennen we nog niet. We weten op dit ogenblik wat de burgemeester ons (via ‘Het Nieuwsblad’) diets maakt voor 2024: zegge en schrijve voor 100 miljoen investeringen. Weerom mooi afgerond, zo onthoudt men dat het best. Het officiële meerjarenplan is wel nauwkeuriger: 98.711.8811 euro. En voor 2023 is er voor 85.017.250 euro begroot. Ja, ongezien veel is dat.

Beste lezers,
Het spijt ons.
We geloven, kunnen niet geloven dat men die twee begrote investeringsuitgaven in werkelijkheid zal kunnen realiseren. Samen zou dat gaan om een geraamd bedrag van 183.729.061 euro. Men zou dus in twee jaar tijd een bedrag willen investeren dat hoger ligt dan wat men in (de eerste) vier jaar kon realiseren.
Voor het voorbije jaar konden we trouwens in de praktijk nagaan hoe het zit met de voortgang inzake investeringen. Er bestaat immers zoiets als een semesterrapport (door geen enkel gemeenteraadslid besproken.) Volgens dat rapport hadden we op 30 juni (dus halfweg) van vorig jaar al 67.307.370 euro vastgelegd (aangewend) maar is slechts 31.034.049 euro geboekt (aangerekend).
Door te vergelijken met het budget van dat jaar kun je dus nagaan wat er in dit nu afgelopen tweede semester van 2023 nog moest gedaan. Is het gelukt? Burgemeester zwijgt daar wijselijk over. Ja, nu de verkiezingen naderen jagen alle gemeentebesturen zich op. Vraag is of de aannemers wel meekunnen in de race.

De burgemeester beweert nog (in HN) dat we in deze tweede legislatuur voor 50 procent méér zullen presteren dan in de vorige legislatuur.
Kortrijkwatcher heeft zich weer aan het werk gezet om deze bewering te staven.
– In de nu lopende legislatuur besteedden we in de eerste vier jaar in werkelijkheid al 158.544.753 euro, plus hopen we nog 183.729.061 euro te verteren in 2023 en 2024. We geloven daar niet in maar zijn coulant en zeggen dat stad in deze periode dus waarschijnlijk in totaal voor 342.273.814 euro zal investeren.
De vorige legislatuur van deze tripartite liep van 2013 tot en met 2018.
Voor hoeveel geld is er in deze tijdspanne daadwerkelijk aangerekend? (Gelukkig vonden we ons archief nog terug.) We zeggen en schrijven: 127.173.235 euro. En wat hadden we toen initieel begroot? Voor 227.940.731 euro. Realisatiegraad? 55,79 procent. Weerom een gegeven waar we van onze Machiavelli niets zullen vernemen. Weet onze pers nog dat onze kandidaat-burgemeester het in zijn kiescampagne toen in 2012 had over een ongeziene investeringsgolf die Kortrijk zou overspoelen? Zijn bestuur bestempelde als een “investeringscollege”? Quickie is zijn belofte niet nagekomen. De kiezer is bedrogen.

Beste lezer, bereken maar zelf of het stijgingspercentage van 227,9 M naar de verhoopte 342,2 M zowat 50 procent bedraagt? Misschien klopt dat wel ongeveer, als we ten minste toch willen geloven wat voor hoge bedragen voor de jaren 2023 en 2024 is begroot. (Quid non. We mogen al zéér blij zijn als er voor 80% wordt gerealiseerd.)
Ons interesseert hier echter vooral weer hoe de burgemeester ons opnieuw belazert met die vergelijking tussen zijn eerste en tweede legislatuur.
Ten eerste is de stijging van de investeringsuitgaven (overal te lande) te wijten aan diverse externe factoren.
Allerhande subsidies van hogere overheden zijn hoger en talrijker geworden zodat lokale besturen meer geneigd zijn om projecten op te zetten. Voorts sloeg de inflatie toe zodat de bouwkosten (materiaal, lonen) fel toenamen. En zo zijn er nog redenen aan te geven waarom gemeenten in deze periode hogere investeringsuitgaven hebben begroot. We gaan daar nu niet op in. Een actuaris zou daar een kluif aan hebben om het effect van externe factoren (niet van beleid) op het stijgingspercentage van de investeringsbedragen te achterhalen.
Maar we moeten de loze bewering van onze burgemeester ontmaskeren met een heel fundamentele reden.
Vincent Van Quickenborne vergeet nu een keer totaal dat in de tweede bestuursperiode vanaf 2020 in het stadsbudget nu ook is ingecalculeerd wat het OCMW, de twee AGB’s en de zeven gemeentelijke vzw’s zoal hebben geïnvesteerd. Dat vermeldt hij niet, en geen journalist die dat inziet. De kiezer wordt bedrogen en belogen.
Machiavelli zou hem voor deze APOSIOPESIS, deze RETICENTIE zéér hartelijk gefeliciteerd hebben.

We willen wel even de opmerkelijke financiële repercussie van deze verzwijging illustreren met een praktisch voorbeeld.
In 2019 was de inkanteling van het OCMW in het stadsbudget nog niet van toepassing.
Kijk nu eens.
In dat jaar vermeldt het stadsbudget een investering van initieel 38.916.234 euro. Met de investering van het OCMW er bijgeteld wordt dat plots niet minder dan 53.792.432 euro.
In de jaarrekening van dat jaar 2019 gaat het van 20.278.531 euro als stadsinvestering naar 30.674.087 euro met het OCMW erbij.
Begrijpt u nu waarom de investeringen – volgens onze machiavellistische burgemeester – op ongeziene wijze (met 50 % !) zijn gestegen in deze laatste bestuursperiode?
BEGRIJPT U NU HOE HIJ LIEGT DOOR “VERZWIJGING”?

Wat de kiescampagne (de propaganda) betreft doet er zich een probleem voor wanneer men iets deftigs wil zeggen over investeringen. De werkelijke uitgaven voor het laatste jaar van de legislatuur kennen we slechts lang na de verkiezingen: pas in mei 2025…

P.S.
Zoals gezegd geven we in een volgende editie voor de diehards inzake gemeentefinanciën een serie van cijfergegevens in detail. Misschien moet er iets gecorrigeerd?