Category Archives: investeringen

Waken over een gezond financieel beleid ! Hoge nood aan meer ontvangsten ! (4)

Het is al een tijdje geleden dat we  in deze alternatieve stadskrant een tabel publiceerden met de evolutie van de geconsolideerde schuld van  onze stad.
Dat was niet bedoeld als paniekzaaierij. We wezen daarbij immers op diverse, bijna onuitroeibare misverstanden  die bij de gemiddelde burger over openbare schuld gangbaar zijn. Bijvoorbeeld vergelijkingen maken met financies van een gezin of van een bedrijf.  Of overdreven aandacht schenken aan vergelijkingen met andere steden inzake de schuld per inwoner. Die fameuze benchmarking.  Ardooie draagt een  schuld van 50 euro per inwoner, als u het soms wil weten. Wees gerust, op dit gebied plaatst Kortrijk zich op de middenmoot in vergelijking met de andere centrumsteden. Met zo’n 2.200 euro per inwoner net onder het gemiddelde (ca. 2.300 euro.)
Tevens wezen we op het feit dat er maatstaven bestaan om de schuldsituatie van een gemeente te beoordelen.  De zgn. evenwichtsvoorwaarden: de autofinancieringsmarge (AFM), het Beschikbaar Budgettair Resultaat (BBR). De schuldgraad.

Ons nieuw vivaldi-bestuur ( jawel, vier partijen in het College van Burgemeester en Schepenen) belooft van te waken over een gezond financieel beleid,  mits het aanhouden van een schuldgraad van maximaal 100 procent.
We kunnen onze lezers toch op stang jagen.
De  nieuwe kwadrapartite heeft al kort na zijn installatie (welgeteld na tien dagen) een nieuwe lening aangegaan.
Het zit zo.
Voor het  voorbije budgetjaar 2024 was er volgens het laatste aangepaste meerjarenplan voor 55,750 miljoen euro aan leningen gebudgetteerd. In de eerste helft van dat jaar is daarvan  al 43,250 miljoen  euro opgenomen. Dus zag het nieuwe Vivaldi-College zich nog in december vorig jaar genoodzaakt om (bij Belfius) een nieuwe lening aan te gaan van 12,5 miljoen. Plus nog een van één miljoen, want men ging ook nog in op de vraag van de Politiezone Vlas om een doorgeeflening van deze orde.  Ben niet zeker, maar ik meen dat de looptijd 20 jaar bedraagt. In Kortrijk is de gemiddelde leningsduur 17,5 jaar (d.w.z. de helft voor 20 jaar en de andere voor 15 jaar).

Wat is nu voor veel mensen  het probleem?
Met lenen verplaatst een gemeente de aanschafkosten van “bezit” naar toekomstige gebruikers. De aflossing en de rente op de lening moeten opgebracht uit toekomstige belastinginkomsten en retributies. Raadsleden uit de oppositie dan vooral maken daar vaak nogal wat  misbaar rond. Zeggen dan: het toekomstige bestuur (dan doelen ze natuurlijk op zichzelf als volgend nieuw bestuur) zal de belastingen moeten verhogen.
Ook de gemiddelde jeugdige burgers kunnen het lastig hebben met nieuwe leningen. Zeggen dan: de last van de aanschaf van bezit zal  op ons drukken. Ik heb dat bezwaar nooit begrepen. Er bestaat ook zoiets als ‘productieve’ of kostendekkende  investeringen. Of investeringen die de bewoner gelukkiger maken. Maar vooral: het zijn juist de bewoners van morgen die de vruchten van het gemeentelijk bezit zullen plukken.
En dit is wel komisch.
Wordt in plaats van lenen eerst gedacht aan sparen voor de aanschaf van een bezit (Kortrijk had ooit zo’n type van burgemeester) dan betalen de inwoners van gisteren feitelijk voor het genot dat de bewoners van morgen  zullen hebben…

Nu, in Kortrijk ging de vorige schepen van Financiën er prat op dat we op ongeveer dezelfde termijn lenen als de bedrijfseconomische levensverwachting van de activa die ermee gefinancierd worden.
Bon. Pff.
Laat het ons hebben over de totale openstaande schuld. 
In hoeverre is die beheersbaar?
Daar bestaat ook een indicator voor.
Herinner u wat de autofinancieringsmarge is. De AFM geeft weer of de financiën van een bestuur structureel in evenwicht zijn.  Duidt aan of het bestuur zelf (auto)  in staat is om de periodieke kapitaalaflossingen te dragen, enkel met het overschot (het positief saldo) van de exploitatieontvangsten en uitgaven.

Laat ons er even de raming voor 2024 erbij halen. (Wat stom is dat toch dat we tot in april of mei  moeten wachten op de rekening, op de reële cijfers!)
(We ronden af.)
Men schat het exploitatiesaldo op 28,0  miljoen euro.
We trekken daar de netto periodieke aflossingen van af, zijnde 18,4 miljoen. Blijft over: + 9,6 miljoen.  We hebben dus geld over om  nog méér te gaan lenen.

Van belang is nu dat die gunstige toestand toch wat blijft duren.
Of de schuldenlast nog een tijdje houdbaar is. Of we op geen alternatieve, wat geheime wijze  wijze ontvangsten creëren. Daar bestaat ook een indicator voor: de zgn. gecorrigeerde AFM.
Het trucje gaat als volgt. We doen alsof de leningsaflossing een vast percentage is van 8% op de openstaande schuld. Waarom 8 procent? Dat komt neer op  een gemiddelde looptijd van de uitstaande schuld (leningsduur) van 12,5 jaar.
In ons voorbeeld voor 2024 is de  correctie van de periodieke aflossingen met 8 procent van de totale schuld gelijk aan  3,9 miljoen. De gecorrigeerde AFM is hier dus 13,5 miljoen. Namelijk 9,8 plus 3,9 miljoen.
De gecorrigeerde AFM is dus hoger dan de gewone AFM. Dat wijst erop dat we geen (alternatieve) financieringstechnieken toepassen die de lasten verschuiven naar een onzekere (economisch moeilijke) toekomst.  We doen niet aan leningen op zeer lange termijn, obligaties, of nog minder aan bijv. gevaarlijke bulletleningen.
Maar!
Volgens het laatste (vijfde) meerjarenplan ligt de gecorrigeerde AFM in 2027 net onder de gewone AFM! De verhouding wordt steeds slechter.
Ons investeringsprogramma is te ambitieus. (En we onderschatten op een fabelachtige manier de kostprijs van de grote projecten.)
HEBT U DAT AL ERGENS GELEZEN ?
De gemiddelde afschrijvingsduur en bijhorende leningsduur is dan  langer dan de veronderstelde en gewenste 12,5 jaar.

Nu begrijpt u toch beter het nieuwe bestuursakkoord?
Dat heeft het over de verkoop van stadseigendommen ter waarde van 50 miljoen.  Men noemt dat “desinvesteringen”.  Het is een noodgreep. En men wil per se  ijveren naar een bovenlokale subsidiëring van niet minder dan 30 miljoen.
Men heeft duidelijk meer geld nodig!
Dat wist u niet hé?

Geactualiseerde raming totale kosten stationsproject: 178 miljoen

Volgens de laatste berichten bedragen de kosten van heel het project station en omgeving 177.714.530,58  euro. (Vroeger ca. 147 miljoen, geraamd.)
Let wel, dat is zonder BTW. We zullen dus wel de kaap van 200 miljoen bereiken.
Het aandeel voor Stad in dat geheel zou gaan om 26.085.928,88 euro.  Parko doet ook  zijn deel: 6.593.145,55 euro.

Dit ter info.
(Even nogmaals uitdrukkelijk stellen dat onze redactie dit project gunstig gezind is.)
Het project omvat niet enkel de bouw van een nieuw station en kantoren. Het gaat ook over de aanleg van twee busstations, twee fietsstallingen, stationspleinen (N en Z).

In de laatste gemeenteraad (20 januari, wel de eerste na de installatie van de nieuwe Raad) was  een onderdeel van  het stationsproject (nieuw bestek fietsenstalling) geagendeerd.
Er is geen oppositie meer, dat is al meteen duidelijk geworden.
Enkel een VB-raadslid (Vermeersch) nam de kans te baat om het nog even te hebben over de kosten. (Hoe zit het nu?)
Groen had niets te vertellen.
CD&V (nu behorend tot de meerderheid) ook niet. Was nochtans altijd tegen de afbraak van het bestaande station.

Allerlaatste gemeenteraad moet nog voor 70,2 miljoen investeringen goedkeuren

Morgen, maandag 18 november om 19 uur komt voor de laatste keer de gemeenteraad samen in de constellatie van zes jaar geleden. De tripartite dus, met een College van Burgemeester en Schepenen (CBS) nu nog bestaande uit telkens 3 leden van de beweging Team Burgemeester (verkapte liberalen en onafhankelijken uit entourage van Vincent Van Quickenborne) de partij ‘Vooruit’ (van Philippe De Coene) en de partij N-VA (van Axel Ronse). En – wat ons betreft – hopelijk voor het laatst onder het onvoorstelbaar partijdige voorzitterschap van Helga Kints (van TB).
Volgende maand, nog wel op 6 december, krijgen we dan de installatie van de nieuwe gemeenteraad met – als alles goed verloopt- miss Ruth Vandenberghe als nieuwe burgemeester, bijgestaan door een CBS met schepenen uit VIER partijen, te weten leden uit de beweging Team Burgemeester, uit christendemocraten (van de Stadslijst K), uit Vlaams nationalisten (N-VA) en uit Sossen (Vooruit). De monstercoalitie (dixit Ruth!)

Morgen moet die oude gemeenteraad op de valreep nog vlug een vijfde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2027 (AMJP5) goedkeuren.
Benieuwd hoe de CD&V-raadsleden nu gaan stemmen
. Bij de bespreking van het vierde AMJP hebben zij zich onthouden. Nu moeten zij zich uitspreken over een budget opgemaakt door een CBS van toekomstige coalitiegenoten met vervolguitgaven inzake exploitatie en investeringen die zij in het verleden als oppositiefractie dus niet echt konden goedkeuren.

Meer speciaal willen we hier wel nog een keer de aandacht vestigen op het goed te keuren investeringsbudget. En dit om twee redenen, ditmaal alweer voortspruitend uit onze bekende hang naar leedvermaak.
In het totaal gaat het om niet minder dan 70,2 miljoen, alleen al voor volgend jaar 2025 wel te verstaan.

Eerste vorm van vrolijk makende Schadenfreude.
We koesteren nog altijd een leuke herinnering aan een uiterst bizar statement van onze Ruthie, burgemeester-in spe. Zij zei toen (27 oktober op WTV) dat stad in de toekomst “voor meer dan 2/3de minder investeringsuitgaven” zou kunnen doen in de vorige zes jaar. Dat komt dus uit. Volgend jaar hebben we al een krediet nodig van 70 miljoen, en daarmee is nog geen enkel nieuw project mee gemoeid.
In feite hebben we volgend jaar niet de ruimte om al te starten met al die plannen die TBSK als verkiezingspropaganda in het vooruitzicht stelde in die opzienbarend luxueuze brochure ‘Het verhaal van Kortrijk”. Denk aan die visuele vorstelling van een nieuwe Grote Markt, Hoog Kortrijk met een stadion, een parkeertoren en en park. En de Ramblas!

En zo komen we aan een tweede, ook goed doordachte aanleiding tot gepast leedvermaak.
Dat aangepast meerjarenplan, zo helemaal net voor de installatie van een nieuwe gemeenteraad ingediend, is te aanzien als “een technisch budget”.
Een ‘oud’ CBS wordt geacht van zo beleefd te zijn om in het laatste jaar van de bestuursperiode niet zomaar over te gaan tot het opzadelen van het nieuwe bestuur met de kosten van geheel nieuwe projecten.
Die 70,2 miljoen slaat dus op grote (vaak sinds lang aan de gang zijnde) werven die nog altijd een grote slok vergen uit onze exploitieontvangsten. De tripartite heeft dus een aantal projecten aangevat die in de loop van twee bestuursperiodes niet konden bekostigd worden. OVERDRACHTEN. Soms met ongeziene meerkosten. Voor nieuwe plannen van de CD&V + TB + N-VA + Vooruit hebben we nieuwe belastingen nodig of leningen (maar onze schuldgraad nadert al de 100 procent.)

Waarvoor moet het nieuwe bestuur volgend jaar 2025 dus nog opdraaien?
Hierna beperken we ons tot de grote werven die binnen de kortste keren nog een krediet van méér dan 2 miljoen vergen.
– Masterplan Schouwburg (fase 1!): 13,8 miljoen euro
– Stationsomgeving (fase 2): 4,6 M
– Structureel onderhoud gebouwen: 4,5 M
– Masterplan Bissegem: 4,3 M
– Vernieuwen straten: 3,7 M
– Zorgcampus Sint-Jozef: 3,6 M
– Fietsroutes: 3,5 M
– Kazerneringsplan Fluvia: 2,6 M
– Overeenkomst met ‘Kortrijk Voetbalt’ (KVK): 2,24 M

De CD&V-raadsleden kunnen zich morgen toch niet wéér onthouden bij de stemming??

Commentaar bij de grafiek investeringsuitgaven

Voor de losse lezer van onze alternatieve stadskrant is wellicht wat toelichting geboden bij de grafiek van investeringsuitgaven in de vorige bestuursperiode 2019-2024. Onze abonnees weten er alles over, en vermoeden ook wel waarom en in welke context die hier nu wordt gepubliceerd. Onze burgemeester-in-spe is namelijk van plan om een coalitie op touw te zetten die in in het vervolg “meer dan 2/3de minder” gaat investeren dan in de vorige bestuursperiode.

De gisteren gepubliceerde grafiek mankeer wel een bedrag voor 2024.
Volgens het meeste recente, nog goed te keuren meerjarenplan (de vijfde aanpassing) hoopt men van dit jaar toch nog 93.697.013 euro te investeren.
Dat is dus het zgn. initiële budget (IB). Uiteraard is dat niet het werkelijke gerealiseerde bedrag dat we overigens pas volgend jaar (normaliter in de jaarrekening van mei) zullen kennen.

U staat waarschijnlijk verbaasd te kijken naar de geweldige stijging van het IB (en het bijhorende bedrag uit de JR,- de oranje-curve) in het jaar 2020. Schijn bedriegt. Die (fictieve) stijging is gewoon te wijten aan het feit dat de meerjarenplannen vanaf 2020 niet enkel rekening houden met het pure en loutere stadsbudget, maar daar ook de budgetten van het OCMW, de vroegere twee Autonome Gemeentebedrijven én er nog de oude 11 gemeentelijke vzw’s bijtellen. (Burgemeester Quickie heeft de brave Kortrijkzaan toen weer ferm misleid door triomfantelijk kond te doen dat de investeringen in de tweede legislatuur met 50 procent zouden stijgen, zonder toe te lichten dat dit louter het gevolg was van een nieuw soort ‘boekhouding’ bij de opmaak van de meerjarenplannen.)

Merk intussen ook op hoe vanaf 2023 de curven steil omhoog schieten: de verkiezingen naderen! Men wou nog vlug-vlug een aantal projecten realiseren. Of men zag zich verplicht om significante bijsturingen (budgetverhogingen) in te calculeren. Stond allemaal niet in de gazetten, maar allerhande enorme meerkosten kwamen vooral tot uiting in het vierde meerjarenplan (AMJP4).
Pro memorie.
– Masterplan schouwburg:+9,4 miljoen tot 16,5 miljoen.
– Kazerneringsplan Fluvia: +8,8 M tot 17,7 M.
– Zorgcampus Sint-Jozef: +7,3 M tot 38,3 M.
– Stationsomgeving: + 6M tot 13 M.
– Verledding openbare verlichting: +3,6 M tot 4,9 M.
– Depot Ruimte: +3 M tot 8,5 M.
– Masterplan Bissegem: +2,6 M tot 7,4 M.
– Abby: +2,1 M tot 9 M.
Dat was AMJP4 met als planningsperiode de jaren 20-27. “De mensen weten dat allemaal niet,” verzucht onze redactie dan bij de lectuur ervan.

Vergelijk even:
– AMJP4 voor de periode 20-25: 363,2 miljoen.
– AMJP4 voor de periode 20-27 (twee jaar erbij): 417,4 miljoen.

De overgang van AMJP4 voor de periode 20-27 naar het recente AMJP5 ook voor 20-27 is niet zo groot: van 417,4 M naar 420,9 M.
Hoe zit het met de toekomstige investeringsuitgaven? Die stijgen niet.
We hebben te maken met een technisch budget, dus zonder nieuw beleid.
Verleng maar eens zelf de blauwe curve (met uw excel!).
– Jaar 2024 dus toch nog 93.697.013 euro.
– 2025: 70.229.388 euro.
– 2026: 39.255.413 euro.
– 2027: 21.974.645 euro.
De grootste substantiële verhogingen zijn:
– Fietsroutes: + 1.173.166 euro.
– Masterplan Bissegem: + 1.645.000 euro.
En kijk!
Men wil nog zelfs nog voor 95.587 euro afwerken uit het oude bestuursakkoord “Plan Nieuw Kortrijk” van 2014-2019.

P.S.
We hopen met dit soort artikels de nieuwe raadsleden tot wanhoop te drijven !

Die “meer dan minder” investeringen en het nieuwe aangepaste meerjarenplan (3)…

We zijn nog altijd niet bekomen van die raadselachtige mededeling van onze burgemeester-in-spe over mogelijke, toekomstige investeringen.  Zij verklapte op WTV dat er volgens haar  “méér dan 2/3de minder investeringen ” zouden gebeuren in vergelijking met de vorige  zes jaar. Enige toelichting ontbrak. (Het is nochtans mogelijk dat Ruth Vandenberghe  die wel heeft aangebracht maar de medewerker van WTV er niets van heeft begrepen of het allemaal te moeilijk vond om erover te rapporteren. Omgekeerd is het ook niet ondenkbaar dat Ruthie het niet goed heeft uitgelegd. )

Intussen is er alweer een nieuw, aangepast meerjarenplan opgemaakt, de vijfde versie. Het document wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad van maandag 18 november en komt natuurlijk ook al ter sprake in de voorbereidende Verenigde Raadscommissie van dinsdag 12 november. (Noteer: het gaat nog altijd over zittingen met de oude raadsleden van de bestaande gemeenteraad.)
Zal Ruthie haar publieke uitlating (een beleidsvoornemen van de lijst TBSK!?) over de toekomstige pauze in het  investeringsbudget van deskundig commentaar voorzien, of heel de zaak dan maar overlaten aan burgemeester Van Quickenborne?

Het wordt in elk geval een boeiende gemeenteraad.
De inhoud van dat vijfde aangepaste meerjarenplan (AMJP5) dat loopt over een planningsperiode van 2020 tot en met 2027 is immers goedgekeurd door burgemeester en  schepen van de bestaande tripartite, te weten door de mandatarissen van het Team Burgemeester, de partijen Vooruit en N-VA.
Bij de lopende onderhandelingen kunnen de vertegenwoordigers van die drie fracties niet anders dan blijven vasthouden aan de nu reeds  geraamde exploitatie-uitgaven  en het investeringsbudget voor de jaren 2025, 2026 en 2027.
En aangezien de christendemocraten van de  “Stadslijst” hardnekkig blijven beweren dat de gezamenlijke lijst TBSK een onverdeeld team vormt, kunnen de huidige CD&V- raadsleden niets anders dan ook dat AMJP5 volmondig goedkeuren.
Zo’n laatste, ultiem meerjarenplan – net voor de installatie van een nieuwe gemeenteraad inclusief een nieuw College van Burgemeester en Schepenen – wordt altijd aangezien als een “technisch budget”. Dat wil zeggen: een budget dat geenszins een nieuw bindend beleid beoogt of meebrengt  voor de volgende legislatuur.
Men wil hoogstens nog een aantal zaken uit het bestuursakkoord “Beste Stad van Vlaanderen” afwerken, en tevens reeds beslist, contractueel beleid en recurrente onderhoudsbudgetten verder incalculeren.
Belet niet dat er soms toch wel een aantal forse “bijsturingen” nodig zijn.
Hoe staat het nu met de investeringen in het AMJP5 voor de jaren die komen?

P.S.
Her AMJP5 verlaagt de investeringsuitgaven voor 2024 tot 93.697.013 euro. Dit herleidt ons berekend totaal van alle initiële budgetten voor de legislatuur 2019-2024  nu tot 409.198.590 euro.

(Wordt vervolgd.)

 

 

 

Méér dan 2/3de minder investeringen: hoeveel is dat dan? (2)

Vorige dinsdag dus liet Ruth Vandenberghe, stemmenkampioen van de lijst TBSK, ons allen achter met een verbijsterend bericht op WTV.
Volgens onze burgemeester-in-spe zou het investeringsbudget (voor de volgende legislatuur)  “MEER dan 2/3de MINDER bedragen” dan zes jaar geleden.
Onze wiskundeknobbel zegt dan dat ‘wiskundemeisjes’ hiermee gewoon  willen uitdrukken  dat er straks hoogstens 1/3de investeringsmiddelen zullen beschikbaar zijn, in vergelijking met zes jaar geleden.
Dat van die “zes jaar geleden” zullen we maar beschouwen als zijnde de planningsperiode van een of ander meerjarenplan.
Of is het referentiebedrag van Ruthie voor de berekening van dat ‘1/3de  investeringsbudget’ net het bedrag dat de tripartite  ooit beloofde  in het bestuursakkoord “Beste Stad Van Vlaanderen”?  Toen had men het over 242 miljoen, wel te verstaan voor de periode 2020-2025.

Het is ingewikkeld.
Het is ook mogelijk dat Ruthie zich (traditioneel) baseert op wat anderen haar vertellen. De burgemeester bijvoorbeeld.  Quickie liet zich in volle kiescampagne (en nog wel op de VRT) ontvallen dat zijn bestuur het heeft gepresteerd om “gedurende de laatste bestuursperiode” voor 363 miljoen investeringen te hebben gerealiseerd.
Dat was weer een van zijn beruchte  “alternatieve waarheden (feiten)“.
Die 363 M is namelijk een raming, te vinden in het (vierde) aangepaste meerjarenplan (AMJP4) en dat slaat op de planningsperiode 2020 tot en met 2025. Niet op de bestuursperiode.

We weten dus niet over welk referentiebedrag onze Ruthie het heeft om te zeggen dat er daarvan “meer dan 2/3de minder” zal of kan gebudgetteerd worden als mogelijke investeringen.
Gaat het om een geraamd referentiebedrag?
Keuze te over, volgens de opeenvolgende meerjarenplannen.
– Oorspronkelijk MJP: 291,1 miljoen (4 december 2019)
– AMJP(1): 322,5 M (eerste aanpassing van 14 december 2020)
– AMJP(2): 331,3 M (16 december 2021)
– AMJP(3): 336,2 M (15 december 2022)
– AMJP(4): 363,2 M (8 december 2023)

Om welk referentiebedrag het ook gaat waar Ruthie zich zou kunnen op baseren, – daar dan hoogstens een derde van begroten als budget voor de komende zes jaar, dat blijft ongezien weinig voor een centrumstad.

Wat als het gaat om ietwat realistischer basisbedrag?
Onze trouwe lezers zijn er ons nog altijd erkentelijk voor.
We hebben onlangs per goedgekeurde jaarrekening en per jaar de initiële budgetten, de eindbudgetten en de reëel gedane investeringsuitgaven op een rijtje gezet. Van 2019 tot en met 2024 nog wel. (Zes jaar.)
Het totaal van de initieel gebudgetteerde (= geraamde) investeringsuitgaven bedraagt 414.213.188 euro.
Die ramingen werden jaarlijks aangepast en gaven als eindbudget 371.541.529 euro aan. Ook weer een raming.
De jaarrekening 2024 is nog niet gekend (die komt er pas in mei volgend jaar!). We vermoeden dat er in totaal voor de BESTUURSperiode 2019-2024 ca. 310 miljoen daadwerkelijk zal gerealiseerd zijn.
Berekend daar nu een keer één derde van. 

Zo.
We weten nu dat we niks weten over het bedrag dat Ruthie aanziet als mogelijk investeringsbudget voor de komende legislatuur. Dat er keuzes te over zijn over het referentiebedrag.
Maar de belangrijkste vraag is wel hoe zij ertoe komt om te zeggen dat we in die volgende bestuursperiode “méér dan 2/3de minder”  zullen kunnen investeren.
De onderhandelaars van N-VA (Axel Ronse) en van Vooruit (Maxim Veys) gaan daar toch niet mee akkoord??

(Wordt vervolgd.)

 

“Meer dan 2/3de minder investeringsbudget dan zes jaar geleden” (1)

Wat een vreemd in mekaar geflanste zinswending is me dat nu !
“Meer dan 2/3de minder”. Die warrige uitlating kwam zomaar in het WTV-nieuws van dinsdag 29 oktober (op 4min42 seconden) als een zeer abrupte slotzin bij een interview met Ruth Vandenberghe (stemmenkampioen van de lijst TBSK). Wel niet letterlijk door haarzelf uitgesproken.

Ruthie had het er in dat gesprek opnieuw over dat volgens haar stellige overtuiging een coalitievorming van TBSK plus N-VA plus VOORUIT een politiek onding is.  (P.S. Kortrijkwatcher vindt dat ook!)
Er kwam nog een argument boven tegen die “monstercoalitie” waar de nieuwe initiatiefnemer-informateur N-VA-schepen Ronse nog altijd naartoe wil. Net dat “meer dan… minder” te spenderen investeringsbudget  “maakt het moeilijk ieders speerpunten in het (bestuursakkoord) op te nemen”.
Héél juist Ruthie!
(Om maar één voorbeeld te geven: het verkiezingsprogramma van ‘Vooruit’ bepleit een zorginvesteringsplan van 9 miljoen per jaar.)
Het gaat trouwens om mogelijke ‘speerpunten’ van vier partijen. Men kan zich toch voorstellen dat binnen de kiesvereniging TBSK zowel de christen-democratische vleugel  (de “Stadslijst”) als de liberale club (het “Team Burgemeester”) elk een eigen, specifieke  trofee in de wacht willen slepen. (Maak me niet wijs dat de tsjeven geen eigen project in petto hebben.)

Maar wat betekent dat nu eigenlijk: “een budget van méér dan 2/3de minder”? Wil dat dan waarlijk zeggen dat stad (en OCMW) in de volgende bestuursperiode minder dan 1/3de van het vorige investeringsbudget hebben uit te geven? En hoeveel is dat dan?
Heeft de ontslagnemende tripartite dan toch zijn hand overspeeld?

Kortrijkwatcher gaat er een nachtje over slapen.
Wordt vervolgd.

T4 zegt dat stad afstevent op een schuldgraad van 100 procent in 2026

T4, dat is misschien wel het belangrijkste document dat men kan vinden in het meerjarenplan van een gemeente. Daar staat namelijk te lezen hoe het zit met de evolutie van de financiële schuld van die gemeente.
Wij hebben er even het meest recente meerjarenplan van onze stad bijgehaald om daar iets meer over te weten.  Het gaat om de vierde aanpassing van het meerjarenplan sinds het eerste jaar van deze bestuursperiode, gepubliceerd  op 8 december 2023 en slaand op de  periode 2020 tot 2027.

Zo kunnen we  ook in de toekomst kijken: de jaren  2025, 2026, 2027.
En we zeggen het dus al onmiddellijk, om te vermijden dat u nog heel dit stuk zou moeten lezen:
in het jaar 2026 mogen we ons verwachten aan 268.286.368 euro exploitatie-ontvangsten tegenover 267.260.115 euro aan totale schuld.
De ratio tussen die twee bedragen zal dus in het jaar 2026 oplopen tot net ietwat meer dan 100 procent.
Let wel, we hebben niets tegen ‘schulden maken’ in een gemeente, als die investeringen maar productief zijn en als het vermogen niet of zeker niet al te fel wordt aangetast. En als nog een paar andere zaken op orde zijn.

We denken evenwel dat in een transparante democratie de kiezer enigszins mag weten waar zijn gemeente financieel op afstevent.
Een schuldgraad van 100 % lijkt ons ietwat van het goede teveel.
Dat de lijst van Team Burgemeester ons dat niet zegt waar we naartoe gaan!

Waarom komen we daar nu weer mee aandraven ?
Aanleiding is de uitgave door de lijst TBSK van dat chic verkiezingsboekje (met harde kaft!) dat in zowat 33.000 bussen van Groot-Kortrijk is gevallen.
Een verkiezingsprogramma zoals we zelden hebben gezien.
Het verhaal van Kortrijk” middels geflatteerde foto’s van reeds gerealiseerde stedenbouwkundige werken en “renders” van toekomstige projecten zoals het omvormen van de Grote Markt in een speelplein, een trambus (die overigens niet meer wordt gemaakt) langs de Doorniksewijk,  een stadion op Hoog Kortrijk (waar Xpo niet van wil weten), een pseudo Ramblas vanaf de Markt naar het Casinoplein. En zoveel meer.
Het bijzondere nu aan deze TBSK-publicatie is dat er geen ‘begrotingstabellen’ worden weergegeven. Dat had toch ook gekund?
Mooie klimmende grafiekjes
die de stijging van investeringsuitgaven weergeven, de oplopende belastingontvangsten, de evolutie van de schuld. Mensen verstaan dat hoor !

Toen Vincent Van Quickenborne 12 jaar geleden de macht greep als burgemeester verklaarde hij plechtig dat onder zijn bewind de schulden niet zouden stijgen.  “Ik sta daar borg voor.” (Het Nieuwsblad, 26 januari 2016.)
Nu we aan het eind van zijn tweede bestuursperiode zijn beland, is het goed om voor een laatste  keer ‘de cijfertjes op de i’ te zetten.

Hierna het  verloop van de schulden voor de jaren 2020 tot 2026, afgezet tegenover de ontvangsten.
* Het jaar 2019, het eerste jaar van de legislatuur laten we buiten beschouwing omdat in dat jaar enkel sprake is van stadsrekeningen. * Vanaf 2020 zijn in de stadrekening ook de financies van het OCMW “ingekapseld”, plus nog die van de vroegere autonome stadsbedrijven (Parko, SOK) en de voormalige 11 gemeentelijke vzw’s.
* Voor jaren 2020 tot en met 2023 zijn de geciteerde bedragen reëel want de rekeningen zijn gekend. In de volgende jaren gaat het om geraamde, begrote bedragen.
Die ramingen gaan uit van de veronderstelling dat men gewoon voortdoet waar men mee bezig was.

2020
191.070.974 euro schuld tegenover exploitatie-ontvangsten van   207.849.256 euro geeft een schuldgraad van 91,8%.
2021
172.724810 / 219.406.408 = 78,7%
2022
185.176.478 / 229.235.475 = 80,7%
2023
209.176.471 / 261.816.721 = 79,8%
2024 (raming)
254.295.775 / 268.687.241 = 94,6%
2025 (raming)
261.844.550 / 270.231.871 = 96,8%
2026 (raming)
268.286.368 / 267.260.115 = 100,38%

Wellicht zal de nieuwe coalitie na de verkiezingen in een bestuursakkoord moeten vaststellen dat nieuwe leningen voor een tijdje niet zijn aangewezen. Dat bepaalde projecten best nog wat worden uitgesteld.
Mogen we hopen op een transparant bestuur dienaangaande??
De volgende bestuursploeg staat voor de zware taak om een groot nieuw meerjarenplan op te stellen voor de periode 2026 tot en met 2031. Hopelijk duurt dat geen eeuwen, zodat we ons nog herinneren wat er zoal beloofd werd in de verkiezingscampagne.
Nu, onze alternatieve stadskrant staat daar borg voor, dat weten onze lezers wel.

P.S.
Schuld zou niet stijgen??
Tussen 2020 en 2024 met 33 procent. En dat is wel meer dan de inflatie !

 

 

 

Historisch overzicht van de investeringsuitgaven in de bestuursperiode 2019-2024

 Aanleiding voor dit overzicht van de jaarlijkse investeringsuitgaven in de bestuursperiode 2019 tot en met 2024 is dat burgemeester Vincent Van Quickenborne maar blijft fake news hierover verspreiden.  Hij wordt nergens gecorrigeerd.
Voor wie dit overzicht niet verder wenst te  raadplegen even vertellen wat er te onthouden valt. Quickie zegt dat er in zijn laatste bestuursperiode voor 363 miljoen is gerealiseerd. Onze berekening komt uit op wat meer dan 300 miljoen. Punt.

Eerst nog even de begrippen definiëren.

Initieel budget (IB): wat het bestuur oorspronkelijk per jaar denkt te realiseren. Het is een raming, te beschouwen als een belofte aan de burger- kiezer.

Eindbudget (EB): in de loop van het jaar begint het bestuur in te zien dat de bedragen vermeld in de initiële begroting onhoudbaar zijn. Het meerjarenplan moet worden aangepast, praktisch altijd met lagere bedragen dan eerst bedacht.
Interessant is het om na te gaan hoe het EB zich verhoudt tot het IB.  Wat is het procentueel verschil? Hoeveel heeft men moeten bijsturen? Dat is het procentueel verschil tussen  EB en IB.

Jaarrekening (JR): het bedrag dat uiteindelijk reëel is gerealiseerd.
(Dat document wordt gewoonlijk pas goedgekeurd in mei van het volgende jaar.)

Wat de realisatiegraad (in procent) betreft, kan men die bereken als de verhouding van het reële bedrag uit de jaarrekening afgezet tegenover het initiële budget, datgene wat me dacht te verwezenlijken.
Schepenen van Financiën houden niet van die ratio, de JR/IB. Zij vinden dat niet eerlijk, omdat er naar hun oordeel in de loop van het jaar onvoorziene omstandigheden opdoken (bijvoorbeeld: onverwacht hoge inflatie) die noopten tot een herziening van het initiële budget.
Tenslotte kan men het reële bedrag vergelijken met dat van de herziene begroting, het zogenaamde eindbudget. De JR/EB.
In dat  percentage kunnen schepen van Financiën zich nog wel vinden.

2019
I B: 38.916.234 (dat is enkel en alleen de stadsbegroting!)
EB: 28.035.303 (procentueel verschil: min 27,9%)
JR: 20.278.531
– Realisatiegraad JR/IB: 52,1%
– Realisatiegraad JR/EB: 72,3%

2020
IB: 61.781.987 (méér dan alleen de stadsbegroting!)
EB: 35.905.955 (min 50,2%)
JR: 31.022.793
– JR/IB: 50,2%
– JR/EB: 86,4%
U zal merken dat het IB plots onvoorstelbaar is gestegen ten opzichte van het IB van het vorig jaar. Wat vreemd zeg. Burgemeester Quickie heeft dat op zijn machiavellistische manier beloofd: we gaan de investeringen in de tweede bestuursperiode  met 50 procent verhogen ten opzichte van onze eerste periode.

Wat zei Quickie evenwel in het geheel niet? Dat vanaf 2020 de “stadsbegroting” ook de investeringen omvat van het OCMW, plus die van de autonome gemeentebedrijven (Parko en SOK) plus die van de11 gemeentelijke vzw’s.

2021
IB: 61.248.928
EB: 45.299.637 (min 26,1%)
JR: 37.317.194
– JR/IB: 60,9%
– JR/EB: 82,4%

2022
IB: 71.919.094
EB: 61.453.766 (min 14,5%)
JR: 59.530.679
– JR/IB: 82,7%
– JR/EB: 96,8%

2023
IB: 81.635.334
EB: 85.017.250 (PLUS 4,1%)
JR: 67.899.243
– JR/IB: 83,1%
– JR/EB: 79,8%

2024
Hier zitten we met een probleem.
We weten wel wat het voorgenomen IB was,
maar aangezien het jaar nog niet ten einde is, spreekt het vanzelf dat we nog moeten wachten (tot volgend jaar!) om de werkelijk gedane investeringen (de JR) te kennen.
Het enige waarop we ons kunnen baseren om iets af te weten van de reële uitgaven (de JR) is het bedrag dat te vinden is  in het semesterrapport.  Er is dit jaar op eind juni van dit jaar al 84.971.408 euro vastgelegd.
Maar zelfs het beschikbare investeringsbedrag is intussen gewijzigd. Men heeft er het overschot van de rekening 2023 aan toegevoegd.

IB: is van 98.711.611 opgelopen tot 115.829.618 euro.
Het EB wordt dan 115 miljoen??
JR: ??
Het heeft eigenlijk geen zin om voor dit jaar ratio’s te berekenen.
Het is wachten geblazen op de rekening 2024 en die komt er pas aan in mei volgend jaar 2025.