Het is al een tijdje geleden dat we in deze alternatieve stadskrant een tabel publiceerden met de evolutie van de geconsolideerde schuld van onze stad.
Dat was niet bedoeld als paniekzaaierij. We wezen daarbij immers op diverse, bijna onuitroeibare misverstanden die bij de gemiddelde burger over openbare schuld gangbaar zijn. Bijvoorbeeld vergelijkingen maken met financies van een gezin of van een bedrijf. Of overdreven aandacht schenken aan vergelijkingen met andere steden inzake de schuld per inwoner. Die fameuze benchmarking. Ardooie draagt een schuld van 50 euro per inwoner, als u het soms wil weten. Wees gerust, op dit gebied plaatst Kortrijk zich op de middenmoot in vergelijking met de andere centrumsteden. Met zo’n 2.200 euro per inwoner net onder het gemiddelde (ca. 2.300 euro.)
Tevens wezen we op het feit dat er maatstaven bestaan om de schuldsituatie van een gemeente te beoordelen. De zgn. evenwichtsvoorwaarden: de autofinancieringsmarge (AFM), het Beschikbaar Budgettair Resultaat (BBR). De schuldgraad.
Ons nieuw vivaldi-bestuur ( jawel, vier partijen in het College van Burgemeester en Schepenen) belooft van te waken over een gezond financieel beleid, mits het aanhouden van een schuldgraad van maximaal 100 procent.
We kunnen onze lezers toch op stang jagen.
De nieuwe kwadrapartite heeft al kort na zijn installatie (welgeteld na tien dagen) een nieuwe lening aangegaan.
Het zit zo.
Voor het voorbije budgetjaar 2024 was er volgens het laatste aangepaste meerjarenplan voor 55,750 miljoen euro aan leningen gebudgetteerd. In de eerste helft van dat jaar is daarvan al 43,250 miljoen euro opgenomen. Dus zag het nieuwe Vivaldi-College zich nog in december vorig jaar genoodzaakt om (bij Belfius) een nieuwe lening aan te gaan van 12,5 miljoen. Plus nog een van één miljoen, want men ging ook nog in op de vraag van de Politiezone Vlas om een doorgeeflening van deze orde. Ben niet zeker, maar ik meen dat de looptijd 20 jaar bedraagt. In Kortrijk is de gemiddelde leningsduur 17,5 jaar (d.w.z. de helft voor 20 jaar en de andere voor 15 jaar).
Wat is nu voor veel mensen het probleem?
Met lenen verplaatst een gemeente de aanschafkosten van “bezit” naar toekomstige gebruikers. De aflossing en de rente op de lening moeten opgebracht uit toekomstige belastinginkomsten en retributies. Raadsleden uit de oppositie dan vooral maken daar vaak nogal wat misbaar rond. Zeggen dan: het toekomstige bestuur (dan doelen ze natuurlijk op zichzelf als volgend nieuw bestuur) zal de belastingen moeten verhogen.
Ook de gemiddelde jeugdige burgers kunnen het lastig hebben met nieuwe leningen. Zeggen dan: de last van de aanschaf van bezit zal op ons drukken. Ik heb dat bezwaar nooit begrepen. Er bestaat ook zoiets als ‘productieve’ of kostendekkende investeringen. Of investeringen die de bewoner gelukkiger maken. Maar vooral: het zijn juist de bewoners van morgen die de vruchten van het gemeentelijk bezit zullen plukken.
En dit is wel komisch.
Wordt in plaats van lenen eerst gedacht aan sparen voor de aanschaf van een bezit (Kortrijk had ooit zo’n type van burgemeester) dan betalen de inwoners van gisteren feitelijk voor het genot dat de bewoners van morgen zullen hebben…
Nu, in Kortrijk ging de vorige schepen van Financiën er prat op dat we op ongeveer dezelfde termijn lenen als de bedrijfseconomische levensverwachting van de activa die ermee gefinancierd worden.
Bon. Pff.
Laat het ons hebben over de totale openstaande schuld.
In hoeverre is die beheersbaar?
Daar bestaat ook een indicator voor.
Herinner u wat de autofinancieringsmarge is. De AFM geeft weer of de financiën van een bestuur structureel in evenwicht zijn. Duidt aan of het bestuur zelf (auto) in staat is om de periodieke kapitaalaflossingen te dragen, enkel met het overschot (het positief saldo) van de exploitatieontvangsten en uitgaven.
Laat ons er even de raming voor 2024 erbij halen. (Wat stom is dat toch dat we tot in april of mei moeten wachten op de rekening, op de reële cijfers!)
(We ronden af.)
Men schat het exploitatiesaldo op 28,0 miljoen euro.
We trekken daar de netto periodieke aflossingen van af, zijnde 18,4 miljoen. Blijft over: + 9,6 miljoen. We hebben dus geld over om nog méér te gaan lenen.
Van belang is nu dat die gunstige toestand toch wat blijft duren.
Of de schuldenlast nog een tijdje houdbaar is. Of we op geen alternatieve, wat geheime wijze wijze ontvangsten creëren. Daar bestaat ook een indicator voor: de zgn. gecorrigeerde AFM.
Het trucje gaat als volgt. We doen alsof de leningsaflossing een vast percentage is van 8% op de openstaande schuld. Waarom 8 procent? Dat komt neer op een gemiddelde looptijd van de uitstaande schuld (leningsduur) van 12,5 jaar.
In ons voorbeeld voor 2024 is de correctie van de periodieke aflossingen met 8 procent van de totale schuld gelijk aan 3,9 miljoen. De gecorrigeerde AFM is hier dus 13,5 miljoen. Namelijk 9,8 plus 3,9 miljoen.
De gecorrigeerde AFM is dus hoger dan de gewone AFM. Dat wijst erop dat we geen (alternatieve) financieringstechnieken toepassen die de lasten verschuiven naar een onzekere (economisch moeilijke) toekomst. We doen niet aan leningen op zeer lange termijn, obligaties, of nog minder aan bijv. gevaarlijke bulletleningen.
Maar!
Volgens het laatste (vijfde) meerjarenplan ligt de gecorrigeerde AFM in 2027 net onder de gewone AFM! De verhouding wordt steeds slechter.
Ons investeringsprogramma is te ambitieus. (En we onderschatten op een fabelachtige manier de kostprijs van de grote projecten.)
HEBT U DAT AL ERGENS GELEZEN ?
De gemiddelde afschrijvingsduur en bijhorende leningsduur is dan langer dan de veronderstelde en gewenste 12,5 jaar.
Nu begrijpt u toch beter het nieuwe bestuursakkoord?
Dat heeft het over de verkoop van stadseigendommen ter waarde van 50 miljoen. Men noemt dat “desinvesteringen”. Het is een noodgreep. En men wil per se ijveren naar een bovenlokale subsidiëring van niet minder dan 30 miljoen.
Men heeft duidelijk meer geld nodig!
Dat wist u niet hé?