Category Archives: geschiedenis

Ulla Werbrouck komt !

Het is nu zeker. Hier is vroeger al gemeld dat raadslid Eric Flo vanavond (dinsdag) in ’t Wit Kasteel zijn nieuwe Kortrijkse LDD-bestuursploeg wil voorstellen. Staat wel nog altijd niet op een of andere website van Lijst Dedecker.
Raadslid Flo heeft beloofd om een en ander uit de doeken te doen over de burgemeester en de fractieleiders in onze gemeenteraad. (Hij zal nu wel de raadscommissies van vandaag missen, ter voorbereiding van de volgende Raad.)
Het wordt een historisch moment in en voor Kortrijk.

Jean-Marie en Ulla zijn ook van de partij.

Zal Ulla Werbrouck uit Lendelede ook het woord nemen?
We mogen veronderstellen van wel, als volksvertegenwoordiger uit onze onmiddellijke regio. De politiezone VLAS.
Wie haar een beetje kent kan al bijna raden wat zij te vertellen heeft.
DAT ZIJ ZICH AMUSEERT IN DE POLITIEK !
Toen ons Ulla onverwacht pas verkozen was antwoordde ze op de vraag wat haar politieke plannen waren dat zij zich wou amuseren, en dat dit toch wel het belangrijkste was. (Zie stuk van 29 juni 2007 alhier.)

Uit “Het Nieuwsblad” van 24 juni laatstleden blijkt dat Ulla volkomen is geslaagd in haar betrachting.
Zij verklaart dat ze het in het begin lastig had. “Maar hoe langer ik in de politiek zit, hoe meer ik me amuseer.”
Zij zit vier dagen in de week in Brussel, van tien uur ’s ochtends tot wanneer het gedaan is, en dat is soms zeer laat.

Ja, dat kan. ’t Koffiekot en de bar blijven lang open, en achter het Parlement is een gezellig klein café voor parlementariërs die overuren kloppen.
Ulla heeft na bijna een jaar parlementair bestaan een eerste maidenspeech gehouden. Aantal schriftelijke vragen: geen. Interpellaties: geen.
We tellen wel al 5 mondelinge vragen en die draaien meestal rond verkeerspolitiek. Na het antwoord van de minister erkent Ulla dan dat ze heel wat wijzer is geworden. Of zegt dat zij al had begrepen dat haar vraag eigenlijk sloeg op een gewestelijke materie.
Samen met een aantal vrouwelijke collega’s diende zij ook een resolutie in betreffende de campagne tegen het “strijken van borsten” in ontwikkelingslanden. Die resolutie is nog hangend in de Kamer.

Wat ik niet begrijp is dat Werbrouck nergens vermeld staat als zijnde een lid van een of andere parlementaire commissie.

Even terugkomen op die maidenspeech in plenaire zitting van de Kamer, op 8 mei dit jaar, ’s avonds.
Iedereen heeft zich kostelijk geamuseerd. Ulla begon met te vragen: “Mijnheer de voorzitter, is het niet eerst aan mij?” (Zij wou naar huis?) West-Vlaams collega Hendrik Bogaert liet zich gewillig vangen in een shine-waza. Dat is een soort wurggreep.
De art. 12 en 13 van de programmawet moesten worden geschrapt. Want die hebben een negatieve beïnvloeding van het vorderingssaldo van 2005. Dat zijn niet-structurele maatregelen. One shots.
(De programmawet is zowat het ergste, meest lijvige en ingewikkeldste document dat een volksvertegenwoordiger in handen krijgt. Bijgenaamd “de vuilnisbakwet”. Ulla had vlug gedaan met haar interventie. Iedereen lag weerloos op de tatami.)

Kent er iemand SIEGFRIED Marie Theo Corneel VERBEKE ??

In de landelijke pers wordt hij weer afgeschilderd als zijnde een Kortrijkzaan.
WIJ, KORTRIJKENAREN ZIJN DIT BEU.
Siegfried is geen ambassadeur van onze stad. Een raadslid als Jan Deweer (VB) intussen evenmin.

In de pers bestempelde men vroeger Siegfried – bij andere rechtszaken en /of veroordelingen – als een Antwerpse drukker (Quickprint).
Het laatste adres van Siegfried dat ik ken is: P.O. Box 46, te 2600 Berchem 1.

Wat is het nu?
Volgens mijn archief is deze gek (al even crackpot als zijn broer Herbert) geboren in Antwerpen, op 21 juni 1941.
Waar woont onze Siegfried nu eigenlijk? Heeft er soms iemand zijn telefoon, in zone 056 ?
Hij is vorige 19 juni veroordeeld tot één jaar effectieve gevangenisstraf en een geldboete van 24.789.35 euro. Is zijn burgerrechten kwijt.
Die (vermeende?) Kortrijkenaar is een Negationist/Revisionist/Racist. Een ordinaire zwartzak. Een smet op onze Stad. Deftig Ultrarechts in Kortrijk en omstreken schuwt dit ras. Zit er heel verveeld mee.

Maar waar woont hij? Nog altijd met zijn niet-Germaanse vrouw?
Is er een Kortrijkzaan die hem kent? (Siegfried heeft een minuscuul baardje, en beetje buikje. Op zijn gele t-shirt staan de letters VHO.)
Had of heeft hij hier nog een copy-center?
Had hij hier vroeger of nu iets te maken met het Vlaams Blok?
Want Siegfried is met zijn “Vrij Historisch Onderzoek” over zijn paranoïde waanbeelden rondom WOII bezig sinds 1983.

Siegfried Verbeke. Zit je nu in het prison van Ieper of in Hasselt? Of Heidelberg? want daar was je vroeger ook genode gast.
Het Hof heeft geoordeeld dat u op grove en beledigende wijze de holocaust minimaliseert en uw inspiratie vindt in gevoelens van minachting en haat tegenover een bepaalde bevolkingsgroep. (Niet tegen Filipijnse vrouwen.)
Het Hof is nog beleefd. U bent gewoon een overjaarse pure gekke nazist. Het Hof overschat u.

Het Hof oordeelt dat er sinds vele jaren niet de minste gedragsverandering of verbetering in uw gedachtegoed is te bespeuren.
U krijgt effectieve gevangenisstraf.
Maar dat helpt toch niet? Hof toch.

Positief voorstel
Siegfried moet nu tot schuldinzicht gebracht worden. Genieten van een alternatieve maatregel. Een behandeling.
Laat zijn advocaat Piet Noé uit Deinze een smeekbrief schrijven naar onze Kortrijkse burgemeester om opgenomen te worden in de schoot van de vzw Habbekrats. Zeer comfortabele woonst. Geen prikkeldraad. Geen ovens. Geen gevaarlijk gas. Daar zal men S. terug op het rechte pad brengen.
In het Museum 1302 is er een werkkracht nodig om gulden sporen te kuisen.
Bij de ‘Unie der Zorgelozen’ zoekt men een ideoloog.
Straks komt er hier in Kortrijk een crematorium.
Siegfried, we houden allemaal van jou. U begint pas nu aan het echte leven. Alternatieve dwangarbeid.

Een gemeentelijke profielschets

De nieuwe gemeentelijke profielschetsen zijn uit.
Te vinden op de onvolprezen website “lokale statistieken”. Zie http://aps.vlaanderen.be.
Verplichte lectuur voor raadsleden !

Men vindt er feitelijke gegevens en evoluties over alle mogelijke materies. Bevolking, onderwijs, welzijn en armoede, mobiliteit, milieu, werkgelegenheid, veiligheid, huisvesting, belastingen, enz. Meestal tot en met 2006.
Interessant is dat men, voor zover dat kan, vergelijkingen maakt met de andere centrumsteden en gemiddelden in het Vlaamse Gewest.
(Maar voor vergelijkingen met centrumsteden opletten voor vertekeningen doordat bijv. een stad als Antwerpen is ingecalculeerd.)

Erg verrassend is dat er voor bepaalde items over Kortrijk andere cijfers worden verstrekt dan wat hier in de loop der tijden al is geponeerd.
Zelfs voor een eenvoudig gegeven als personeel lopen de cijfers uiteen met wat ik vind in officiële documenten.
De profielschets zegt dat er hier ter stede in het tweede kwartaal van 2005 816, 3 VTE aan het werk waren. Volgens de begroting 2006 die hieromtrent toch slaat op eind van 2005 ging het om 826,24 VTE.
In de profielschets wordt dan berekend hoeveel VTE er hier werken op 1000 inwoners. 11,1. Ook dat klopt niet. Want de bevolkingscijfers die de profielschets hanteert zijn alweer anders dan wat in andere documenten staat vermeld.

Inzake ontvangsten en uitgaven, belastingontvangsten en schuld per inwoner wijken de cijfers ook al af van wat kortrijkwatcher hier zoal een keer heeft berekend op grond van officiële stukken.
Maar ik heb geen zin om dit hier nu allemaal uit de doeken te doen.
Noch om andere rubrieken uit de profielschets te onderzoeken op mogelijke afwijkingen met diverse bestaande gegevens.

De profielschets moet men hier en daar met een korreltje zout nemen.
Maar zelfs al staan er ‘fouten’ in, dan nog zijn bepaalde trends niettemin duidelijk. (Als men bij evoluerende gegevens overal dezelfde bronnen gebruikt is er niet veel aan de hand.)

De daling van de bevolking tot in 2005, met een héél lichte netto aangroei daarna.
De stijgende evolutie van het aantal alleenstaande mannen en vrouwen. (Meer vrouwen dan mannen.)
We tellen hier procentsgewijs nog altijd niet zoveel vreemdelingen als wel eens wordt gedacht.
De bevolkingsdichtheid daalt.
Stijgend aantal leerlingen in het kleuteronderwijs.
De schoolse vertraging in het lager onderwijs is groot.
Het aantal belastingaangiften kleiner dan 10.000 euro stijgt.
We hebben een groot aantal podiumvoorstellingen per duizend inwoners.
Het aantal geregistreerde misdrijven per 1000 inwoners ligt hoger dan in de centrumsteden !
De gemiddelde verkoopprijzen van bouwgrond stijgt minder dan elders.
Het gaat goed met de werkgelegenheid. Maar de nettogroeiratio van ondernemingen is niet schitterend.
De evolutie (daling) van ons restafval begint stilaan niet beter te worden dan elders.
Het is zeer slecht gesteld met het aandeel van de groenestroomproductie in het huishoudelijk verbruik.

Enzovoort.
Om te lezen !

Nog een perceptieve prijsvraag

Wat waren uw gelukkigste ‘politieke’ momenten sinds januari 2007 in Kortrijk, dat wil zeggen sinds de installatie van het nieuwe bestuurscollege CD&V-VLD?
Tel er dan de ongelukkigste bij.

Eind augustus publiceren we de resulaten.
De winnaar krijgt een abonnement op de bijlagen van kortrijkwatcher.
De winnaar is de Kortrijkse burger die het volkomen mis heeft.
Tweede is die deelnemer die met het meest onbenullige moment voor de dag komt. Zowel ten goede als ten kwade.

zen in de nieuwe Kortrijkse geschiedschrijving (2)

(Dit stuk kreeg een aanvulling. Let maar niet op de voetnoten of verwijzingen naar andere auteurs. En de geleerde woorden dienen om u maar vlug naar een andere rubriek op de weblog te jagen.)

Intussen meldt mij een lezer-studax geschiedschrijver dat hij bij zijn bronnenonderzoek over christendemocratisch syndicalisme wel goede ervaringen had inzake bijstand van Filip Santy, maar dan wel geen toegang kreeg tot het archief van baron Emmanuel de Bethune.
Moest maar eens terug komen al hij wou “doctoreren”.

—–
Natuurlijk wat overdreven³ toen we in het vorige stuk zeiden dat onze historiekers (maken geschiedenis), het alleen maar hadden over ‘prochies en pastors’, zilversmeden, nonnen, de preken van E.H. Jozef Vandale, aardewerk, de gilde van de edele ridder -Sint-Joris, de bonden van het H.Hart, de kasselrij, mirakels van O.L.Vr. van Groeninge, wijwatervaten en emmers, maar niet in het minst over prostitutie op de Kortrijkse Bane.
Mis. Qua oogpunt ‘hermeunistiek’ en na veel bronnenonderzoek moet het zijn: de Brugse Bane.

Om het een klein beetje goed te maken komt er hier nog een lijstje met werken die in onze burgeroptiek (meer politieke, meer relevante en hedendaagse historie) lezenswaard zijn. En een oproep aan de KULAK, HOWEST en de KATHO. Op zoek naar een gedelocaliseerde Pirenne, het soort dat ook over ‘plaatselijke’ geschiedenis schreef maar dat ging dan wel over België. Dat mag, in academische kringen.

Nu, meer recente politieke Kortrijkse geschiedschrijving (historiografie is een beetje iets anders, méér geleerd?) is niet altijd gemakkelijk aan te pakken.
Wat lezen we in het woord vooraf van een dissertatie (verhandeling, thesis, scriptie) van Ruth Vandenberghe (gemaakt aan de R.U.G) over het ACW en de CVP-middengroepen tussen 1964 en 1988?
“Dankzij Stefaan De Clerck² hebben we toch toegang gekregen tot het C.V.P.-archief van Kortrijk in het KADOC (Leuven), nadat ons dat door de C.V.P geweigerd was.”
Weliswaar met uitsluiting van persoonlijke documenten en onder begeleiding van Filip Santy! (Verslag van het Kortrijkse partijbureau, dd. 13.02.1995.) Ongelooflijke nieuwe vorm van heuristiek…
Dat is tien jaar geleden geschied : een bijna afgestudeerd student(e) die onder toezicht van de Gestapo het archief van het Katholiek Documentatiecentrum in Leuven mag bekijken! En nog wel in het bijzijn van een CVP-raadslid. Stukken van vòòr de oorlog. En geen ‘persoonlijke’ documenten.
In vaktermen spreekt men dan over ‘confessioneel reductionele’ geschiedschrijving.
En dat is dus deze historiografie die hier bij Kortrijkse historiekers overheerst. Alleen al te zien aan de volstrekt irrelevante maar zeer tekenende behandelde onderwerpen. Beter gezegd: de zeer tekenende symptomatische lacunes van onderwerpen. Leiegauw is weer bezig.

Ook Steven Debaere heeft het bij zijn bronnenonderzoek en vinding in de Gilde niet altijd onder de markt gehad toen hij aan de KUL een dissertatie maakte over “Het politieke optreden van het ACW in het arrondissement Kortrijk, 1918-1934”. Heel boeiend, bij lectuur (lezing) soms om het uit te gieren van het lachen, en ook dienstig om bepaalde politieke gebeurtenissen van nu wat te situeren (Cfr. Depaepe, 2006, p. driehonderderdzevenendertig en volgende, voetnoot 37.)

Meteen zijn hier al twee werken² (cfr. supra) aangestipt die de moeite waard zijn, maar helaas niet in de handel verkrijgbaar (in de Kortrijkse bib ook niet) en niet voorkomen op www.ethesis.net.

Oorlog

Het werk van Ruben Mayeur kan men wel op internet lezen en dat gaat noch min noch meer over de houding (attitude) van het Kortrijkse en Rollegemse gemeentebestuur tijdens de bezetting. De Duitse bezetter (occupant, soms moffen of DUTSERS genoemd) was blijkbaar tevreden met de “accomodatiepolitiek” van de ACW’ers. Goede verstandhouding tussen het stadsbestuur en de Kommandatur. En in de technische dienst van Stad bevonden zich immers ook heelwat Nieuwe Orde-gezinden (VNV’ers, zwarten).
Ruben Mayeur mocht het dossier over VNV-burgemeester Maurice Castelein wel niet inkijken.
Over het verzet (de witten) is er aan de RUG ook een licentiaatsverhandeling gemaakt. Van Petra Demeyere, nieuw SP.A-raadslid.

Juul Debaere (gewezen Agalev-raadslid) heeft een paper (papier) gewijd aan de plannen omtrent “Groot-Kortrijk” tijdens de tweede wereldoorlog. Ja, reeds tijdens WO II bedacht. Met de Dutsers zeker? Ook pikant. Manu de Bethune weet in zijn mémoires op het kasteel van Marke nergens van.
Over WO II zijn er nog werken over de luchtaanvallen (R. De Paepe), het dagboek van dokter Mattelaer, de oorlogsburgemeester Luc Ryckeboer (J. Vanbossele), “friendly fire” (V. Lambert), repressie (J. Ballegeer), Kortrijk in 1944 (A. Augustyn) en nog iets van Egied Van Hoonacker over Kortrijk tijdens WO II.
Over WO I ² schreef Luc Pauwels.
De Oostenrijkse Succesieoorlog en de Spaanse in Kortrijk zijn door onze academici ook nog niet vergeten.

Gilde en Middenstand, subsidiair Patria

Burgemeester Manu de Bethune redigeerde onlangs zijn mémoires. Hier is er al een uitvoerige bijdrage aan gewijd.
Burgemeester Ivo-Jozef Lambrecht had het in 1985 over zijn ’50 jaar sociaal en politiek engagement’. Onmisbaar voor wie de CVP als standenpartij wil leren kennen. En bepaalde mentaliteiten en gedragsvormen die in ons stedelijk politiek leven nog altijd gangbaar zijn.
Albert De Clerck (vader van Stefaan, onze toekomstige gouverneur, was militant van het Jong Volksche Front), en Dries Dequae (de kaarter van de Patria) kregen piëteitsvolle gedenkboeken.

Syndicalisme en den Arsène

Zeer typisch voor de Kortrijkse geschiedschrijving is dat het altijd maar gaat over christelijk syndicalisme. Het ACW-ACV. Werken van Filip Santy en I. Robbesyn bijvoorbeeld.
Maar wie gaat er een keer dat vroegere geschrijfsel excerperen van kristen syndicalist Arsène Vanmaldergem in de “De Volksmacht”? Je weet niet wat je leest. Als Kortrijkwatcher dit soort vuilbekkerij over de Kortrijkse politiek zou riskeren (aankunnen) vliegt hij in den bak. Dat waren nog eens tijden. Oftewel dekt men het verleden toe.
Over slunse August Debunne is er een werk van Hendrik Defoort.

Economie

Volstrekt verwaarloosd. Werken van Paul Debrander, Ann Augustijn, Katelijn Rosseel.
Over de vlasnijverheid wel een monumentaal (documentair) werk van Bert Dewilde.

Kunsten en cultuur

Veel werken over kunsten van Paul Debrabander. Muziekleven: Ann Vanhoutteghem.
Cultuur tijdens het interbellum: Griet Dufraimont.

Deelgemeenten

Boekjes van Filip Santy, Carl Decaluwé, Piet Boncquet, Johan Roelstraete, Gerrit Van Betsbrugge, Paul Thurman, Philippe Boxy, e.a. (Kan er geen oordeel over vellen.)

Macht/ invloed/democratie

Prot nul. Geen politicologen, sociologen en straathoekwerkers te bespeuren.
Wie heeft het hier voor het zeggen? Waarom en hoe? Over een halve eeuw te verwachten: “De onverhoedse komst van windmolens in Kortrijk”.

EEN OPROEP aan de nieuwe Pirenne van Kortrijk
DE HISTORIE VOORBIJ

Ik denk dat we ongeveer rond zijn met dit overzicht in het kort, in onze heuristische optiek alleszins.

1.
Laat ons een keer afrekenen met het verre verleden (Ancien Régime), tenzij er nog iemand iets nieuws (feitelijk of interpretatief : heuristisch of hermeunistisch, zou ik zeggen) kan ontdekken. Of regelrechte fouten kan herstellen. Of een nieuw paradigma lanceren. Conceptuele kaders!
– Voorbeeld: de klassenstrijd in het Kortrijkse in t’ kort en in vogelvlucht. “Kortrijkse liefdadigheid versus neo-marxistische structurele oplossingen door de laatste eeuwen heen”. Schone titel voor een licentiaatsverhandeling.

“Sacerdotium et Imperium in het Kortrijk – van het heden tot nu, met woord vooraf van de deken”.
“Paradoxen in de Kortrijkse samenleving: synergieën, dis- en andere convergenties tussen bourgeoisie, kleine en grote middenstand en subcategorie boeren, horeca en parvenu’s uit de derde stand, een voorlopige stand van zaken.”
Met zo’n titels is een doctoraat of master na master gegarandeerd.
“KBC, BBL, ING en Schepencolleges (CBS) in de centrumsteden Kortrijk en Roeselare, – een vergelijking”: cum laude wordt dat.

2.
Laat ons een keer zorgen voor een aflossing van de wacht.
In de Kortrijkse historiografie die er nog iets toe doet of deed duiken voortdurend dezelfde namen op: Maddens, Van Hoonacker, Debrabander (twee), Despriet (archeologie dan), Vancolen, Slosse.
Verdienstelijk allemaal, maar De Leiegouw heeft nieuw bloed nodig en nieuwe inzichten, vooral nieuwe interessevelden.
Een bloedtransfusie zal niet meer helpen.

3.
Heelwat domeinen blijven praktisch buiten beeld: politiek, economie, het ‘sociale’.
Wie wil het een keer hebben over de media (Kortrijk telde vroeger talloze gazetten! nu WTV!), de familieclans en de grote vermogens (gronden en banken), het OCMW (vanwaar al die hoeven in bezit?), de huisvestingsmaatschappijen, de intercommunales (Leiedal!), de fusie, het ABBV, de onderwijsinstellingen, de schoolstrijd, extreem linkse partijen (Amada!) ? Het leven van Willy Malysse. (Over Limelight is er ooit sprake geweest van een geschiedschrijving, maar daar horen we niets meer van.) Politiek en KBC. De aanwerving van ambtenaren. Enzovoort.
“DE PERSONEELSPOLITIEK EN WIJZEN VAN AANWERVEN ONDER SCHEPENEN DECABOOTER EN LYBEER, – met toegevoegde appendix over vorming van schepenen” (op CD-rom).
Waar blijven onze politicologen van ter plaatse?
Leiegouw weet over dit soort zaken nergens van, niet over het verleden of heden.
Nu ik er aan denk, iets kan ook over de turn-over (breuk) van Caritas Calotica naar Buurt- en Nabijheidsdiensten, de Welfare uit hoofde van schepen Lybeer en eega als hype. Ondertitel: tussen welvaart en welzijn.

Die familieclans : Vlerick, Sabbe, De Clerck, De Jaegere, Goethals, de Bethune. De haute bourgeoisie.
Den BAC. Maar ook: de Verhennes. (Waar zitten die gasten eigenlijk? Waar eten ze, waar spelen ze. Babbelen? Roddelen? Waar wonen of slapen ze? Waar gaan ze op reis? Wat lezen ze ? Wat doen ze?)
De kleine Kortrijkse man weet er niets van, waar en hoe hij geregeerd wordt. Raadsleden zitten er voor spek en bonen bij, maar het is nogal penibel om dit te beseffen.

Wat lezen we nu in De Standaard van 13 januari, rubriek E9, onderaan? De familie Vlerick heeft grote vastgoedbelangen. Grootmoeder van Philippe was geboren met een baksteen in de maag. In Kortrijk staan de Vlasbloemstraat en Ieperstraat van oudsher vol met huizen van Vlerick.
Ik herinner me daar toch nog iets over, maar weet niet meer wat. Had iets met huur te maken. Geld. Altijd ruzie alom, dat wel.

DUS: thema voor moderne historiekers: over openbare werken en grondverwerving door Stad of vooral Leiedal, met name vragen naar wanneer, hoe, waarom en met wie? Timing.
De meeste wereldhistorici die met enige credibiliteit iets willen uitleggen over plaatselijke toestanden hechten weinig belang aan het toeval. Aan personen wel, voor zover zij dan uiting zijn van de onderbouw. Zoek het zelf maar op.
MARXIST ! Schone titel nog: “BAC’s als paradoxen van het Kortrijkse kapitalisme “.

4.
De (Kortrijkse) academische wereld laat verstek gaan. Journalisten ook, maar dat is een ander hoofdstuk.
Wie eventjes verder kon studeren dan een onderwijzer kijkt vanuit een misplaatse pretentie en vooral pedanterie veel te neerbuigend op ‘lokale’ geschiedschrijving.
Aan onze hogescholen en universiteit zijn er meerdere opleidingen die zouden kunnen aandacht besteden aan plaatselijke thema’s. Alle onderwerpen zijn goed om de stiel van geschiedschrijver of socioloog of sociaal werker te leren!
In HOWEST is er een afdeling sociaal-agogisch werk. Voor iedereen relevante problemen alhier genoeg. In HOWEST-Brugge is er een departement lerarenopleiding.
Aan de KATHO kan men ook bachelor worden in sociaal werk en onderwijs.
Aan de KULAK kan men geschiedenis bestuderen.
Waar zijn al die opstellen?

5.
Waarom zouden al de (niet pedante) profs niet een keer de koppen bij mekaar steken om systematisch na te gaan wat er hier aan relevante (leerrijke: voor de auteur én de lezer), pertinente onderwerpen zoal een keer zou kunnen onderzocht worden?
Om dan later, 800 jaar na de guldensporenslag, tot een magistraal synthetisch standaardwerk te komen over de Kortrijkse geschiedenis van de 20ste eeuw. Een grootscheepse narratio. Geschreven door de Pirenne van Kortrijk.
Stad op de wereldkaart.
Maar waar blijven onze zgn. politicologen? De historie , voorbij !
EN DIE ERFGOEDCEL MAG OOK EEN KEER DE HAND AAN DE PLOEG SLAAN. Geld en bureaus genoeg.

P.S.
Dat de geschiedenis zich herhaalt, daar is niets van waar.
Maar in Kortrijk plus de Kortrijkse geschiedschrijving was dit wel het geval, tot NU.
De 21ste eeuw is pas begonnen.
Weet u soms waarom burgemeester De Jaegere zijn asse liet in zee vallen?

Positief voorstel: alle geschriften over de Kortrijkse geschiedenis van de 20ste eeuw van na af aan op internet.
Domeinnaam: clio-in-kortrijk.

Kortrijkse geschiedschrijving (1): veel irrelevante acribie

Toen ik dit las kwam er bij mij een vraag op.

“Onze waarneming van ‘de werkelijkheid’ gebeurt letterlijk vanuit een bepaald (biologisch, maatschappelijk, cultureel, ideologisch) ‘oogpunt’, terwijl het kennen van (en dus ook het denken, spreken en schrijven over) die ‘werkelijkheid’ hoe dan ook plaatsgrijpt via de reductionistische insnijding van het concrete woord.”

En bij deze zinsnede meende ik het antwoord op die vraag te kunnen vinden:

“Geschiedkundige kennisvorming moet dan ook niet in het verleden zelf worden gezocht, maar in de interpretatieve tradities van de ‘historiografische operatie’ die volgens Certeau te maken heeft met de manier waarop de historische ‘evidentie’ door historici wordt geproduceerd. Ze veronderstelt een afstand in de tijd, die de projectie, de subjectieve historiciteit, mogelijk maakt
waarmee de onderzoeker het ‘andere’ in het ‘anders zijn” van het verleden ontdekt en construeert.”

Om het met de woorden van Ankersmit te stellen: “De intertekstualiteit in de geschiedenis is de bron en de geboorteplaats van de historische werkelijkheid.”

ZO.
De bekende en bij studenten omwille van zijn zorgvuldig taalgebruik heel beruchte schrijver – zoniet de uitvinder van de (pedagogische) historiografie – Bellegems prof. Marc Depaepe (van de ‘new cultural history’ wel verstaan) geeft hiermee enig inzicht op de vraag waarom er over de geschiedenis van Cortoriacum nog altijd geen bevredigend wetenschappelijk-narratief werk is verschenen.
Narratief: een ‘verhaal’ vertellend.

Ik ken niet zoveel boeken handelend over de algemene geschiedenis van onze stad.
Er is de onvermijdelijke ‘Niklaas’ Maddens. Met zijn geschiedenis van Kortrijk, in vogelvlucht dan. Verschenen in 1983 en gaande tot 1945. En het werk van 1990 dat beoogde een synthese (soort samenvatting, maar beoogt meer te zijn) te brengen van wat al is geschreven over het verleden van de stad.
Met steun van de Stad verschenen naar aanleiding van de achthonderste verjaardag van een stadkeure. Vergeten welke en of het wel de eerste was. Of de juyiste. Auteurs: A.Vandoorselaer, J.Viérin, E.Warlop, N.Maddens, P.Vancolen.
En onlangs hernam Niklaas² dit werk “in het kort”. Veel prentjes.

Veel van die werken leunen met alle gevolgen van dien op een soort standaardwerk van De Potter, dat al dateert van 1873-1876. (Er is een anastatische herdruk geweest in 1975.) Anastatisch betekent niet wat u nu denkt. Het is niet zo erg.

Een groot euvel van deze werken is dat er een enorm accent (klemtoon) ligt op de middeleeuwen (ca. 400 tot 1500) en de Moderne (Nieuwe) Tijden. Zeker de naoorlogse tijd (na WOOII) bestaat als het ware niet.
Inhoudelijk is een grote lacune (?) dat er nauwelijks sprake is van politieke, sociale en economische thema’s en instellingen. Men heeft het wel een keer over de linnenindustrie. Edelsmeedkunst. Over de Armenkamer. Het kerkelijk leven (processies, maar geen Schoolstrijd). Over Kortrijk als historische designstad: nul, komma nul.
Men is gewoon niet mee met de evolutie van de moderne historiografie. Kent niet eens de feiten (acts). Verkent geen nieuwe terreinen (velden). Er wordt herkauwd (fictie) en de ijver wordt niet besteed aan het zoeken naar minder traditioneel bronnenmateriaal.
Eén voorbeeld: waar vind je iets over de geschiedenis van het OCMW? Nog één: onderwijs (scholen alhier, vroeger en nu: de komst van de KULAK is nog altijd niet ontraadseld).
Heeft er al één historieker hier systematisch de notulen van het Schepencollege doorgenomen? Over de jaren heen? De verslagen van de gemeenteraden? De jaarverslagen van Stad?
Wie vindt er eindelijk eens een uitleg over de eeuwenoude almacht en arrogantie van de christen-democratie in onze geliefde Stad?

Intussen zijn er wel een serie boeken³ gemaakt over bepaalde deelaspecten. Maar weerom over heel “ouderwetse” onderwerpen die van veel acribie getuigen maar voor niet-historici totaal irrelevant zijn.
Er is een geschiedenis van de Groeningeabdij. Van Onze-Lieve-Vrouwhospitaal. Over de Kortrijkse geneeskunde (asklepiaden). “Prochies”. Buitenpoorters. Franse stijlinterieurs alhier. Pijpen en pottenbakkerijen (Philippe Despriet!). De Kortrijkse leprozerij (E. De Bethune!). Landgravinne Béatrix de Brabant. Wapenschilden. Begijnhof. Nonnen.
Ja, zelfs over de Kortrijkse vrijmetselarij: de loge l’Amitié.
En natuurlijk een en ander over de guldensporenslag (1302.) Niet vergeten.
Egied Van Hoonacker wijdde een pittige (maar wat verwarde en verwarrende) studie aan de Kortrijkse herbergen, terwijl hij nog nooit op één of twee cafés is gesignaliseerd. Volgens de regel van historiekers: je moet er niet bij zijn geweest om erover te berichten.

Her en der zijn er losse en vele artikels gewijd aan genealogie, naamkunde, maten en gewichten, kapittels en kannuniken, heraldiek, schepenzegels, leerlooierijen. Van de Debrabanders. Vruchten van noeste arbeid uit de milieus van De Leiegouw, de Geschied- en Oudheidkundige Kring. (Depaepe, Gisteren, p. 708.) Totaal van de gekte. Buiten alle proporties. Wat Kortrijkzanen in feite hebben beleefd, ondergaan, aan hebben deelgenomen, bepaald, gerealiseerd – dat kom je nauwelijks of nergens te weten. Ieder leven ontbreekt. Niets over openbare WC’s. De Veemarkt, de huisvestingsmaatschappijen, Leiedal, openbare werken, politieke families (gremiums), grondbezitters, vakbonden, de fusie, en dergelijke meer.
Geen spoor van visie. Paradigma’s². Bepaalt de onderbouw de bovenbouw, ook in Kortrijk? Is er ietsoftewat organisch gegroeid? En hoe komt dat dan? Is er hier iets te bespeuren van conflicten, dialectiek³? En een vooruitgangsmodel? Door wie? Waarom?
Wie of wat heeft Kortrijk gemaakt, zoals het was en zal zijn?

DE “PLOTSEN”³bis in de Kortrijkse geschiedschrijving.

Weet je wat? In een sfeer van macht is onkunde als een troef verondersteld.
Hedendaagse historie van bij ons is:
Plots is Sansen burgemeester.
Plots wordt Kortrijk gebombardeerd. Plots is er een fusie van gemeenten, en welke? Plots is daar een verkeersvrije winkelstraat. Plots is daar Leiedal. Plots is er een Conferentie van Burgemeesters. Plots wint de Gilde in de verliezingen, of integendeel de middenstand. Plots zijn er twee stadssecretarissen. Plots een Woonregie. Plots een mega-winkelcompex. Plots geen nieuw zwembad meer. Plots komen er zeven bruggen. Plots is Stad alles wat met creatie, innovatie, design heeft te maken.

Allles valt hier uit de lucht. (Ibidem, p.1)
Onze plaatselijke historiekers (Lousse, Pirenne, e.a.) apteren dit of merendeels juist niet en zoals gebruikelijk in dit soort middens hebben ze dan verschrikkelijk veel moeite om dit toch ergens organisch of materialistisch te duiden. (In navolging van pedagogisch historicus Marc Depaepe weet ik nu absoluut niet wat ik nu zeg.)

Als we daar een keer een met zijn allen een antwoord konden op vinden: wat is nu en vroeger typisch Kortrijk?
DAT IS DE VRAAG EN HET ENIGE WAT WETENSWAARDIG IS.

Cfr. Depaepe: geen reductionisme, misschien zelfs weigeren van een teveel aan intertekstualiteit? (Zie ook: Germonprete.)
Mijn onwetenschappelijk buikgevoel: zeker in een locale samenleving die is gedomineerd door één ideologie en bijhorendemachtscentra (wezen zij vrijzinnig of confessioneel) is plaatselijke geschiedschrijving potentieel, van meetaf aan onbestaande, of zwaar gecensureerd.
De handelingen (geschriften) van Leiegouw en de Kringen zijn daar een veruitwendiging van. (In socialistische burchten als Antwerpen of Gent zal het wel niet anders zijn, met niet minder reductie. Zie ook de verschillen tussen het “nieuws” op de lokale TV en pers (multimedia.)

Maar de brede meer politiek-maatschappelijke gerichte studies over Kortrijk, waar zijn of blijven ze?
Waarmee moeten we dan nu het stellen op dit gebied (veld)?

Wanneer staat de Pirenne van Kortrijk op?

(Wordt vervolgd.)

De mémoires van Emmanuel de Bethune (4): de achterliggende ideologie

(Dit stukje is weer wat aangevuld. Ben een ware fan van baron, inclusief de politieke zoon en dochter. Ga straks op de koffie. Sabine praat zo mooi. En Jean: een echte rapper.)

EEN ONVERSTOORBARE PERSOONLIJKHEIDSTRUCTUUR

Bij een poging – via het boek – tot inkijk in de denkwereld van ereburgemeester Manu de Bethune valt alleszins op hoe onverstoorbaar deze man is. Wonderlijk hoe overzichtelijk en relaxed het leven toch voor iemand kan zijn.
Opvoeding doet er soms wel iets toe. Leren lezen en schrijven bij een doodsbange gouvernante. Pas op zesjarige leeftijd naar school. Het is niet aan iedereen gegeven.
En wat voor school? Veel later daarna beginnen puberen in een of andere abdij in de buurt van Brugge en daarna later in Leiden nog veel meer, en in een elitair studentenhuis daarvan bekomen te Leuven waar “geprivilegeerde jongeren zich leerden integreren in het Vlaamse milieu” (pag 17). Toen kwam: Greta.
Op de duur kan – met tijd en boterhammen en een goed kot – iedereen doctor in de rechten worden. En er nog wat bijdoen, met enkele keuzevakken.

Wat lezen we bijv. op pag. 17-19? “Er was tijdens mijn Leuvense periode nogal wat ophef in het land. Maar de terugkeer van Leopold III in 1950 en de daaropvolgende betogingen en onlusten, de omstreden onderwijswet Collard die België in rep en roer zette, konden mijn studieijver nauwelijks beïnvloeden.” Ophef? Er vielen toen doden. Elke opinie ontbreekt.

“Omstreden” wet-Collard?
Wat ikzelf als scholier bij de schoolstrijd van 1955 heb meegemaakt in Kortrijk heeft mijn leven getekend. De eigenste katholieke exacte en vooral niet-exacte brave leraren van mijn school die voor mijn ogen met dagen op voorhand geprepareerde rotte eieren ruiten ingooiden van socialistische cafés. De Rijselsestraat was een slagveld. Leerlingen-deugnieten die mochten absent blijven op school om wagens te vernielen. Weg met Collard! Claxons. TUUT-TUT-TUT-(TUUT). Zoniet werd je de kop ingeslagen. Kasseien uitbreken aan de Gentsepoorte. En dan weer naar school: bij de broeders JMDLaSalle. De witlappen hadden een keer weer een zieltje gered.
Het ging weer over de ziel van het kind. Spaarboekjes bij de Staat (onze eigenste kas) moesten opgezegd. Vriendschappen (Theo) bloeiden ten huize van de familie De Clerck.
Manu, weet u daar nu altijd nog nergens van?
Het is Manu allemaal ontgaan. Hij was toen 25, ik 16 en weet er nog alles van.
En pas achteraf zag iedereen in dat Collard nog zo slecht niet was. Die progressieve frontvorming dan waar Wilfried Martens en Jean-Luc Dehaene voorstander van waren. De pluralistische gemeenschapsschool. Manu toch. Waar was je?

De oorlog. WO II en WO I.
Kwam men daar op het kasteel van Marke nog een beetje overeen met logeerders als maarschalk Göring en tevoren met de rode baron Manfred von Richthoven? Adel adelt.

Terzake.
Hoewel de burgemeester zelf zegt dat hij ooggetuige was van ingrijpende socio-culturele en economische veranderingen blijven vele items totaal onder zijn radar. Je leest niets of in elk geval distilleert hij geen uitgesproken meningen over bijv. de oorlog (het nazisme), de repressie, de schoolstrijd, de taalgrens (Moeskroen, Brussel-Halle-Vilvoorde), de Brusselse en witte marsen, de Congolese onafhankelijkheid (het neo-kolonialisme), de winterstakingen met de Eenheidswet, enz. Geen woord over armoedebestrijding, ontwikkelingshulp, immigratie, multiculturele samenleving, de nieuwe media, globalisering, milieuproblematiek, mei ’68, de vrouwenemancipatie, sociale economie, etc. OCMW. Laat staan braindrain of leegstand. De opkomst van het Vlaams Blok in Kortrijk.
Maar dan komt er plots wel een nogal uitgebreide passage over Marc Dutroux. Kwestie van justitie-minister Stefaan De Clerck te treiteren?
Manu is van die andere wereld die het goed met ons (voor)heeft. Zo duidelijk als iets. We moeten ons daarbij neerleggen.
En nu valt er me een vraag te binnen: is Manu wel soldaat geweest? Geen relaas hierover te vinden.

Zijn onverstoorbaarheid kwam overigens ook tot uiting in de gemeenteraad. Hoe vaak heeft hij niet een debat stopgezet of zelfs voorkomen door gewoon, maar drastisch over te gaan naar het volgende agendapunt?
(Zoon Jean heeft er iets van overgeërfd. Probeer maar een keer te dialogeren of babbelen met hem. Hij bekijkt niet eens zijn emails.)

POLITIEK IS EENVOUDIG

Voor Manu is het burgemeesterschap “een fijne job”, en de “boeiendste van alle politieke mandaten”. Je bent de baas. Van belang is dat je goede connecties hebt (en die had hij, tot in de hoogste kringen) en dat je contact houdt met de bevolking. Aandacht voor de sukkelaars.

Openbaarheid van bestuur?
Manu weet daar alles van.
Op zeker moment heeft de de kasteelheer van Marke de begroting van zijn dorp spontaan aan de pers gegeven zeg. Misschien ook aan zijn schepenen. Maar iedereen was content. Alles begrepen ook.

De jeugdproblematiek?
Richt dan toch eens wat kampvervoer in, zet eens een kinderboerderij op!
Lees wat Manu op pag. 20 schrijft over zijn eega: “Haar ongebreidelde inzet voor minderbedeelden en allochtonen is voor mij en voor onze kinderen een dagelijks voorbeeld van de manier waarop op eenvoudige wijze problemen kunnen opgelost”.
Politiek is caritas.

Cultuurbeleid?
Ook hier vertrekken van “een eenvoudig principe”: cultuur dichter bij de mensen brengen, (MAAR WELKE? Voor wie? -FL ), zonder daarom de socio-culturele initiatieven en activiteiten van de bevolking te bepalen. Vandaar: overal ontmoetingscentra en buurthuizen inplanten. BEST PINTEN DRINKEN. Dan komt alles goed.

Géén prioriteit geven aan musea: “Levende cultuur is belangrijker dan dode” (pag. 114). Maar dan wel veel aandacht schenken aan bibliotheken, want bibliofilie is nu eenmaal uw persoonlijke hobby.
De dode, ongetwijfeld schone boeken. Manu kan zijn ongebreideld archief in het vervolg schenken aan onze geplande nieuwe stadsbibliotheek? In een aparte, sacrale ruimte. Een echte leesbibliotheek. Zoals de vele Kortrijkzanen-lezers dat zouden willen hebben.
Manu was wel bekommerd om via stadsdiensten zijn eigenste persoonlijke huisbib op punt te zetten. Zie nog het subjectieve, onvolledige, onjuiste relaas over de firma Wang.

En wat is in het algemeen een mogelijk beleid in een gemeente?
Bij de verkiezingen van 1994 verspreidde de toekomstige burgemeester een “postkaart” met daarop de boodschap: “Er is aandacht nodig voor elkaar en voor iedereen in de stad, zowel vandaag als morgen”.

De ereburgemeester had ook een afkeer van gigantische, prestigieuze plannen of ambities. Hij uit zelfs zijn twijfels over de uitbreiding van de Hallen (XPO). Op pag. 127 krijgen we te horen dat men nu eenmaal moet erkennen dat Kortrijk geen metropool is en dat ook nooit zal worden. (Ongetwijfeld te aanzien als een uithaal naar de huidige burgemeester Stefaan De Clerck.)

MANU ALS MARXIST

Ja!
Hij had onvoorstelbaar veel aandacht voor harde infrastuctuur: bos (400 ha werden er beoogd in 1988), sociale woningen, ontmoetingscentra, vernieuwing dorpskernen.
Marxisten noemen dit “de onderbouw”. Die is noodzakelijk voor “de bovenbouw”: het immateriële. (Deze gedachtegang is helemaal niet katholiek! In de christen wereldbeschouwing is er eerst HET WOORD (de geest)! Pas daarna de materie.
Manu is filosofisch bekeken een “materialist”.

In het kader van het “vulgair marxisme” is het overigens volkomen logisch dat de Bethune heel goed laat doorschijnen dat hij voorstander is van zuivere intercommunales (WVEM, SPE), en dat hij er ook de voorkeur aan geeft dat sociale woningen niet worden verkocht. Hij is ook geen pertinente voorstander van Privaat Publiek Samenwerkingsverband (PPSV). Heeft slechte ervaringen gehad met de vernieuwingsprojecten van Kortrijk-Centrum-Oost (de buurt van het Overbekeplein). Dat waren bij KCO gewoon poenpakkers. Vrije jongens. Maar Manu bedoelt dit als een optater voor burgemeester Jozef De Jaegere zaliger. Want die wou heel Kortrijk-Centrum-Oost plat leggen. Het scheelde niet veel of het Begijnhof werd afgebroken. Manu heeft het Groeningemuseum gered hoor.

MANU ALS ANTI-CLERICAAL

Ja!
In zijn Brusselse tijd heeft hij op eigen houtje een Vlaamse katholieke school (Sint-Lutgardis, Elsene) opgericht en kwam daarmee zwaar in aanvaring met het aartsbisdom Mechelen.
Manu heeft dat blijkbaar niet vergeten.
Ook in Kortrijk wou hij in genendele dat de clerus zich met aardse politieke zaken bemoeide. Vandaar dat hij geregeld in botsing kwam met de kerkelijke overheid. Die hield er niet van dat hij een gemeentelijke bibliotheek en o.c’s oprichtte (concurrentie met de parochiale werken), de Oude Dekenij inpalmde. Lees nog waarom er geen o.c-Zuid kwam. Alliantie van clerus en ACW. En hoe verstoord de clerus was toen Manu de Sint-Pauluskerk wilde ombouwen tot “ontmoetingsruimte”. In de Oude Dekenij wilden er pastoors op leeftijd gaan wonen.
(Zoon Jean zit op hetzelfde spoor: hij voorspelt dat de O.L.Vrouwkerk wel ooit een groots museum zal worden.)

MANU ALS ANTI-DEMOCRAAT

Ja!
Manu heeft het wel een keer over inspraak van de bevolking, maar hij ziet dat in feite eerder formalistisch. Een gezellige pint drinken en trakteren rondom uw oren volstaat.
Zijn omgang met de gemeenteraad daarentegen was heel abrupt. Speeches en discussies werden afgeblokt.
Zijn praatgrage schepen Stefaan Bral werd menigmaal de mond gesnoerd.
Er is een keer een onvoorstelbaar absurde stemming geweest in de gemeenteraad. Juul Debaere (Agalev) legde het voorstel op tafel dat bij begrotingsbesprekingen elke schepen afzonderlijk zijn beleid zou uiteenzetten. Dat werd door de CVP-meerderheid weggestemd. Ook door de schepenen en burgemeester zelf! Alleen Hilde Demedts mocht het woord nemen, als het tenminste over gemeentefinanciën ging. Weer een zorg minder voor Manu.
Hij laat ten slotte ook meerdere malen goed uitschijnen dat beslissingen niet in de formeel daartoe opgerichte organen gebeuren. Zie bijv. zijn belevenissen bij Leiedal.

Lezen, die mémoires!

CONCLUSIE
OVER MANU IN DE HUIDIGE POLITIEKE CONSTELLATIE

Waar kan men baron Emmanuel de Bethune uit Marke politicologisch situeren?
In de klassieke dichotomische assen: links of rechts-centrum, Vlaams of niet-Vlaams, nationalist of wereldburger, gelovig of ongelovig, kapitalist of socialist, conservatief of progressief, libertijns of kwezel, arm of rijk, witte boord of blauwe boord, sluw of clever, ééndimensionaal of multidimensionaal, open of gesloten geest, vrijzinnig of niet?
Om dit te achterhalen wachten we best op een niet geautoriseerde biografie.
Voorlopig kan men onze gewezen burgemeester en schepen als volkomen TRANSCENDENT inschatten.

In elk geval een burgervader. Een kasteelheer.

—-
Daar verschoot ik toch echt van.
De familie heeft halfweg de jaren ’60 in Brussel aan het eind van de Louizalaan (u wel bekend) een huis gekocht van Robert Rothschild. De familie Rotschild was – als ik me goed herinner – de financier van het Vaticaan, al in de Middeleeuwen. Misschien al sponsor geweest van de kruistochten.
Zou dochter Sabine daar nu een optrekje hebben? Een pied-à-terre?

De mémoires van Emmanuel de Bethune (3): zijn stadsfinanciën

(Dit stuk is op 1 november wat aangevuld.)

Een lacune in het boek waar we niet echt van opkijken is dat Manu geen woord wijdt aan “sociale economie”, iets waar tijdens deze legislatuur veel aandacht én geld is naartoe gegaan. Ik geloof zelfs dat de term niet eens voorkomt in zijn verhaal.
Over het OCMW heeft Manu het ook nauwelijks. Wel weer een kleine sneer (naar Frans Destoop?): in de periode 1991-2004 stegen de stadstoelagen met 298,22 procent. Nou jij. Voor één keer dat Manu een procent laat berekenen.

Een lacune die niet uit te leggen valt (of toch?) is dat hij het ook nergens heeft over ontwikkelingssamenwerking en de mogelijke taken voor een stad in deze. Manu is zes jaar in Congo geweest, en heeft op zijn tocht naar ginder met Greta tropenlanden gezien! Kwam in contact met (opkomende) Congolese politici. Met Dag Hammerskjöld, over wiens dood hij een puur vliegtechnische uitleg geeft.
Manu heeft in zijn jeugdjaren ook wel wat afgereisd. Het zou kunnen dat hij ontwikkelingshulp of samenwerking totaal niet beschouwt als een kerntaak voor een gemeente. Op bepaalde gebieden is Manu nogal nuchter hoor.

Maar dan.
Dit is nu een keer absoluut niet uit te leggen.

Manu wijdt in hoofdstuk X welgeteld drie bladzijden aan de stadsfinanciën, met een uiterst flauw grafiekje erbij.
Hoofdstuk X begint zo: “In een werk zoals dit is een lange en wetenschappelijke uiteenzetting over stadsfinanciën niet op zijn plaats.”
Dit valt in genendele uit te leggen als men weet dat Manu ooit een thesis heeft gewijd aan gemeentefinanciën en onder minister Gilson een nieuwe regeling voor het gemeentefonds heeft op touw gezet. Kon toen ook helpen om vier grote steden in België financieel te saneren. Onder premier Vanden Boeynants moest hij uitgaven van bepaalde staatsdiensten in de gaten houden. (Dat is hem niet in dank afgenomen, daar in Brussel. Is Manu moeten vluchten?)

In een tweede druk van de mémoires kan hoofdstuk X totaal herwerkt en aangevuld.
Laat ons hem daarbij wat helpen.

Maar eerst nog even iets heel revelerend uit de mémoires.
Manu erkent zonder blikken of blozen dat hij als burgemeester van Marke de gemeentekas aldaar heeft leeggeplunderd. Met opzet. En dit in het kader van de nakende fusie met Groot-Kortrijk. Hij wou absoluut met een lege beurs (zelfs schulden) naar Kortrijk trekken, liever dan met een overschot de Kortrijkse stadskas te spijzen!
Ongelooflijk. Dat is heel cool.
—-
Ik zei toch al dat u het boek moet lezen! (Over die fusie van Groot-Kortrijk vertelt Manu alweer enkele rauwe waarheden, maar niet alles: Bekaert (Zwevegem) wou in genendele tot Groot-Kortrijk behoren, tenzij men kon garanderen dat Groot-Kortrijk niet ten eeuwigen dage onder een ACW-bestuur zou gebukt gaan.
Zo is dat! Wou mijnheer Antoine misschien zelf burgemeester worden? Manu moet een keer zijn echte mémoires schrijven.
—-

FISCALE INHAALBEWEGING

Manu werd in 1995 voor de tweede keer burgemeester van Groot-Kortrijk, en nu wel voor een volledige legislatuur.
Ik kon nog net de hand leggen op zijn eerste begrotingspeech voor het jaar 1995. Onvoorstelbaar hooggestemd. Alsof hij een speech houdt voor de Verenigde Naties. Niet samen te vatten. (Die begroting werd trouwens pas in maart 1995 voorgelegd! En het eerste beleidsplan kwam er pas in 1996.)

Maar wat vergat hij daarin toen (en nu) te zeggen?
Dat de belastingontvangsten in een klap met miljoenen – BEF toen nog – zouden stijgen. De ontvangsten uit de aanvullende personenbelasting (APB) stegen met 7 miljoen BEF. Die van de opcentiemen op onroerende voorheffing (OV) met 66 miljoen BEF.
Wat was er gebeurd?
Tariefverhoging. Aanslagvoet APB van 6 naar 6,5 procent. Die van OV van 1.400 naar 1.550 opcentiemen.
Kortom een globale belastingverhoging van niet minder dan 200 miljoen BEF.
Want er werd bijv. ook nog een nieuwe belasting ingevoerd: op huisvuil. Opbrengst: plus 64 miljoen, BEF.
De toenmalige schepen van Financiën (Hilde) sprak van “een fiscale inhaalbeweging”.
Kortom: in 1995 betaalden we per kop (baby’s inbegrepen) 17.748 franken aan belastingen, en bij het verscheiden van de burgemeester in 2000 elk 21.590 Belgische frank.

Manu rept er niet over.
Integendeel. Ergens verklapt hij dat er dankbaar kon gebruik gemaakt van een “spaarpotje” , nagelaten door de vorige legislatuur. Terwijl hij nog ergens anders laat weten dat Kortrijk (zonder zijn naam te noemen: het gaat om burgemeester Tone) al die vorige jaren veel te weinig had gerealiseerd inzake investeringen. En ’t is nog waar ook. Maar waarom? Antoon Sansen beheerde Stad als een gezin. Er moest gespaard worden, vooral met het vooruitzicht van de heraanleg van de Grote Markt.

In 1995 steeg de schuldenlast ten andere ook met 7 procent tegenover het vorige jaar.
Onder het Manu-bewind is die last ook wel eens gestagneerd of gedaald (1997). Door een gunstige rente, maar vooral door aflossingen die werden mogelijk gemaakt door de beursgang van Dexia.
Die zgn. Dexia-operatie bracht ons meer dan 300 miljoen op, in BEF.
Pfv. Manu legt dat allemaal niet uit, in zijn hoofstuk X.
Het is toch wel een veelzeggende titel: hoofdstuk X.

Intussen stegen de schulduitgaven tijdens de legislatuur van Manu van ca. 600 miljoen naar ca. 645 miljoen (BEF). Een advies van de begrotingscommissie wou dat er absoluut minder zou geleend worden.
Eigenlijk lag het bestuur in coma tot aan het fameuze dagenlange conclaaf op de Kemmelberg van maart 1997. Manu wijdt er slechts vier regeltjes aan. Daar zijn de grote plannen op tafel gelegd inzake stadskernvernieuwing.
Vandaar de fors stijgende nieuwe investeringen. In 1995 ging het nog om 36 miljoen frank. In 1997 plots 563 miljoen. En in het verkiezingsjaar van 2000 werd een recordhoogte bereikt: 976 miljoen.

Het moet gezegd: Manu heeft wat uitgericht in het centrum.
Heraanleg van de Grote Markt. Leiestraat. Manu wou eigenlijk geheel de noord-zuidas vernieuwen, maar verder dan de nieuwe tunnel van de Doorniksewijk is men niet geraakt.
Andere gerealiseerde projecten: de begraafplaats op Hoog-Kortrijk, de dorpspleinen van Bissegem en Bellegem, de aankoop van het KBC-gebouw.
Over die aankoop van het bankgebouw in de Leiestraat (voor het nieuwe stadhuis, dat oorspronkelijk ergens aan de Houtmarkt voorzien was) vertelt Manu te weinig. Hij beweerde toen dat het gebouw praktisch instapklaar was en de inrichting ervan heel weinig geld zou kosten. Het leek erop alsof stadsdiensten dat zelf met eigen werkmensen zouden kunnen regelen.

De ondergrondse parking en bovenaanleg van de Veemarkt.
Manu was eigenlijk niet echt voorstander van die ondergrondse parking. Raadslid De Coene toen overigens ook niet.
Nu vertelt Manu dat hij last had van “negatieve ervaringen” met de parking onder het Schouwwburgplein, maar ik herinner me nog zeer goed dat hij op een bewonersvergadering in de Zonnewijzer zei dat die parking onder de Veemarkt er nooit zou komen wegens “technisch onuitvoerbaar”.

Ook nog de laatste begrotingspeech van de burgemeester gevonden. Die voor 2000. Er komt geen enkel cijfer in voor.
Alweer een toespraak die men eerder zou verwachten in de grote zaal van de Verenigde Naties.
Hij heeft het over de communicatiemaatschappij, vrije tijd en recreatie, de kenniseconomie en het mobiliteitsvraagstuk.
Het moest ook gedaan zijn met een mentaliteit van kneuterigheid. En hierbij volgde een lofzang op…Flanders Language Valley in Ieper.

Een volgende keer proberen we nog om de politieke ideologie van baron de Bethune te ontraadselen. En dan houden we ermee op. Anders leest u het boek zelf niet meer, en dat zou jammer zijn.

Mémoires van Emmanuel de Bethune (2): geen seks!

Nogal wat verrassende zaken staan er in dat boek.

Maar verwacht bij de lectuur ervan zeker geen seks, of zelfs geen vleugje erotiek.
Ook niet in die korte maar hilarische passage waarin de auteur vertelt hoe hij tijdens zijn studietijd in Leuven in contact is gekomen met zijn toekomstige eega, Greta van Cauwelaert, dochter van Karel van Cauwelaert (Schildwacht van “Het Volk”, toendertijd een heel machtig figuur binnen de christen-democratie).

We vertellen niet alles, u moet namelijk het boek lezen.
Maar het is aannemelijk om zich voor te stellen dat Manu al onmiddellijk ingenomen was met Greta. Zij had de filosoof Alain gelezen! In het Frans nog wel.
Kent u die “propos” van Alain?
Over geluk en zo. Educatie. Politiek. Het zijn een soort pertinente softe aforismen die het altijd goed deden bij niet-ideologische geharde hamiltonachtige jonge moderne goedwilligen die van elke ideologie gespeend zijn.
De toenmalige bakvissen.

Je kunt met die “propos” wel vele kanten mee uit, want ze slaan je tilt.
Bij de sporadische lectuur van Alain voel(de) je daar als opgroeiende jongen en zeker als meiske goed bij, als beginnend puberaal denkend wezen. Filosofentijd.
Citaten van Alain konden zo maar in uw poëzieboek, als introductie voor een date.

Anderzijds zei Alain ook flagrante dingen die niet pasten in het overtuigingsysteem, maar door de wijze waarop hij dat zo coulant formuleerde was je als modern gelovige weer gezien.

Letterlijke citaten uit de eerste conversatie van Manu en Greet worden niet weergegeven in de mémoires.
Maar wie zou er als jongeman van 26, en aan het eind gekomen van zijn studies, niet geïntrigeerd worden als zo’n meisje je op een avond in uw elitair studentenhuis een “propos” toefluistert in de aard van: “Aimez, c’est trouver sa richesse hors de soi”. Terwijl je intussen zelf een kasteel in Marke bewoont!
Manu kennende zou het mij niet verbazen dat hij ook un bon mot van Alain uit de kast heeft gehaald : “J’ai souvent envie de demander aux femmes par quoi elles remplacent l’intelligence”. En zij dan weer als repliek: “Je plains ceux qui ont l’air intelligent”.
Zo ongeveer moet het gegaan zijn.

Manu schrijft heel onderkoeld.
Geeft nauwelijks en nergens blijk van enige emotie, tenzij men hier en daar een vleugje (milde?) ironie als een emotie mag beschouwen. Onze ereburgemeester bezit wel gevoel voor het komische. Situationele humor.
Nogmaals: koop het boek.
WOII is bij de familie goed doorstaan. Lees maar.
De repressie, de Koningskwestie, de Schoolstrijd. Het oproer rond de Eenheidswet. Manu was er als het ware niet bij. 1968? Maagdelijk schoon is zijn relaas hieromtrent.

Terug naar de politiek.
Al op de eerste pagina van de inleiding staat er iets verbazingwekkend.
Manu vindt het ook vanzelfsprekend dat men zich kan afvragen waarom hij zijn politieke ambities uitsluitend heeft toegespitst op de Kortrijkse regio, en in den beginne nog wel op een dorp als Marke. DEN ELEKTRIEK OOK.
Daarop antwoordt hij dat dit een bewuste keuze was. “Wie op twee hazen jaagt, vangt er geen enkele.”
Dit antwoord is niet bevredigend, tenzij bedoeld als een steek onder het water ten aanzien van onze huidige burgemeester.
Die bewuste keuze voor die éne lokale haas dan wordt niet expliciet toegelicht.

En hij had me dunkt in 1963, na zijn terugkeer uit Congo, wel degelijk uitzicht op een nationale of zelfs internationale (diplomatie?) carrière. Alleen al door het feit dat hij toen al een indrukwekkende serie invloedrijke kennissen had. Tot en met André Molitor, kabinetschef van de koning. Ook omwille van het feit dat hij heeft kunnen werken in de kabinetten van minister Arthur Gilson en premier Vanden Boeynants. Dat zijn toch gedroomde springplanken?

Wat heeft er Manu weerhouden om in Brussel te blijven?
Daar krijgen we niet echt een antwoord op. Had hij geografisch bekeken al genoeg gezien van de wereld? Een mentale afkeer gekregen van het Brusselse politieke wereldje?
Of wou hij aan de hand van de “Propos sur le bonheur” van Alain simpelweg gelukkig worden als kasteelheer van zijn geboortedorp? Heeft Greta hierin een rol gespeeld? Eens vragen aan zoon Jean?
Wel is het zo dat Manu het burgemeesterschap het meest boeiende vindt van alle mandaten. In Marke toch niet zeker? A.U.B!
Als je daarenboven nog prof bent geweest aan de eerste universiteit van Congo?
Er moet hier iets fundamenteels paternalistisch en neo-feodalistisch achter steken, waar alleen nog een zekere adel voeling voor heeft. Iets van gesublimeerde liefdadigheid.

De overkomst vanuit Congo via Brussel naar Marke is reismatig-intellectueel toch niet zo soepel verlopen.
In 1963 werd Manu in onze deelgemeente Marke gemeenteraadslid.
Maar tijdens de eerste jaren van zijn mandaat (1964-1970) verbleef hij gedurende de week in Brussel. Die Louisa-laan? En in zijn mémoires staat de ene keer (pag. 31) te lezen dat hij in 1967 naar zijn geboortedorp terugkeerde en de andere keer dat het gebeurde in 1969 (pag. 37).
Eén zin uit het boek willen we wel onthouden, zonder die helemaal te verstaan: “Eind 1969 was ik van oordeel dat mijn zonden in Brussel uitgeboet waren”.

Qua bestuurspolitiek is merkwaardig wat Manu ervaart als noodzakelijke voorwaarden om burgemeester (van een dorp) te worden.
Op pag. 37 staat dat hij eind van de 60’er jaren meende voldoende kennis te bezitten om in Marke nog wel een gooi te doen naar de burgemeestersjerp. En hij somt op: studies administratieve en politieke wetenschappen, proefschrift over gemeentefinanciën, prof administratief recht, opdrachten voor verscheidene ministers.
Luister goed, burgemeesters (en schepenen) nu in Vlaanderen: “dit alles sterkte mij in het idee dat ik er klaar voor was”. Om bijna bachten de kupe burgemeester te worden
Bent u er ook klaar voor? Je moet wel geen baron zijn hoor. Dat staat er niet bij. Die thomistische wijsbegeerte?

Plots denk ik dat Manu binnen zijn partij de klaarstaande stomende trein naar ’68 bewust heeft gemist. Verkeerde vrienden gehad? Beetje te elitair-geïsoleerd opgevoed?
Kunt u zich voorstellen dat de koningskwestie hem ook als jonker nauwelijks heeft beroerd? Manu was studax.
MANU HIELD NIET VAN EEN STANDENPARTIJ? TENZIJ DE ZIJNE.
Dat is dan de strijd geweest met zijn rivalen.
Zijn rivalen waren tegelijk het ACW (niet zozeer de kleine man), de andere clans binnen de Middenstand, bepaalde families, andere grootgrondbezitters, de clericalen en vooral al die gasten die nog nooit de wereld hadden gezien. De parvenu’s. Denk ik. Manu hield absoluut niet van mediocriteit.

(Wordt vervolgd, maar op een andere pagina.)

Mémoires van Emmanuel de Bethune (1)

Zopas gekocht.
Titel: “Gedachten en herinneringen, Kortrijk van 1964 tot 2000” (Uitg.Groeninghe).
Voor de jongere lezer: Manu is ereburgemeester van Stad. Ook baron, maar dat is niet erg. Hijzelf laat zich daar ook niet door imponeren. ’t Is een toffe gast. Zeer wijs.
Manu is naar Kongo geweest, dat was Phare South met de stoomboot. Prof aan de universiteit Lovanium (in wat nu Kinshasa is).
Toen al brain drain vanuit Kortrijk. Hilarisch is hoe weinig studenten hij voor zijn vak (administratief recht) voor zich had. Het eerste jaar twee.

Zoon Jean is schepen alhier en voorzitter van de provincieraad. Dochter Sabine is senatrice.
Senior is burgemeester van Marke geweest. Burgemeester van Groot-Kortrijk van 1987 tot 1989 en van 1995 tot 2000.

Benieuwd wat hij te vertellen heeft en niet vertelt.
Bij een eerste geblader valt wel op dat elke bibliografie ontbreekt. Er is wel een uitgebreid personenregister.
Welgeteld twee bladzijden en drie regels (op 294 pagina’s) zijn gewijd aan stadsfinanciën!
Het was nooit zijn sterkste zijde. En toch hij heeft er lang geleden nog een soort thesis aan gewijd. Raar.
Manu is een cultuurmens.
Hij deed ook “niets voor de eer, niets voor het geld”. Zijn leuze was: “Nec auro, nec armis”.

Later een keer een lectuurverslag.