Category Archives: gemeenteraad

Zijn onze raadsleden onderbetaald? (slotbeschouwing) (5)

De kwestie kwam aan de orde middels een parlementaire vraag van federaal parlementslid en burgemeester Vincent Van Quickenborne.  Daaruit bleek dat hij de belasting op presentiegeld (37%) wou afschaffen door bijvoorbeeld  die zitpenningen fiscaal te beschouwen als onkostenvergoedingen.

Momenteel kan een raadslid per vergadering bruto maximaal 209 euro opstrijken maar netto wordt dit ‘slechts’ 123 euro.  (We laten hierbij de mogelijke kostenvergoedingen en cumulaties buiten beschouwing. )

In Kortrijk komt dit neer op 246 euro netto voor een gemiddelde van laat ons zeggen 4 uur gemeenteraad en een half uur commissievergaderingen.  Dat levert dan zowat 55 euro netto op per uur.
Het is geen hongerloon.
Zeker niet als we zien hoeveel raadsleden (in Kortrijk dan, – maar mogelijk ook elders) in de zittingen druk bezig zijn  op hun smartphone of laptop.
(Er is hier nu zelfs een fractieleider van een meerderheidspartij die constant aan het tokkelen is op zijn GSM en gewoon niet meer opkijkt.)  Dit soort lieden verdient letterlijk geen eurocent.  Ze zouden zich beter niet meer vertonen als ze enkel maar komen om de zitpenning te incasseren.  Vooral: niet meer opkomen bij de volgende verkiezingen.

In vorige stukken leerden we dat een raadslid dat zijn plichten wil vervullen nog heel wat tijd kan besteden aan de voorbereidingen van een gemeenteraad.  Aan het opdoen van de nodige algemene politieke kennis over diverse beleidsdomeinen.
Moeilijk te bepalen om hoeveel uren dat gaat.  Die tijdsbesteding schommelt ook van maand tot maand.
De jarenlange ervaring van onze toch beslagen gemeenteraadwatcher leert dat de gemiddelde werklast van een goed (hard) werkend raadslid gemakkelijk gemiddeld 14 uur per week kan bedragen.  Maar hoeveel van dit soort ‘goed werkende’ raadsleden zijn er in uw gemeente?  (Voor Kortrijk schatten we het aantal op ongeveer 10.  We zijn mild: 1 op 3.)

Na een aantal recente schandalige vormen van graaicultuur bij politici in bepaalde gemeenten ligt een mogelijke opslag (of onbelastbaarheid) van zitpenningen  tegenwoordig bijzonder gevoelig bij de publieke opinie.
Volgens ‘Het Laatste Nieuws’ (6 april) durft zelfs Van Quickenborne zijn idee niet al te luid meer rondbazuinen.  En nog volgens de krant was de VLD-nationaal niet al te zeer opgezet met het voorstel van de Kortrijkse partijgenoot.  Men bestempelde het als “een gedachte-experiment”. (Ook Jong-VLD is tegen.)

Het pleidooi van Van Quickenborne voor een verhoging van de vergoeding voor raadsleden kon wel op steun rekenen van enkele collega’s-burgemeester.  Bijv. ook van de Gentse burgemeester Termont.  (Wil die daarmee zijn eigen forse verloningen voor zijn vele mandaten indirect goed praten??)
Zelfs bestuurskundigen pleiten voor een opwaardering van de vergoedingen.
“Geef ze loon naar werken,” zegt bijv. prof. Herwig Reynaert (Ugent).  Ik vermoed dat hij concreet (in werkelijkheid) nog niet veel raadsleden “aan het werk” heeft gezien…

In vergelijking met de buurlanden zijn onze raadsleden niet eens zo slecht betaald.
– In Frankrijk verdienen raadsleden in gemeenten met minder dan 100.000 inwoners gewoon niets.  Elders 228 euro per maand. (Maar in de drie grote steden wel véél meer.)
– In Duitsland zijn de betaalsystemen per deelstaat zeer  verschillend.  Maar toch weer niet opmerkelijk hoog: van 99 tot 266 euro per maand.
– In Engeland schommelt de “basic allowance” tussen 227 en 2.270 euro.
– In Nederland is de vergoeding per maand afhankelijk van het inwonersaantal.
Vanaf 40.000 inwoners wel al meer dan 1.000 euro en dat kan oplopen tot 2.352 in steden zoals Amsterdam.  Maar in dat land wordt ook meer vergaderd.  En nog wel overdag ook.

Civil servant
Tijd om te besluiten.
Laat ons het begrip “LANDSDIENAAR”  weer invoeren.
Een raadslid zou zijn mandaat als geweldig eervol kunnen beschouwen en de uitoefening  ervan niet als een werklast aanzien.
Gewoon tevreden zijn met de huidig geldende  tarieven voor de zitpenningen en de  onkostenvergoedingen.
Gewoon zijn werk graag doen.

Zijn onze raadsleden onderbetaald? (4)

In het vorige stuk hadden we het over enkele  essentiële documenten die een raadslid wel moet inkijken als directe voorbereiding van een gemeenteraad.  Daarvoor dienen de presentiegelden.
Maar een goed raadslid wil ook wat algemene stielkennis opdoen.
Daarvoor is nogal wat lectuur onvermijdelijk.

Over de werking en de bevoegdheden van een gemeenteraad, natuurlijk.
Doorploeg dus alleszins het nieuwe Vlaams Decreet “lokaal bestuur”.
Het is tevens geboden om een en ander te weten over gemeentefinanciën,  over de nieuwe beheers- en beleidscyclus (BBC), de milieuwetgeving, cultuurbeleid, en andere beleidsdomeinen.
Daarvoor zijn handige ‘gemeentelijke zakboekjes’ van de uitgeverij Kluwer heel geschikt.  Of men kan vormingssessies bijwonen.

Veel valt evenwel eenvoudig en gratis te vernemen via het internet.
Onmisbaar is bijvoorbeeld de website van de VVSG, de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten.  (Ook het ledenblad “Lokaal” is verplichte lectuur.)
Nog onmisbaar is de website (inclusief de nieuwsbrief) van het Agentschap Binnenlands Bestuur.

PR.
Ja, na al dat thuiswerk wacht een raadslid nog allerhande taken buitenhuis….
(Sommigen doen eigenlijk maar alleen maar dat.)
Recepties en vergaderingen aflopen. (Wijk)feesten, kermissen, begrafenissen, openingen, kaartingen, enz.  Huisbezoeken  en kroegtochten.
Jammer maar waar.
Zonder continue aanwezigheidspolitiek in ‘de publiek ruimte’ staat een kandidaat-raadslid bij de verkiezingen nergens, hoe gedegen zijn dossierkennis ook is.

P.S.
in een volgend slotartlkel beantwoorden we eindelijk de vraag of een raadslid onderbetaald  is.

Zijn onze raadsleden onderbetaald? (3)

Pas verkozen raadsleden moeten bij het begin van de legislatuur zweren dat zij de verplichtingen van hun mandaat trouw zullen nakomen.

Zij moeten dus minstens de gemeenteraden en commissies (aandachtig) bijwonen ten einde de beleidsdaden van het schepencollege te controleren en als ze nog wat meer in hun mars hebben kunnen zij daarbij tevens alternatieven of voorstellen formuleren. Vragen (interpellaties) of amendementen, moties  en agendapunten indienen.
Daarvoor is wel enige stielkennis nodig en zowel in steden als in (kleine) gemeenten beseffen veel raadsleden geeneens wat voor werklast dit kan meebrengen.
We geven een overzicht van de essentiële taken die een raadslid  te wachten staan.
1.
Ter voorbereiding van een gemeenteraad  dient men natuurlijk de nodige documenten te lezen.  Minimaal de zgn. ‘memorie van toelichting’  bij de agendapunten, en als men werkelijk helemaal beslagen op het ijs wil komen dient men natuurlijk alle dossiers te doorploegen.
(In papieren vorm is dit in Kortrijk een stapel van minstens 20 cm hoog.  Zeg maar 30 cm.   Eén keer een halve meter. Vroeger wisten vele raadsleden alhier die dossiers in het stadhuis niet eens liggen, nu krijgen ze die meestal via internet elektronisch thuis bezorgd, – maar hoeveel raadsleden lezen die?)
Wie hierbij niet wil uit de lucht vallen bij collega’s , wacht best niet passief op een mogelijke fractievergadering of een raadscommissie.
Ter info.  De maanden november-december en mei zijn traditioneel heel druk want dan krijgen de raadsleden de budgetten (begrotingen) en jaarrekeningen van de gemeente en diverse  andere instellingen (gemeentelijke vzw’s, autonome gemeentelijke bedrijven, intercommunales) op de schoot  geworpen.
Dat zijn pakken hoor!  (Uw mandatarissen mag u in die periodes niet al te vaak in de kroeg zien.)
2.
Raadsleden die hun “plichten trouw willen nakomen” lezen ook wekelijks de notulen van het College van Burgemeester en Schepenen.  Onmisbaar als men het (toekomstig) beleid wil kennen.  (In Kortrijk gaat het vaak om méér daar 300 bladzijden, soms een keer bijna 500.)
3.
Ook de website van de gemeente dient men heel regelmatig te raadplegen om te weten wat er zoal gebeurt.  (Men kan er wel eens de toekomstige agenda van het Schepencollege raadplegen.  Goed om te kunnen anticiperen op toekomstig beleid.)
4.
Tevens is het heel geraadzaam om dagelijks de lokale pers te volgen.
Het komt voor – alleszins in Kortrijk – dat die media eerder dan de raadsleden op de hoogte zijn van wat het Schepencollege aan het bekokstoven is.

P.S
In een volgend stuk de meer facultatieve taken van een gemeenteraadslid.
Maar ook niet te veronachtzamen.

Zijn onze raadsleden onderbetaald? (2)

Laat het ons eerst even bij Kortrijk houden.
Raadsleden krijgen – bruto en afgerond – momenteel (index!) –  per zitting 209 euro presentiegelden.  Netto komt dit neer op 132 euro want er is alhier een bedrijfsvoorheffing afgehouden van 37,30 procent.  In principe zijn er in onze stad 12 (twee in december, géén in augustus) raadszittingen per jaar.

Dat levert een netto-vergoeding op van 1.548 euro over het jaar heen.  Per zitting maakt dat 129 euro.  Ja.
Hoeveel is dat dan per uur?  Moeilijk te bepalen.
Een Kortrijkse gemeenteraad kan van 3 tot 3,5  en soms 5 uur lang duren.  Laat ons een gemiddelde nemen van 3,5 uur.  Dan hebben de raadsleden per uur gemeenteraad bijna 37 euro netto “verdiend”. (1.548 euro gedeeld door 42 uur.)
Echt veel is dat nu misschien niet, maar het is ook niet héél weinig.

Men moet daarbij ook eens iets in acht neemt dat in de pers  nooit ter sprake komt:  het ronduit onbetamelijk gedrag van bepaalde raadsleden tijdens de vergadering.
Een groot aantal raadsleden (Kortrijkwatcher kent ze allemaal bij naam!) zit zich ter zitting zichtbaar stierlijk te vervelen.   Dat aantal verstaat er ook niks van wat er ter sprake komt.
Ze komen ook nooit tussen.  Sommigen – en niet zo weinigen –  bedachten daar de voorbije jaren steeds betere ingenieuze oplossingen voor om die tergend lange uren door te komen.  (Vroeger lazen ze de krant!)
Men zit te tokkelen op het internet (e-mails, facebook, twitter, google, en zelfs games, of voetbal) of men is quasi doorlopend onledig bezig op de eigen smartphone (GSM, app’s).  Ze maken bijwijlen zelfs  foto’s om op FB te plaatsen.
Enkelen verrichten continu BEROEPSHALVE persoonlijk (thuis)werk en kijken zelfs niet eens op.
(Onze gemeenteraadwatcher maakte het zelfs mee dat een raadslid niet had gemerkt dat de zitting ten einde liep.  Hij bleef maar voort tokkelen, hoofd in de schoot.)

Er is nog een vergoeding die we hier niet mogen vergeten.
Kortrijkse raadsleden krijgen tevens zitpenningen als ze de zgn. voorbereidende maandelijkse raadscommissievergadering bijwonen waarvan ze lid zijn.  Die vergoeding bedraagt ook weer netto 132 euro.  Maar zo’n commissie duurt normaliter hoogstens een half uur, soms slecht tien minuten.  (Geen Kortrijkzaan weet dit, laat staan een journalist.)

Hypothese.
Stel dat er jaarlijks 11 raadscommissies zijn van telkens gemiddeld een half uur.
Per jaar vergadert men dan vijf en een half uur in het totaal.
Die 11 vergaderingen leveren 1.452 euro netto op.
De netto-vergoeding per vergadering bedraagt  132 euro.
Hoeveel is dat dan per uur als er per jaar 5,5 uur is vergaderd?  We durven het bijna  niet zeggen.  264 euro.  (1.452 gedeeld door 5,5.)

BESLUIT
We kunnen er redelijk van uitgaan dat een Kortrijks raadslid per uur zitting in de gemeenteraad netto 37 euro incasseert en in de raadscommissie 264 euro.

Is dat veel of is dat weinig?  Wordt vervolgd…

N.B.
In de vaststellingen hierboven is geen rekening gehouden met het feit dat Kortrijkse raadsleden althans volgens het huishoudelijk reglement nog genieten van andere vergoedingen en ‘faciliteiten’.  De bezoldigingen uit mogelijke cumulaties lieten we gemakshalve terzijde.

Zijn onze raadsleden onderbetaald? (1)

Onze burgemeester Vincent Van Quickenborne (VLD) vindt dat blijkbaar wel.
Men kan dat afleiden uit een schriftelijke vraag die hij als parlementariër op 6 februari stelde aan de Johan Van Overtveld, minister van Financiën.
De vraag (nog altijd niet beantwoord) luidde als volgt:

“De gemeenteraadsleden ontvangen voor hun aanwezigheden in de gemeenteraad persentiegeld per zitting. Dat presentiegeld behoort tot de baten en moet met fiche 281.30 vermeld worden.  Er wordt bedrijfsvoorheffing op ingehouden die in de aangifte samen met het inkomen in het vak van de baten vermeld moet worden.
De nettobedragen zijn relatief laag (minder dan 90 euro netto) en kunnen volgens sommigen gezien worden als onkostenvergoeding gelet op de onkosten die raadsleden maken (verplaatsingen, bureaumateriaal, communicatiekosten, steun, enz.) 

1.Wat is de totaalopbrengst van de belastingen uit inkomsten of presentiegelden voor de jongste vijf jaren?  2. Acht u het opportuun om dit fiscaal te zien als een onkostenvergoeding in plaats van als een baat?”

De vraagsteller vergeet hierbij toch wel een paar zaken.
*  Een raadlid kan ook de kosten inbrengen die het maakt voor de uitoefening van het mandaat.  (Een wettelijk forfait of een bewijs van de werkelijke kosten. )
*  Hoewel presentiegelden een zelfstandig inkomen zijn, hoeft men er geen sociale bijdragen op te betalen.
*   In veel gemeenten ontvangen raadsleden  bovenop het presentiegeld nog allerhande onkostenvergoedingen  en ‘faciliteiten’.  In Kortrijk bijvoorbeeld voor bepaalde reiskosten, internet, aankoop van desktop, laptop of ander ‘portable devices’, vorming.  Men kan ook briefpapier krijgen, een e-mailadres, inzage in krantenknipsels, parkeertickets (Schouwburg), een ongevallenverzekering en een verzekering voor beroepsaansprakelijkheden.  Voor de werking van de fractie in haar geheel is er ook een toelage voorzien.
*  Hoe de vraagsteller aan dat netto-inkomen van minder dan 90 euro komt is ons een raadsel.   De gemeenteraad bepaalt zelf de hoogte van de presentiegelden, momenteel met een minimum van 47,81 euro en een maximum van 209,14 euro, bruto.   Normaliter kiest men voor het maximale bedrag.  Als we daar 37% belasting van aftrekken  blijft daar netto 131,83 euro van over.
*  Een gemeenteraadslid cumuleert  nogal eens een aantal andere mandaten waarvoor hij wordt vergoed.

Voetnoot
De ingehouden bedrijfsvoorheffing hangt af van de hoogte van de vergoeding.
Tot minder dan 500 euro:  27,25 %.  Van 500 tot 650 euro:  32,30%.  Hoger dan 650 euro (wat toch overal het geval is?-zeker in Kortrijk): een afhouding van 37,30%.   

(Wordt vervolgd.)

Camerabewaking in het begijnhof en aan de verlaagde Leieboorden (2)

Het gaat bij de Leieboorden alleszins om een niet- besloten plaats en de camerawet (art. 2.1) definieert dit als zijnde  “elke plaats die niet door een omsluiting is afgebakend en vrij toegankelijk is voor het publiek”.
(Volgens het Schepencollege is ook het begijnhof een niet-besloten plaats.)

Welnu de verantwoordelijke voor de verwerking voor zo’n niet-besloten plaats moet voorafgaand aan de plaatsing van de bewakingscamera’s , een positief advies krijgen van  de gemeenteraad.  (De “verantwoordelijke voor de verwerking” is hier althans het openbaar bestuur dat de beslissing neemt tot het plaatsen van camera’s en hierbij het doel en de middelen voor de verwerking van de persoonsgegevens bepaalt).

Vooraleer de gemeenteraad haar advies formuleert moet de gemeenteraad de korpschef van de politie(zone)  raadplegen.
En natuurlijk moet de verantwoordelijke voor de verwerking bij het indienen van zijn adviesaanvraag bepaalde inlichtingen bezorgen aan de geraadpleegde instanties.
We vermelden:
–  de benaming van de verwerking (databank);
–  de finaliteit van de verwerking (met name het toezicht en de controle om inbreuken tegen personen of goederen of overlast te voorkomen, vast te stellen of op te sporen of om de openbare orde te handhaven of te herstellen);
–  de plaatsing van de camera’s en de perimeter van de zone;
–  de bewaartermijn van de beelden;
–  het contactpunt voor het recht van toegang op de beelden.
(Art. 12 van de camerawet van 21  maart 2007 bepaalt dat ieder gefilmde persoon het recht van toegang tot de beelden heeft!  Geen mens die dat weet.)

Verder moet men eveneens de antwoorden geven op de volgende twee vragen:
–  welke zijn de veiligheidsproblemen die aan de basis liggen van de beslissing om bewakingscamera’s te plaatsen?
–  waarom is camerabewaking een gepast instrument om hierop te antwoorden?

Volgens de ministeriële omzendbrief van 10 december 2009 (art. 2.2.) wordt de  korpschef geacht zich uit te spreken over het feit of er volgens hem al dan niet voldoende elementen bestaan die bevestigen dat op de bedoelde niet-besloten plaats veiligheidsproblemen bestaan of een onveiligheidsgevoel aanwezig is, met het risico dat er dan ook feiten kunnen plaatsvinden die men kan voorkomen, vaststellen of opsporen door middel van bewakingscamera’s.
Op grond hiervan zal de korpschef een gunstig of ongunstig advies uitbrengen aan de gemeenteraad.

Het advies van de gemeenteraad moet altijd gemotiveerd worden.
Indien zij de analyse van de korpschef volgt dan kan de motivering steunen op de elementen opgenomen in zijn analyse.
Indien de gemeenteraad daarentegen beslist om, ondanks de ongunstige analyse van de korpschef, toch een positief uit te brengen voor het cameragebruik dan zal de gemeenteraad zijn advies uitvoeriger moeten motiveren.  Hetzelfde geldt bij een negatief advies van de gemeenteraad, terwijl de analyse  van de korpschef voor her project gunstig was.

Voor niet-besloten plaatsen voorziet de wet dat het bekijken van de beelden in real time uitsluitend is toegestaan onder toezicht van de politiediensten.

Een gemeenteraad zonder aanvullende punten

Vandaag 15 januari de eerste gemeenteraad van het jaar.
Voor één keer zijn er dan telkenjare geen door raadsleden aanvullende punten (voorstellen, vragen) ingediend.
Maar weet u hoe dat komt?
De eerste zitting van het jaar wordt traditioneel gevolgd door een receptie in de beatrijszaal van het historisch stadhuis.  Rijkelijk van drank en hapjes voorzien.
En de raadsleden willen daar zo vlug mogelijk aan beginnen. Er valt geen tijd te verliezen.
Vandaar dat de fracties  al jaren  een soort stilzwijgende afspraak hebben gemaakt om geen punten toe te voegen aan de agenda…
Zelfs ook om niet veel te zeggen.
Wat een naargeestige traditie is me dat!

Naschrift
De agenda was na nauwelijks 40 minuten afgewerkt.
Bij bepaalde nogal belangrijke punten kwam niet de minste bespreking.
Ook dat is een intrieste gewoonte bij de eerste zitting van het jaar.
Politiekers toch.   Spoed u naar de bar.  Het echte leven.  En zwaai mekaar de lof toe.  Wees fier over mekaar!

 

 

“Eerlijk gezegd”…

Als Kortrijks burgemeester Vincent Van Quickenborne een zin begint met de woorden “eerlijk gezegd”, dan spitsen wij de oren.
Hij deed dat alweer in de gemeenteraad van 11 december toen op een of andere manier de komende gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2018 ter sprake kwamen.
Hij zei dit: “Eerlijk gezegd, ik heb geen angst om met deze coalitie door te gaan.”
En meer speciaal ter attentie van raadslid Matti Vandemaele (Groen) voegde hij er nog aan toe: “Knoop dat goed in uw oren!”

Wel dat gaan we dus doen.
Komt er dan geen “stadslijst”?

P.S.
Nog te beluisteren op de livestream van de zitting.  Op 01:39:48.

Het wordt een lange gemeenteraad vanavond 4 december

Niet enkel omwille van het aantal en het belang van bepaalde agendapunten.
Ook niet omwille van het grote aantal (9) ingediende vragen van gemeenteraadsleden.
Maar ook omwille van dat ene te behandelen punt in besloten zitting:  “Ontslag stadsmedewerker ten gevolge van definitief vastgestelde beroepsongeschiktheid.”
Wie ons vorig stuk ter harte nam weet waarover het gaat.

VLD-raadslid Marie-Claire Vandenbulcke neemt ontslag

Verrassend nieuws.
Want Marie-Claire is altoos aangezien als een onverwoestbare, vaste waarde in de partij en de fractie.  (Zij was ook drie jaar schepen en een tijd fractieleider.)
Maar aangezien zij verhuist naar de kust (daar heeft ze met haar echtgenoot Raymond al lang een tweede verblijf) liet ze in een brief van 20 november (op het stadhuis pas ontvangen op 29 november) weten dat zij per 31 december wenst  ontslag te nemen als gemeenteraadslid.

Wie haar opvolger wordt is (ook door haar) nog niet gekend.  Maar de partijleiding (zeg maar gewoon: de  burgemeester) zal daar al wel een mening over hebben gevormd.
De ambitieuze Tiene Castelein  (tweede opvolger) maakt zeker een kans maar dan moet zij haar adviseurschap bij schepen Wout Maddens laten vallen.  (Ze kunnen natuurlijk nog naar mekaar bellen, als het nodig is.)
Stephanie Demeyer is eerste opvolger maar zetelt alreeds in de OCMW-raad.
De derde opvolger Moniek Gheysens  (gewezen raadslid) heeft er waarschijnlijk nog weinig zin in.
Vierde opvolger is Henri Vanneste en de vijfde is Liselot Vermeersch.

De aktename van haar ontslag is geagendeerd op de gemeenteraad van 11 december (niet die van 4 december).  Zolang er geen opvolger is geïnstalleerd blijft Marie-Claire nog raadslid.  Dan is zij dat al 23 jaar!