Category Archives: gemeentefinanciën

Vergeten cijfers (1) Erelonen

In de komende tijd zullen we hier een vervolgrubriek maken met (over) “vergeten” cijfers.
En het zal niet enkel om financiën gaan.Stad geeft de laatste tijd enorm veel geld uit aan erelonen (en andere vergoedingen aan niet-gemeentepersoneel).
In feite zijn deze uitgaven ook te beschouwen als personeelskosten.
En de onderliggende altoos ietwat vervelende vraag is of bepaalde taken dan op een of andere manier niet konden vervuld worden door onze eigen ambtenaren.

Nog moeilijker.
Waarschijnlijk is het zo dat bepaalde instanties die erelonen (of vergoedingen) toegewezen krijgen toch voor heelwat informatie kunnen steunen op hand- en spandiensten van onze ambtenarij. Weglopen met allerhande voorbereidende documenten, vroegere studies en ook manuren bij de ambtenarij.

In 2004 werd er niet minder dan 277.573 euro besteed aan de rubriek “erelonen en andere vergoedingen aan niet-gemeentepersoneel”. In gewone dienst.
In 2001 ging het om 190.760 euro. In 2002: 184.344 euro. In 2003: 140.697 euro.
Dat zijn allemaal cijfers uit de rekeningen, dat wil zeggen: werkelijk besteed in dat jaar.

Hierna even een overzicht van die uitgavenpost voor 2004.
Tussen haakjes staat het bedrag voor 2003.

Erelonen voor expertises: 52.252 (4.665).
Erelonen voor studies werken gewone dienst: 47.261 (40.162).
Erelonen voor advocaten, artsen, enz.: 62.125 (45.695).
Auteursrechten, erelonen en vergoedingen voor optredens: 79.749 (40.467).
Vergoedingen voor bij de gemeente gedetacheerd personeel: 36.186 (9.709).

De stijgingen zijn remarkabel. Die expertises ! Gedetacheerd personeel !

Intrigerend zijn ook de erelonen voor advocaten. Een opsplitsing tussen advocaten en artsen (enz.) wordt niet gemaakt, maar je kunt gerust aannemen dat bijna heel het bedrag in die post naar advocatenkantoren gaat.
Stad voert zeer dure aanslepende rechtszaken bij de Raad van State waarvan niemand (tenzij de advocaten) nog het nut inziet. Die historie rond de het al of niet toelaten van kansspellen bijvoorbeeld. We spanden zelfs al processen in tegen de hogere overheid waarvan niemand nog hoort (bijvoorbeeld voor zgn. achterstallige uitbetaling van door de federale overheid geïnde personenbelasting).

En een raadsel is ook de vraag waar de erelonen buitengewone dienst te kazerneren vallen. Want die zijn er ook. Onvoorstelbare bedragen.

Voor de goede orde vertel ik ze maar even. Het gaat nog altijd over 2004.
Werden toen begroot in buitengewone dienst:
– erelonen schoolomgeving en mobiliteit: 86.973 euro
– voorstudie Libel: 74.386 euro
– opmaak plan Neerbeekvallei: 2.500 euro
– erelonen BPA’s, structuurplan, oude Leiearm, Begijnhofpark, Hoog-Kortrijk: 620.000 euro (jawel).

Fenomenale bedragen natuurlijk.
En dan hebben we nog – niet te vergeten- de subsidies (werkingskosten) voor de besognes van Leiedal. Die bedragen steevast 2 euro per inwoner en per jaar. Vast. Of Leiedal nu wel of niks voor ons doet.
Specifieke opdrachten van de stad betalen we nog apart.
Voor dit jaar mag Leiedal al rekenen op 75.000 euro in het kader van een raamcontract.

Gevaarlijke gemiddelden

U herinnert zich nog het verhaaltje van uw leraar wiskunde of statistiek toen hij het had over de soorten gemiddelden.
Een man staat aan de kant van een rivier die hij wil doorwaden. Hem werd verteld dat die rivier bekend stond om zijn gemiddeld lage waterstand. Een bijna droogstaande rivier: gemiddeld slechts een halve meter diep. En toch verdrinkt die man op de plaats die hij wil doorwaden. 

Een merkwaardig staaltje van gemiddelden werd hier reeds aangegeven in dat stuk over prestatieontvangsten in de 12 grootste gemeenten. (Scrollen naar 8 januari.) Kortrijk ontvangt aan prestaties slechts 30 euro per inwoner terwijl het gemiddelde van de grote steden zowat 80 euro is !

Niettemin geef ik voor de cijfermaniakken voor nog wat andere posten uit de begroting enige vergelijkingen. (Bron: Dexia.)
Kortrijk hanteert inzake onroerende voorheffing (in 2005) het hoogste tarief van alle centrumsteden.
In 2004 werd hiervoor per inwoner initieel 302 euro begroot. Het gemiddelde aan belastingontvangsten OV bij de twaalf steden (met een bevolking van méér dan 50.000 inwoners) bedroeg evenwel méér: 333 euro. Voor dit jaar 2006 zijn de cijfers resp. 328 en 352 euro.

Voor de aanvullende personenbelasting staan we (in 2005) met onze aanslagvoet op de vierde plaats, na Sint-Niklaas, Roeselare en Leuven. En toch ontvangen we per inwoner voor deze belasting meer dan gemiddeld bij “de Twaalf”. In 2004 ging het om 267 euro, elders om 226 euro. Voor dit jaar zijn de bedragen resp. 242 tegenover 224 euro per inwoner.

Burgemeester heeft al dikwijls geklaagd over de hoogte van onze dotatie aan de politiezone VLAS. Dit jaar geven we daar per inwoner 160 euro uit. Bij “de twaalf” is dat 214 euro.
In 2004 : 147 euro tegenover 207.

Voor de stadstoelage aan het OCMW is de scheeftrekking van de gemiddelden waarschijnlijk wel te wijten aan het Antwerpse OCMW. Wij geven dit jaar aan het OCMW 123 euro per inwoner uit. Elders is dat gemiddeld 154 euro. In 2004 lagen de cijfers nog heel anders: 142 tegenover 147 euro.
Zo zie je maar.

Dexia maakt ook jaarlijks een vergelijkende studie enkel voor de centrumsteden.
Maar men doet daar heel geheimzinnig over. De bank vindt dat die gegevens vertrouwelijk zijn.
En de dienst Financiën van de stad is er ook niet heel scheutig mee, met dat document. Benieuwd of onze transparante stad die studie zal vrijgeven bij de bespreking van de jaarrekening 2005.

Een echte prestatie !

Prestatieontvangsten van een gemeente zijn ontvangsten van goederen en diensten die door de stad geleverd worden aan individuele burgers of firma’s. U gaat bijvoorbeeld een paspoort afhalen. U gaat zwemmen. U huurt een stadslokaal. U hebt een verkeersbord nodig voor uw verhuis.De prestatieontvangsten alhier ter stede zijn traditioneel laag, laat ons zeggen 2,5 miljoen per jaar.
De burgemeester gaat daar fier over: we zijn naar zijn mening zowat de goedkoopste centrumstad in Vlaanderen.
Per jaar en per inwoner betalen we effectief slechts zowat 30 euro voor allerhande dienstverstrekkingen.

Zopas verscheen een studie van Dexia over de financiën van de Vlaamse gemeenten.
(Met een simulatie voor de jaren 2006-2010. Maar daarover hebben we het nu niet.)
In die studie kunnen we voor o.a. de prestatieontvangsten een vergelijking maken met de andere 11 gemeenten met méér dan 50.000 inwoners. Pas op, daar zitten ook steden als Antwerpen en Gent bij. En dit zorgt natuurlijk voor scheeftrekkingen.

Niettemin, wat men in die Dexia-studie leest over de gemiddelden inzake prestatieontvangsten van de 12 grote gemeenten is werkelijk ongelooflijk.
Ik heb het nog eens nagerekend.
In 2004 was er hier voor de “prestaties” een bedrag van 27 euro per inwoner begroot. (In werkelijkheid wordt er ietwat meer gerealiseerd.)
En hoe zit het gemiddeld bij “de twaalf”? Daar geven de inwoners gemiddeld 75 euro uit aan diensten en leveringen van de stad.

Ik wrijf mijn ogen uit.
Nog een keer gekeken voor dit jaar 2006.
Kortrijk verwacht voor zijn diensten en goederen 29 euro per inwoner.
En de twaalf: 81 euro !

Dat kan toch niet kloppen?
Kortrijk kan toch niet voor meer dan de helft (inzake retributies bijv.) goedkoper zijn dan andere steden?
Daar moet een uitleg voor te vinden zijn.
Zou het kunnen dat wij Kortrijkzanen gewoon minder gebruik maken van stadsdiensten? Gewoon meer individueel onze plan trekken? Gaan zwemmen bij de buren? Minder boeken lenen? Minder bals beleggen in een stadslokaal (de Kleizaal)? Minder doodgaan en begraven worden?
Of omgekeerd: dat de stad gewoon minder mogelijke diensten in aanbieding heeft? Of veel minder eigendommen verhuurt dan in andere steden? Minder aan kinderopvang doen? Minder aan nodeloze alarmeringen doen?
Ik weet het echt niet.
HELP !

Een buitengewoon aardig schijfje

In de recent verschenen “Stadskrant” (januari 2006) steekt een aardig schijfje.
Je leest er per directie op wat die kost. Ook nog omgerekend per inwoner.
Let wel: die bedragen komen voort uit de “gewone” begroting 2006 en slaan niet op de “buitengewone” (de investeringen).
Op het bestaan van die berekeningen hebben we hier al meermaals gewezen en zijn daarbij voor ons doen buitengewoon vriendelijk geweest. (Zie bijvoorbeeld het stuk “Iets voor cijfermaniakken” van 11 december 2005.)
Dus nogmaals proficiat voor de financiële dienst.Er is één “directie” vergeten.
Op het schijfje staan de kosten van de kabinenetten van het College (Burgemeester en acht schepenen) niet vermeld. Dit jaar gaat het om een bedrag van 1,8 miljoen. Vorig jaar was dat nog 1,2 miljoen euro.

Dat we op het schijfje ook niets lezen over de uitgaven voor de kerkfabrieken heeft zo zijn reden.
Voor de eredienst is er namelijk geen aparte directie.
Kosten en opbrengsten (voor zover die er zijn) zitten verscholen bij de directie “facility” van schepen Jean de Bethune.
De werkingskosten (gewone toelagen) bedragen dit jaar 1,18 miljoen. Vorig jaar 1,11 miljoen. Specifieke personeelskosten voor de parochies mag je ramen op ca. 100.000 euro. Scheiding van Kerk en Staat !
Dit soort zaken zijn overigens wél te vinden op de Kortrijkse website.

Maar de kerkfabrieken krijgen ook buitengewone toelagen. 126.300 euro.
En er zijn “doorgeefleningen” voor 541.728 euro.
Dit soort “buitengewone” uitgaven kun je pas kennen als je in het bezit bent van de begroting, met het deel “programma van de werken” bijvoorbeeld.
Laat ons zeggen dat de kerfabrieken ons nu per inwoner (ongedoopte baby’s inbegrepen) toch zeker 18 euro kosten. (Vergelijk eens met onze netto-lasten per inwoner voor het stadsonderwijs.)

Nu de dienst Financiën zo goed bezig is lanceren we bij deze een constructief voorstel.
Laat ons in de eerstkomende Stadskrant een schijfje stoppen met een overzicht van de belastingontvangsten voor de periode 2000-2006.
Opgesplitst in 1) aanvullende personenbelasting, 2) opcentiemen op de onroerende voorheffing, 3) eigenlijke gemeentebelastingen, 4) retributies.
De gegevens staan al te lezen in kortrijkwatcher.
Op voorhand alweer een dikke proficiat.
P.S.
Een grafiekje mag ook. Zal in dit geval van ontvangsten wellicht sprekender zijn. Je moet die bokkesprongen van de curve eens zien. Dat is geen tendens meer, dat is een breuk.

Over de miljoenen van het Stedenfonds

Men hangt dat niet aan de grote klok, maar stad krijgt van hogere overheden (dat is van ons) onnoemelijk veel geld.
Zo bijvoorbeeld via het zgn. Stedenfonds. (Nog iets anders dan het Gemeentefonds. Daar krijgen we nu in 2006 22,4 miljoen van. EURO. Driehonderdduizend euro meer dan in 2005.)Die toelagen van het Stedenfonds zullen naar verwachting voor de gehele voorziene periode 2003 tot en met 2007 welgeteld 10.023.635 euro bedragen. (Het is altijd goed om dit soort cijfers in gedachten nog even in BEF om te zetten: 404 miljoen franken.)
De afspraak met de Vlaamse overheid was dat we op jaarbasis in principe van 1,8 miljoen euro zouden genieten, maar dat is intussen wat meer geworden.
Het totaal van de budgetten voor de voorbije jaren 20o3-2005 bedraagt 5,4 miljoen.
Dit jaar (2006) krijgen we 2,3 miljoen en in 2007 is nog 2,1 miljoen verwacht. Totaal dus zowat 10 miljoen euro.

Wat doen we eigenlijk met al dat geld?
U zal verschieten.
In twee vorige stukken (titel: “tussen drive en overdrive“) hadden we het er over dat er hier een visitatiecommissie is geweest die dat ook wou weten. De teneur van het rapport was dat er duidelijk schwung zit in de projecten maar dat er een gevaar dreigt van overschwung.

Maar met dat rapport is er iets eigenaardigs aan de gang.
Nergens – maar dan ook nergens – valt er te lezen in hoeverre de bestaande voorziene jaarlijkse budgetten per project daadwerkelijk zijn besteed. Of wellicht een keer zijn overschreden.
Zeer raar is ook dat hierover ook in het “voortgangsrapport” (dat de stad zelf heeft gemaakt in maart 2005) met geen cijfer wordt gerept.

Het is een onwaarschijnlijke omissie.
Als er één criterium is om de voortgang van de projecten te beoordelen is het toch wel de vraag in welke mate de geraamde budgetten zijn gerealiseerd.
Een waarnemende leek (watcher) kan dit op basis van de bestaande dcumenten ook praktisch niet achterhalen.

Hoeveel heeft het project Sint-Denijsestraat tot op heden gekost? Het meldpunt? De buurtwerking? Enzovoort.
Weet er dat wel iemand? Wordt dat (per project) systematisch bijgehouden? Men mag hopen van wel, maar waarom worden die cijfers dan niet vrijgegeven? (In de gemeenteraad van aanstaande maandag 9 januari 2006 zou men dat wel een keer mogen doen, want daar wordt het verslag van de visitatiecommissie besproken.)

En weet u wat er ook nergens duidelijk te lezen valt?
Wat de partners (OCMW en politie) die ook zijdelings van dat Stedenfonds genieten dan wel daadwerkelijk doen in het kader van al die projecten.

Hierna volgt per project een overzicht van de theoretische budgetten van het Stedenfonds. Al of niet besteed of nog te besteden.
Het is weer saaie kost, maar zoals vaak bij kortrijkwatcher enkel bedoeld voor de lokale BV’s die dit jaar zullen deelnemen aan de gemeenteraadsverkiezingen. Zij moeten bij hun kiespropaganda toch een beetje weten waarover ze het hebben. Niet zeggen dat er ergens geld voor nodig is als dat er al is. Geen plannen maken die er al zijn!De doelstelling 1.1 beoogt het ontwikkelen van een methodiek (samen met het OCMW en de politie) voor een wijkgerichte aanpak om op korte termijn een wijk op te tillen tot het gemiddelde niveau van Kortrijk, hoofdzakelijk via fysieke ingrepen.
Een heel mondvol.
Hiervoor is tot op heden (dat wil zeggen sinds 2003 tot en met vorig jaar) 54.000 euro voor gebudgeteerd. Met dit bedrag is een draaiboek gemaakt van de aanpak van het project Sint-Denijsestraat dat kan dienstig zijn voor andere projecten. Er is ook een aanzet gemaakt voor een “Kaart van Kortrijk” met allerhande indicatoren over de leefbaarheid van de wijken.
Voor 2006 en 2007 is voor deze doelstelling telkens nog 32.000 euro voorzien.

Een heel mondvol.Hiervoor is tot op heden (dat wil zeggen sinds 2003 tot en met vorig jaar) 54.000 euro voor gebudgeteerd. Met dit bedrag is een draaiboek gemaakt van de aanpak van het project Sint-Denijsestraat dat kan dienstig zijn voor andere projecten. Er is ook een aanzet gemaakt voor een “Kaart van Kortrijk” met allerhande indicatoren over de leefbaarheid van de wijken.Voor 2006 en 2007 is voor deze doelstelling telkens nog 32.000 euro voorzien.De doelstelling 1.2 voorzag de toepassing van de methodiek op twee uitgekozen wijken, de Sint-Denijsestraat en nog een andere.
De keuze van een tweede wijk komt er niet. Men heeft al handen vol werk met de omgeving Sint-Denijsestraat en er is intussen een nieuw plan opgerezen: de aanstelling van een “rastermanager”. Het project Sint-Denijsestraat kost het meeste geld. In het totaal is er hiervoor 3,2 miljoen euro voorzien. In de voorbije jaren 2003-2005 was hiervoor al 1,6 miljoen geraamd. Iedereen weet dat dit project onvoldoende opschiet. In de taal van het vooruitgangsrapport staat: “de geformuleerde doelstelling werd blijkbaar te ambitieus opgesteld“.

Met de doelstelling 1.3 wil men buurt- en opbouwwerk organiseren.
Totale kostprijs: 1,2 miljoen. De voorbije drie jaren was er hiervoor al 733.000 euro voorzien.
Er is (was) een actieplan voor vier buurtwerken: Venning (speelacommodatie) , Veemarkt (gevelrenovatie), Lange Munte (buurthuis), en Overleie (composteringspaviljoen).
De buurtwerkers kregen ook een vorming.

Doelstelling 2.1. beoogt het oplossen van incidentele klachten en anderzijds het detecteren, oplossen en voorkomen van structurele problemen.
In mensentaal: eerst en vooral de organisatie van een meldpunt.
Een ongelooflijk budget: 2,8 miljoen. Ieder jaar bijna 600.000 euro.
Maar eigenlijk gaat het toch om wat meer dan alleen dat meldpunt. Men voerde ook acties om structurele problemen te voorkomen. Over graffiti, duivenoverlast, wijkcompostering, wildparkeren, fietsgebruik, zone 30, “bloemen aan de macht”.
(In verband met het voorkomen van problemen even een persoonlijke noot. Ik woon al decennia in Kortrijk-centrum. NOG NOOIT van mijn leven mijn wijkagent gezien. Laat staan ermee gebabbeld.)

Doelstelling 2.2. bouwt een gebiedswerking uit rond vijf functies: dienstverlening, informatie, advies en ontmoeting, gemeenschap en beleid.
Totaal kostenplaatje: 2 miljoen. Voor 2006 en 2007 is er nog 1,1 miljoen tegoed.
Het is tot op heden het minst geslaagde project.
Men gaat erover akkoord dat iedere deelgemeente een “gebied” vormt, maar over Kortrijk-centrum raakt men het niet eens. Per deelgemeente heeft men dan maar de cultuurfunctionaris als “gebiedscoördinator” aangesteld en fungeert het ontmoetingscentrum als aanspreekpunt.

De nieuwe doelstelling 2.3 wil een krachtiger stadsbeleid via de aanstelling van een “rastermanager”.
Een nieuwe hype uit de bestuurskunde.
Totaal budget: 450.000 euro, pas aangeboord in 2005 met 75.000 euro en oplopend tot 200.000 euro in 2007.
De visitatiecommissie heeft een poging gedaan om de deelopdrachten van zo’n rastermanager te omschrijven.
Hij (het is een man) moet op zoek gaan naar projecten in de stad ! (Er zijn er nog niet genoeg.)
Hij moet nieuwe methodieken en communicatiemiddelen introduceren.
Hij moet een sturende rol spelen bij strategische communicatie.

Tot daar.
Nu kunt u met kennis van zaken uw (toekomstige) mandataris aanspreken.
Voor dit jaar 2006 is er 2,3 miljoen ter beschikking. En nog 2,1 miljoen in 2007.
Allez, Kortrijk !

Traagheid van bestuur en extra kosten

Wanneer de uiteindelijke kostprijs van een werk (of een levering of een dienst) meer dan 10 procent hoger is dan de oorspronkelijke raming moet de aanneming ervan met de meerprijs opnieuw voor de gemeenteraad komen.
Schepen Philippe De Coene is met zijn bezoekerspaviljoen De Libel (Bosstraat) daar nu mee geconfronteerd. Straks meer daarover.

Die meerprijs is wel een keer het gevolg van een tekort aan bestuurskracht. In bepaalde gevallen specifiek het gevolg van traagheid van bestuur.
Een berucht voorbeeld hiervan is het immens lange dralen met de aanleg van het dorpsplein te Marke. Die was al in 1998 gepland. Maar vorig jaar constateerde men dat door het lange uitstel van de werken alleen al voor de erelonen (dus zonder de hogere materiaalkosten) de meerprijs 16.000 euro zou bedragen.
In het verleden zijn er nog beruchte voorbeelden geweest van immobilisme inzake openbare werken. Het sterkste geval was wel dat van de ondergrondse parking aan de Veeemarkt. Wie weet er nog dat die al in 1951 (ja!) was gepland? En het project Aalbeke-dorpskom? Al in 1984 met een prijs bekroond. De sporthal Lange Munte kreeg al een voorontwerp in 1986. De stadkernhernieuwing moest volgens een beleidsplan al gedaan zijn in 1984.

Bepaalde “prijsherzieningen” komen om een of andere reden dan niet rechtstreeks voor de Raad en worden stoemelings goedgekeurd via de begroting. De verbouwing van de Pentascoop is hier een goed voorbeeld van. In de begroting van dit jaar was er sprake van 140.000 euro. Voor volgend jaar: 100.000 euro. En het Streekbezoekerscentrum: 50.000 euro. Prijsherziening.

Andere gevallen van “prijsherzieningen” zijn netjes gecamoufleerd onder de gedaante van bijkomende werken (parking Appel), zogezegd onverwacht opduikende opportuniteiten (het nieuw stadhuis), uitbreiding van een studieopdracht (de Oude Leie-arm). Of men heeft een of ander euvel over het hoofd gezien (asbest in de Vetex, – straks ook in de Pentascoop?).
Geheide aannemers weten daar alles van. Ze hebben niets liever dan bijkomende werken.
Soms slepen bepaalde werken ook aan omdat bijvoorbeeld het nodige (nieuwsoortig) materiaal nog niet beschikbaar is. En dan laat men natuurlijk de kranen of de stellingen staan zodat die huurgeld opbrengen.
Dan hebben we nog de als bekend staande schepen-Lybeer-truuk.
Die verzwijgt bij gelegenheid (de nieuwe skatebowl aan de Leie) allerhande kosten (studiereizen, mankracht, materiaal) die door ambtenaren en gemeentelijke diensten of vzw’s worden gemaakt.

Veel extra kosten worden nooit zichtbaar voor de nieuwsgierige waarnemer (watcher).
Ramingen van het College zijn natuurlijk bekend. De uitslag van de offertes ook. Maar de notulen van het College vermelden praktisch nooit de uiteindelijke, werkelijke prijs bij de voorlopige en definitieve oplevering. Dat is jammer.
En raamcontracten (voor ICT bijvoorbeeld, en voor Leiedal) zijn ook gevaarlijk. Niet transparant. Geen aanbestedingen meer voor “vervolgwerken” of leveringen of diensten.

Creditkaartje

Die Libel nu.
Dat wordt zeker een origineel bouwwerk ! De moeite waard.
Geïnspireerd op het vlinderpaviljoen op de Floriade 2002 in Haarlemmermeer.
Een project van ene Thijs vanderWal in samenwerking met de landbouwuniversiteit van Wageningen. (Zie nog ons stuk van 25 juni.)
Schepen De Coene heeft dus waarschijnlijk al het idee om een natuur-educatief centrum te bouwen in de vorm van libel in het jaar 2002 opgedaan. In elk geval is in 2003 bedacht om in de begroting van 2004 een bedrag in te schrijven van 74.386 euro. Louter kosten voor de voorstudie. En het bouwwerk staat er nog niet. Komt het er nog vóór de verkiezingen van oktober 2006 ? Of werken andere schepenen een beetje tegen? Gunnen ze De Coene dat werk niet ? Geen idee. Vraag het hem eens.
De schepen heeft wel wat tegenslag gehad met zijn ambtenarij, maar dat moest hij toch kunnen oplossen.
Begin 2005 werden de kosten geraamd op 300.000 euro. Nu wordt dat 354.209 euro.
(Nog wel vlug erbij vertellen dat de stad een subsidie verwacht van 180.000 euro vanwege “Toerisme Vlaanderen”.)

Volgens Thijs vanderWal zijn de extra kosten o.a. te wijten aan de hogere staalprijs, de toename van de transport- en loonkosten.
(Welk referentiejaar kiest het ontwerpbureau “Tentech” hierbij?)

En ook nog te wijten aan extra uren inzet.
Als ik schepen De Coene was zou ik toch ook even letten op die extra uren inzet.
Thijs vanderWal heeft in Nederland namelijk een leuke bijnaam: “creditkaartje” !
Bij de bouw van het vlinderpaviljoen in Haarlemmermeer vertelde de hoofdaannemer (nog wel op internet, maar die info is nu verdwenen) dat er samen met Thijs vele werklunches en diners waren. En dat de creditkaart van Thijs daarbij nooit werd geaccepteerd, en Thijs ook nooit contant geld op zak had.
Schepen De Coene moet ook nauwkeurig de kosten van de “voorstudie” bestuderen.
Het project van de Floriade is al technisch uitgewerkt door de universiteit van Wageningen en het ontwerpbureau “Tentech” heeft ook al ervaring opgedaan.

Nu nog iets over de kosten. De mogelijke zijdelingse “meerkosten”.
Dat vlinderpaviljoen moet toch nog wel wat “interieur” krijgen? En geëxploiteerd worden?
En er komt toch een omgevingsaanleg? En een parking in de buurt?

P.S.
Hoeveel heeft het vlinderpaviljoen in Haarlemmermeer eigenlijk gekost?

Stadstoelagen 2006: wie krijgt wat?

Jaarlijks schenkt de stad diverse toelagen aan allerhande verenigingen en ook individuele burgers.
Het totale bedrag schommelt al enkele jaren rond de 27 miljoen euro.

Er steken in de lange subsidielijst toch enkele rariteiten.
Weet er iemand wat “Halte R” is? Krijgt 5.000 euro. En het Diakonaal Centrum moet het stellen met 248 euro. Net zoals het trommel- en klaroenenkorps van de brandweer! Het bedrag dat voorzien is voor de begrafenis van oudstrijders blijft al jaren gelijk: 13.684 euro. Voor de bescherming van zwaluwnesten hebben we weer 2.500 euro over. Voor landbouweducatie voorzien we ook weer 500 euro. Syntra West en Unizo krijgen voor “beroepsopleiding” elk 11.155 euro. De koepel van de vrijzinnigen daarentegen 24.789 euro. Overleg cultuur (dat is “Dertien”) : 15.106 euro. Geschenken bij huwelijksjubilea: 3.099 euro. De politieke fracties in de Raad krijgen 5.200 euro. (Dat is officieel voor opleiding, studiewerk, en de kosten moeten gemotiveerd worden, maar geen fractieleider die er ook maar aan denkt om dit te doen.)Werkingskosten kerkfabriek Sint-Maarten: 101.207 euro. (Dit jaar nog: 66.864 euro.) Hoogstamfruitbomen: 1.000 euro. C.O.K. Kontinenten: 2.000 euro. De persbond: 279 euro. Het Komitee voor Frans Vlaanderen: 124 euro. De Vereniging West-Vlaamse schrijvers: 279 euro. Geboortepremies: 18.592 euro. Ook ieder jaar gelijk.
Daar kan allemaal moeilijk in gesnoeid worden als men aan niemand leed wil berokkenen.Nu de grote posten.
Natuurlijk de toelage voor de politiezone VLAS (11,9 miljoen). Het OCMW (9,1 miljoen). De kerkfabrieken (1,1 miljoen). Dan zijn er nog de gemeentelijke vzw’s. Bruisende Stad (379.335).
De bieb (207.493). Sportplus (125.420). Enzovoort. We wijden daar een keer een afzonderlijk stuk aan. Maar misschien nu reeds zeggen dat de vzw Jongerenatelier (schepen Lybeer) goed bedeeld is. Rechtstreeks met ca. 151.000 euro, en via de speelterreinen nog met 111.000 euro.
De vzw Fietsrijk (schepen Leleu) traditioneel veel geld: 121.362 euro. Vzw Mobiel ook: 60.000 euro.
Het ondernemerscentrum (van Syntra West) in de Leistraat: 100.000 euro. Leiedal: 156.005 euro. Private professionele podiumkunstensector: 85.000 euro. Het Fonds voor Sociaal Kapitaal wordt gespijsd met 276.531 euro. Jeugdverenigingen: 282.962 euro (tegenover 255.761 euro dit jaar).
Bij de premies van schepen Destoop vallen op: starters en leegstand (120.000), wonen boven winkels (50.000), renovatie (540.000).

Natuurlijk de toelage voor de politiezone VLAS (11,9 miljoen). Het OCMW (9,1 miljoen). De kerkfabrieken (1,1 miljoen). Dan zijn er nog de gemeentelijke vzw’s. Bruisende Stad (379.335).De bieb (207.493). Sportplus (125.420). Enzovoort. We wijden daar een keer een afzonderlijk stuk aan. Maar misschien nu reeds zeggen dat de vzw Jongerenatelier (schepen Lybeer) goed bedeeld is. Rechtstreeks met ca. 151.000 euro, en via de speelterreinen nog met 111.000 euro.De vzw Fietsrijk (schepen Leleu) traditioneel veel geld: 121.362 euro. Vzw Mobiel ook: 60.000 euro.Het ondernemerscentrum (van Syntra West) in de Leistraat: 100.000 euro. Leiedal: 156.005 euro. Private professionele podiumkunstensector: 85.000 euro. Het Fonds voor Sociaal Kapitaal wordt gespijsd met 276.531 euro. Jeugdverenigingen: 282.962 euro (tegenover 255.761 euro dit jaar).Bij de premies van schepen Destoop vallen op: starters en leegstand (120.000), wonen boven winkels (50.000), renovatie (540.000).Wie behoort tot de sterke stijgers?
Bijvoorbeeld de kerkfabrieken van Sint Maarten, Sint Godelieve, Sint Eutropius, Sint Brixius.
(O.L.Vrouwkerk blijft gelijk. Schepen Jean de Bethune antwoordt niet op een schriftelijke vraag naar een onderhoud en uitleg hierover. Spirit-raadslid Piet Missiaen heeft het een keer gewaagd van daarover vragen te stellen. Hij werd uitgescholden voor rotte vis. En de burgemeester vond dit maar van weinig respect voor kerk en eredienst en geloof getuigend.)
Het Fonds voor sociaal kapitaal gaat van 125.000 naar ca. 276.000 euro.
Toerisme Leiestreek van 644 (ja!) naar 16.515 euro.
Buda-kunstencentrum van 25.000 naar 35.000.
Bruisende Stad (schepen Bral) van ca. 300.000 naar 379.000.
Sculpturen in de Stad zag dit jaar zijn budget van 10.000 euro geschrapt maar krijgt volgend jaar 15.000 euro.
Ontwikkelingsprojecten: van 26.000 naar 31.000.
(Die verhoging zal dienen om het snoepreisje van februari naar het verre Cebu te betalen. We gaan in die metropool aan de krotbewoners leren hoe men kan composteren. Er wordt binnen het Schepencollege ruzie gemaakt over de vraag wie meemag.)Er zijn ook toelagen verdwenen uit de lijst.
Fel besproken is de gelukkige verdwijning van de toelage (49.790 euro) aan het Guldensporencomité.
Een bende ruziemakers eerste klas. Bloed en bodem flaminganten.
(Er komt nu een vzw Kortrijk 1302 die veel geld zal krijgen voor ondermeer een 11-daagse 11-juliviering.)
Van Jeugdhuis Reflex is geen sprake meer. De toelage voor PIC is ook weg. Niemand die wist wat die vzw deed.

Fel besproken is de gelukkige verdwijning van de toelage (49.790 euro) aan het Guldensporencomité. (Er komt nu een vzw Kortrijk 1302 die veel geld zal krijgen voor ondermeer een 11-daagse 11-juliviering.)Van Jeugdhuis Reflex is geen sprake meer. De toelage voor PIC is ook weg. Niemand die wist wat die vzw deed.En wat is er nieuw?
Nogal wat in de sport (schepen Bral). Jeugdsportpromotie (24.000). Ronde Van Vlaanderen (10.000). Individuele sporters met wereldprestatie (2.500). Sportverenigingen hoogste afdeling (9.000).
Bij de jeugd gaat er geld naar het project Habbekrats (40.000).
“Kortrijk Creatie”: 75.000 euro. (Is dit voor onze designmeesters?)
En dan hebben we nog de buurt-en nabijheidsdiensten die al aan de slag moesten zijn: 24.000 euro.

De ware investeringsinspanningen (3)

Zowel lezers als kandidaten voor de volgende raadsverkiezingen weten nu hoeveel buitengewone uitgaven (met daarin de pure investeringen) werden begroot voor de aflopende bestuursperiode. Weten evenwel ook hoeveel daarvan daadwerkelijk per jaar is vastgelegd en wat uiteindelijk in dat jaar werd aangerekend.

Uit ons tabelletje van de vorige keer blijkt al onmiddellijk dat er in het zicht van een verkiezingsjaar ambitieuze programma’s naar boven komen.
Dit jaar 2005 werd er voor 41 miljoen begroot, en in 2006 wordt dat zelfs 47 miljoen euro. Voor de pure investeringen daarin gaat het resp. om 31 en 30 miljoen.
Onmiddellijk na een verkiezingsjaar volgt er dan een dieptepunt. In 2001 moesten we het plots stellen met slechts 21 miljoen in de buitengewone dienst.

Begroten (ramen, schatten) is nog iets anders dan vastleggen.
Je kan bijvoorbeeld bedenken van een klein wasmachientje te kopen, maar je hebt een contract ondertekend voor een hele keuken. Of omgekeerd. Schijnbaar zonder het te willen. Je kreeg een aperiefje.
Die onderschattingen doen zich ook in onze stad voor. Men noemt dat dan prijsherzieningen.
Soms zijn die dusdanig groot (bijvoorbeeld ook door traagheid van bestuur waardoor de prijzen zijn gestegen) dat de zaak opnieuw voor de gemeenteraad moet komen. Schepen Leleu weet daar alles van. Soms worden die prijsherzieningen ook zorgvuldig gecamoufleerd. Dat nieuw stadhuis (N.A.C.) bijvoorbeeld. Van Jean de Bethune. De Lange Munte. Indertijd van Waegemans.
U weet toch ook hoe dat gaat in uw ménage?

Maar nu iets voor de ware kenners.
Een onvoorstelbare goede truuk is dat je als schepen aan uw partner (de bevolking, de gemeenteraad) zegt dat je dat dak gaat laten herstellen en dan tegelijk ervan profiteert om de gehele zolder in te richten.
Dan blijf je bij uw eigenste geliefkoosde dakwerker, zonder daar iemand anders – de rivaal van uw partner – bij te betrekken. (Ik weet niet of dit nu goed is uitgelegd. Het komt erop neer dat je als openbaar bestuur geen nieuwe aanbesteding moet doen die dan weer voor iedereen geldt.)

De vastleggingen zijn ook heel interessant want hier gaat het om daadwerkelijke aangegane verbintenissen inzake “het programma van de werken”.
Iedere positivo weet dat onze burgemeester pas echt op gang is geraakt in 2003. Al direct in vijfde versnelling.
Tevoren had hij teveel beslommeringen als CD&V- voorzitter bijvoorbeeld. Toen pas is wat externe waarnemers noemen “de drive” boven gekomen. En waarlijk, in dat jaar zien we een record aan vastleggingen: 84 procent van wat er werd begroot.
(Diezelfde externe waarnemers – de zgn. visitatiecommissie van het Stedenfonds – hebben het nu over een “overdrive”. Het zijn negativo’s!)
Met de vastlegginsgraad in buitengewone dienst zit het dus tamelijk goed, maar nu ook weer niet zó goed. In de periode 2000-2004 halen we constant meer dan 80 procent. Maar dat was ook al zo vanaf 1996 tot 1999.

Opvallend is wel dat de daadwerkelijke aanrekeningen ten overstaan van de vastleggingen een laag percentage kennen. Er was een uitschieter in 2000 (52 procent) en in 2003 (48 procent). Maar over het algemeen wordt er jaarlijks gemiddeld zowat 35 procent gefactureerd.
Bij de aanrekeningen van de pure investeringen is de realisatiegraad nog lager: gemiddeld 25 procent. (Weer met een uitschieter in 2003: 32 procent.)
Wijst dit op een zekere “traagheid van bestuur”?

Voor de cijferfanaten nog een en ander.
Wat was in de voorbije periode 2000-2004 de zgn. investeringsinspanning per inwoner?
Dat wil zeggen: hoeveel betaalden we per kop voor de hoe dan ook aangegane verbintenissen (contracten, gunningen) in die jaren.
Nog beter gezegd: hoeveel haalde burgemeester en schepen uit onze eigen zak om hun plannen waar te maken?
In het vorige verkiezingsjaar 2000 niet minder dan 520 euro. Per inwoner. En het jaar tevoren 369 euro. Dat geld (ons geld) was heel goed dienstig om een nipte verkiezingsoverwinning te behalen.

In 2001: 234 euro. Per kop.
2002: 303 euro.
2003: 272 euro.
2004: 193 euro.

Voor dit jaar 2005 zijn nog geen bedragen gekend want de vastgelegde uitgaven zijn nog niet gepubliceerd.
Maar als het College in 2006 dan werkelijk alles zou vastleggen wat men met ons van plan is te doen dan kost ons dat elk 641 euro !

Ik weet het, ik weet het. Begin nu niet te zagen.
Als het stadsbestuur niets doet (zoals in de beginjaren ’90) is het ook niet goed.
En we hebben ervoor gekozen ook.
Maar het is ook zo dat Kortrijkzanen (en raadsleden uit de meerderheid) niet altijd opgezet zijn met bepaalde zeer kostelijke projecten.
U mag kiezen dewelke u zou willen schrappen.
(Mijn prioriteit zou bijvoorbeeld absoluut gegaan zijn naar wijksaneringen en deelgemeenten. Naar inburgering ook.)

In elk geval is er nu een soort “pauze” nodig.
Een afmaken van datgene wat ooit en sinds lang (de stationsomgeving!) is voorgenomen. Geen totaal nieuwe grootse plannen. Wel onderhoudsinvesteringen. Lagere belastingen.
Stop aan de “overdrive”. Laat ons nu een keer ophouden met Kortrijk op de wereldkaart te zetten. Cebu! Wuxi! Rijsel! Milaan! NewYork !
Alsof Brugge niet bestaat, of Roeselare. Of Gent. Kortrijk is een provinciestadje en behoort tot een Ruit die wij kunnen opbouwen.
Men moet daar niet beschaamd over zijn.
Laat ons dat stadje leuk houden.

De ware investeringsinspanningen (2)

Toch even recapituleren voor het verkiezingsjaar 2000.
Zo krijgt u een mooi overzicht van de door het stadsbestuur al of niet gedane inspanningen die u zelf hebt betaald.

2000
Totaal buitengewone uitgaven in het eigen dienstjaar: 46,0 miljoen euro begroot.
– Vastleggingen: 39,1 mio of 84,9 procent t.o.v. van wat is begroot.
– Aanrekeningen: 20,4 mio of 52,2 procent t.o.v. van wat werd vastgelegd.
Pure investeringen: 29,8 mio begroot.
– Vastleggingen: 22,8 mio of 76,8 procent.
– Aanrekeningen: 4,4 mio of 19,2 procent.

2001
Totaal buitengewone uitgaven: 21,2 mio.
– Vastleggingen: 17,6 mio of 82,5 procent.
– Aanrekeningen: 5,6 euro of 32 procent.
Pure investeringen: 17,2 mio.
– Vastleggingen: 12,7 euro of 77,7 procent.
– Aanrekeningen: 2,8 mio of 22,4 procent.

2002
Totaal buitengewone uitgaven: 28 mio.
– Vastleggingen: 22,6 mio of 80,5 procent.
– Aanrekeningen: 7,3 mio of 32,3 procent.
Pure investeringen: 16,9 mio.
– Vastleggingen: 13,9 mio of 82,5 procent.
– Aanrekeningen: 2,8 mio of 20 procent.

2003
Totaal buitengewone uitgaven: 24,4 mio.
– Vastleggingen: 20,6 mio of 84,1 procent.
– Aanrekeningen: 10 mio of 48,6 procent.
Pure investeringen: 21,3 mio.
– Vastleggingen: 15,1 mio of 71,2 procent.
– Aanrekeningen: 4,8 mio of 32 procent.

2004
Totaal buitengewone uitgaven: 21,5 mio begroot.
– Vastleggingen: 14,6 mio of 67,9 procent van de begroting.
– Aanrekeningen: 5 mio of 34,3 procent van de vastleggingen.
Pure investeringen: 18,4 mio begroot.
– Vastleggingen: 13,1 mio of 71,5 procent van de begroting.
– Aanrekeningen: 3,6 mio of 27,9 procent van de vastleggingen.

2005
Totaal buitengewone uitgaven: 41,4 mio.
Pure investeringen: 31,1 mio.
Vastleggingen en aanrekeningen nog niet bekend.

2006
47,8 miljoen euro buitengewone uitgaven.
Daarvan kan men ca. 30 miljoen als “pure” investeringen beschouwen.
Het is nu wachten geblazen op wat er in dit verkiezingsjaar nog rap en rein wordt gerealiseerd.

(Wordt vervolgd in een volgende les.)

De ware investeringsinspanningen (1)

Sinds ons vorig taai stuk weten we dat de stad in onze naam voor volgend verkiezingsjaar bijna 48 miljoen euro zal besteden aan zgn. buitengewone uitgaven.
(Merkwaardig: in het verkiezingsjaar 2000 was dat ongeveer evenveel.)

Het bedrag van 48 miljoen moet wel enigzins genuanceerd worden.
Ten eerste.
Wat we als pure investeringen beschouwen slaat op 22,6 miljoen voor (meestal lopende) grote projecten en daarnaast op 6 miljoen onderhoudsinvesteringen. Voor het overige hebben we niet minder dan 14,5 miljoen belegd bij Gaselwest. En voor 2,3 miljoen geleend in naam van en voor Parko en de kerkfabrieken. Dat geld krijgen we dus terug. En de belegging bij Gaselwest zal ons méér dividenden opleveren.

Ten tweede.
Nu moet u vooral niet denken dat die 48 miljoen uit de buitengewone dienst daadwerkelijk zullen vastgelegd worden in 2006.
En nog véél minder dat dit bedrag ook in dat jaar zal aangerekend worden. Het is niet omdat een bedrag wordt begroot voor een of ander project dat het ook in hetzelfde jaar wordt uitgevoerd en betaald.
Dat spreekt vanzelf zult u zeggen.
Jaja, maar soms wordt er toch veel minder van die buitengewone uitgaven in het echt vastgelegd en aangerekend (gerealiseerd) dan Kortrijkzanen wel eens denken.

(Voor uitleg van de term “vastgelegde uitgaven”: zie het taai stuk van 12 december alhier. Idem voor de term “aanrekeningen”.)

Vooral in de 90’er jaren was de vastleggingsgraad heel laag. Met als dieptepunt het jaar 1992.
Toen was er slechts een totaal van 14,2 miljoen euro begroot en daarvan werd niet eens 50 procent vastgelegd!
Als Kortrijkzanen nu nog zeggen dat Kortrijk “jaren lang heeft stil gelegen” is die lage vastleggingsgraad van vooral de periode 1990-1995 als het ware het boekhoudkundige (wiskundige) bewijs van deze bewering.
(Ga eens na wie toen burgemeester was. Een onvergetelijke herinnering. Ik dacht: vent, die past wel op zijn winkel. Maar hij vult zijn assortiment niet aan. En maar sparen. Alsof een stad een gezin is. Een stad is geen gezin! Het wordt tijd dat men dat een keer beseft.)In het verkiezingsjaar 2000 werd een waarlijk buitengewone “investeringsinspanning” gedaan.
Voor 46 miljoen aan totale buitengewone uitgaven waren er toen voorzien. Daarvan werd er in dat jaar zelf 39 miljoen daadwerkelijk vastgelegd oftewel 85 procent.

In het verkiezingsjaar 2000 werd een waarlijk buitengewone “investeringsinspanning” gedaan.Voor 46 miljoen aan totale buitengewone uitgaven waren er toen voorzien. Daarvan werd er in dat jaar zelf 39 miljoen daadwerkelijk vastgelegd oftewel 85 procent.Heel de vraag is hoeveel daarvan in feite werd aangerekend. Uitgevoerd en betaald.
Bij het bekijken van de aanrekeningen per jaar doet men toch telkens weer een verschot op.
In datzelfde jaar 2000 is er slechts 20,4 miljoen euro aangerekend. Ingeschreven in de boeken.
We zijn geneigd om dit de ware realisatiegraad te noemen.

We zetten even de cijfers voor 2000 (het eerste jaar van de bestuursperiode) netjes op een rij.
– Totale buitengewone uitgaven in het dienstjaar: 46,01 miljoen euro.
– Vastleggingen: 39,07 miljoen (84,95 procent)
– Aanrekeningen: 20,4 miljoen (52,2 procent t.o.v. de vastleggingen)

De ware realisatiegraad – wat daadwerkelijk is uitgevoerd – was dus toen slechts 52 procent van wat het schepencollege zich had voorgenomen te doen.

Pure investeringen

We kunnen het nog even anders bekijken.
In de totale buitengewone uitgaven steken 1) overdrachten, 2) schulduitgaven en 3) zgn. pure investeringen. (Zie alweer ons vorig taai stuk.)
In 2000 was er inzake pure investeringen een bedrag voorzien van bijna 30 miljoen.
Daarvan werd er ca. 23 miljoen vastgelegd. Dat is 76,8 procent.
Maar let nu weer eens op de aanrekeningen bij die pure investeringen : slechts 4,4 miljoen oftewel zowat 20 procent van de vastleggingen. 20 procent !

Hoe het zal vergaan met de ambitieuze buitengewone uitgaven voor volgend jaar weten we natuurlijk nog niet.
In een volgend stuk blijven we een blik werpen op het verleden en bekijken we de vastleggingsgraad en de ware realisatiegraad voor de periode 2001-2004.
Cijfers voor dit jaar zijn uit de aard der zaak nog niet bekend.
Maar hoop doet leven. Naarmate verkiezingen nader wordt er namelijk steeds koortsachtiger gewerkt.