Category Archives: gemeentefinanciën

Allerlaatste gemeenteraad moet nog voor 70,2 miljoen investeringen goedkeuren

Morgen, maandag 18 november om 19 uur komt voor de laatste keer de gemeenteraad samen in de constellatie van zes jaar geleden. De tripartite dus, met een College van Burgemeester en Schepenen (CBS) nu nog bestaande uit telkens 3 leden van de beweging Team Burgemeester (verkapte liberalen en onafhankelijken uit entourage van Vincent Van Quickenborne) de partij ‘Vooruit’ (van Philippe De Coene) en de partij N-VA (van Axel Ronse). En – wat ons betreft – hopelijk voor het laatst onder het onvoorstelbaar partijdige voorzitterschap van Helga Kints (van TB).
Volgende maand, nog wel op 6 december, krijgen we dan de installatie van de nieuwe gemeenteraad met – als alles goed verloopt- miss Ruth Vandenberghe als nieuwe burgemeester, bijgestaan door een CBS met schepenen uit VIER partijen, te weten leden uit de beweging Team Burgemeester, uit christendemocraten (van de Stadslijst K), uit Vlaams nationalisten (N-VA) en uit Sossen (Vooruit). De monstercoalitie (dixit Ruth!)

Morgen moet die oude gemeenteraad op de valreep nog vlug een vijfde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2027 (AMJP5) goedkeuren.
Benieuwd hoe de CD&V-raadsleden nu gaan stemmen
. Bij de bespreking van het vierde AMJP hebben zij zich onthouden. Nu moeten zij zich uitspreken over een budget opgemaakt door een CBS van toekomstige coalitiegenoten met vervolguitgaven inzake exploitatie en investeringen die zij in het verleden als oppositiefractie dus niet echt konden goedkeuren.

Meer speciaal willen we hier wel nog een keer de aandacht vestigen op het goed te keuren investeringsbudget. En dit om twee redenen, ditmaal alweer voortspruitend uit onze bekende hang naar leedvermaak.
In het totaal gaat het om niet minder dan 70,2 miljoen, alleen al voor volgend jaar 2025 wel te verstaan.

Eerste vorm van vrolijk makende Schadenfreude.
We koesteren nog altijd een leuke herinnering aan een uiterst bizar statement van onze Ruthie, burgemeester-in spe. Zij zei toen (27 oktober op WTV) dat stad in de toekomst “voor meer dan 2/3de minder investeringsuitgaven” zou kunnen doen in de vorige zes jaar. Dat komt dus uit. Volgend jaar hebben we al een krediet nodig van 70 miljoen, en daarmee is nog geen enkel nieuw project mee gemoeid.
In feite hebben we volgend jaar niet de ruimte om al te starten met al die plannen die TBSK als verkiezingspropaganda in het vooruitzicht stelde in die opzienbarend luxueuze brochure ‘Het verhaal van Kortrijk”. Denk aan die visuele vorstelling van een nieuwe Grote Markt, Hoog Kortrijk met een stadion, een parkeertoren en en park. En de Ramblas!

En zo komen we aan een tweede, ook goed doordachte aanleiding tot gepast leedvermaak.
Dat aangepast meerjarenplan, zo helemaal net voor de installatie van een nieuwe gemeenteraad ingediend, is te aanzien als “een technisch budget”.
Een ‘oud’ CBS wordt geacht van zo beleefd te zijn om in het laatste jaar van de bestuursperiode niet zomaar over te gaan tot het opzadelen van het nieuwe bestuur met de kosten van geheel nieuwe projecten.
Die 70,2 miljoen slaat dus op grote (vaak sinds lang aan de gang zijnde) werven die nog altijd een grote slok vergen uit onze exploitieontvangsten. De tripartite heeft dus een aantal projecten aangevat die in de loop van twee bestuursperiodes niet konden bekostigd worden. OVERDRACHTEN. Soms met ongeziene meerkosten. Voor nieuwe plannen van de CD&V + TB + N-VA + Vooruit hebben we nieuwe belastingen nodig of leningen (maar onze schuldgraad nadert al de 100 procent.)

Waarvoor moet het nieuwe bestuur volgend jaar 2025 dus nog opdraaien?
Hierna beperken we ons tot de grote werven die binnen de kortste keren nog een krediet van méér dan 2 miljoen vergen.
– Masterplan Schouwburg (fase 1!): 13,8 miljoen euro
– Stationsomgeving (fase 2): 4,6 M
– Structureel onderhoud gebouwen: 4,5 M
– Masterplan Bissegem: 4,3 M
– Vernieuwen straten: 3,7 M
– Zorgcampus Sint-Jozef: 3,6 M
– Fietsroutes: 3,5 M
– Kazerneringsplan Fluvia: 2,6 M
– Overeenkomst met ‘Kortrijk Voetbalt’ (KVK): 2,24 M

De CD&V-raadsleden kunnen zich morgen toch niet wéér onthouden bij de stemming??

T4 zegt dat stad afstevent op een schuldgraad van 100 procent in 2026

T4, dat is misschien wel het belangrijkste document dat men kan vinden in het meerjarenplan van een gemeente. Daar staat namelijk te lezen hoe het zit met de evolutie van de financiële schuld van die gemeente.
Wij hebben er even het meest recente meerjarenplan van onze stad bijgehaald om daar iets meer over te weten.  Het gaat om de vierde aanpassing van het meerjarenplan sinds het eerste jaar van deze bestuursperiode, gepubliceerd  op 8 december 2023 en slaand op de  periode 2020 tot 2027.

Zo kunnen we  ook in de toekomst kijken: de jaren  2025, 2026, 2027.
En we zeggen het dus al onmiddellijk, om te vermijden dat u nog heel dit stuk zou moeten lezen:
in het jaar 2026 mogen we ons verwachten aan 268.286.368 euro exploitatie-ontvangsten tegenover 267.260.115 euro aan totale schuld.
De ratio tussen die twee bedragen zal dus in het jaar 2026 oplopen tot net ietwat meer dan 100 procent.
Let wel, we hebben niets tegen ‘schulden maken’ in een gemeente, als die investeringen maar productief zijn en als het vermogen niet of zeker niet al te fel wordt aangetast. En als nog een paar andere zaken op orde zijn.

We denken evenwel dat in een transparante democratie de kiezer enigszins mag weten waar zijn gemeente financieel op afstevent.
Een schuldgraad van 100 % lijkt ons ietwat van het goede teveel.
Dat de lijst van Team Burgemeester ons dat niet zegt waar we naartoe gaan!

Waarom komen we daar nu weer mee aandraven ?
Aanleiding is de uitgave door de lijst TBSK van dat chic verkiezingsboekje (met harde kaft!) dat in zowat 33.000 bussen van Groot-Kortrijk is gevallen.
Een verkiezingsprogramma zoals we zelden hebben gezien.
Het verhaal van Kortrijk” middels geflatteerde foto’s van reeds gerealiseerde stedenbouwkundige werken en “renders” van toekomstige projecten zoals het omvormen van de Grote Markt in een speelplein, een trambus (die overigens niet meer wordt gemaakt) langs de Doorniksewijk,  een stadion op Hoog Kortrijk (waar Xpo niet van wil weten), een pseudo Ramblas vanaf de Markt naar het Casinoplein. En zoveel meer.
Het bijzondere nu aan deze TBSK-publicatie is dat er geen ‘begrotingstabellen’ worden weergegeven. Dat had toch ook gekund?
Mooie klimmende grafiekjes
die de stijging van investeringsuitgaven weergeven, de oplopende belastingontvangsten, de evolutie van de schuld. Mensen verstaan dat hoor !

Toen Vincent Van Quickenborne 12 jaar geleden de macht greep als burgemeester verklaarde hij plechtig dat onder zijn bewind de schulden niet zouden stijgen.  “Ik sta daar borg voor.” (Het Nieuwsblad, 26 januari 2016.)
Nu we aan het eind van zijn tweede bestuursperiode zijn beland, is het goed om voor een laatste  keer ‘de cijfertjes op de i’ te zetten.

Hierna het  verloop van de schulden voor de jaren 2020 tot 2026, afgezet tegenover de ontvangsten.
* Het jaar 2019, het eerste jaar van de legislatuur laten we buiten beschouwing omdat in dat jaar enkel sprake is van stadsrekeningen. * Vanaf 2020 zijn in de stadrekening ook de financies van het OCMW “ingekapseld”, plus nog die van de vroegere autonome stadsbedrijven (Parko, SOK) en de voormalige 11 gemeentelijke vzw’s.
* Voor jaren 2020 tot en met 2023 zijn de geciteerde bedragen reëel want de rekeningen zijn gekend. In de volgende jaren gaat het om geraamde, begrote bedragen.
Die ramingen gaan uit van de veronderstelling dat men gewoon voortdoet waar men mee bezig was.

2020
191.070.974 euro schuld tegenover exploitatie-ontvangsten van   207.849.256 euro geeft een schuldgraad van 91,8%.
2021
172.724810 / 219.406.408 = 78,7%
2022
185.176.478 / 229.235.475 = 80,7%
2023
209.176.471 / 261.816.721 = 79,8%
2024 (raming)
254.295.775 / 268.687.241 = 94,6%
2025 (raming)
261.844.550 / 270.231.871 = 96,8%
2026 (raming)
268.286.368 / 267.260.115 = 100,38%

Wellicht zal de nieuwe coalitie na de verkiezingen in een bestuursakkoord moeten vaststellen dat nieuwe leningen voor een tijdje niet zijn aangewezen. Dat bepaalde projecten best nog wat worden uitgesteld.
Mogen we hopen op een transparant bestuur dienaangaande??
De volgende bestuursploeg staat voor de zware taak om een groot nieuw meerjarenplan op te stellen voor de periode 2026 tot en met 2031. Hopelijk duurt dat geen eeuwen, zodat we ons nog herinneren wat er zoal beloofd werd in de verkiezingscampagne.
Nu, onze alternatieve stadskrant staat daar borg voor, dat weten onze lezers wel.

P.S.
Schuld zou niet stijgen??
Tussen 2020 en 2024 met 33 procent. En dat is wel meer dan de inflatie !

 

 

 

Gemeentemonitor en schuld per inwoner (2)

Het Agentschap voor Binnenlands Bestuur (ABB) publiceerde laatstleden 24 januari zijn derde editie van de gemeente- en stadsmonitor. Daarmee wordt via een rist van honderden indicatoren (laat ons zo zeggen) de “staat” van steden en gemeenten in kaart gebracht door bevraging (maart vorig jaar) van een representatieve cohorte aan burgers.
Al die mensen kunnen dan hun percepties over de meest verscheidene toestanden en beleidsdomeinen in hun woonplaats weergeven.
Lang geleden behoorde ondergetekende ook eens toevallig tot de respondenten. Dat gebeurde toen ook nog telefonisch en de mevrouw aan de lijn stond stomverbaasd dat ik op vele vragen repliceerde dat ik niet in staat was om daarop te antwoorden, oftewel anderzijds graag een woordje commentaar wou geven. Vraag was bijv. of ik vond dat er wel genoeg speelpleintjes waren te vinden in onze stad. Wist ik veel…
Nu, naast die bevragingen naar indrukken van bewoners verstrekt de monitor ook puur statistische gemeentelijke gegevens, afkomstig uit diverse databanken. Zo bijvoorbeeld over de schuld per inwoner.
(Zie nog onze vorige editie.)
Kranten wijden veel aandacht aan die Monitor, en geven daar jammer genoeg weinig duiding bij. Zeg maar: geen. (En als ze bij bepaalde onderwerpen vergelijken met andere gemeenten houden ze er geen rekening me dat de foutenmarges mekaar kunnen overlappen en de mogelijke verschillen bij de indicatoren dus niet significant zijn. Daar weet zo’n journalist niks van. Waren altijd gebuisd voor statistiek.)

En zo kunnen we ons goed inbeelden hoe menig Kortrijkzaan duchtig werd opgeschrikt toen hij/zij vernam dat er voor niet minder dan 2.382 euro aan schulden op zijn hoofd en op de capita’s van zijn kindjes berust. Zo’n dingen staan nooit in onze plaatselijke gazetten en worden ook nooit toegelicht.
Is dat even schrikken!
Het is een ongeveer onuitroeibaar misverstand (zelfs bij politiekers): een gemeente wordt niet bestierd als een huishouden. De leningen aangegaan door overheden zijn namelijk productief. (Of horen dat toch te zijn.) Aflossingen spreiden zich daarom ook over generaties.

De in de Monitor aangegeven schuld per inwoner van 2.381,97 euro (per 31/12.22) is – zonder enig commentaar – tevens misleidend.
Maar mogen we als een Pietje-Precies weerom (zie vorige editie) en eerst even wijzen op cijfergegevens die we niet goed kunnen thuiswijzen.

Volgens de jaarrekening 2022 van de stadsadministratie bedraagt de totale openbare schuld (op 31 december 2022) 185.176.471 euro. De Monitor berekent de schuld per inwoner aan de hand van 78.944 inwoners. Welnu, dat geeft 2.345,66 euro op per inwoner. Dat is dus een ander bedrag dan wat de Monitor ons meent te moeten leren (2.381,97 euro).

Met welke bevolkingstelling houdt de monitor (en stad) eigenlijk rekening? De meest logische datum lijkt ons toch die van 1 januari 2023 te zijn. Volgens het bevolkingsregister telde Kortrijk toen 78.841 inwoners. Dat levert dan een schuld per inwoner aan van 2.348,73 euro.
We krijgen dus drie mogelijke uitkomsten als schuld per inwoner….
Lijkt u dat allemaal pietluttig? Mij niet. We vinden dat véél erger dan een d-t-fout in een officieel document.
Bon. We geloven dus ofwel het Agentschap Binnenland Bestuur, ofwel Stad NIET.
En nu voegen we aan onze commentaar een uiterst belangrijke reflectie toe.
Waarom is het schuldbedrag per inwoner van het ABB misleidend voor de gemiddelde lezer?
Zo’n gewone Kortrijkzaan denkt in al zijn onschuld dat het puur gaat om een schuld van de Stad.
Maar neen !
We moeten een opsplitsing maken.
– Stad zelf had eind 2022 een eigen schuld (eigen leningen) voor een bedrag van 111.020.959 euro.
– Het OCMW droeg een schuld van 30.614.580 euro.
TOTAAL VOOR HEEL HET STADSGEBEUREN: 141.635.538 euro.
PER INWONER: 1.822 euro.
Dat zijn de cijfers aangegeven door het stadsbestuur in de jaarrekening 2022.
We krijgen het weer op de heupen. Blijkt dat bestuur nog een ander bevolkingsaantal hanteert (77.736).
Dat is niet zo niet zonder belang.
Kijk maar eens naar Middelkerke. Torenhoge schuld van 4.047 euro (vanwege de bouw van een casino) voor- ja, een klein aantal inwoners (19.755).

Hoe komt men dan aan de schuld zoals de Monitor aangeeft?
Men telt bij de zuivere Stadschuld ook nog de zgn. doorgeefleningen erbij (bijv. aan Fluvius): dat is 37.178.441 euro. Ooit krijgt men die terugbetaald). En de puur “boekhoudkundige schulden” van 6.362.492 euro waarmee geen kasstroom gepaard gaat.
En zo komt men natuurlijk aan een totale openstaande schuld van 185,2M hetzij 2.382 EUR per inwoner.

We zouden nu nog een boom kunnen opzetten over de evolutie van de schuld. Het is ooit erger geweest.
Schulden enkel voor stad en OCMW in 2015: 181.309.611 euro, hetzij 2.410 per inwoner.
Voorts zouden we dat bedrag nog kunnen relativeren, nuanceren, SITUEREN.
Zoals gezegd: stad is geen gezin. We lenen toch niet voor pure consumpties?
En hoe minder leningslasten, hoe minder een stad doet aan investeringen. Dat kan ook niet goed zijn.
Voorts moeten we zaken in het oog houden als het netto-actief, de autofinancieringsmarge, het werkkapitaal, ratio’s als die van de solvabiliteit en liquiditeit.
We gaan dat dan wel een keer doen….
















Schuld per inwoner, evenwel volgens de gemeentemonitor (1)

De pas gepubliceerde gemeentemonitor vermeldt voor onze centrumstad, en voor het jaar 2022, een financiële schuld van 2.381,97 euro per inwoner.
Afgezien van de verwarrende term “financiële” schuld, kunnen we dat bedrag als juist beschouwen, d.w.z conform met wat onze eigenste, officiële Kortrijkse jaarrekening 2022 vertelt (gepubliceerd op 16 mei vorig jaar). Maar dat bedrag slaat op méér dan de pure schulden van de stad. Dat moeten we maar nog een keer uitleggen. Jongens! Méér dan 2.000 euro per kop, baby’s incluis. Kom dat tegen ! Waar gaat dat naartoe??

De monitor zegt nog dat de financiële schuld “drie jaar terug” 2.634,29 euro bedroeg en dus intussen is gedaald met 252,32 miljoen oftewel met 9,6 procent. Dat bedrag klopt niet helemaal met wat te lezen valt in onze jaarrekening (pag. 11). Daar is voor het jaar 2019 sprake van een schuld van 2.603 euro per inwoner.
Akkoord, het scheelt niet veel, maar we staan toch altijd verbaasd over het feit dat zo vaak bedragen zoals aangegeven in stadsdocumenten verschillen met wat hogere overheden dan vertellen. Hoe zit dat eigenlijk met de communicatie van Stad en die hogere instanties, zo vragen we ons dan af. Welk cijfer is er dan juist of onjuist? Komen er dan wederzijds correcties of laat men uiteindelijk alles maar blauw-blauw?
Maar goed. In een volgende editie willen we wat duiding geven over componenten van de schulden van een stad en de evolutie ervan. Hoe we dat eigenlijk allemaal moeten begrijpen.
Weet je wat? Een stad is geen huishouden !

Dat wisten we niet, over die verplichte rapportages inzake financiën

Gemeentebesturen (en nog andere ook) moeten drie soorten (digitale) rapporteringen bezorgen over hun financiële situatie aan het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB).
En, wat meer is, die informatie via verschillende publicaties en tools beschikbaar maken voor geïnteresseerden. Dat laatste geldt dus zeker voor raadsleden maar dat gebeurt alhier niet, of toch niet over alles. (Nu ja, de echt geïnteresseerde raadsleden over deze materie zijn uiterst gemakkelijk met twee handen te tellen…)
– Dat ten eerste de beleidsrapporten zoals meerjarenplannen, de aanpassingen ervan, en de jaarrekeningen moeten toegestuurd aan het ABB is vanzelfsprekend. Dat wisten we.
– Dat men tevens vraagt om een stand van zaken van het meerjarenplan door te sturen is ook te begrijpen, maar wat we al veel minder wisten is dat dit moet gebeuren na de overdrachten van de gedeelten van de kredieten voor investeringen die opgenomen waren voor het vorige boekjaar, maar niet zijn aangewend. (Me dunkt vernemen raadsleden die bedragen pas bij de bespreking van de zoveelste aanpassing van het meerjarenplan of bij de jaarrekening.)
En hierover waren we geheel onwetend:
– De lokale besturen dienen ook een kwartaalrekening te bezorgen aan het ABB. (Wij kennen hier enkel een semesterrapport.) Inhoudelijk moet dit document een gedetailleerde, volledige weergave zijn van zowat alles over de verrichte transacties: uitgaven en ontvangsten, debet- en creditbedragen. Met andere woorden: de toestandsopgave van de budgettaire en algemene boekhouding van het betrokken kwartaal.
En wat meer is, politiek gezien: de aanlevering van de gegevens over (bijv.) het vierde kwartaal van 2023 moet uiterlijk gebeuren tegen aanstaande dinsdag 20 februari. En zie: wat de (eerste) kwartaalrekening van dit jaar betreft, die moet ten laatste beschikbaar zijn tegen 31 april.
En, beste raadsleden, herinner u – voor het geval u niet weet wat te doen – al deze ACTUELE informatie is publiek beschikbaar voor de geïnteresseerden. Wacht dus niet op aanpassingen van het meerjarenplan of op jaarrekeningen om navraag te doen.

En val nu niet omver.
Er is nog een andere, verplichte EUROPESE rapportering waarvan we waarlijk geen jota van wisten.
Ja, dat de Europese Commissie het betaalbedrag van lokale besturen wil in kaart brengen om te weten te komen hoe het zit met de globale schuld in de lidstaten, dat verwondert niemand.
Maar dat gemeenten dus via een e-formulier per semester aan Europa verslag moeten uitbrengen over betalingstermijnen en betalingsachterstanden, – wie had dit gedacht? Ter info: voor de tweede semester van 2023 moet dit gebeuren tegen vrijdag 16 februari aanstaande.
Die Europese bevraging peilt naar de (nog) te betalen facturen aan de leveranciers op basis van de ontvangst van de factuur.
Interessant zeg.
Men wil het aantal betaalde facturen én het bedrag ervan kennen. Het gemiddeld aantal dagen achterstand inzake de betaling van de openstaande facturen. Het bedrag ervan. De eventueel betaalde rente aan de schuldeisers. Men vraagt zelfs of de eventuele betalingsachterstand is verbeterd of verslechterd. En wat heeft men zoal getroffen aan maatregelen ?

Beste raadsleden, u weet weer wat te doen op 16 februari aanstaande. Is Stad Kortrijk een goede betaler?
(Vraag tegelijk eens hoe het zat in de eerste trimester van vorig jaar.)





Overzicht investeringen OCMW in eerste bestuursperiode 2013-2018

In onze vorige editie kreeg u een overzicht van de investeringen van de tripartite in de beide legislaturen.
Daarbij werd gewezen op een feit dat wel eens vergeten wordt. In de eerste bestuursperiode 2013-2018 is de stadsbegroting afgescheiden van die van het OCMW. In de tweede bestuursperiode (2019-2024) niet meer, d.w.z. dat althans vanaf het jaar 2020 de OCMW-begroting is “ingekapseld” in die van stad. Overigens ook die van de twee vroegere Autonome Gemeentebedrijven (de AGB’s Parko en SOK) en de vroegere zeven gemeentelijke VZW’s (zoals Stedelijke Musea, Bruisende Stad, Sport, enz.).
In komende debatten ter gelegenheid van de gemeenteverkiezingen mag dit niet uit het oog worden verloren. Mag de tripartite niet de bedrieglijke indruk wekken dat de investeringsuitgaven op de huidige, op zijn eind lopende bestuursperiode plotseling immens zijn verhoogd.
De burgemeester heeft al een keer het gerucht verspreid dat we dit keer – in deze legislatuur dan – niet minder dan 363,2 miljoen zullen geïnvesteerd hebben. Dit is, zoals we al opmerkten, een perfect goede machiavellistische benadering van de feiten. Hij mag dat niet meer doen! Quickie mag ons niet als dom kiesvee beschouwen zoals zijn leermeester hem voorhoudt in zijn lijfboek “Il Principe”.
– Ten eerste slaat dat vermeende bedrag (klakkeloos overgenomen door de pers) helemaal niet op deze legislatuur, maar komt namelijk uit het laatste meerjarenplan en dat slaat op de jaren 2020 tot en met 2025.
– Ten tweede – en dat maakt de bewering totaal zinloos: de legislatuur is nog niet gedaan! Hoe kan Quickie dan nu reeds opperen wat er zal geïnvesteerd worden?
– En ten derde is de meest wijze en juiste manier van (laat ons zeggen) waarheidsvinding om het te hebben over de werkelijke vastleggingen (contracten) of aanrekeningen. Zo zagen we bijvoorbeeld dat in de eerste vier jaren van deze legislatuur door Stad plus “satellieten” voor 55 procent is gerealiseerd, in vergelijking met de initiële ramingen. We moeten dus nog de jaarrekening voor 2023 afwachten, – en dat wordt waarlijk wachten geblazen tot in de maand mei. Terwijl we de werkelijke investeringsuitgaven van dit jaar 2024 zelfs pas zullen kennen in de lente van 2025, dus lang na de verkiezingen…
Dat alles maakt een accurate financiële beoordeling van de gehele investeringspolitiek van de tripartite nogal twijfelachtig.

Nu, om bij vergelijking tussen de eerste en tweede legislatuur de debatten zuiver te houden geven we hierna op algemene aanvraag ook kennis van de OCMW-uitgaven in 2013-2018. (In vorige editie niet gedaan.)
Netto-bedragen? In het totaal 47.577.188 euro. Dat bedrag kunnen we dan – later dus, in 2025!) optellen bij de netto- investeringsuitgaven van stad zelf en komen we tot een totaal van de werkelijk bestede uitgaven van de tripartite in haar totale bestuursperiode vanaf 2013.
De realisatiegraad voor alle OCMW-uitgaven kunnen we u helaas niet meegeven want we konden niet achterhalen wat men in het jaar 2013 juist heeft geraamd aan uitgaven. Zullen nog eens zoeken… Of misschien kan een voormalig OCMW-raadslid ons daar aan helpen? (Het BBC-systeem was toen nog niet in voege.)
U zal intussen merken dat de OCMW-investeringen in het verkiezingsjaar 2018 onvoorstelbaar stegen, met zelfs een realisatiegraad van 86 procent.
Er werden toen gigantische sommen uitgegeven voor de restauratie van de woningen 3 tot 9 in het begijnhof (budget 2,2 miljoen), aan de flats in Bellegem (9,5 M) en aan de verbouwing van het pand Gheysens tot volksrestaurant (2,6 M).

Hierna in de eerste kolom de geraamde uitgave, in de tweede de werkelijke bestede uitgave en daaruit volgend de realisatiegraad.
2013
………………..? / 6.968.559 / …. %
2014
11.803.824 / 6.369.619 / 53,9%
2015
9.214.900 / 6.862.422 / 74,0%
2016
9.482.341 / 6.152.327 / 64,8%
2017
13.071.439 / 6.277.807 / 48,0%
2018
17.964.454 / 14.946.454 / 86,4%
TOTAAL
………………… / 47.577.188 / …..%

Zo. Nu weten we ongeveer genoeg.
Klaar voor de debatten !



Overzicht investeringsuitgaven van de tripartite in de twee legislaturen

Woord vooraf
Dit overzicht dient als bijlage (toelichting) bij ons vorig stuk over de onware en foute (machiavellistische) berichtgeving die burgemeester Vincent Van Quickenborne ons via de lokale “embedded press” voorschotelt.


BESTUURSPERIODE 2013-2018
In het bestuursakkoord “Plan Nieuw Kortrijk” luidde het dat stad Kortrijk zou overspoeld worden door een ware, historisch nooit geziene investeringsgolf. Het bestuur van de coalitie VLD, SP.A en N-VA riep zich uit tot een “investeringscollege”.
Hierna volgt een overzicht van de jaarlijkse investeringsuitgaven van stad in die eerste bestuursperiode. (OCMW niet meegerekend.)
– Het eerste bedrag slaat op wat initieel is begroot. Dat is de (bruto)uitgave, geraamd nog voor het jaar begon. Naderhand is het wel zo dat de raming in de loop van het jaar om allerlei feiten wordt bijgesteld tot een zgn. eindbedrag. (Nogal eens kleiner dan oorspronkelijk gedacht.) Maar toch blijven we bij het berekenen van de realisatiegraad ons houden aan de oorspronkelijke raming, want dat bedrag is uiteindelijk altijd datgene waarmee het College van Burgemeester en Schepen ons mee om de oren slaat, ons overdondert!
– Het tweede bedrag slaat op wat er in werkelijkheid, daadwerkelijk is uitgegeven (aangerekend). En zo komen we tot de vaststelling van de realisatiegraad in procent uitgedrukt. Let even op het feit dat de tripartite in 2013 moeizaam op gang is gekomen maar dat er bij het naderen van de verkiezingen in 2017 en 2018 een ware inhaalbeweging is gebeurd.

2013
28.517684 euro / 11.837.162 euro / 41,5%
2014
39.939.619 / 21/779.285 / 54,5%
2015
48.666.211 / 17.561.061 / 36,0%
(Dieptepunt o.a. te wijten aan vertragingen projecten Kortrijk Weide en Muziekcentrum.)
2016
35.076.916 / 18.596.389 / 53,0%
2017
38.927.323 / 31.237.351 / 80,2%
2018
36.812.978 / 26.161.987 / 71,0%
Totaal
227.940.731 euro / 127.173.835 euro / 55,79% gerealiseerd.

BESTUURSPERIODE 2019-2024
In deze tijdspanne wil Kortrijk “de beste stad van Vlaanderen” worden.
Burgemeester Vincent Van Quickenborne verspreidt over deze periode een bericht waarvan het College zou zeggen dat het om een “alternatief feit” gaat. Dat betekent eigenlijk: een totaal misleidend bericht. Een verkapte leugen. Quickie beweert namelijk ongestraft dat Stad in deze lopende legislatuur 50 procent méér zal investeringen dan in de vorige bestuursperiode. Op het eerste gezicht lijkt dat zo, alleszins voor de kiezer die niet helemaal is ingevoerd in gemeentefinanciën.
Men dient evenwel te beseffen dat vanaf 2020 het stadsbudget OOK de investeringsuitgaven omvat van het ‘ingekantelde’ OCMW. Vandaar die twee bedragen voor het jaar 2019.
Voor de jaren 2019 tot en met 2022 zijn de jaarrekeningen gekend. Daarom dat we in het overzicht voor die eerste vier jaren een tussensom berekenen.
In hierna volgend overzicht slaat het eerste getal slaat weerom op het geraamde initieel budget, het tweede op de reële uitgave.

2019
Stad: 38.916.234 / 20.278.531
OCMW: 14.876.198 / 10.395.556
Samen: 53.792.432 / 30.674.087 / 57,0%
2020
61.781.987 / 31.022.793 / 50,2%
2021
61.248.929 / 37.317.194 / 60,9%
2022
71.919.094 / 59.530.679 / 82,7% (inhaalbeweging na coronacrisis)
Totaal voor deze eerste vier jaren:
248.742.441 euro / 158.544.753 euro / 63,7%

Geraamd budget voor 2023: 85.017.250 euro
Geraamd budget voor 2024: 98.711.811 euro
Samen maakt dit 183.729.061 euro.
Dat zou betekenen dat we in twee jaar tijd meer kunnen investeren dan in de vorige vier jaren!
Onzin.


DE SALDO’s (netto-uitgaven)
Gewoon voor de aardigheid hebben we een keer berekend wat wijzelf, Kortrijzanen, uit onze eigenste portemonnee hebben uitgegeven inzake investeringen. Want we kregen bij allerlei projecten ook subsidies van hogere overheden, zelfs wel eens van Europa.
2019: 21.548.146 (waarvan 6.511.929 voor het OCMW)
2020: 20.492.006
2021: 20.693.015
2022: 28.869.871
Samen: 91.603.038 euro zelf betaald ! Uit eigen zak.

BELASTINGEN
Altijd opnieuw beweert de burgemeester dat we al die investeringen bekostigen zonder enige belastingverhoging. Ja zeg. Dat is weer zo’n “alternatief feit”. Het is wel zo dat de tarieven voor de aanvullende personenbelasting en de opcentiemen onroerende voorheffingen al die jaren ongewijzigd bleven. Oké. Maar wat iedereen natuurlijk nu heeft vergeten (ook de burgemeester?) is dat de tripartite onmiddellijk bij haar aantreden in 2013 drie totaal NIEUWE gemeentelijke belastingen heeft ingevoerd en twee wel degelijk heeft verhoogd. En natuurlijk zijn allerlei tarieven van de retributies wél verhoogd of – zo heet dat dan – puur ‘geïndexeerd’. Overigens stijgen de belastingontvangsten op ‘een natuurlijke wijze’, al was het maar omdat we meer verdienen. Om u een idee te geven. In 2019 bedroegen de fiscale ontvangsten zowat 70 miljoen. Nu, in 2024, ronden we de kaap van 80 miljoen. Maar daar kunnen we niets aan doen, tenzij dan de belastingen…verlagen.










Wanneer zal Quickie een keer ophouden met liegen?? (2)

Ter inleiding
In dit stuk gaat het over heel wat cijfergegevens.
Om een en ander leesbaar te houden – en om de liefhebbers gedetailleerde, nauwkeurige informatie te bezorgen – zullen we die later meer uitgebreid in een afzonderlijk stuk publiceren
.

2024 is een verkiezingsjaar, het sein voor politici om vooruit te plannen.” En: “burgemeester Vincent Van Quickenborne loste een eerste schot voor de boeg.”
Zo begint in de regionale editie van 6 januari van HLN een stuk van de 0,00%-journalist Peter Lanssens, de marionet van het stadsbestuur, meer in het bijzonder dan toch van Quickie en Axel Weydts, de befaamde schepen van Velo. (Lanssens heeft het daarbij om een lusvormige wandelroute die Q intussen als verkiezingsstunt heeft bedacht.)
Er staat ons waarlijk nog wat te wachten inzake – voor bepaalde kandidaten dan toch – kosteloze kiespropaganda in onze lokale gazetten, alleszins in HLN.

Het “eerste schot voor de boeg” is eigenlijk al afgevuurd in onze gazetten van vorige week, toen het stadsbestuur (in de feiten: Vincent VVQ himself) uitpakte met de mededeling dat “Kortrijk zich opmaakt voor 12 grote openingen in 2024.”
Twee gazetten hebben het daarbij nogal uitdrukkelijk gewaagd om het ook met cijfergegevens te hebben over voorbije en lopende investeringen. Zij lieten daarbij voornamelijk Quickie aan het woord. We achten het onze journalistiek-deontologische plicht om bepaalde van die cijfers die de burgemeester ons wil meegeven hartsgrondig te betwijfelen.
Dat hij zaken beweert die niet waar of niet juist zijn, of halve waarheden vertelt (of zaken NIET vertelt), dat bestempelen we dus zonder schroom als “liegen”. Politici die de kiezer misleiden met gegevens die niet juist zijn maar wel goed klinken, die noemen we dus “leugenaars”. Zo zijn we nu eenmaal.(Voor wie liever een deftiger politicologisch predicaat wil: het zijn “machiavellisten”.)

Laten we even starten met “De Krant van West-Vlaanderen” ter hand te nemen. Editie van 5 januari. Een verslag van reporter Margot Demeulemeester (die nog altijd verstoken blijft van enige elementaire kennis over gemeentepolitiek). De andere krant die ons ietwat heeft geïnformeerd is “Het Nieuwsblad” van 2 januari, maar we vonden enkel een online-versie van Bas De Wilde (om 16u13 van die dag gepubliceerd) en geen print.
Margot noteert bij monde van de burgemeester dat stad en deelgemeenten in deze legislatuur de grootste investeringen ooit kenden voor Kortrijk. “Goed voor 363 miljoen euro.”
Dat getal is wat afgerond, in “Het Nieuwsblad” houdt Bas het met 363,2 M al wat nauwkeuriger. Het gaat namelijk om 363.241.706 euro. Maar goed, daar vallen we niet over. We willen vooral onze bekommernis uitdrukken over het feit dat de reporter(s) evenwel niet in staat zijn om hierbij de burgemeester te wijzen op een ernstige onnauwkeurigheid. Een grove fout die zeer misleidend is.
Dat fameuze bedrag aan investeringen vindt men in het recent aangepaste (vierde) meerjarenplan en slaat op uitgaven uit de periode 2020-2025. Dat is dus helemaal niet “de huidige legislatuur”!! Die loopt namelijk van 2019 tot en met 2024.
Het is dus zo dat de huidige bestuursperiode niet eens is afgelopen: het jaar 2024 is pas begonnen en van 2023 kennen we zelfs nog geen jaarrekening, met het juiste bedrag van de reële investeringsuitgaven. (Dat zal waarschijnlijk en ten vroegste in de maand mei gekend zijn.)
Vergeet die 363 M dus maar, dat getal slaat nergens op.
De burgemeester mag dat nooit meer vertellen hoor ! Anders heeft hij met mij te doen !

Onze journalistiek-deontologische plicht heeft er ons toe gedreven om te berekenen wat er – in deze legislatuur al – daadwerkelijk is besteed aan investeringen. Dit alles ten behoeve van de burgemeester, zodat hij de kiezer in de toekomst ten minste wat accurater kan informeren. We hebben op basis van de reeds gekende jaarrekeningen allereerst de som gemaakt van de werkelijke gedane investeringen in de jaren 2019 tot en met 2022. De eerste vier jaren van deze legislatuur. Uitkomst?? 158.544.753 euro.
Maar nu moet u alleszins eens weten wat het stadsbestuur voor diezelfde jaren had begroot!
Dus wat Quickie ons allen (in de pers) in het verleden had beloofd van te verwezenlijken. We noemen dat: het budget. Wat we van plan zijn om te doen. Welnu: initieel is er voor de jaren 2019 tot en met 2022 globaal voor 248.742.449 euro gebudgetteerd. Dat is: voorgenomen, geraamd. Dat is net wat de burgemeester ons het liefste voorschotelt.

We kunnen dus nu ook duidelijk zien wat er in die eerste vier jaren van deze bestuursperiode in werkelijkheid is gepresteerd: een realisatiegraad van gemiddeld 63,73 procent.
Deze ongemakkelijke waarheid zal je nooit ofte nooit horen verkondigen door onze zittende burgemeester. Want dan zou hij – tegen zijn machiavellistische aard in – de ware waarheid moeten proclameren. Dat is hem te machtig. Feiten niet vertellen is ook niet koosjer. Het is: bedriegen.

Goed. De legislatuur is nog niet ten einde.
Om het bedrag te kennen van de investeringsuitgaven over heel deze bestuursperiode moeten we ook rekening houden met de uitgaven die we reëel deden in 2023 en dit jaar 2024 zullen doen. Maar die kennen we nog niet. We weten op dit ogenblik wat de burgemeester ons (via ‘Het Nieuwsblad’) diets maakt voor 2024: zegge en schrijve voor 100 miljoen investeringen. Weerom mooi afgerond, zo onthoudt men dat het best. Het officiële meerjarenplan is wel nauwkeuriger: 98.711.8811 euro. En voor 2023 is er voor 85.017.250 euro begroot. Ja, ongezien veel is dat.

Beste lezers,
Het spijt ons.
We geloven, kunnen niet geloven dat men die twee begrote investeringsuitgaven in werkelijkheid zal kunnen realiseren. Samen zou dat gaan om een geraamd bedrag van 183.729.061 euro. Men zou dus in twee jaar tijd een bedrag willen investeren dat hoger ligt dan wat men in (de eerste) vier jaar kon realiseren.
Voor het voorbije jaar konden we trouwens in de praktijk nagaan hoe het zit met de voortgang inzake investeringen. Er bestaat immers zoiets als een semesterrapport (door geen enkel gemeenteraadslid besproken.) Volgens dat rapport hadden we op 30 juni (dus halfweg) van vorig jaar al 67.307.370 euro vastgelegd (aangewend) maar is slechts 31.034.049 euro geboekt (aangerekend).
Door te vergelijken met het budget van dat jaar kun je dus nagaan wat er in dit nu afgelopen tweede semester van 2023 nog moest gedaan. Is het gelukt? Burgemeester zwijgt daar wijselijk over. Ja, nu de verkiezingen naderen jagen alle gemeentebesturen zich op. Vraag is of de aannemers wel meekunnen in de race.

De burgemeester beweert nog (in HN) dat we in deze tweede legislatuur voor 50 procent méér zullen presteren dan in de vorige legislatuur.
Kortrijkwatcher heeft zich weer aan het werk gezet om deze bewering te staven.
– In de nu lopende legislatuur besteedden we in de eerste vier jaar in werkelijkheid al 158.544.753 euro, plus hopen we nog 183.729.061 euro te verteren in 2023 en 2024. We geloven daar niet in maar zijn coulant en zeggen dat stad in deze periode dus waarschijnlijk in totaal voor 342.273.814 euro zal investeren.
De vorige legislatuur van deze tripartite liep van 2013 tot en met 2018.
Voor hoeveel geld is er in deze tijdspanne daadwerkelijk aangerekend? (Gelukkig vonden we ons archief nog terug.) We zeggen en schrijven: 127.173.235 euro. En wat hadden we toen initieel begroot? Voor 227.940.731 euro. Realisatiegraad? 55,79 procent. Weerom een gegeven waar we van onze Machiavelli niets zullen vernemen. Weet onze pers nog dat onze kandidaat-burgemeester het in zijn kiescampagne toen in 2012 had over een ongeziene investeringsgolf die Kortrijk zou overspoelen? Zijn bestuur bestempelde als een “investeringscollege”? Quickie is zijn belofte niet nagekomen. De kiezer is bedrogen.

Beste lezer, bereken maar zelf of het stijgingspercentage van 227,9 M naar de verhoopte 342,2 M zowat 50 procent bedraagt? Misschien klopt dat wel ongeveer, als we ten minste toch willen geloven wat voor hoge bedragen voor de jaren 2023 en 2024 is begroot. (Quid non. We mogen al zéér blij zijn als er voor 80% wordt gerealiseerd.)
Ons interesseert hier echter vooral weer hoe de burgemeester ons opnieuw belazert met die vergelijking tussen zijn eerste en tweede legislatuur.
Ten eerste is de stijging van de investeringsuitgaven (overal te lande) te wijten aan diverse externe factoren.
Allerhande subsidies van hogere overheden zijn hoger en talrijker geworden zodat lokale besturen meer geneigd zijn om projecten op te zetten. Voorts sloeg de inflatie toe zodat de bouwkosten (materiaal, lonen) fel toenamen. En zo zijn er nog redenen aan te geven waarom gemeenten in deze periode hogere investeringsuitgaven hebben begroot. We gaan daar nu niet op in. Een actuaris zou daar een kluif aan hebben om het effect van externe factoren (niet van beleid) op het stijgingspercentage van de investeringsbedragen te achterhalen.
Maar we moeten de loze bewering van onze burgemeester ontmaskeren met een heel fundamentele reden.
Vincent Van Quickenborne vergeet nu een keer totaal dat in de tweede bestuursperiode vanaf 2020 in het stadsbudget nu ook is ingecalculeerd wat het OCMW, de twee AGB’s en de zeven gemeentelijke vzw’s zoal hebben geïnvesteerd. Dat vermeldt hij niet, en geen journalist die dat inziet. De kiezer wordt bedrogen en belogen.
Machiavelli zou hem voor deze APOSIOPESIS, deze RETICENTIE zéér hartelijk gefeliciteerd hebben.

We willen wel even de opmerkelijke financiële repercussie van deze verzwijging illustreren met een praktisch voorbeeld.
In 2019 was de inkanteling van het OCMW in het stadsbudget nog niet van toepassing.
Kijk nu eens.
In dat jaar vermeldt het stadsbudget een investering van initieel 38.916.234 euro. Met de investering van het OCMW er bijgeteld wordt dat plots niet minder dan 53.792.432 euro.
In de jaarrekening van dat jaar 2019 gaat het van 20.278.531 euro als stadsinvestering naar 30.674.087 euro met het OCMW erbij.
Begrijpt u nu waarom de investeringen – volgens onze machiavellistische burgemeester – op ongeziene wijze (met 50 % !) zijn gestegen in deze laatste bestuursperiode?
BEGRIJPT U NU HOE HIJ LIEGT DOOR “VERZWIJGING”?

Wat de kiescampagne (de propaganda) betreft doet er zich een probleem voor wanneer men iets deftigs wil zeggen over investeringen. De werkelijke uitgaven voor het laatste jaar van de legislatuur kennen we slechts lang na de verkiezingen: pas in mei 2025…

P.S.
Zoals gezegd geven we in een volgende editie voor de diehards inzake gemeentefinanciën een serie van cijfergegevens in detail. Misschien moet er iets gecorrigeerd?













Wanneer zal dit stadsbestuur nu een keer ophouden met liegen??? (1)

Verdorie, we zitten op een doorregende, rustige vrijdagnacht wat kranten te lezen en stootten op de lokale berichten over Kortrijk alweer op flagrante politieke leugens, zo flagrant dat we niet begrijpen dat men die durft publiekelijk debiteren.
Het gaat over de investeringen voor dit jaar, meer speciaal over wat onze burgemeester Quickie weerom op machiavellistische wijze wijsmaakt aan de onze plaatselijke reporters (en dus aan de Kortrijkzanen) over de gedane investeringsuitgaven tijdens deze en vorige legislatuur.
Wat er ons daarenboven stilaan waarlijk hondsdol maakt is dat die persjongens en meisjes dat allemaal slikken. Dat ze niet de moeite doen om ook maar één cijfer (een dossier) te checken. Zelfs pure onzin uitkramen.
Ons weekend is naar de knoppen.
We moeten het weer allemaal zelf doen.
Wordt dus vervolgd…

Koninginnedebat

De gemeenteraad (inclusief Raad van Maatschappelijk Welzijn) van morgen 4 december (live te zien vanaf 19 uur) is hoofdzakelijk gewijd aan de vierde aanpassing van het zgn. Meerjarenplan. Dat ‘plan’ slaat ditmaal op de jaren 2020-2027. Concreet gaat het eigenlijk over wat men vroeger het ‘begrotingsdebat‘ noemde. Wijlen journalist Gerrit Luts had het omwille van het belang ervan altijd over het “koninginnedebat” en hij wijdde daar meerdere volle bladzijden aan in “Het Nieuwsblad”. (Heden ten dage is het zelfs al gebeurd dat de aanwezige lokale journalisten net dan naar buiten liepen als men over het budget begon.)
Zoals onze lezers weten acht mevrouw Helga Kints, de voorzitter van de gemeenteraad, het als haar opperste plicht om de oppositie zoveel als mogelijk de mond te snoeren. Zij wil dus opnieuw dat de fractieleden hun commentaar op het aangepaste Meerjarenplan tot 10 minuten beperken. Dat is dus ongehoord als u een beetje beseft waarover het gaat: de exploitatie- en investeringsuitgaven voor dit en volgende jaren. Een document van 191 bladzijden. (Zonder de omgevingsanalyse, die niemand leest.)
Het was overigens onder het CVP-bewind vele jaren geleden gebruikelijk om het begrotingsdebat op te splitsen in twee avonden. De eerste avond kregen alle fractieleiders elk de gelegenheid om een half uur te wijden aan een soort algemene beschouwing, en de tweede avond werden bepaalde begrotingsartikels per rubriek afzonderlijk besproken.

Benieuwd of het opnieuw zo zal zijn dat enkel het Vlaams Belang tegen deze inperking van het controlerecht van de gemeenteraad protesteert.
Nu moeten we wel zeggen dat fractieleiders van de meerderheid alleszins méér dan genoeg hebben aan de hun toegewezen spreektijd. De geheel uit vriendelijkheid opgetrokken Koen Byttebier (Team Burgemeester) zal de financiële directeur en de ambtenaren van de financiële dienst bedanken voor het vele werk dat zij hebben gepresteerd. (Overigens met recht en reden.) De aimabele Philippe De Jaegher (N-VA) zal zich daar graag bij aansluiten, waarbij hij dan uiteraard partijgenoot Kelly De Tavernier (schepen van Financiën) in de bloempjes zal zetten. En dan hebben we nog Nawal Maghroud van Vooruit die – als zij niet druk bezig is met een babbeltje te slaan met haar buurvrouw – ook een poging zal doen om iets te zeggen. Aan 20 seconden heeft zij normaliter voldoende om iets te vertolken over een materie waarvan zijn niks afweet.
Het spreekt dat Kortrijkwatcher over de materie stof genoeg heeft om zijn dagen te vullen.
We zullen komende stukken proberen gemoedelijk en populair te houden!

Inzake exploitatie kan bijv. onze aandacht uitgaan naar de retributies inzake GAS (GASS!) en parkeren, de personeelskosten (uitsplitsing loonkost stadsmedewerkers en die van de zusters Augustinessen), de geïndexeerde gemeentelijke belastingen, de nieuwe leningen, de energiekosten (waarover Ruthie nu bevoegd is, – zal zij het woord nemen?), het Lago S&R-dossier (de NV krijgt een lening hoor, aandeel van Kortrijk wordt 2,1 M), de miljoenenhulp die we krijgen voor de Oekraïense vluchtelingen (waarover de gazetten nooit iets zeggen). Enzovoort.
Vlug even zeggen dat het geraamde totaal van de exploitatie-ontvangsten dit lopende jaar significant stijgt met 11,2 miljoen.
De schuldgraad ! Dat wist ik heus niet. De geraamde historische schuld bedraagt 261,8 M. Ten overstaan van onze exploitatie-uitgaven is dat 96,9 procent. Het is ooit méér dan 100% geweest. Maar goed. Daar zitten en zaten ook die verdomde doorgeefleningen in.

En dan die investeringen ! Ons stokpaardje.
De schouwburg zal ons nog 10 miljoen meer kosten dan gedacht. Het onderhoud van onze gebouwen ook. Schepen Weydts krijgt weer ruim zijn deel. Kost voor vernieuwen straten stijgt netto met bijna 9 miljoen. Maar geen paniek. De autofinancieringsmarge (AFM) is weer positief en bedraagt voor dit jaar 7,2 miljoen. (De AFM is wat men federaal het primair saldo zou noemen. We hebben puur met het exploitatiesaldo – zonder rekening te houden met de rentekosten van dat jaar – genoeg om onze leningslasten te dragen.)
P.S.
Nawal Maghroud mag gerust nog heel de nacht bellen om wat uitleg te krijgen. (Hier is het nu zondag-avond 19u30.) Ik wil zelfs zonder scrupules nog vlug haar ghoswriter (“nègre”) zijn voor de zitting van morgen.