De crisis brengt mee dat stad minder inkomsten dan begroot zal ontvangen en de steunmaatregelen vergen anderzijds meer uitgaven dan geraamd. Stad Kortrijk probeert dit alles momenteel te compenseren door het treffen van drie soorten van financiële maatregelen. Zie het plan: “De weg uit de crisis” (pag.24).
Een eerste luik wil de strategische buffers die men had aangelegd in het meerjarenplan 20-25 halveren.
Het beschikbaar budgettair resultaat gaat dan van 4 naar 2 miljoen. En de buffer van 1 miljoen binnen de autofinacieringsmarge van 1 naar 0,5 miljoen. Over die maatregelen hadden we het al in een vorige editie van deze elektronische krant. En we vroegen daarbij aan Kelly Detavernier – de schepen van Financiën – om enige opheldering over de posten in het budget die daardoor zullen getroffen worden. (Kelly had het ook nog over het verhoopte overschot op de jaarrekening 2019. Dat moet nu toch halfverwege de maand mei van dit jaar gekend zijn.)
De gedeeltelijke inbreng van die twee buffers en dat verwachte overschot op de jaarrekening 2019 zullen niet volstaan om de impact van de crisis op de stadsfinanciën te dempen. Zeker niet als de crisis maar blijft duren.
Vandaar dat tweede luik van maatregelen dat men wenst door te voeren.
Die voornemens slaan op een drastische verlaging van twee investeringen.
1. De heraanleg van de Doorniksewijk gaat nog niet door.
Dat was een heel belabberd dossier en voor het stadsbestuur was het feit dat De Lijn geen geld heeft om zovele elektrische trambussen te kopen voor de verbinding van het station met Hoog Kortrijk een dankbaar alibi om van dat slecht gemanaged project af te geraken.
Het verdagen van het project naar sint-juttemis brengt gedurende deze bestuursperiode een uitstel van investeringen mee ten bedrage van zes miljoen.
Hoe zag de investeringstabel er namelijk uit in het actieplan 2.4.6 van het meerjarenplan 20-25, genaamd “betere verbinding van het centrum met Hoog-Kortrijk”?
– Voor 2020 en 2021: nul euro (!)
(Dus voor deze jaren eigenlijk geen bezuiniging…)
– 2022: 300.000
– 2023: 300.000
– 2024: 3.200.000
– 2025: 2.200.000 euro.
2. De markthal op de Veemarkt wordt niet gebouwd.
(We weten niet welke politieker of partij dit project in het bestuursakkoord heeft gesmokkeld , maar men heeft nu plots en wel laat ingezien dat Kortrijk met al zijn leegstand geen nood heeft aan nog meer winkeloppervlakte.)
Wat moet de totale afschaffing van dit project (actieplan 9.1.8) opbrengen?
In totaal: 4,3 miljoen.
Dit voortschrijdend inzicht brengt ons alweer tot in 2022 eigenlijk niks op inzake schrapping van uitgaven.
De investeringstabel ziet er namelijk zo uit:
– 2020: nul euro
– 2021: nul euro
– 2022: nog altijd niks voorzien
– 2023: 394.160 euro
– 2024: 1.875.280 euro
– 2025: 2.030.560 euro.
Die beide “bijstellingen” van investeringsuitgaven brengen dus in totaal een minuitgave teweeg van 10,3 miljoen.
Nochtans is in het document “De weg uit de crisis” op pag. 24 slechts sprake van 8 miljoen. Schepen Kelly moet dat maar weer eens uitleggen.
In haar redenering bedraagt het resterende investeringsbudget voor de gehele planningsperiode 20-25 dus 283,1 miljoen.
Volgens kortrijkwatcher dus niet.
De totaliteit van de investeringen van stad én ingekantelde “satellieten” (OCMW, Parko, enz.) is geraamd op 291.171.291 miljoen.
Daar moeten we 10.300.000 euro van aftrekken. Geeft 280.871.291 euro.
(En dat moet dan nog worden gerealiseerd. Als de crisis lang genoeg aansleept zal men waarschijnlijk nog investeringen moeten schrappen. Kortrijkwatcher heeft er al enkele in gedachten…)
P.S.
Volgende editie is gewijd aan het derde (beetje pover) luik van maatregelen die stad wil treffen om het hoofd te bieden aan de financiële impact van corona.
Category Archives: economie
Hoe zal men de impact van de corona-maatregelen financieren? (2)
In een vorig stuk vertelden we wat volgens ons bestuur de impact van de corona-maatregelen (opgesomd in het document “Weg uit de crisis”) zou kunnen zijn op onze stadsfinanciën.
Hoe wil men die verliesposten (meeruitgaven) nu financieren?
Vooreerst door twee strategische buffers te halveren...Ja zeg!
Dat is wel zéér curieus, om twee redenen.
Schepen van Financiën Kelly Detavernier (N-VA) dacht namelijk vroeger dat juist die buffers zouden volstaan om de impact van de corona-crisis te bezweren. En de buffers zouden tegelijk dienen om mogelijke financiële risico’s in de toekomst te bezweren. Bijvoorbeeld de zware pensioenfactuur.
Passons…
Ja, het meerjarenplan 20-25 legde de evenwichtsvoorwaarden hoger dan wettelijk opgelegd.
Zo legde men het resultaat op kasbasis (nu genoemd: beschikbaar budgettair resultaat – BBR) ieder jaar vast op ca. 4 miljoen. Dat is hoog. Eigenlijk volstaat het dat het bedrag elk jaar gewoon positief is.
Dit jaar is het BBR geraamd op 4.127.837 euro. Men wil dat dus herleiden tot ca. 2 miljoen. Maar “Weg uit de crisis” legt niet uit welke post(en) men dan wel ziet verminderen.
Het BBR is de som van alle uitgaven en ontvangsten. Concreet: de som van de saldo’s van de posten exploitatie, investeringen, financiering (leningen) én het budgettair resultaat van het vorig boekjaar.
Volgens de schepen van Financiën zou juist dat hoge positieve resultaat van vorig jaar de redding brengen. Die post is nu gebudgetteerd op 39 miljoen euro en dat bedrag mag dus volgens Kelly zeker niet lager uitvallen. We kijken uit.
De tweede buffer die men wenst te halveren slaat op de autofinancieringsmarge. De AFM gaat na of een bestuur wel voldoende marge genereert uit de courante werking om de leningslasten te dragen. Wettelijk gezien moet de AFM enkel positief zijn in het laatste jaar van het meerjarenplan.
In Kortrijk is de AFM ieder jaar positief. In 2025 gaat het zelfs om 3,17 miljoen. Raar: in het relanceplan “Weg uit de crisis” heeft men het over 1 miljoen in 2025 en men wil dit herleiden tot 0,5 miljoen. En nog eigenaardiger is dat in het meerjarenplan net gesteld wordt dat men de AFM in 2025 absoluut wil houden op 1 miljoen om tegenvallers op te vangen.
Eén van die financiële risico’s ten gevolge van de economische coronacrisis is door het stadsbestuur al geraamd: een daling van de aanvullende personenbelasting. Het zou gaan om een minopbrengst van 3,4 miljoen in deze legislatuur. Dat is eigenlijk per jaar niet erg veel (op 25 tot 26 of 27 miljoen), maar er zijn nog andere (belangrijke) belastingsoorten die (zullen) verminderen: parkeerbelasting en naheffingen, logiestaks, verspreiding reclamedrukwerk, opcentiemen op de onroerende voorheffing.
Mogen we even concluderen?
We verstaan die maatregel tot halvering van die twee buffers niet zo goed.
Kelly wel?
P.S.
In een volgende editie van deze krant komt er commentaar op de andere (twee) maatregelen die genomen worden om de impact van corona op de financiën te bekostigen. Die zijn wel te bevatten…
Over de impact van de coronacrisis op onze stadsfinanciën (1)
Stad stelt diverse maatregelen voor om de gevolgen van corona op alle mogelijke facetten – zo zullen we maar zeggen : van ons leven – te bestrijden. Op de laatste gemeenteraad van 11 mei is daarbij verrassend op de valreep een programma voorgelegd aan de raadsleden. (Zij wisten weer nergens van.)
De volledige, lijvige tekst staat te lezen op de website van stad onder de titel “Weg uit de crisis”.
(En ten overvloede brengt de lokale editie van HLN bij monde van stadsreporter Peter Lanssens , tegelijk woordvoerder van de tripartite, daar in schuifjes een commentaarloze samenvatting van. Journalistiek!)
Kortrijkwatcher haast zich hierbij om te zeggen dat de voltallige redactie de maatregelen helemaal niet slecht vindt (zelfs goed!), want we willen onze reputatie als positivo’s behouden. (Het enige wat dit keer enigszins te betreuren valt is dat de tripartite constructieve voorstellen van de oppositie opnieuw wenste te negeren. Een uitgestoken hand van Groen bijv. werd zelfs geweigerd.)
De pag. 23 en 24 van het document “Weg uit de crisis” zijn gewijd aan de impact van de crisis op onze stadsfinanciën. Interessant!
Er staat onze Stad een daling van diverse ontvangsten te wachten en anderzijds vergen de bepaalde maatregelen allerhande meeruitgaven. De effecten hiervan (het negatieve saldo) is alleen al voor dit jaar 2020 geraamd op 7,5 miljoen euro. Voorts raamt men de daling van de aanvullende personenbelasting (ten gevolge van de economische crisis) voor de gehele legislatuur dan op 3,4 miljoen euro. Over de effecten op de opbrengst van de opcentiemen op de onroerende voorheffing wordt niet gerept.
Het voorliggend plan omvat een serie concrete, goed opgesomde tegemoetkomingen (premies, investeringen, kwijtscheldingen) die samengeteld zowat 4,85 miljoen euro kunnen kosten.
Probleem is dat bepaalde uitgaven eenmalig zijn, maar andere geheel afhangen van de duur van de crisis. Die kosten zijn dus uiterst moeilijk te voorspellen.
Intussen heeft het bestuur toch al beslist met welke middelen men die uitgaven wil financieren.
Grosso modo (als we het goed begrijpen, -niet gemakkelijk) gaat het om drie soorten ingrepen in het budget:
– het (gedeeltelijk) aanwenden van twee strategische buffers in het meerjarenplan;
– het wegwerken van twee investeringen;
– twee ingrepen in het exploitatiebudget.
Over die cijfers wenst kortrijkwatcher in een volgende editie enig commentaar te leveren. Met uw goedvinden althans.
Wat kosten de corona-tegemoetkomingen aan de stad?
De financiële impact van de maatregelen is natuurlijk nog niet exact te bepalen, want niemand weet hoelang de corana-crisis kan duren. Maar als antwoord op een vraag van raadslid Benjamin Vandorpe (CD&V) krijgen we daar toch enigszins een voorlopig antwoord op.
– Het niet innen van de BID-belasting op basis van 397 handelszaken: ca. 100.000 euro.
– Opschorten logiestaks (52 belastingplichtigen): ca. 212.500 euro.
– Premies van 1.000 euro voor bepaalde cafés en restaurants (459 begunstigden): ca. 500.000 euro.
– Vrijstellen van marktkramers (105) van standgelden: 5.500 euro per maand (tot eind mei dan:13.500 euro).
– Later uitsturen van belasting: kohieren van belastingen op logiestaks, parkeren, filmvoorstellingen vertegenwoordigen een som van 193.753 euro.
(Maar uitstel is geen afstel, dus eigenlijk geen financiële impact.)
– Geen aanmaningen naar een 20-tal bedrijven. Ook dit is een betalingsuitstel en kan pas impact hebben al het betrokken bedrijf failliet gaat. Dan krijgen we te maken met oninbare vorderingen.
Al met al valt dit nogal mee.
Maar de noodtoestand verlamt de economie en brengt daarmee plaatselijk ook allerhande fiscale dalingen van ontvangsten mee, dalingen van retributies en omzetten bij stadsorganisaties, en anderzijds meeruitgaven voor corana-zorg. Raadslid Wouter Vermeersch (VB) deed daarover navraag.
Stad schat de directe financiële impact hiervan voor stad (tot eind mei dan) op 7,5 miljoen. Een significante aanpassing van het meerjarenplan zal nodig zijn.
Maar stad blijft optimistisch. Men zegt dat de jaarrekening 2019 positiever zal uitvallen dan gedacht (weerom minder verwezenlijkt dan gepland?) en er zijn in het meerjarenplan twee buffers ingeschreven ter waarde van 5 miljoen.
Een geval van hogere wiskunde: de werkingssubsidie voor het nieuwe open zwembad
Enkele bollebozen die deze krant nog altijd lezen vragen hoe die jaarlijkse netto werkingssubsidie van 1.437.112,76 euro aan Lago voor het nieuwe zwembad wordt berekend.
We vonden daar wat gegevens over maar begrijpen die zelf niet. ZODUS. De nieuwe raadsleden van het Team Burgemeester zeker ook niet en ze zullen er ook niet en nooit naar vragen. (Ze vragen ook niet naar het rapport over de oorzaak van de brand.)
Men vertrekt van een bruto werkingssubsidie van 1.575.000 euro per jaar.
Geen idee waarop dit cijfer is gebaseerd, maar we zoeken verder.
Dit bedrag wordt verminderd met een rentevoordeel van 182.226,28 euro en zo komen we aan 1.392.733 euro. Hoe dit komt? Weet ikveel zeg…
De indexering van 66% is gebaseerd op de gezondheidsindex van mei 2016 en komt neer op 963.583,30 euro. De berekening daarvan gaat zo:
1.392.733 x 66% x 108,78/103,77.
Maar er is een niet geïndexeerd deel van 34%: 473.529,46 euro.
Awel ja.
Zo. Dat weten we dan alweer.
Stadsbestuur wil meer kantoren in de stad
Al jaren kan elkeen vaststellen dat steeds meer kantoren verhuizen naar perifere locaties, of dat ze bewust naar dergelijke locaties op zoek zijn. Stad wil nu die tendens (waar men voor een deel zeker zelf heeft toe bijgedragen!) onderzoeken wat de redenen hiervoor zijn en of er mogelijkheden zijn om het tij te keren richting binnenstad, de stationsomgeving en de noord-zuid as.
Er is hiervoor een studieopdracht, een “kantorenstudie” uitgeschreven.
Het eerste luik van de opdracht bestaat uit een algemene analyse van de kantorenmarkt. Welke types kantoren zijn er? Wat zijn hun ruimtelijke randvoorwaarden? Waar is er veel vraag naar? Voldoet het bestaande aanbod?
Het tweede luik van de opdracht bestaat uit een diepte-onderzoek voor de stad zelf. Daarbij zou men inzicht willen krijgen in de kansen voor toekomstige kantoorontwikkeling in Kortrijk. Diverse cases van potentieel kantorenaanbod worden onderzocht: bijv. Van Marckesite Weggevoerdenlaan, kop van Evolis en Kapel ter Bede.
Het ramingsbedrag voor de studie bedraagt 25.000 euro, inclusief BTW. Eventueel kan de offerte het bedrag overschrijden met maximaal 5.000 euro (incl. BTW). De intercommunale Leiedal (die betrokken wordt bij de studie) staat in voor 10.000 euro.
Wijze van gunnen van de opdracht: vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
Is een toeristisch onthaal nog relevant?
Tijdens de nu al jarenlange zoektocht naar een beter gelegen site voor het toeristisch onthaal heeft men zich afgevraagd of zo’n balie eigenlijk nog wel relevant is.
Volgende cijfers komen uit een onderzoek naar vakantiegangers “in de Leiestreek”. De vraag luidde: “Waar haalt de bezoeker zijn info?” (Het jaar van de vraagstelling is niet aangegeven.)
VOORAF:
Onlinekanalen: 33%
Eigen ervaring of eerder bezoek: 24%
Van vrienden of familie: 21%
Brochures of drukwerk: 12%
TER PLAATSE
Logiesuitbater: 53 %
Dienst toerisme: 21%
Via attractie: 11%
Routeplanner: 7%
Om het aantal baliebezoekers in perspectief te plaatsen heeft men een vergelijking gemaakt met twee gelijkaardige centrumsteden en met ongeveer hetzelfde aantal overnachtingen.
HASSELT
Aantal overnachtingen in 2017: 232.469 (In Kortrijk: 240.516.)
– Baliebezoekers Kortrijk in 2018 dan: 33.120 (Overnachtingen alhier in dat jaar: 245.041.)
– In Hasselt in 2018: 67.391
MECHELEN
Aantal overnachtingen in 2017: 232.469
– Aantal baliebezoekers Kortrijk in 2018: 33.120
– In Mechelen in 2018: 79.416 (Daar is ook en vrijetijdsdienst en toerisme aan één balie.)
WAT VALT DAAR NU UIT TE LEREN ?
NIETS TOCH?
HET TOERISTISCH ONTHAAL VERHUIST, EVENWEL NOG ALTIJD TIJDELIJK…
Het toeristisch onthaal verhuist naar het onthaalpunt van het begijnhof, na sluiting van het zgn. museum 1302, dat wil zeggen eind dit jaar.
Nochtans zal Toerisme Kortrijk alweer een “traject laten opstarten” om uit te kijken naar een definitieve locatie in samenspraak met en onder leiding van de teamverantwoordelijke communicatie, stadsmarketing en toerisme én met ene Rudy Vandeputte. Men zal daarbij toelating moeten krijgen van Vlaams minister van toerisme, want het toeristisch onthaal in 1302 werd geacht daar te blijven (vanwege subsidies?) tot 2022.
Tot op heden werken vrijwilligers in het infopunt van het begijnhof. Die worden (op één na) dus vervangen door het bestaande stadspersoneel van het “museum”. De administratie (back office) blijft in de Groeningeabdij.
Dat “besluit” heeft al een uitgebreide studie achter de rug. Met zwaarwichtige beschouwingen die we u besparen.
Wel krijgen we interessante cijfergegevens te lezen. Dat is voor een volgende keer.
Welke onroerende goederen wil stad (OCMW)verkopen in de periode 2020-2025? (1)
Tuinstraat-Nieuwstraat
Beheerstraat-Nolfstraat
Parko-gebouw
Verkopen ifv centralisatie depot Ruimte (?)
Kerkenplan
Aalbeke: Skut, oud gemeentehuis, brandweerkazerne
Blauwpoort Waregem (dit sleept al jaren aan)
Lichtendal
Hoeves in Beveren-Leie, Marke, Moorslede en gelegenheidsverkopen
Landbouwgronden
Ontwikkeling stadsgronden (Prado,…)
Project Mercurius
Woning Achturenhuis
Woningen Moorseelsestraat Heule
Verkopen verkaveling Oostrozebeke
Perceelgrond Beveren-Leie
Restgronden stad
P.S.
In volgende editie verwachte opbrengsten, maar enkel de totalen per jaar.
Opbrengst van de terrasbelasting ?
Kortrijk heeft met ingang van 1 januari van dit jaar de terrasbelasting afgeschaft.
Het besluit hiertoe werd in de gemeenteraad genomen bij de bespreking van het nieuwe meerjarenplan 2020-2025, maar een apart debat over die opheffing is eigenlijk niet gebeurd.
Het belastingreglement op het plaatsen van terrassen is voor het laatst goedgekeurd in zitting van 14 december 2015 en sloeg wel degelijk op de aanslagjaren 2016 tot en met 2020. De tarifering was volgens een zonedefinitie ingedeeld in drie categorieën en ging van 5 euro per m² over 12,5 naar 30 euro per m², jaarlijks te betalen.
Dat is dus nu ongedaan gemaakt.
Volgens de jaarrekeningen bedroeg de vordering 58.662,50 euro in 2017 en 60.762,50 euro in 2018.
De jaarrekening 2019 is nog niet gekend (dat kan aanslepen tot in mei) maar schepen Arne (u weet wel: ook Vandendriessche genaamd) meent nu al zeker te weten dat de opbrengst voor 2019 zal oplopen tot 78.025 euro voor 205 horecazaken. (Op WTV hield men het op 70.000 euro. Journalistiek!)
Slaat dit bedrag puur op vorderingen of zijn dit alreeds werkelijk geïnde bedragen? (De invordering van de belasting geschiedt middels een kohier en niet met een contante betaling.)
Hoogst waarschijnlijk is men bij de stadsadministratie zeer opgelucht dat die belasting is afgeschaft. Wat een rompslomp moet het niet geweest zijn om telkenjare per horecazaak de hoogte van het belastingbedrag te bepalen. Stijgingen en dalingen van het aantal terrassen. Verkleinen en vergroten van de oppervlakte (en hoe meet men die m² als er geen afbakening is?) Bepalen van mogelijke vrijstellingen. En al die discussies op de Grote Markt…