Category Archives: economie

De HIVA-studie (3): over de kosten van de sociale economie

De Hiva-studie onderschepte 29 sociale economie-projecten. Kanaal 127, de Waak en de Werkwinkel niet meegerekend. (In werkelijkheid zijn er meer.) En waar zijn de CAW’s gebleven?

Het totale budget (subsidies plus omzet) wordt op basis van mij onbekende indicatorenfiches voor 2004-2005 geraamd op 11.917.119 euro. Maar in een voetnoot hierbij zegt men dat de gegevens onvolledig zijn.

Voor de werkvorm “degressieve subsidiëring” gaat het om 4,2 miljoen. Bij volgende invoegbedrijven: Car Cleaning Service, Clarus, dienstenhuis Oost West, Het textielhuis c.v.b.a., IMOG, Mobile Environmental Care, Makkie, Sherpa Personal Delivery, Skateconstruct.
(Details per ‘initiatief’ niet medegedeeld. En dat geldt ook voor de andere initiatieven hierna.)

De maatwerkbedrijven die vallen onder “permanente subsidiëring” gaan om met 3,9 miljoen euro. Slaat op: Constructief, De Bolster, Kringloopcentrum, Mobiel.

Initiatieven die lijden onder “tijdelijke subsidiëring” hebben een budget van 3,2 miljoen. Dat is voor Fietsrijk/Kantwerk, Jongerenatelier, Mentor, Oranjehuis, Speel-O-kee, Werkpunt/De Poort.

De zgn. “nieuwe diensteneconomie” moet het volgens de HIVA-studie stellen met 485.215 euo. Hier gaat het om Buurtdiensten, De Speelhoek, Mobiel, Karweibedrijf, Werkpunt/De Poort (project begraafplaatsen).

Dat klopt allemaal niet, zelfs al zijn de gegevens “onvolledig”.
Zie bijvoorbeeld alleen al de budgetten voor de Buurt- en Nabijheidsdienst, zoals alhier uiteengezet in stuk van 27 oktober 2005.
Zie alles onder de rubriek ‘sociaal’.

Hoe zit het nu met de tewerkstelling? De jobcreatie met die vooropgestelde 11,9 miljoen ?
Volgens HIVA zorgden de 29 aangehaalde initiatieven in de sociale economie voor een tewerkstelling van 459,5 doelgroepenwerknemers en 96,5 omkaderingspersoneel. Totaal: 556 tewerkgestelden. Daarnaast waren er nog 1.460 personen “betrokken” in begeleiding, assessment, korte opleidingen en brugprojecten.

Klopt dat?
Geen idee.
In maart 2006 – dat is nog vóór het verschijnen van de HIVA studie – vierde schepen Lybeer de 1000ste werknemer. Als we aannemen dat HIVA werkte met cijfergegevens van 2005 betekent dat een verdubbeling in één jaar tijd.
De gegevens zijn trouwens niet te controleren. Op de sociale kaart (SOKA) vertikken al die vzw’s en cvba’s het om aan te duiden hoeveel beroepskrachten (omkaderingspersoneel) zij tewerkstellen. En als ze dan een website hebben, verneem je ook niets over het aantal doelgroepwerknemers. (Over de financiering natuurlijk ook geen woord.)

SWOT

Het HIVA-rapport was echt niet van plan om de werking van de sociale economie alhier te evalueren.
Niettemin is er toch wat aan SWOT-analyse gedaan: sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen?

Ja, er is een gebrek aan transparantie voor de buitenwereld.
Ja, in de diensteneconomie is er een leemte aan kwaliteitszorg.
Ja, ouderen en allochtonen zijn ondervertegenwoordigd in de initiatieven.
Ja, er is politisering.
Ja, de bedrijfseconomische invalshoek (management) is te weinig aanwezig.
Ja, er is parallele dienstverlening.
Ja, er is territoriumstrijd.
Ja, er is soms “gebrek aan slagkracht” (de Werkwinkel).
Ja, de criteria voor aanwending van de financiële middelen (cf. Fonds Sociaal Kapitaal) zijn nog onvoldoende geëxpliciteerd en de procedure is weinig transparant.
Ja, de registratie van gegevens is te weinig verifieerbaar en te veel gericht op het bekomen van subsidies.

En ja: er zijn “conflicterende benaderingen” en er is versnippering van het regisseursschap.
Stad, OCMW en Kanaal 127 zijn zowel betrokken als actor en regisseur in het gevoerde beleid. Een duidelijke uitklaring van rollen dring zich op om belangenconflicten en blokkeringsmechanismen te vermijden.
Kortrijkwatcher zegt dat al lang, wordt daar niet voor betaald, en kan hierdoor gezwind beschouwd als een negativo.

HIVA schippert nogal bij de vraag of nu Stad of het OCMW dé regisseursrol moet vervullen in de sociale economie. En stelt dan maar een warrig “klaverbladmodel” voor. (De term “sociaal huis” komt niet voor in de studie. DE VDAB bestaat ook niet.)

En toch.
Het is aangewezen om de sociale economie in het organogram van de stad een duidelijke plaats te geven.
“Voor Kortrijk zou de meest verregaande herstructurering deze zijn van een aparte directie ‘Werk en Economie’, waaronder werkgelegenheid, sociale economie en economie vanuit één directie worden aangestuurd.”
Beleidsbepalend en coördinerend.
Het OCMW en onze plaatselijke “professionelen” (Piet Lareu, Ronny Declercq, Bart Wulbrecht, Willy Vandamme, Stijn Tanghe, Rik Desmet) zullen dit met enige consternatie aanhoord hebben. Alhoewel.
Geen nood. Het amalgaam zal blijven bestaan. Niet enkel om allerhande particuliere-bedrijfseconomische en electorale ACW-belangen te vrijwaren.
Gewoon omdat Stad die ambitieuze regierol inzake ‘werk en economie’ niet eens aankan. Zelfs niet moet aankunnen. Het is geen kerntaak van een gemeente.

______
De stukken over de HIVA-studie kaderen in het 30-jarig bestaan van de OCMW-wet.
Zoals al gemeld wordt dit op 9 maart gevierd te Brussel, tijdens het Feest van de Sociale Economie. Voor het eerst wordt daar een Manager Sociale Economie 2007 bekroond.
Geen Kortrijkzaan genomineerd.
De winnaar ontvangt een bedrag van 5.000 euro waarmee hij volgens een persbericht van staatssecretaris Els Van Weert een personeelsfeest kan organiseren.

Over de HIVA-studie over sociale economie in Kortrijk (2)

Het Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA) heeft in opdracht van Stad een onderzoek uitgevoerd. (Zie infra, stuk van 21/02.)
HIVA is een onderzoeksinstituut aan de KUL, maar zeer sterk gelieerd met de christelijke arbeidersbeweging. In de Raad van Bestuur zetelen afgevaardigden van het ACW, ACV, de CM, KAV, ARCO. Het is van belang om dit te weten bij de lectuur van het rapport over de sociale economie ter stede. Heel deze sector alhier is puur in handen van het ACW en schepen Lieben Lybeer. En zoals de schepen nu weet (en de burgemeester ook) brengt dat ontzaglijk veel naamstemmen op.

Stad heeft 27.500 euro voorzien voor het onderzoek. Er zijn blijkbaar ook Europese subsidies geweest want op de kaft van het document prijkt het logo van “EQUAL”.

Titel van de studie: “Werkgelegenheid en sociale economie: de rol van lokale overheden.” (Dit wijst erop dat hele delen van de studie ook op andere steden kunnen geplakt.) Ondertitel hier dus: “ambities, mogelijkheden en grenzen voor de stad Kortrijk”.
HIVA kan nu met dat document gaan leuren bij andere CD&V-ACW bestuurde gemeenten.

Auteur is Ingrid Vanhoren. Niets op aan te merken.
En de promotor was de directeur van HIVA himself, Hubert Cossey. 74 bladzijden (zonder de CD-rom) waarvan 2/3de voor Stad totaal irrelevant. Verschenen in juni 2006 en na veel zoeken nog te vinden op de website van schepen Lybeer. Er was ook een soort voorpublicatie in april 2006 met een overzicht van alle instellingen uit de Kortrijkse sociale economie. Samensteller onbekend. Schoon werk.

De inventarisatie van het werkveld in de HIVA-studie slaat op het voorjaar 2005. En de indicatorenfiche is ingevuld voor het werkjaar 2004. Dit bewijst weer eens het tekort aan bestuurskracht (dit is: onkunde) in de zachte sector.
Kent Ingrid Vanhoren dan de “sociale kaart” niet? Die SOKA is permanent up to date gehouden op internet. (Niet vermeld in de bibliografie!)

Na een één-tweetje met raadslid Filip Santy heeft schepen Lybeer al in de gemeenteraad van november 2003 de noodzaak van een studieopdracht voorgesteld. Hij wist toen zeker al dat HIVA hiervoor zou instaan.

Wie in opdracht een studie maakt moet altijd tonen dat hij zijn geld waard is. Iets uitvinden. Nieuw woordje zoeken. Anders catalogiseren. Een klaverbladmodel voorstellen. Een matrix.

Auteur Ingrid Vanhoren heeft gemeend er goed aan te doen om vier “werkvormen” te ontdekken in de sociale economie. Gebaseerd op de wijze van subsidiëring !
1. Degressieve subsidiëring: invoegbedrijven en -afdelingen.
2. Permanente subsidiëring: beschutte en sociale werkplaatsen, arbeidszorg. (Ingrid vindt dat er géén beschutte werkplaatsen zijn in Kortrijk.)
3. Tijdelijke subsidiëring: initiatieven en projecten inzake begeleiding, opleiding, werkervaring voor kansengroepen.

Natuurlijk is deze indeling niet sluitend.
Ingrid heeft er dan maar een vierde werkvorm (buiten het crtiterium van subsidiëring) tegenaan gegooid: de nieuwe diensteneconomie.
En heel raar is dat de HIVA-studie 29 sociale economie-projecten inventariseert, maar Kanaal 127 en de Werkwinkel daar even buiten laat.

In de inleiding haast de auteur zich om te melden dat het doel van de opdracht in de eerste plaats was om het veld van de sociale economie in kaart te brengen, zonder het beleid van Stad te evalueren.
Dus krijgen we – zoals hier al meermaals uitgelegd – nog altijd geen nauwgezette berekening van de kost van één jobcreatie in de sociale economie.

We krijgen wel enigzins een indicatie.
Maar is die wel betrouwbaar?
Volgens Ingrid zorgen sociale economie-initiatieven voor een tewerkstelling van 449,5 doelgroepwerknemers en 96,5 omkaderingspersoneel in voltijdse equivalenten. Gegevens uit 2004-2005.
Volgens schepen Lybeer konden we in maart 2006 evenwel onze 1000ste werknemer vieren in het socio-economiewerkveld.
Waarom zegt Ingrid dat dan niet? Haar studie is in juni 2006 verschenen.
Het is zeer eigen aan de zachte sector: men kan daar gewoon niet tellen.

P.S.
Ook raar.
Op de website van HIVA is er sprake van nog een studie over “regiemodellen werkgelegenheid en sociale economie in Kortrijk”. Opdracht van februari 2006. Einde van de studie was voorzien in mei 2006. Onderzoekers: Gert Van den Broeck én Ingrid !

(Wordt vervolgd, wel op een andere bladzijde.)

Hoeveel kostte uw fluorescerend jasje ?

Even tussendoor.

In april 2005 kocht Stad 11.105 fluohesjes. Voor een gemiddelde prijs (small, large,extra large) van 2,25 euro, BTW inbegrepen en de jasjes waren zelfs nog voorzien van het stadslogo.
De offertes schommelden tussen 1,86 euro en 3,02 euro per stuk (zonder BTW).

Die vesten, zijn ze “made in Sina”?
Bij de goddeloze kommunisten?
Toch niet in onze zusterstad aldaar? WUXI !

Business Airport Kortrijk-Wevelgem

Op woensdag 7 februari gaat er een informatievergadering door over het veld (konijnen en vogels), meer speciaal over wat er daar zoal vorig jaar is gebeurd. Maar ook over de toekomst, mag men hopen. Allen daarheen, naar dat schone luchthavengebouw om 19 uur. Ook onze Rudy uit Bissegem, die éne omwonende en over zijn toerental geraakte gespogen vijand van het vliegveld.

Om u de juiste vragen te laten stellen en om wat dommigheden te voorkomen volgt hierna nog diverse en uitgelezen informatie.
Het vliegveld wordt “internationaal” genoemd, gewoon omdat er internationale vluchten mogelijk zijn. Over de grenzen heen.
Dat wil zeggen: je kunt vanuit Wevelgem naar Lille vliegen of naar Lourdes, Benidorm, en omgekeerd. Met om het even welk ding. Een ICAO-geaccepteerd vliegend strijkijzer zou ook kunnen. Soms zelfs zonder douane-controle: de Schengen-landen.
Heeft allemaal niets met grootte van het veld te maken of type van vliegtuigen dat er kan landen of opstijgen. Tegelijk bestempelt men het juridisch-paradoxaal als een “regionaal vliegveld” omdat het nu ook gesubsidieerd wordt door de regionale (Vlaams-gewestelijke) overheid. Zo zijn Oostende (EBOS) en Antwerpen (EBAW) ook tegelijk regionale en internationale luchthavens.

In pilotenjargon heet onze luchthaven EBKT: de letters van Europe, Belgium en Kortrijk. De piste is niet heel lang (< 2000 m), maar toch wel veilig genoeg om een Boeing 737 te laten opstijgen. Veel van onze Vlaamse vakantiegangers naar exotisch-warme oorden weten gelukkig niet eens dat ze al een keer op veel kortere pistes zijn aanbeland. Tussen tempels. Met de kindjes, de kleinkindjes, zwemvliezen en skilatten en liefjes. Opa en oma. Vervangingsorganen. Nieren, om niet te zeggen: bloed alom. Ons kindje dat nu een keer niet elders buitenlands zal doodgaan en hier misschien kan blijven leven. (Als u zgn. 's nachts een vliegtuig hoort landen: altijd bedenken dat het met het kindje van uw buur kan zijn. Of uw grootvader met zijn erfenis.) En die kerktorens van Wevelgem en Bissegem dan? Zal u zeggen? Daar moeten uw piloten vooraan die al een keer met u allen en uw zwart geld en pseudo-Arabische tapijten en gebroken benen in de cabine ook elders zijn geland een beetje mee lachen. Ze zitten bij landing langs het centrum heen van Kortrijk met de hostessen in de cockpit te schateren vanwege al die rare lichtjes. Net een kerstboom. Denken en hopen dat ze in een 'red zone' van Kortrijk zijn beland. En 't is nog zo ook. BESTUUR: van intercommunale naar LOM en LEM Op heden is het terrein nog altijd in handen van de "West-Vlaamse Intercommunale Vliegveld" (WIV). Een intergemeentelijk samenwerkingsverband van 13 gemeenten plus nog drie publiekrechtelijke rechtspersonen: de provincie, Leiedal, de West-Vlaamse Energie- en Teledistributiemaatschappij. Kortrijk bezit 264 aandelen. Dat gaat veranderen, en maar goed ook want de Raad van Bestuur bestaat momenteel uit politiekers die niet veel weten van Luchtvaart. Zoals men dat zegt: niet geheel zijn gehinderd door kennis van zaken. Eind dit jaar alleszins komt er een nieuw organisatiemodel. Een NV van publiek recht zal instaan voor de ontwikkeling en het beheer: de Luchthaven-Ontwikkelings-Maatschappij (LOM). Die LOM zal de basisinfrastructuur via een concessie ter beschikking stellen van de LEM: de Luchthaven-Exploitatie-Maatschappij. Een NV van privaat recht die instaat voor de exploitatie en promotie van het vliegveld. (Dat is raar: de haven van Antwerpen is een autonoom gemeentebedrijf!) In theorie komt er al in april een LOM en zou Vlaanderen instaan voor 4,5 miljoen euro. (Nog niet gezien in de begroting.) Men is ook bezig met het uitschrijven van een 'tender' voor het aantrekken van een private exploitant. Selectie in juli. (Als er geen gevonden wordt stel ik voor dat we ook voor de Leie gaan zoeken naar een vorm van PPS.)

Om dit alles voor te bereiden is er een stuurgroep opgericht. Onze regio is daarin vertegenwoordigd door onze burgemeester (namens RESOC), Karel Debaere van Leiedal, en Christian Dumolin van de dakpannen die soms wegvliegen als er een vliegtuig te laag aan het landen is. Geen piloot of luchtvaartbedrijf in die stuurgroep te bespeuren.

Vlaams Minister Kris Peeters heeft aan het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL) de opdracht gegeven om een businessplan op te maken voor een duurzame en rendabele exploitatie van de luchthaven. Toen ik daarover toendertijd belde met het VIL wist men nergens van. Maar die studie is er nu, gemaakt door het bureau How-To-Advisory. Zou vandaag of morgen moeten overhandigd worden aan de stuurgroep.
Voor wanneer een businessplan voor het kanaal Kortrijk-Bossuit? Doelstelling: méér dan drie schepen per jaar.

EBKT moet een zakenluchthaven worden. Er zijn een aantal niches met groeipotentieel: taxi-vluchten, medische vluchten, express cargo. En er zijn potenties uit zowel aviation als non-aviation: retail, vastgoed, reclame, packing, catering.
Er is blijkbaar nog weinig aandacht voor scholing en recreatief vliegen? Voor scholing ziet het er naar uit dat Oostende een soort quasi-monopolie krijgt.

VLAAMSE SUBSIDIES

Dit jaar krijgt het vliegveld voor het eerst in zijn geschiedenis subsidies van het Vlaamse Gewest voor de exploitatie. 764.000 euro om de kosten van pesoneel en de werkingskosten van de brandweer te dekken.
In 2005 kreeg EBKT wel een eenmalige investeringssubsidie voor het vernieuwen van de start- en taxibaan. 1.500.000 euro.
In vergelijking met de miljoenen die EBOS en EBAW krijgen is dit een niemendal. Van een gelijkwaardige behandeling van de regionale vliegvelden is zeker nog geen sprake.
In de Vlaamse begroting is nog een één miljoen ingeschreven voor investeringen in Vlaamse luchthavens. Maar “hoofdzakelijk” beloofd voor Wevelgem.

Die brandweer CAT4 (later CAT5?) speelt EBKT parten.
Er zijn nu plots permanent 3 spuitgasten nodig om het certificaat 2B-luchthaven te behouden. Dat is een ploeg van 15 man. De bruto-loonkost wordt geraamd op 671.000 euro. En de werkingskosten (vooral de huur van die nogal potsierlijke pompierwagen) op 93.000 euro.
Piloten vragen daar niet echt om. U vraagt ook niet om een ploeg van spuitgasten als u een BBC in de wijk organiseert. Met die cheque van Bertje? Door ons allen betaald, en we zijn er niet eens bij. Wie betaalt al uw dennenverbrandingen?

FINANCIELE INFORMATIE

Nog enkel cijfers bekend van het jaar 2005.
Finaal was er een verlies genoteerd van 81.432 euro.
(Enkel kenners kunnen dit vergelijken met het ‘verlies’ van het kanaal Kortrijk-Bossuit, of de kerkfabrieken of KVC.) Kent er iemand van ons de prijs van de Leiewerken?

De bedrijfskosten bedroegen toen 1.053.012 euro.
Een onnodig duur obstakelonderzoek was dat: 30.500 euro. En de personeelskosten namen met ruim 61.000 euro toe.

Bedrijfsopbrengsten: 963.309 euro.
Zeer markante stijging van de landingsrechten. Piloten betalen namelijk om te mogen landen! En zelfs om hun voertuig te parkeren. Véél meer dan wij in de ondergrondse parking van het Schouwburgplein.
Er werd voor een totaal aan brandstof 1,2 miljoen uitgegeven. De taksen gaan naar de Staat (naar ons).

SUBJECTIEVE INFO

Wees nu een keer blij met EBKT
Net als vroeger.

Over postpunten en kantoren

De overheid is bezig met zich te ontvetten. En dat beginnen we te voelen.

Er is heelwat heisa – er circuleert een petitie die naar het schijnt al 5.000 handtekeningen kreeg – rondom de nakende sluiting van de postkantoren Sint-Jan (Stasegemsestraat) en Brugsepoort (Brugsesteenweg.)
Hierna zetten we een en ander in de context. (Ik wist niet eens van het bestaan van die kantoren. Jij?)
Maar eerst nog even tussendoor vragen hoelang het al geleden is dat u nog een keer in een postkantoor bent geweest.
En waarom? Lag dat nu aan u, of aan een of andere versteklatende administratieve vereenvoudiging?
Neen. Het is lang geregeld, met 6 grote spelers.
—-
Toen het weekblad “Trends” in november vorig jaar vertelde dat er in 2007 wel 275 postkantoren in het land zouden sluiten reageerde de woordvoerder van De Post met te zeggen dat het bericht voorbarig was. Het zijn er voor dit jaar uiteindelijk 277
geworden die moeten sneuvelen. In twee golven, want voor de tweede serie sluitingen wacht men nog tot na de federale verkiezingen. Goed gezien van de SP.A.
Verwacht wordt dat er in het land in 2009 nog 589 kantoren zullen overblijven. Eén per gemeente. De sluitende kantoren worden vervangen door zgn. PostPunten. Ook wel eens postagentschappen genoemd, of postale servicepunten.
Zij (kunnen) komen in treinstations, benzinestations, warenhuizen, superettes, krantenwinkels, buurtwinkels, toerismebureaus (aan de kust bijvoorbeeld).
In die PostPunten kan men postzegels kopen, fiscale zegels, pakjes en aangetekende zendingen versturen en kleine stortingen verrichten (facturen betalen). Dat is 85 procent van de normale dienstverlening. Geld afhalen (pensioenen) kan (voorlopig?) niet.
Dat zet kwaad bloed bij de senioren. En die gasten worden steeds gevaarlijker. Ze zijn steeds meer met velen, electoraal bekeken en ze doen ook steeds meer vilein, niet alleen in de politiek. Oude deugnieten (m/v) zijn het.

Volgens de officiële website van Tante Post zijn er in Kortrijk nu vier kantoren: Centrum, Sint-Elisabeth, Brugsepoort, Sint-Jan. Er wordt slechts één PostPunt vermeld: de Carrefour die eigenlijk op grondgebied Kuurne ligt. Over mogelijke servicepunten in deelgemeenten wordt niet gerept. Dat valt te betreuren. “Er worden (daar) nog geen partners gezocht”. En:
de kandidaturen in Kortrijk zijn “bevroren”. Welke?

In heel het land heerst er veel ongenoegen over de sluitingen.
Bij de vakbonden omdat men banenverlies vreest. En een beetje meer werk ook zeker?
De “herstucturering”, de reorganisatie en de besparingsmaatrelen zullen 2.000 postmensen treffen. Maar De Post belooft dat er geen naakte ontslagen zullen vallen. Men rekent op nieuwe jobs binnen de post en het natuurlijk personeelsverloop.
Ook bij federale politici die niet verlegen zijn om hun achterban naar de mond te praten regent het protesten. Vragen in de Kamer aan de staatssecretaris van overheidsbedrijven, Bruno Tuybens. Gemeenteraden (in Gent van Beke en Vilvoorde van Jean-Luc bijv.) keurden moties goed. Talloze burgemeesters schrijven schrijnende brieven naar Tante Post.

In onze Stad blijft enige reactie vanwege het Schepencollege of de gemeenteraad tot op heden achterwege. Me dunkt is de VLD niet tegen de sluitingen. En bij de oppositie is Spirit blijkbaar ook niet tegen de vervanging door PostPunten. Voormalig schepen Philippe De Coene van de SP.A (ook volksvertegenwoordiger) houdt zich ditmaal toch wel stil. Maar raadslid Marc Lemaitre van hetzelfde kartel dan weer niet. Groen heeft nog niets in de gaten.

Op welke gronden wordt beslist om een postkantoor te sluiten?

Vooreerst is er een macroanalyse op basis van de parameters van het beheerscontract Post-Staat en de doelstellingen van het strategisch plan van De Post. Er komt in 2009 een liberalisering op ons af met steeds meer internationale concurrentie. En het verkoopsnetwerk van De Post is zwaar verlieslatend.

Dan komt er een microanalyse die bepaalde keuzes moet bevestigen of verwerpen.
Die analyse is gebaseerd op meerdere criteria, en niet enkel op het aantal bestaande cliënten. Men kijkt naar de aanwezigheid van commerciële polen, het potentieel van de markt (bevolkingsdichtheid, de aanwezigheid van KMO’s en zelfstandigen), de organisatie van het huidige retailnetwerk, de huidige infrastructuur van de kantoren, de economische en financiële leefbaarheid (rendabiliteit), de aanwezigheid van reeds bestaande postpunten.

Vraag is of de burgemeester die twee analyses – niet enkel de stand van zaken – voor Kortrijk heeft gekregen.
Indien dit het geval is zou hij die best kunnen openbaar maken, om te beginnen in de gemeenteraad en de Stadskrant.
Pas dan kan er eventueel een goed gestoffeerd debat beginnen, en kunnen we als burger beslissen of we al of niet de petitie zouden ondertekenen. Niet gebaseerd op sentimentele of verouderde gronden uit de vorige eeuw.

SLOFFEN
Nog onlangs weer (Kamercommissie Overheidsbedrijven, 11.12.2006) heeft Bruno Tuybens (SP.A) beloofd dat de sluiting van een kantoor altijd zal worden voorafgegaan door de opening van een postpunt in het relevante gebied. Kent ons Schepencollege al die nieuwe postpunten? Alleen de Delhaizes?
Hierbij merkte de staatssecretaris nog op dat postpunten per definitie komen ingeplant op die plaatsen waar veel mensen “op natuurlijke wijze” passeren. En: “Voor mensen die altijd naast een postkantoor hebben gewoond en op hun sloffen (citaat, welke? die van ons Vlaamse opa? die brave Turk?) naar het kantoor konden gaan verandert de situatie natuurlijk. Voor anderen dan weer wordt het veel beter.”
Dat is toch ook weer waar?

Hoe gebeurt de selectie van kandidaten voor postpunten?

Er is een veelvoud van criteria: trafiek, zakencijfer, locatie, de aangeboden infrastructuur, de openingsuren, de beschikbaarheid en kwaliteit van het personeel, de kosten.
De werking van de postpunten wordt continu opgevolgd. Ze worden zelfs bezocht door ‘mystery shoppers’. Het personeel krijgt ook een basisopleiding van twee dagen, gevolgd door een test. Er is een telefonische helpdesk ter beschikking.

Al in juli 2005 werd er in Sint-Niklaas in twee warenhuizen een pilootproject uitgetest. Er (was) is algemene klantentevredenheid. En het aantal bezoekers was steeds maar stijgend.

Ja.
De senioren op hun sloffen van dat hard kamelenleder moeten nu maar eens een keer modernere middelen gaan uitvinden om aan hun pensioen te geraken. Rolstoelen van de vzw Jongerenatelier.
En de allochtonen uit de buurt van het kantoor Sint-Jan die geld naar de familie thuis sturen kennen toch Western Union, en hun eigenste koeriers en halal-banksystemen? Ach, het zijn heus geen sukkelaars, op dit gebied toch. Denk ik.
Intussen kunnen we maar hopen dat de besparingsmaatregelen ook nog als bedoeling hebben om middelen vrij te maken voor een nog betere en gerichte dienstverlening van Tante Post. Maar ook niet om te “privatiseren”.

IJzeren Voorraad voldoende in ons Resoc-gebied

Dat is Latijn, voor u en voor mij.
Zal het proberen te vertalen.

Waarschijnlijk te wijten aan ons Deltapark.
Op maandag 18 december konden we hier uitpakken met het bericht dat Leiedal vanwege de Vlaamse Regering 3,35 miljoen euro krijgt voor de ontwikkeling van het Delta-bedrijventerrein. Dat is geweldig groot nieuws. Al gelezen in de gazetten?
Het staat ook nog niet eens vermeld op de website van Leiedal
. Weten bedrijfsleiders daar al van?.

Wat RESOC is weten we al uit vorige stukken (bijv. van 12/12).
Maar toch nog even de 12 gemeenten van ons regionaal overlegcomité opsommen: Kortrijk, Lendelede, Kuurne, Waregem, Harelbeke, Deerlijk, Anzegem, Zwevegem, Avelgem, Spiere-Helkijn, Menen, Wevelgem.

Maar wat is die IJzeren Voorraad (IJ.V.)?
Als er geen lege huizen beschikbaar zijn kan niemand verhuizen. Als er geen bouwrijpe gronden zijn kun je niet gaan bouwen. Op de markt van privé-woningen is er dus altijd een voorraad nodig die verhuizen of bouwen mogelijk maakt.
Wel, om de economie goed te laten functioneren heb je een overschot aan bedrijventerreinen nodig waaruit bedrijven doorlopend en op korte termijn (drie of vijf jaar) kunnen kiezen.
Dat overschot noemt men in het jargon van de ruimtelijke ordening: de IJzeren Voorraad. Of de strategische voorraad.
De definitie van het Centraal Planbureau is: wat men op een bepaald ogenblik aan terreinen nodig heeft om pieken in de vraag in de daaropvolgende jaren op te vangen, om aanvragen van een bijzonder karakter te kunnen honoreren en om te kunnen anticiperen op onverwachte vertragingen in de ontwikkeling van het aanbod.
De IJ.V. is tweeledig: de voorraad aan bouwrijpe bedrijventerreinen en een voorraad aan bestemde maar nog uit te rusten terreinen.

De term is ook in gebruik in het voorraadbeheer van bedrijven zelf: “safety stocks”, in het ware house management.
Er zijn veel parallellen, maar ook grondige verschillen. In bedrijven bijvoorbeeld slopen stocks een aanzienlijk deel op van het werkingskapitaal en is het verkleinen van voorraden juist een prioriteit. In de economische politiek bij een streekontwikkellingsorgaan als Leiedal bijvoorbeeld dient het werkkapitaal juist om een stock (gronden) aan te leggen. Een beetje op hoop van zegen. Omlooptijden of snelheden zijn ook eerder secundair. En er is geen carriage…En vooral:publieke organen dienen het algemeen belang en zijn niet resoluut op winst uit.

Een ruimtebalans (of extra af te bakenen terreinen) bestaat uit het berekenen van de te realiseren terreinen over een bepaalde planningsperiode uitgaande van de te verwachten vraag naar bedrijventerreinen.

Uit studies (Vanhaverbeke en Camus en Lammens) van 2000 bleek al dat er grote deficitzones waren in de regio Antwerpen-Mechelen en Zuid en Midden West-Vlaanderen.

Nu al meteen zeggen dat er op vandaag in de streek Kortrijk-Roeselare inzake overschot aan bouwrijpe terreinen een voldoende grote voorraad is aan bestemde terreinen. Zelfs tot 20 jaar ver. Maar in de provincie West-Vlaanderen is er wel nog schaarste aan terreinen!

In geheel Vlaanderen is de toestand krap tot héél krap.
Speciaal voor onze plaatselijke Groenen – die zelden zulke rapporten lezen – even enkele gegevens.
Vlaanderen telt op vandaag zo’n 40.000 hectaren bedrijventerreinen, en dat is weinig. In 2002 werd amper 5,4 procent van de totale oppervlakte gebruikt door bedrijven. Voor heel België lag dit cijfer op 3,6 procent. België eindigt daarmee op de vijfde plaats na Duitsland, Frankrijk, Nederland en Engeland. Dat zijn buurlanden. Met bossen en bergen en polders.
Tussen 1996 en 2006 is in Vlaanderen het aantal bouwrijpe terreinen met slechts 68 ha toegenomen, en het aantal uit te rusten terreinen met 59 hectaren.
Tegen 2021 hebben we naar schatting 10.336 hectaren nieuwe bedrijventerreinen nodig. En op elk moment moeten we een IJzeren Voorraad hebben klaarliggen van 2.341 hectaren.
Rekening houdend met de verwachte vraag en een minimale IJ.V. is er voor een termijn van 3 jaar in Vlaanderen behoefte aan 1.396 ha doorlopend bouwrijpe terreinen.

Maar zoals gezegd is de toestand in het gebied Resoc-Kortrijk nu absoluut niet meer dramatisch.
Rekening houdend met regiospecifieke factoren bedraagt de IJ.V. voor drie jaar 60,7 ha. Voor 5 jaar: 101,2 ha. En het aanbod van bouwrijpe gronden voor 3 jaar bedraagt 89,1 ha en voor 5 jaar 110,0 ha.

Gelukkig heeft het streekpact van RESOC (en ook het nieuwe bestuursakkoord CV&D/VLD van Stad) dit ingezien. Het komt er nu op aan om nieuwe bedrijven aan te lokken naar de bestaande voorradige gronden.
Onze Kortrijkse Groenen zouden dus best NOOIT meer pleiten voor een omvorming van het Vliegveld Kortrijk-Wevelgem naar een (“duurzaam”) industrieterrein.

Maar ten overvloede, en nogmaals voor de Groenen.
De IJ.V. voor 3 jaar nodig in de provincie West-Vlaanderen bedraagt 253,6 ha. En het aanbod in de provincie is ondermaats, komt nog niet aan de helft van wat er effectief nodig is.

Ongetwijfeld is het zo dat het intergemeentelijk samenwerkingsverband Leiedal almachtig heeft bijgedragen tot deze gunstige evolutie. (Gewezen voorzitter Tone Sansen was daarin wel een drijvende kracht.) Het was overigens altijd de kerntaak van deze intercommunale.
Nu alles op alles zetten voor de herontwikkeling van het terrein Kapel ter Bede (Deltapark) en de ex-Littoral. Plus de herinrichting van de verlaten sites langs het kanaal Bossuit-Kortrijk.
En een relatief nieuwe taak grondig aanvatten: het bevorderen van de (betaalbare) privé-woningbouw.
Het Stadsontwikkelingsbedrijf (SOK) met de pseudo-centrummanager (Moena) en de rastermanager (naam vergeten) dienen hun wezenlijke taak weer op te nemen: WONEN. En niet het bijvoegsel zijn, de slipdragers van de geldwolven van NV Sint-Janspoort. (Altoos en misleidend genoemd: Foruminvest. Het gaat om een heel nieuwe N.V. en voor ons leken een rare constructie, alhier al tevergeefs uitgelegd.)

BRON
De zopas verschenen VOKA-studie (nr.5): “Ruimte om te ondernemen. Op zoek naar bedrijventerreinen in VLaanderen”.
Een studie met unieke en nieuwe cijfergegevens. En een unieke studiemethode. Vooral gebaseerd op recent onderzoekswerk van Peter Cabus en Wim Vanhaverbeke.
Bestellen bij info@voka.be
Adres: Brouwersvliet 5 (bus 4) te 2000 Antwerpen.
Tel. 03/ 202 44 00.

Deltapark van Leiedal krijgt miljoenen

Zopas (vorige vrijdag) heeft de Vlaamse regering beslist om aan Leiedal 3,35 miljoen euro toe te kennen.
De “intercommunale” is namelijk ontwikkelaar van het nieuwe bedrijventerrein Deltapark. Dat park van in het totaal ca. 85 ha (in twee fasen hoor!) komt aan het afrittencomplex “Kortrijk-Oost” van de E17 en zal aansluiten op het kanaal Kortrijk-Bossuit.
Ooit nog kapel Ter Bede gekend? En die imponerende villa die men heeft laten verloederen? Ideale plaats was dat om te leren roken en omgaan met de meiskes.
Maar wat gaat men nu doen met die droogloodsen van Koramic? Constructief voorstel: meerdere fuifzalen.

Eigenlijk praat men daar al jaren over.
Begin 90’er jaren al groeide bij de Groep Koramic (schepen Bral is welbekend in die dakpannenbranche) de gedachte om een hoogwaardig bedrijventerrein op zijn gronden in Kortrijk en Harelbeke aan te leggen. In 1996 dan sloten Stad en Leiedal met Koramic een publiek-privaat samenwerkingsverband. In 1999 sloten Harelbeke en Zwevegem zich daarbij aan. Adviseur werd Wilma Project Development.

Ook met steun van de Vlaamse overheid werd in 2002 een studie uitgevoerd naar de mogelijkheden om vernieuwende elementen te implementeren bij de ontwikkeling van het Deltapark. Bijvoorbeeld: call centers, shared services, high tec, ICT, logistiek.
Maar uit een marktonderzoek bleek dat de potenties van het bedrijventerrein voor een hoogwaardige invulling eerder beperkt zijn. Met uitzondering dan voor de doelgroep “value addes logistics”. Een goede marketing zal dus van essentieel belang zijn. En er is daar al een aanzienlijk budget voor vrijgemaakt.

Komt er een zakenhotel? Een evenementenhal? Een sportstadion?
Een broodjeszaak? Een benzinestation? Daar is allemaal sprake van geweest. De windturbines komen er alleszins. Met een “educatief centrum” over hernieuwbare energie.

Ergens in 2004 werd het publiek-private samenwerkingsverband met Koramic stopgezet. Leiedal zou het heft in handen nemen.
Koramic Real Estate en de NV Korfinco slaagden er intussen in om hun gronden te verkopen aan Leiedal. 48,3 ha voor een mij onbekend bedrag.
De NV Bekaert heeft ook nog loodsen en leegstaande gebouwen te koop. 24 ha. Zaken zijn zaken.

Het ontwikkelen van het Deltapark is met Leiedal aan het stuur nu een puur publieke zaak, waar de gemeenteraden nochtans weinig bij te pas komen. De uitholling van de macht van de gemeenteraad wordt stilaan totaal. Geen haan die ernaar kraait.

Het ontwerpdossier voor wegenis en riolen en groen is opgemaakt door het Ingenieursbureau D’Hondt en landschapsarchitect Paul Deroose. Bekende namen bij het stadsbestuur. Veiligheidscoördinator: bvba Vecebo uit Waregem.

Misschien kan Leiedal aanspraak maken op nog méér subsidies?
Nieuw aan te leggen bedrijventerreinen kunnen als “greenfields” voortaan vanwege Fientje Moerman op steun rekenen als ze “CO2-neutraal” zijn. Dit betekent dat het elektriciteitsverbruik van de bedrijven alleen afkomstig is van hernieuwbare energiecentrales of via de aankoop van groene stroom of CO2-emissierechten wordt gecompenseerd. De steun bedraagt 30 procent van de werken en de kosten.
Met die windturbines moet het lukken, tenminste als er zich boven Kortrijk niet dagenlang een kern van hogeluchtdruk bevindt.

Méér weten (maar niet alles) over het Deltapark?
Surf naar www.leiedal.be. Rubriek: BISK.
Oppassen dat je niet bij de oude fiche hierover terechtkomt.
Milieubelastende (zware) industrie niet toegelaten. Maar waarom ook geen pure kantoren? Die motten naar de Benelux.

Het streekpact Zuid-West-Vlaanderen van RESOC

Morgenavond, woensdag 13 december, wordt een grootscheeps debat gevoerd over het streekpact Zuid-West-Vlaanderen, gemaakt door het RESOC. Er zijn vijf workshops, en alles begint om 18u30 met een koffietafel in de KULAK. Afsluitende receptie is rond 21u15.
De ontwerptekst van het streekpact (147 blz.) kunt u vinden op www.ersv.be. (Er is ook een synthese-document.)

RESOC is één van de vele instellingen bezig met sociaaleconomische streekontwikkeling.
Even een overzicht van deze “vijver met veel vissen” (dixit Tom van Welden, van de dienst economie in de provincie).

Voor wie niet alles wil lezen.
Rebak is nu RESOC.
STC is nu SERR.
Juridische overkoepeling: ERSV
.
En GOM’s zijn POM’s.

In 2004 is er een poging ondernomen om wat orde te scheppen bij de spelers op het terrein van de streekontwikkeling.
Drie decreten waren hiervoor nodig.
Zij gingen over:
1.de Erkende Regionale Samenwerkingsverbanden (ERSV’s), de Sociaaleconomische Raden van de Regio’s (SERR’s), en de Regionale Sociaaleconomische Overlegcomités (RESOC’s);
2. het Vlaams Agentschap Ondernemen (VLAO);
3. de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappijen (POM’s).

U merkt het al: een tabula rasa is het niet echt geworden.
Tot midden 2006 hadden we nog de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappijen (GOM’s).
Nu geworden: Provinciale Ontwikkelingsmaatschappijen (POM’s) en het Vlaams Agentschap Ondernemen (VLAO) met een provinciale antenne in Brugge. De dienst economie van de provincie is gebleven.

Er waren ook “hervormingen” op subregionaal niveau. Een klein land kan groot zijn.
Begin 2005 al zijn de 5 streekplatformen (bij ons was dat REBAK) uit de provincie en de drie Subregionale Tewerkstellingscomités (STC’s) opgegaan in één vzw ERSV West-Vlaanderen.
Goed zo, zegt u nu.
Maar dat ERSV – een juridische entiteit, eigenlijk een soort personeels- en financiële dienst – is wel opgesplitst in 5 RESOC’s en vier SERR’s.
De vier zijn die van Zuid-West-Vlaanderen, Midden-West-Vlaanderen, Brugge en Oostende-Westhoek. (Voor de RESOC’s zijn Oostende en de Westhoek opgesplitst.)

Merk op: “intercommunales” voor streekontwikkeling (zoals Leiedal, WVI) blijven bestaan. En de WES is er ook nog.
Politiekers zijn niet helemaal goed in het afschaffen van iets.

Al die instellingen hebben een website.
Best interessant. Maar bepaalde belangrijke zaken vind je niet terug of kun je pas lezen als je inlogt. Hoe je dat kunt doen wordt niet uitgelegd. Dus niets gevonden over financiering (begroting, rekening), personeel, leden van de Algemene Vergadering, notulen van bestuursvergaderingen. Bij een item als “nieuws” krijg je dan: “geen nieuws”.
Bij de samenstelling van de Raden van Bestuur zijn vakbonden (ACV, ABVV), Middenstand (Unizo) en Boerenbond betrokken. Maar nooit geen liberale vakbond of organisatie. Geen nood: redding vanuit die hoeken is dan altijd Jacques Laverge.

Binnen onze provincie zijn er dus 11 instellingen begaan met streekbeleid. Provincie en intercommunales niet meegerekend.

Laat het ons nog wat hebben over het laagste echelon.
Wat men noemt “de levende krachten uit de regio”.

SERR
Sociaal-economische Raad voor de Regio.
Dat is een overleg- en adviesorgaan tussen werkgevers- en werknemersorganisaties.
Bipartiet samengesteld. Tweemaal 8 leden met plaatsvervangers.
Maar op de website tel ik er 18. Bekenden van alhier zijn Stefaan Maton (Unizo, voorzitter) en Jacques Laverge (VOKA). Zij komen allen (of het zou toch moeten) uit de SERV. Daar hebben we het nu niet over gehad, maar SERV is natuurlijk niet SERR.
De SERR heeft voornamelijk tot taak om advies uit te brengen over de tewerkstellingsinitiatieven van de overheid. Er is ook aandacht voor zogenaamde kansengroepen. Arbeidsdeelname en diversiteit (EAD-werking) met betrekking tot ouderen, kortgeschoolden, arbeidsgehandicapten, allochtonen.
Voor dit alles zijn er 7 projectontwikkelaars aangesteld. Voor onze streek gaat het om Christel Decruyenaere en Els Franssens.
DE SERR wordt ook verondersteld op te treden als het concurrentieaspect tussen reguliere en gesubsidieerde economie in gedrang komt. Speelt een bemiddelingsrol inzake klachten t.a.v. opleiding, begeleidt bedrijfsherstructureringen.
Wist u dat ook niet?

RESOC
Dit orgaan is tripartiet.
Samengesteld uit 8 vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers (die komen uit de SERR) en 8 van provincie en gemeenten.
Menen, Wevelgem en Kuurne hebben een vertegenwoordiger. De Kortrijkse burgemeester is zelfs voorzitter. Ondervoorzitters: Jean de Bethune, Jacques Laverge, Luc Deseyn.

Een vzw- WCmadams, in het kader van gelijkekansenbeleid kan ook.
In een RESOC zijn namelijk toegevoegde leden mogelijk. Van verenigingen of instellingen die werkzaam zijn op gebied van werkgelegenheid, onderwijs, cultuur, welzijn, gezondheid, milieu “of een ander maatschappelijk relevant thema”. Drugs zou dus ook kunnen. Cafébazen. Ernstig: fair trade. Fietsenbond.
Vandaar dat onze RESOC bestaat uit 28 leden en 24 plaatsvervangers. De provincie is vertegenwoordigd door Pol Hiergens. Leiedal door Frans Destoop en Karel Debaere. Philippe De Coene is erbij als lid van het “Overleg Parlementairen”.
Dat zijn allemaal civil servants. Zonder het te weten.

Het team personeelsleden bestaat uit een coördinator, een administratief medewerker, een stafmedewerker en twee projectontwikkelaars.

Het Resoc heeft tot doel het opstellen van een strategische visie op de sociaal-economische ontwikkeling van de streek.
Vandaar dat streekpact.
De strategie is opgebouwd rond 10 thema’s.
In workshop 5 zal morgen ook “de verhoging van de aantrekkelijkheid van de regio en imagovorming” aan bod komen.

VOORSTELLEN

Onze lezers kennen mijn constructieve bijdrage voor het streekpact.
Voorstellen waren: een waterbus op de Leie, de liberalisering van het taxibedrijf, en specifiek voor Kortrijk: een paaldorp voor jongeren op de site van de kliniek in de Loofstraat.
Die voorstellen zijn aan Resoc overgemaakt via “Phare West”, een groepje jongeren dat ook de aantrekkelijkheid van de streek wil verhogen. Om hun eigenste hersenstroom tegen te gaan.
Zie hun website. Vooral dat gastenboek.

Hierbij NOG een opbouwend voorstel.
Het wordt nu echt tijd dan men werk maakt van de verhuis van allerhande administraties. Die van onze RESOC zit vermoedelijk nog altijd op de Dam, en het huurgeld aldaar is hoog. (Andere in Sint-Andries.)
Er was toch een “HUIS VAN DE STREEK” voorzien op het kasteel van het Hooghe?
Gekocht door de provincie voor 1,3 miljoen. De renovatie zou 750.000 euro kosten. De Kortrijkse gemeenteraad liet in mei 2003 een BPA goedkeuren. Door Leiedal te maken. En het was werkelijk de bedoeling om daar een “pool van regionale diensten” te installeren.

Wat is een handelsdistrict ?

Het nieuwe bestuursakkoord CD&V-VLD voorziet in de oprichting van een handelsdistrict in het winkelwandelgebied.
Engelse term: Business Improvement District (BID).
Wat zou dat kunnen zijn?

Misschien nu reeds een mogelijk misverstand bij handelaars of handelscomités opruimen.
Een echte BID – hoe men het ook wende of kere – veronderstelt een heffing bij de betrokkenen!
Zo’n structuur werkt niet gratis. En de dingen die men wil verwezenlijken zijn ook niet gratis.
Maar de burgemeester heeft daar blijkbaar al een mouw aangepast om de betrokkenen in het winkelwandelgebied mee te trekken in het project. Op de laatste gemeenteraad liet hij verstaan dat de NV Sint-Janspoort bereid is om 2 miljoen euro te storten is een soort fonds. En het Stadsontwikkelingsbedrijf SOK (dat zijn wij, belastingbetalers) zou daar nog 1 miljoen bij leggen.
Voorspelling: dat fonds zal onmisbaar zijn voor het BID, en een keer het is opgebruikt zal het BID ophouden te bestaan.

TERMINOLOGIE
Special Services Area
Special Improvement District
Self-Supported Municipal Improvement

Ten behoeve van het Vlaams Belang: hier kunnen we de term “Bedrijfomgevingsfonds” lanceren, of “Bedrijven Innovatie District”.
Of beter: KOEIEKOPFONDS.

ONTSTAAN
Halverwege jaren zestig kwamen binnenstedelijke gebieden in Toronto (Canada) door het metrowerk onder druk te staan. Tot overmaat van ramp vormden zich winkelcentra buiten de centrale stad. Oudere wijken zoals “West Bloor Village” (25.000 inwoners) kwamen in de problemen. Een lid van de plaatselijke ondernemersvereniging kwam met het idee een heffing op te leggen aan vastgoedeigenaren voor het financieren van allerhande verbeteringen aan de openbare ruimte. Een gemeentelijke verordening gaf de leden van de opgerichte Busines Improvement Area het recht om de opbrengsten van de BID-heffing te gebruiken voor de promotie van het gebied.
Het BID aldaar heeft momenteel zo’n 400 leden. Het jaarlijks budget bedraagt 230.000 euro.
Belangrijke vaststelling: elke ondernemer in het gebied wordt automatisch lid van de organisatie en is verplicht tot het betalen van de heffing.

GROEI VAN DE BIDs
In Noord-Amerika zijn er volgens schattingen minstens 800 BIDs.
(In New York alleen al 51.) Verenigd Koninkrijk: 25. Duitsland: 2. Japan: 262.
In Nederland hebben 6 steden aangegeven te willen starten met BIDs. In België zijn me geen gevallen bekend.

EEN DEFINITIE
Een Business Improvement District is een bij voorkeur private door de overheid gesanctioneerde organisatie, die collectieve diensten verzorgt in aanvulling op de door de overheid uitgevoerde taken. Verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte in een gebied en daarmee verbetering van het functioneren van gevestigde ondernemingen vormt in combinatie met gezamenlijke marketing de belangrijkste aandachtspunten van een BID. Vastgoedeigenaren en ondernemers in het gebied kunnen door de gemeente verplicht worden om bij te dragen aan de financiering van de maatregelen.

(Bron: www.bidrotterdam.nl. Een heel overzichtelijke en uitvoerige studie over BID’s.)

Een belangrijk onderscheid kan gemaakt tussen “business-based” en “property-based” BIDs.
In de eerste situatie verloopt de financiering via de ondernemers en in het tweede geval via de vastgoedeigenaren.
En dat brengt ons op het probleem van de financiering.

DE BID-HEFFING
De grondslag kan sterk verschillen. Mogelijkheden zijn gevelgrootte, oppervlakte of waarde van het vastgoed.
Of een toeslag op de onroerende voorheffing?
Men kan zich afvragen of het politiek klimaat in Kortrijk hier rijp voor is. Het gaat om een “tax” en bij de VLD bijv. is er toch geen sprake van nieuwe lokale lasten?

Hoe ziet onze burgemeester dit probleem op te lossen?
Op zijn persoonlijke website heerst enige dubbelzinnigheid.
Hij heeft het over “lokale financiële instrumenten”, en daarbij tussen haakjes wel degelijk over een (bijkomende?) heffing. En die zou slaan op het aantal m² nuttige commerciële oppervlakte.
Elders wekt hij de indruk dat een deel van de (reeds bestaande?) onroerende voorheffing (v.b. een paar honderd opcentiemen) gewoon wordt doorgeschoven naar het BID.

In een tussenkomst van zijnentwege in het Vlaams Parlement (Commissie voor Wonen, 14 april 2005) laat hij ook beide mogelijkheden open: een bestaande of nieuwe belasting.
Maar bij die gelegenheid had minister Marino Keulen het over een gemoduleerde fiscaliteit, waarbij voor bepaalde wijken het tarief van de opcentiemen zou kunnen worden verlaagd !

Hier stelt zich het probleem van de freeriders of lifters.
Mensen of verenigingen of bedrijven die niet willen meedoen omdat ze zich niet kunnen vinden in de verhouding tussen kosten en baten. Maar van de baten dan toch wel profiteren.
(Het zal moeilijk zijn om onze handelscomités bijv. op één lijn te krijgen. Ze hebben een reputatie van ruziemakers en individualisten.)
Volgens onze burgemeester kan een BID van start gaan als de helft plus één van de betrokkenen handelaars akkoord gaat. Dat is wel een klein draagvlak.
(www.stefaandeclerck.be/index.php?id=34)

MOGELIJKE TAKEN VOOR HET BID
Volgens de burgemeester: promotie, “consumer marketing”, veiligheid, bijkomende investeringen of voorzieningen.

Men kan onderscheid maken.
Basisdiensten: onderhoud van de buitenruimte, ontwerp en inrichting ervan, veiligheid.
Aanvullende diensten: bereikbaarheid (circulatie, mobiliteit), bewegwijzering, parkeren, economische ontwikkeling (werkgelegenheid, investeringen, nieuwe activiteiten), sociale dienstverlening.
Plus nog: marketing, communicatie, evenementen.

NOG EEN VRAAG
In verband met een mogelijke financiering van het Koeiekopfonds.
In de samenwerkingsovereenkomst tussen Stad, SOK en Sint-Janspoort NV (nog altijd her en der verkeerdelijk Foruminvest genoemd) was er overeengekomen dat er binnen de korste keren (maart dit jaar?) twee fondsen zouden worden opgericht: een pandenfonds en nog een ander.
Hoe staat het daar nu mee?

N.B
In het Vlaams Parlement (14 april 2005) beloofde minister Marino Keulen om meer speciaal met het Kortrijkse stadsbestuur te praten over de mogelijke oprichting van BIDs. Om desnoods een decreet voor te bereiden. Is dit gebeurd?

Handelsmissie naar India (2): nuttige reistips en conclusies

Wat is er nog gevaarlijk, ginder?
Uit de bus stappen. Je wordt onmiddellijk geramd door een Heilige Koe die op zoek is naar eten. En die koeien vreten alles. Ook handtassen. (Maar wie eet die beesten op? India is toch vegetarisch?)
Nu maar hopen dat de chauffeurs van de ingehuurde bussen geen Belgen zijn. Want met zo’n rijbewijs geraken die niet eens buiten binnenstad Delhi. (Kan onze burgemeester eens het circulatieplan opvragen?) Een Belg zal ook niet in staat zijn om op smalle wegen te handelen zoals elke Indische chauffeur dat doet: al tutend frontaal naar de tegenliggers rijden tot er tenminste één is die inziet dat hij moet opzij schuiven.
Als je buiten eet (in de tropische tuin van het Leela hotel van Mumbai) zijn er altijd een soort eekhoorntjes en aapjes die je eten wegritsen. De vliegen zijn ook lastig. Maar in luxe-hotels is er een ober bereid om je constant bij te staan in het wegjagen van ongedierte. Toch vervelend: zitten smullen met een hongerige koelie achter je rug.

DRINKS
Het kan verschrikkelijk heet zijn in India. En regenen. (Maar in januari valt het nog mee.)
Geestrijke dranken zijn moeilijk te krijgen. Wijn is heel zeldzaam, niet te vreten en onbetamelijk duur. En in de luxe hotels zult u zich blauw betalen.
Neem een rickshaw en laat je naar een “beershop” brengen om uw persoonlijke voorraad in te slaan. Zelf doen, anders betaal je het dubbele. Dan stiekum het hotel binnensmokkelen. Lege flessen gewoon weggooien, in het kader van het Kyotoverdrag.
Witte flessen links in de glasbollencontainer.

Ziehier enkele ware prijzen!
Voor bier nooit meer dan 60 Rps betalen. Hoogsten 75 voor een stronge King Fisher.
Wat kost maximaal een zakflesje/middelgrote/grote fles sterke drank?
GIN: 65/130/260.
VODKA: 60/120/240. (Smirnoff is dubbel zo duur.)
RUM: 75/150/300.
WHISKY: de goedkope Officers Choice kost 70/120/240 Rps.
Al wat je méér betaalt behoort tot de beruchte Indische oplichterij.

ACCOMODATION
Waarom kruipen handelsdelegaties toch altijd in strontvervelende vier- of vijfsterrenhotels? Dat kost dan 200 dollar of veel meer.
En meer speciaal in India zijn er héél charmante en comfortabele hotels (met een wirwar aan dakterassen) te vinden voor bijv. hoogstens 2000 RPS. (Die van 200 zijn af te raden.)
Niet te begrijpen is dat deelnemers die een single room willen een toeslag moeten betalen. “Double of single occupancy” : de prijs is meestal net dezelfde. (En ook in hotels kun je afdingen.)
De hotels waar de delegatie zijn nachten in Nagpur en Pune zullen doorbrengen zien er van buitenaf gezien niet gezellig uit.
In de dure hotels kost internetten 100 roepies, terwijl 20 al heel voldoende is.

ATTRACTIES
Bombay
* De sloppenwijken.
* Om te bekomen van de standenmaatschappij: de nightclub “Insomnia”.
Delhi
* De slums.
* Bij nachte: het station, en de buurt van Chandni Chowk.
Agra
Met een cycle-rickshaw enkele keren heen en weer over de ijzeren brug (richting Baby Taj) rijden.
Je wordt op slag een verkeersdeskundige.
Nagpur
Niets te zien.
Het uitverkoren hotel lijkt op een bunker.
Pune
Bij de ex-hippies van de delegatie moet er hier een kaarsje beginnen branden: uitspraak is “poona”. Toegang alleen al tot een ashram van Bhagwan zaliger kost minstens 1000 Rps, maar dan word je voor die prijs nog HIV-getest. Je moet je ook verkleden als sanyasin. Twee stuks nodig, elk 300 rps en van een andere kleur. Big business.

CONCLUSIES
Een veel te dure reis. Daarbij gegarandeerd nergens plezant.
Naar ruwe schatting kunnen bijna honderd procent Indiërs niet lachen, schertsen of leute maken. Als ze het dan toch proberen – uit beleefdheid, omdat JIJ bent begonnen – zijn ze jou weeral aan het foppen en bedotten. Iemand die het kan weten vertelde me dat zij dat van de Engelse kolonisten hebben geleerd.
Maar in de kleinere plaatsen zijn ze wel heel vriendelijk. Bundi zou een zusterdorpje kunnen worden, maar daar gaan we niet naartoe.

De delegatie zal weinig aan de lijve ondervinden van het “diepe Indië”. ’t Is maar best ook, het loopt er vol met gekken. En de niet-gekken zijn oplichters. (Indiafielen hebben het hierbij dan over “een andere cultuur”. Waar we niets vanaf weten. OOK waar.)

Nu ja, het gaat om een “handelsmissie”: een fabriek bezoeken en een tentoonstelling van bussen.
Behoort dat nu wel tot de kerntaak van een gemeente?
Laat dit soort zendingen toch over aan VOKA-Kamer van Koophandel.
Onze burgemeester is wel degelijk de grote initiatiefnemer en er is ook een ambtenaar betrokken bij de organisatie.
Positief zou zijn dat Stad spotgoedkope (studie)reizen inricht naar verre landen, voor schepenen en gemeenteraadsleden en ambtenaren. Om de blik ietwat te verruimen. Verder dan Rijsel.

P.S.
Op de website van Busworld nog niets te zien van enige manifestatie in India. Wel in Istanbul en Lagos (februari) en Shanghai (maart 2007).