Category Archives: burgemeester

Van Quickenborne: dat is de tol van de roem !

In de gazetten krijg je volop ellenlange lijsten van voorkeurstemmen voorgeschoteld , van groot naar klein en zelfs een keer een lijst van kandidaten met het geringste aantal voorkeurstemmen.
Wij krijgen het daarvan op de heupen.
De betekenis die men daaraan hecht is zowat nihil aangezien men geen ratio’s aangeeft. Dat wil zeggen dat men het aantal naamstemmen niet afmeet ten opzichte van het aantal kiezers in de beschouwde kieskring. Dat kan de provincie zijn, of het kanton, of ook de gemeente.
Komt daarbij dat men bij het aangeven van de penetratie van een kandidaat er eigenlijk ook moet bij vertellen of men dat procent heeft berekend ten overstaan van het aantal ingeschreven kiezers op de officiële kiezerslijsten, of daarentegen t.o.v. het aantal opgedaagde deelnemers. Dat scheelt ook.
Voorbeeld. Volgens ons bekende gegevens waren er in de provincie 952.999 ingeschreven kiezers en waren er 860.226 “deelnemers”.
Tevens krijgen we geen inzicht op de vraag hoe populair die kandidaten wel zijn binnen hun eigen partij.

Volkomen verkeerd natuurlijk is dat men zich inzake het aantal naamstemmen baseert op wat zo’n plaatselijke journalist meent te weten. Onze O,00%-journalist van Het Laatste Nieuws, de bekende Peter Lanssens, meldt bijvoorbeeld dat burgemeester Van Quickenborne in de provincie West-Vlaanderen 14.248 stemmen achter zijn naam kreeg terwijl Binnenlandse Zaken het heeft over 13.692 stemmen.

In een vorige editie gaven wij een overzicht van de interne en externe populariteit waarvan Quickie genoot bij de Kamerverkiezingen van vijf jaar geleden. Intern wil zeggen: binnen de partij, en extern binnen de gehele kieskring. En we deden dat in verhouding tot het aantal uitgebrachte stemmen (deelnemers), want dat lijkt ons het meest betekenisvol.
Onze lezers wachten nu waarschijnlijk gretig af hoe het zit met de penetratiegraad van Quickie bij de laatste Kamerverkiezingen van vorige zondag.
Waarom krijgt u hier die percentages nog altijd niet te zien?
Omdat de uitslagen op de website van Binnenlandse Zaken (IBZ) tot op vandaag nog altijd officieus zijn en er nog altijd niet is aangegeven hoeveel kiezers er waren ingeschreven en hoeveel daarvan zijn opgedaagd.
Intussen weet u natuurlijk allemaal dat de uitslag voor Quickie rampzalig is. Toen hij na drie jaar terugkwam uit Brussel zei hij nog deemoedig dat hij zeker “veel had goed te maken” bij de Kortrijkzanen.
Blijkbaar is dat niet gelukt. Vijf jaar terug kozen 1 op 10 van de Kortrijzanen nog voor hem. Op zijn naam.
Als we ons dan toch een keer baseren op de voorlopige, niet officiële cijfers is zijn externe populariteit in Kortrijk heden ten dage nog slechts 3,4 procent. (1.802 voorkeurstemmen tegenover 52.475 uitgebrachte stemmen.)
Ook in vergelijking met zijn rivalen die zich nu opwerpen als kandidaat-burgemeester (raadslid Vermeersch en schepen Ronse) is dat een onvoorstelbare, historische afgang.
In een normaal land (of stad) zouden we zo een kandidaat (lijsttrekker, ex-minister, burgemeester) met een dergelijk uitslag niet meer terugzien.





Voor de Kamerverkiezingen van 2019 stemde 1 op 10 Kortrijkzanen voor Van Quickenborne !

Jawel, het is al vijf jaar geleden dat we nog een keer onze volksvertegenwoordigers mochten kiezen.
Op 26 mei 2019 was onze burgemeester opnieuw VLD-lijsttrekker voor de Kamer van Volksvertegenwoordiging in de kieskring West-Vlaanderen.
Kortrijkzanen zullen nu wel in het licht van de komende gemeenteraadsverkiezingen met meer dan gewone belangstelling nagaan hoe het ditmaal zit met de score van onze Quickie. Zijn reputatie als opportunistische ontslagnemende minister, tevens als vaandelvluchtige burgemeester, is er zeker niet op verbeterd. Het is niet voor niets dat hij zich als volbloed machiavellist toch nog genoodzaakt zag om op 3 juni laatstleden een excuusbrief te richten naar het kiezerspubliek. Iedereen acht het immers als onvermijdelijk dat zijn score (naamstemmen) bij de verkiezingen van morgen 9 juni van invloed zal zijn op de vraag of hij nog beschikt over het nodige gezag bij de Kortrijkse lijstvorming voor de gemeenteraadsverkiezingen van oktober. (Het buikgevoel van Kortrijkwatcher laat nog altijd uitschijnen dat er toch nog rare dingen kunnen gebeuren.)

Hoe moeten we nu meten of de reputatie van Quickie al of niet tanend is?
Dat is niet zo moeilijk. We berekenen in procent wat in 2019 dan de verhouding was tussen zijn aantal naamstemmen en het totaal op zijn lijst en anderzijds op de neergelegde stemmen in de beschouwde kieskring. Kunnen dan begin volgende week hetzelfde doen met zijn huidige uitslag en vergelijken.
Om u allen bij dit corvee te helpen geven we hierbij al reeds zijn ratio’s van mei 2019, voor zowel stad als voor het kanton Kortrijk en heel de kieskring West-Vlaanderen.
We gaan zowel zijn interne als externe populariteit van toen na. Dat wil zeggen: zijn score binnen de eigen partij als die binnen het desbetreffende kiezerskorps.

Stad Kortrijk
Neergelegde stemmen: 51.165
Aantal stemmen voor de VLD-lijst: 8.760 (ter info: dat is 17,83%)
Naamstemmen voor Van Quickenborne: 5.625
– Interne populariteit is dus 5.625/8760 = 64,21%
– Externe populariteit: 5.625/51.165 = 10,93%
Absoluut te onthouden vaststelling: in 2019 stemden bij de Kamerverkiezingen 1/10 stemgerechtigde Kortrijkzanen voor onze Quickie. Maar in zijn strijd om het lijsttrekkerschap is zijn interne populariteit binnen het Team Burgemeester ook van groot belang, natuurlijk.

Kanton Kortrijk
(Slaat op Kortrijk zelf plus Anzegem, Kuurne, Lendelede en Zwevegem.)
– Interne populariteit: (score Quickie tegenover VLD-lijststemmen) 8.148/14.318 = 56,9%
– Externe populariteit: (score Quickie tegenover neergelegde stemmen in kanton) 8.148/93.827= 8,68%

Kieskring West-Vlaanderen
– Interne populariteit: 40.292/105.192 = 38,30%
– Externe populariteit: 40.292/850.662 = 4,73%

Sla nu volgende week maar zelf aan het rekenen…





Een machiavellist vermijdt pertinente vragen (3)

Het is niet dat wij nog wilden doordrammen over PIPIGATE.
Maar als de VLD-lijstrekker voor de Kamer in de kieskring West-Vlaanderen het noodzakelijk vindt om in een open brief terug te komen op dat plasincident, dan zien we ons genoodzaakt om nog wat onbeantwoorde vragen te stellen.
Als een gespogen machiavellist doet Vincent Van Quickenborne dat immers niet. Ook dat behoort tot het manipulatief gedrag, eigen aan het machiavellisme. Vervelende feiten ontwijken.

Vincent Van Quickenborne vertelt in zijn open brief van 3 juni dat hij pas tien dagen na de feiten (als het ware per toeval) op de hoogte is gebracht van het incident dat drie van zijn gasten tot driemaal toe tijdens zijn verjaarsdagsfeest zijn gaan plassen tegen een politiecombi. Politiek is dat natuurlijk een belangrijke vaststelling, want als hij dat wél had geweten én daarbij tegelijk was gebleken dat hij niet was opgetreden, – ja, dan betekende dat toen al het einde van zijn ministerschap.
Er zijn natuurlijk meerdere personen die meer feiten kennen over de zaak. Ze zwijgen als vermoord.
Een eerste pertinente vraag is dus waarom NIEMAND- maar dan ook niemand – getuigt over wat hij weet over heel de affaire. Geen persoon die beaamt of niet beaamt wat Quickie beweert. Of dat waar is of niet waar. Juist of niet juist.
Maar los daarvan rijzen nog andere bedenkingen, bijna raadsels.
1.
Er zijn niet minder dan drie van die plasbeurten geweest. Om 20u39, om 22 uur en rond middernacht.
De woning werd (wordt) door een of meerdere politiecamera’s vanuit het politiecommissariaat permanent in de gaten gehouden.
Waarom is de politie niet onmiddellijk gaan optreden? Waarom is er die avond vanuit de controlekamer blijkbaar geeneens een telefoontje geweest naar Quickie om hem van een en ander op de hoogte te brengen? Lag men daar te slapen? Of wou de politie bewust het feest niet gaan storen? Wou men geen PV’s gaan opmaken ten huize van een minister? Nog wel tegen zijn vrienden?
2.
Heeft het parket een onderzoek opgestart voor smaad aan de politie?
Is Van Quickenborne daarvan op de hoogte gebracht?
Is het onderzoek intussen afgerond?
Waarom lezen we daar niets over in de gazetten?
3.
Waarom heeft Van Quickenborne de beelden van de politie niet opgevraagd? (Nu doet hij alsof hij daar geen toegang toe had. Alsof dat niet kon.)
4.
Een vaststelling. Van Quickenborne had er in feite alle belang bij om geen inzage te vragen van die video-beelden van de politie. Nu kan hij geheugenverlies voorwenden over wat er zich heeft afgespeeld toen hij met één van zijn gasten (of waren het meerdere?) gedurende een uur lang buiten stond te wachten op een taxi. Met zijn luchtgitaar.
5.
De luttele beelden gemaakt door zijn eigen bewakingscamera (die Quickie publiek heeft gemaakt) zijn strafbaar. Ze tonen openbaar domein. Mag niet. Is daar enig gevolg aan gegeven?

P.S.
Machiavelli had nog een les voor ‘de heerser’. “Het is veel beter medelijdend, trouw, menselijk, eerlijk en godsdienstig te schijnen dan het in werkelijkheid te zijn.”
Dat was toch een deugniet !




Een machiavellist vraagt om vergiffenis, nog voor een tweede feit (2)

In zijn excuus-brief ” van 3 juni, gericht aan alle West-Vlamingen, drukt Vincent Van Quickenborne, VLD-lijsttrekker voor de Kamer, ook nog zijn spijt uit over wat is voorgevallen tijdens zijn uit de hand gelopen verjaardagsfeest op 15 augustus vorig jaar. Zijn PIPIGATE. Drie van zijn (zichtbaar dronken) gasten plasten toen tegen een lege politiecombi die in zijn straat geparkeerd stond als afschrikkingsmiddel na een verijdelde poging tot ontvoering van de minister.
In die bewuste publieke brief laat Quickie nog weten dat hij dat gebeuren pas 10 dagen later kon vernemen van een journalist en daarbij zeer “geshockeerd” was. Dat hij nog steeds boos is op de daders en dat een van hen een goede vriend was waar hij uiteraard sindsdien niet meer mee heeft gesproken.
In de rand van die brief meldt Quickie nog in een video op de ‘social media’ dat hij “daar niet bij was” en dat de journalisten (meervoud) die dat wél beweerden daarbij werden “veroordeeld” door de Raad voor de Journalistiek.
Over beide uitlatingen van VVQ willen we als kortrijkwatcher toch even ons licht laten schijnen.
Maar niet zonder daarbij eerst even te verwijzen naar een bijpassende opmerking van Machiavelli , toch de ‘maître à penser’ van de politieker Van Quickenborne. In zijn werk “De vorst” merkt de politicoloog van die tijd alweer zeer gevat op hoe men een “vorst” (een heerser, desnoods een burgemeester) kan leren kennen.
Citaat: “De eerste gissing die men kan maken omtrent het karakter van een vorst: kijken naar de mensen die hij om zich heeft”.

Nu eerst iets over die zogenaamde “veroordeling” van journalisten (meervoud) met hun ‘valse insinuatie’ dat Van Quickenborne het plasincident heeft gezien of er minstens van op de hoogte zou zijn geweest. Dat stond te lezen in een artikel van 23 augustus 2023 in Het Nieuwsblad. Via een mail van 25 augustus diende VVQ daar tegen klacht in bij de Raad van Journalistiek. En uitspraak kwam er pas op 18 april van dit jaar. Er kwam in die tussenperiode nogal wat briefwisseling bij te pas en op 22 februari 2024 zelfs een hoorzitting (middels een videoconferentie) bijgewoond door Q zelf en één journalist (Dirk Coosemans), een vertegenwoordiger (redactiemanager) van het Mediahuis, en een coördinator van de justitiecel.
Over dit alles is op Tinternet een uitgebreid verslag verschenen dat natuurlijk door geen mogelijke kiezer van VVQ is gelezen en achteraf door geen enkele gazet is weergeven. Ook niet door Peter Lanssens van Het Laatste Nieuws, vriend van Quickie en aanwezig op het feest.
Vooreerst is het van uiterst groot belang te weten dat de Raad voor Journalistiek zéér uitdrukkelijk stelt dat men “niet kan uitmaken of klager (VVQ) de plasincidenten aanschouwd heeft, of ervan op de hoogte was of helemaal van niets wist.” Verder: “de Raad kan daar geen uitspraak over doen“.
Is die journalist (enkelvoud) dan “veroordeeld”?
De Raad voor Journalistiek zegt in dit verband dat de journalist in kwestie onvoldoende aannemelijk maakt dat hij extra kritisch heeft omgesprongen met zijn bronnen. En daarbij hun verklaringen als zou VVQ het tafereel “aanschouwd hebben” onvoldoende omzichtig en correct heeft weergegeven. Dat diezelfde journalist later zijn artikel heeft aangepast door te zeggen dat VVQ “op de hoogt zou zijn geweest” had hij expliciet moeten vermelden. Ten slotte heeft de journalist niet duidelijk gemaakt of hij aan klager heeft gevraagd of hij het plasincident heeft wel heeft ‘aanschouwt’.
Met andere woorden: zijn aanpak van het gebeuren strookt niet met de artikels 1, 2, 6 en 20 van de Code voor Journalistiek. Dat noemt Q een “veroordeling”. Nu ja.
We blijven zitten met een aantal raadselachtige vragen die nog altijd niet zijn beantwoord.
Tot straks.


Een machiavellist vraagt om vergiffenis (1)

De ultieme brief van burgemeester en voormalig minister Vincent Van Quickenborne in een verkiezingskrant van 3 juni (en alle mogelijke andere media) gericht aan alle West-Vlamingen eindigt met volgende uitsmijter: “Politiek Is mensenwerk, en mensen maken soms fouten. Ik hoop dat jullie mij kunnen vergeven.”
In die historische missive komt hij terug op twee zaken “waar mensen zich terecht vragen over stelden“:
1) de belofte dat hij altijd (6 jaar aan een stuk) trouw Kortrijks burgemeester zou blijven en 2) het berichte plasincident (pipigate) op zijn verjaardagsfeest van augustus 2023. Als kortrijkwatcher willen we daar ook welwillend nog eens op op terugkomen, vandaag dan over die dure eed om gedurende de gehele bestuursperiode burgervader te blijven van zijn “beminde Kortrijkzanen”. Tussen haakjes, die belofte deed hij tweemaal, ook als argument in zijn kiescampagne: hij was namelijk niet van plan om zoals Stefaan De Clerck indertijd verraad te plegen door…Minister van Justitie te worden.
Op 24 januari 2019 vroeg men in de krant ‘De Tijd “wat hij zeker niet zou doen?” Antwoord: “Ik zal geen minister worden. Ik ben niet beschikbaar. Ik heb mijn woord gehouden. Zal dit de komende 6 jaar ook doen.”
Maar ja, de plicht riep. Men kan niet blijven aan de zijlijn staan, zeker niet in crisistijden. En die keuze om toch naar Brussel te vertrekken was zeker niet evident want u kan niet geloven hoe graag hij Kortrijk ziet.
Zijn afscheidspeech in het Kortrijkse stadhuis (oktober 2020) zou Aristoteles hemelhoog hebben geprezen. Werkelijk alle register uit de Ars Rhetorica werden aangewend. Bij kortrijkwatcher stond het huilen zéér nader bij het lachen.
De regelmatige bezoekers van deze alternatieve stadskrant weten dat Vincent een machiavellist is van de bovenste plank. Quickie zegt het overigens zelf: “Il Principe” (de heerser, de vorst) is zijn bijbel, al heel zijn politiek leven lang. Niccolo is waarlijk zijn ‘maître à penser’.

Vandaar dat wij hier graag even een van de mooiste citaten weergeven uit dat werk van Machiavelli.
” De mensen zijn zo dom
en zo gemakkelijk te misleiden
dat een heerser (bijv. een burgemeester, noot van de redactie)
die hen één keer heeft bedrogen
altijd op hen kan vertrouwen
om hetzelfde te doen.”


Dat Quickie geen uitblinker is in waarachtigheid is hij zelfs nu alweer aan te bewijzen.
In een interview in HLN van 9 februari zei hij letterlijk dat “het niet meer aan mij is om minister te worden”. Idem in ‘De Morgen’. (Plaats voor de jeugd.)
En in hetzelfde laatste nieuws, maar nu op 3 juni laatsleden, vraagt men hem hoever zijn persoonlijke ambities reiken, mocht zijn partij deelnemen aan een regering. Parlementslid? Minister? Of nog meer?
In zijn antwoord sluit Vincent ditmaal absoluut NIET uitdrukkelijk uit dat hij geen minister meer wil worden. Hij zegt dat het bijzonder arrogant zou zijn om nu al grote ambities uit te spreken. Hij heeft de gezonde goesting om een goed parlementslid te zijn. (Over het burgemeesterschap rept hij niet.)

(Wordt vervolgd.)








Hoe is die causerie van mij over de Kortrijkse politiek afgelopen?

Wel, goed hé !
In die zin dat iedereen (40) content was, maar ikzelf wat minder.
Quickie was er niet, raadsleden (uitgezonderd één) of kandidaten voor de gemeenteraadsverkiezingen waren er ook niet. En mijn ergste vijanden lieten moedig versterk gaan. Zij kunnen dus ongestoord doorgaan met mij te beschimpen en te aanzien als pipo en een negativo.
Voor sommigen mocht de lezing nog langer duren maar ik ben ermee opgehouden na bijna anderhalf uur. Terwijl ik nog zoveel had te vertellen….
Welke sullige fout heb ik gemaakt?
Te lang bezig geweest over mezelf. Twintig minuten! Mij voorgesteld als politieke nerd, als een freak. Te bekommerd om uit te leggen hoe ik als kortrijkwatcher het Kortrijkse politieke gebeuren bekijk met de blik van een outsider en de ervaring van een insider. Te bevreesd om weer eens verkeerd begrepen te worden.
Ik heb dus gemeend te moeten uitleggen dat ik extreem centrum ben, noch links, noch rechts (non-binair), partijpolitiek dakloos (een queer dus).
O ja ! Tone Sansen was er! Voor onze jonge lezer: gewezen burgemeester van 1988 tot 1994. In totaal 54 jaar Kortrijks raadslid (1959-2012) en viermaal schepen.

P.S.
Volgende keer moeten we het hebben over die pas gepubliceerde open brief van Vincent Van Quickenborne, natuurlijk.
Hoe hij zich verontschuldigt. Wat ben ik toch een grote zaag ! Wanneer gaat dat een keer ophouden?


Quickie maakt ons weerom iets wijs…

We nemen er “Het Laatste Nieuws” maar weer eens bij, het nummer van donderdag 2 mei, pag. 23 in het katern met regionaal nieuws. Met reporter Peter Lanssens als zijn spreekbuis maakt onze burgemeester Van Quickenborne het meeste kans om geheel ongehinderd volkomen onjuiste dingen te vertellen.
Het is de 0,00%-journalist niet gegeven om uitlatingen van zijn vriend Quickie te verifiëren, – zelfs als hij het al zou kunnen. En in de aanloop naar de verkiezingen kan Quickie via die gazet ook gratis en voor niets kiespropaganda verspreiden door allerlei ballonnetjes op te laten in verband met wat hij allemaal zal doen als hij opnieuw burgemeester wordt.
Vorige maandag dan liep Quickie op de markt rond te leuren met het voornemen om het standgeld van marktkramers af te schaffen. Ook in de deelgemeenten.
De twee ‘boegbeelden’ van de nieuwe partij “Gezond Verstand” (die als uit een doosje zijn gesprongen) waren er als de kippen bij om uit te pakken met een nog grotere stunt: een zekere Tom De Vlaminck en Philippe Gosselein willen ook nog de standgelden van de foorreizigers op de Paasfoor afschaffen. (Zij zijn nog niet tot het – gezond – verstand gekomen om op te merken dat forains nog andere retributies dienen te betalen aan stad.)
Nu ja.
Waar zit nu de leugen van Quickie?
Hij is absoluut geen voorstander om het standgeld voor foorreizigers af te schaffen. Niet alleen zou dat veel minontvangsten voor stad opleveren (300.000 euro per jaar), maar het is zo dat die kermisstandhouders al genoeg tegemoetkomingen krijgen van stad. Quickie vernoemt er drie: gratis gebruik van elektriciteit, opkuis, promotie door een feestelijke opening met vuurwerk.

Er ligt hier nu op ons bureau een factuur voor van zo’n forain, voor de exploitatie van een attractie van hem, dit jaar op het Nelson Mandelaplein. (Het meer goedkope plein.)
– Een artikel van die facturatie slaat op…een promotiebijdrage. Die feestelijke opening is dus ongeveer betaald door de forains zelf. Vast PROM-bedrag van 115 euro, maar blijkbaar geïndexeerd naar 117,39 euro.
– Voor een nutsvoorziening genaamd (2 x 0,32 A) is 277,04 euro gefactureerd. Dat gaat over den elektriek zeker? (Er zijn ook duurdere tarieven, bijv. voor 3 x 100 A.)
– Tiens. Er moet ook een bijdrage voor water betaald. Hier 53,08 euro. (Basisbedrag is 52 euro.)
– Ewel ja, tenslotte is er nog de fameuze standplaatsvergoeding. Voor cat. D 60% is dat per meter 140 euro, geïndexeerd blijkbaar 140,8740 euro. (Duurder kan ook, bijv. 345 euro per strekkende meter.)

Quickie maakt zijn scribent dus iets wijs (en hiermee ook de burger), en het is niet “den lange Peter” die in een volgende editie van zijn gazet een correctie zal aanbrengen. Of bijvoorbeeld nog zal reppen over de andere retributies die foorreizigers betalen voor eventuele standplaatsen voor hun caravan of woonwagen.




Nog één fundamentele, maar weerom onbeantwoorde vraag i.v.m. “pipigate”(4)

Vast staat dat drie gasten om 20u39, 22u en om middernacht in de nacht van 15 op 16 augustus 2023 de woning van minister Van Quickenborne hebben verlaten om op de aldaar geplaatste (lege) politiecombi te plassen.
De politie heeft daar beelden van, kon die perfect volgen in de controlekamer, – wellicht ook inzoomen op het gebeuren. En de daders herkennen.
Het is niet moeilijk om zelfs als niet-jurist deze daden te kwalificeren als openbare zedenschennis en smaad jegens de politie.
Vraag is nu waarom de politie niet heeft ingegrepen.
Ja, waarom niet, en op geen enkel ogenblik?
Kunnen we hier al de kiemen zien van een vorm van klassenjustitie? Namelijk: politie grijpt niet in als vrienden van een minister een vorm van misdrijf plegen?
Of had de politie een tactisch voornemen op het oog: we doen voorlopig niks, wachten lekker af om te zien wat er die nacht nog zoal kan gebeuren?

We zullen het nooit weten.


Nog over Pipigate en “catch & kill” journalistiek (3)

Het artikel in “Het Nieuwsblad” van 23 augustus 2023 over het plasincident ten huize van Van Quickenborne staat vol fouten zegt de minister bij zijn klacht bij de Raad voor Journalistiek.
Wat is “vol”?
– De korpschef zou enorm kwaad zijn geweest? Kan niet, want hij was met vakantie. (Tja, een korpschef kan ook op de hoogte worden gebracht en in aldus op zijn vakantieoord kwaad zijn geweest. Overigens is de term ‘korpschef’ achteraf vervangen door” korpsleiding” en de term “boos” door “misnoegd”.)
– Nog een fout is dat de combi elke dag in de straat werd geplaatste, hij stond er permanent. ( Dat is wel dom. Als mogelijke ontvoerders geen beweging zien, dan kunnen ze daaruit op de duur besluiten dat er ook niemand in zit.)
– Het klopt ook niet dat er drie gasten in de vroege morgen tegen de combi plasten. De eerste feiten speelden zich al af om 20u39. (Goed te weten.)

Klager Van Quickenborne verwijt de journalist ook dat hij de videobeelden (die van de politie) niet gezien.
Hij haalt zijn zijn informatie “vaak” in kringen van politievakbonden, “maar die leefden op het moment van de berichtgeving op voet van oorlog” met de Minister van Justitie. Het zijn geen onafhankelijke, neutrale bronnen.
Een voornaam bezwaar van Quickie is dat de journalist geen loyale kans op wederhoor heeft geboden.
De journalist heeft contact genoemd met de woordvoerder van de Minister (die toen in het buitenland verbleef) en niet (lang) genoeg gewacht op een reactie. Pas vier uur na de rechtzetting dat de Minister niet betrokken was bij de feiten is het artikel aangepast. Maar die aangepaste tekst bevatte in feite een nieuwe beschuldiging, namelijk dat klager “er misschien niet bij was, maar wel op de hoogte was” van het plasincident. De Minister was ook niet op de hoogte.

Het hoort bij het slechte karakter van “kortrijkwatcher” om de aandacht te vestigen op enig verweer van de journalist in kwestie.
– Als drie gasten op verschillende tijdstippen tegen een combi gaan plassen, doen ze dat wellicht om er nadien over te kunnen vertellen tegen andere gasten. (We zitten in een bacchanaalsfeer. Kortrijkwatcher is ervan overtuigd dat HLN-reporter Peter Lanssens ervan wist.)
– Uit beelden gemaakt door de eigen (illegale) bewakingscamera van Quickie blijkt (naar zijn zeggen) dat hij een plasbeweging imiteerde wat veronderstelt dat hij weet had van dat combiplassen. In de Kamer toonde Van Quickenborne enkele beelden gemaakt door zijn eigen camera en zei niet meer te weten wat hij die enkele seconden heeft gedaan. (In een vorige editie vroegen we ons af waarom de Minister geen inzage heeft gevraagd van de (volledige) politiebeelden, al was het maar om zijn geheugen op te frissen.)

De bronnen !
De journalist beweert dat hij verschillende ernstige, onafhankelijke bronnen binnen politie, gerecht en politiek heeft gecontacteerd. Hij heeft de informatie niet meteen als één geheel ontvangen, mar in stukken en brokken. Verschillende mensen waren op de hoogte maar niet iedereen wilde iets of alles vertellen. Vier eenduidige bronnen zegden in verschillende gradaties dat het leek of de klager het incident aanschouwd had, dat hij het aanschouwd zou hebben, of dat hij op de hoogte zou zijn geweest.
De officiële woordvoerder van het parket hield zich op de vlakte, maar expliciet ontkennen deed hij zeker niet.
(Ook dat is tegelijk een vraag van kortrijkwatcher. Is de zaak nog altijd in onderzoek? Zou het kunnen dat iemand van de combiplassers intussen alsnog de ware toedracht heeft verteld?)

Hoor en wederhoor
De woordvoerder van de Minister antwoordde dat hij zou zien of hij kon reageren en wat hij kon zeggen. Hij heeft niet om extra tijd gevraagd en liet ook niet weten wanneer er een reactie zou volgen. De rdactie vond de feiten dermate relevant dat werd besloten om het artikel te zetten, al had de journalist dit liver gedaan met een reactie.

Beslissing van de Raad van Journalistiek (18 april 2024)
De klacht van de Minister is gerond.
Dat betekent wel niet dat de Raad hiermee heeft uitgemaakt of Quickie de plasincidenten heeft gezien, ervan op de hoogte was, of helemaal van niets wist. De Raad kan daarover geen uitspraak doen. Zegt in zijn eindoordeel alleen en uitdrukkelijk dat art.6 van de journalistiek code niet is toegepast: “De journalist zet loyaal de relevante feitelijke informatie recht die hij onjuist weergegeven heeft”.

Wat stoort er ons danig aan heel het geval?
De “catch and kill”- journalistiek.
– De gazettenschrijvers (of alleszins één ervan) hebben zeker weet van het onderzoek (‘catch’) en zwijgen (‘kill’).
– De Minister is de politiebeelden van heel de avond en nacht én van zijn gitaarconcert buitenhuis niet gaan bekijken (géén ‘catch’) en doet hierbij alsof hij dat niet kon of mocht (‘kill’ the news).







Pipigate en “catch & kill”- journalistiek (vervolg)

In de vorig editie moesten we nog twee onbeantwoorde vragen kwijt, vragen waarop sommigen zeker een antwoord kennen (dat is ‘catch’), maar dat nooit zullen zeggen (‘kill’).
Zo hebben we een aan zekerheid grenzend vermoeden dat onze plaatselijke reporter Peter Lanssens van HLN (aanwezig op het feest en vriend des huizes) wel degelijk weet 1) welke gasten betrokken waren bij dat fameus plasincident aan de voordeur van het huis van minister Van Quickenborne; 2) hoe die zaak intussen al of niet is afgehandeld door de politie; 3) of de minister op de hoogte was van de affaire. Maar hij (lps) zwijgt, “vermoordt” als het ware zijn informatie.
En Quickie dan. Die heeft het vertikt om de politiebeelden van die avond te gaan bekijken, ook die waarbij hij zogezegd zijn luchtgitaar bespeelt. Hij gaat dus niet eens de feiten “catchen”. (Hij wil zijn geheugen niet opfrissen.)

Intussen heeft hij op 25 augustus 2023 klacht neergelegd bij de Raad voor Journalistiek in verband met een artikel in ‘Het Nieuwsblad’ (dd. 23 augustus) met als titel: “Parket start onderzoek nadat dronken gasten tijdens verjaardagsfeestje Van Quickenborne tegen politiecombi plassen”.
Over die klacht heeft de rapporteringscommissie van de Raad voor Journalistiek op 22 februari van dit jaar (het is dus geen oud nieuws) zelfs een videoconferentie gehouden waaraan ook Quickie deelnam, samen met twee journalisten van HN en een juridisch medewerker van de krant. (In de maand december 2023 is er ook enige briefwisseling geweest tussen de redactiemanager van het Mediahuis en Van Quickenborne. De inhoud ervan kennen we niet.)

Volgens Van Quickenborne stond het artikel vol fouten, met als voornaamste bezwaar natuurlijk de leugenachtige bewering dat hij “het tafereel aanschouwd zou hebben”. In een aangepaste versie heeft de journalist dat niet expliciet rechtgezet, maar geschreven dat de minister er misschien niet bij was, maar wel op de hoogte was van het plasincident. (Nog wel meteen na de feiten, en nog tijdens het feestje.)
Quickie beklemtoont dat hij “niets heeft gezien en het ook niet wist”. Hij vindt het tevens heel straf dat de journalist geen loyale kans op wederhoor heeft geboden. (Quickie zat in het buitenland. HN heeft zijn woordvoerder wel gecontacteerd maar niet gewacht op een reactie.)

De Raad voor Journalistiek oordeelde op 18 april laatstleden de klacht van minister Van Quickenborne als gegrond op basis van drie richtlijnen uit de journalistiek code.
Van belang is goed te weten dat de Raad zich hierbij NIET uitspreekt over de vraag of de minister al of niet de plasincidenten “aanschouwd heeft”, of ervan op de hoogte was, of helemaal van niets wist. Daarover kan de Raad geen uitspraak doen ! Maar er zijn een soort journalistieke slordigheden gebeurd.

We citeren nu al even de drie journalistieke richtlijnen uit de Code die niet of onvoldoende zijn gevolgd of toegepast door de HN-journalist.
1. De journalist bericht waarheidsgetrouw.
2. De journalist zet loyaal de relevante feitelijke informatie recht die hij onjuist weergegeven heeft.
3. De journalist publiceert alleen informatie waarvan de oorsprong hem gekend is.

In een volgende bijdrage willen we ook wel even als kortrijkwatchter dan doen aan “hoor en wederhoor” in die zaak. Ons baserend op het verslag van de Raad.
Pikant detail: de betrokken journalist heeft, zonder namen te noemen, en in afwezigheid van klager, toelichting gegeven over zijn vier onderscheiden bronnen aan de rapporteringscommissie van de Raad voor Journalistiek.