Category Archives: belastingen

APB ? OV ? Wat is dat eigenlijk?

Gisteren hadden we het erover dat de gemeentelijke aanslagvoeten voor de aanvullende personenbelasting (APB) en voor de opcentiemen op de onroerende voorheffing (OV) in Kortrijk in 2006 schrikbarend hoog blijven. In elk geval in vergelijking met andere centrumsteden.
(Een dorp als Berlaar vraagt 8,8 procent APB, Riemst en Mesen 9 procent. En Wervik 2000 opcentiemen OV. Diksmuide 2.250 !)

In het licht van het nakende verkiezingsjaar had men hier en daar op een belastingverlaging gehoopt, maar het is er niet van gekomen. (Echt populistisch-demagogisch- opportunistisch kun je onze burgemeester nu ook niet noemen.)
Er is onlangs wel een kleine verlaging van de personenbelasting geweest (van 8,5 naar 7,9 procent) maar dat zal de stadskas pas volgend jaar voelen, als het al gevoeld wordt.

Vraag eens aan een willekeurige kortrijkzaan hoeveel men ter stede PER KOP (baby’s inbegrepen) betaalt aan OV en APB?
Ook al is uw respondent een ambtenaar of een gemeenteraadslid, hij/zij zal er ongelooflijk naast zitten en ook niet geloven wat u vertelt.
Per kop betalen we nu aan OV 317 euro en aan APB 258 euro.
Cijfers om van buiten te leren.
Vertel dat maar eens thuis. (Niet op café, want dan riskeer je dat men u als een gevaarlijke gek zal beschouwen en zal men u helemaal rechts laten liggen.)

MAAR WAT ZIJN DAT EIGENLIJK, OPCENTIEMEN OP DE ONROERENDE VOORHEFFING?
Als u een of andere eigendom bezit dan krijgt u van het Vlaams Gewest een briefje met een overschrijvingsformulier (aanslagbiljet) waarop staat dat u geniet van een fictief Kadastraal Inkomen (KI). (Anders zou u moeten huren.)
U woont bescheiden en dit geïndexeerde KI bedraagt dus slechts 643 euro.
Het Vlaams Gewest heft daar 2,5 procent belasting op. Dit is 16,08 euro. Dat bent u al kwijt. Maar het ergste komt nog.
Kortrijk zelf zegt: we gaan op dit basistarief 1750 zogenaamde opcentiemen heffen. Voor de stad. Opcentiemen. We vermenigvuldigen dus het basistarief (de hoofdsom) van 16,08 euro met 17,50. Dat geeft 281,5 euro. (Nu begrijpt u dat we voor Kortrijk aan een dergelijk hoog bedrag per capita komen.)
Maar het ging om een bescheiden woning, en u hebt wellicht kinderen. Er zijn allerhande verminderingen en vrijstellingen mogelijk. Het kan daarom gebeuren dat naar gelang het geval u bijvoorbeeld aan het eind van de rekening slechts 118 euro OV moet betalen aan de stad.
(Ook de Provincie heft opcentiemen. West-Vlaanderen nu 330. Huistaak: de hoofdsom maal 3,3 is wat u betaalt aan OV voor de provincie.)

Kortrijkzanen zijn nu ook niet zó arm.
Stel dat uw KI integendeel 1.500 euro bedraagt. Dan betaalt u aan het Gewest 1.500 euro maal 2,5 procent = 37,50 euro. Op deze hoofsom draagt een Kortrijkzaan 1.750 opcentiemen af, zijnde 656,25 euro. Wel te verstaan;: zonder mogelijke verminderingen.
We onthouden: op iedere euro OV voor het Vlaamse Gewest betaalt een Kortrijkse belastingsplichtige in principe 17,50 euro.
(Als u bijvoorbeeld zonder het goed te beseffen net over de grens in Stasegem woont en daarbij profiteert van allerhande voorzieningen in Kortrijk zelf draagt u slechts 15,5 euro af op de hoofdsom. Het noodlot van een centrumstad: allochtonen komen van ons dure belastinggeld profiteren. Ze komen hier zwemmen en winkelen en skaten en boeken lezen en op ons strand zitten, – en wij maar betalen.)Het hoge OV-tarief alhier wordt door het stadsbestuur traditioneel onderbouwd met de bemerking dat de waarde van één opcentiem OV alhier heel laag ligt. Welnu, in vergelijking met de 11 centrumsteden zitten we wel degelijk hiervoor bij de middenmoot.
De waarde van één opcentiem?
Dat is het resultaat van een breuk. De ontvangsten van de OV-belasting gedeeld door het aantal opcentiemen. Die zogenaamde waarde daalt dus naarmate de noemer groter wordt.

EN WAT IS NU EIGENLIJK DIE APB ?
In Kortrijk bedraagt de aanvullende personenbelasting nu 7,9 procent.
Maar we blijven nog even bij de vroegere 8,5 procent, want een andere aanslag hebt u nog niet.
Stel dat u tot het wat rijkere deel van de stadsbevolking behoort. Niet heel rijk, maar kom. U verdient dus alleszins méér dan 100.000 BEF per maand.
Uw belastbaar inkomen per jaar bedraagt bijvoorbeeld ca. 39.000 euro.
De FOD Financiën heeft u een detailberekening van de aanslag toegestuurd.
Na allerhande belastingverminderingen vindt u dan onderaan op die brief uiteindelijk de post belasting Staat“. Die is bijvoorbeeld 14.600 euro geworden.
Stad heft op dit bedrag, op deze staatsbelasting een “aanvullende” (vandaar de naam) belasting van 8,5 procent.
Dat maakt…1.241 euro. Voor de stad. (Aan het tarief van 7,9 procent was dit 88 euro minder. Hoe rijker hoe beter u ervan afkomt met het nieuwe verlaagde tarief.)
Had u in Brugge gewoond dan betaalde u als rijkaard aldaar ca. 1000 euro APB. (6,9 procent.)

Het hoge OV-tarief alhier wordt door het stadsbestuur traditioneel onderbouwd met de bemerking dat de waarde van één opcentiem OV alhier heel laag ligt. Welnu, in vergelijking met de 11 centrumsteden zitten we wel degelijk hiervoor bij de middenmoot.In Kortrijk bedraagt de aanvullende personenbelasting nu 7,9 procent.Maar we blijven nog even bij de vroegere 8,5 procent, want een andere aanslag hebt u nog niet.Stel dat u tot het wat rijkere deel van de stadsbevolking behoort. Niet heel rijk, maar kom. U verdient dus alleszins méér dan 100.000 BEF per maand.Uw belastbaar inkomen per jaar bedraagt bijvoorbeeld ca. 39.000 euro.De FOD Financiën heeft u een detailberekening van de aanslag toegestuurd.Na allerhande belastingverminderingen vindt u dan onderaan op die brief uiteindelijk de post Die is bijvoorbeeld 14.600 euro geworden.Stad heft een “aanvullende” (vandaar de naam) belasting van 8,5 procent.Dat maakt…1.241 euro. Voor de stad. (Aan het tarief van 7,9 procent was dit 88 euro minder. Hoe rijker hoe beter u ervan afkomt met het nieuwe verlaagde tarief.)Had u in Brugge gewoond dan betaalde u als rijkaard aldaar ca. 1000 euro APB. (6,9 procent.)Kortrijk voorziet voor dit lopende jaar aan belastingontvangsten APB ca. 19,3 miljoen.
En voor de OV bijna 24 miljoen.
Het is met dit geld (en met de vele subsidies en fondsen van hogere overheden, – en dat is ook belastinggeld) dat de burgemeester zorgt voor het Buda-kunsteneiland, schepen Leleu voor fietsroutes, Demedts voor stadswachten, Bral voor vuurwerk, De Stoop voor de Sint-Denijsewijk, de Bethune voor een filmmuseum, De Coene voor het natuureducatief centrum Libel, Cnudde voor reisjes naar Cebu, en schepen Lybeer voor een skatebowl.

We kunnen niet klagen.
Benieuwd naar de projecten voor volgend jaar. WIJ betalen die ! We krijgen van burgemeester en schepenen sigaren uit eigen doos. Besef dat nu eens.
Huistaak.
Kijk nu eens naar uw aanslagformulieren om te zien hoe u via OV en APB concreet bijdraagt aan het op de kaart zetten van onze stad. En profiteer er nu ook maar zelf een keer van.

Aanslagvoeten blijven in 2006 onveranderd hoog

Om uw geduld niet verder op de proef te stellen zeggen we maar meteen wat u wil weten.
De aanslagvoeten voor 2006 zijn:
voor de APB: 7,9 procent,
en voor de OV: 1.750 opcentiemen.
En nu weer lectuur voor wie alles wenst te weten.

In de vorige bestuursperiode (meer speciaal in 1995) heeft burgemeester Manu de Bethune de tarieven van de aanvullende personenbelasting (APB) verhoogd van 6 naar 6,7 procent. We waren de enige centrumstad in Vlaanderen die dit deed. Tegelijk gingen de opcentiemen op de onroerende voorheffing (OV) van 1.400 naar 1.550. Alleen centrumstad Roeselare heeft het in die tijd ook gewaagd om zo’n maneuver uit te voeren, zij het met mate. En enkel voor de OV.

Burgemeester Stefaan De Clerck en zijn ploeg sloegen in 2002 evenwel alle records. Overigens niet met verve gesteund door de SP.A-coalitiepartner.
De APB steeg van 6,5 naar niet minder dan 8,5 procent. En de OV ging naar 1.750 opcentiemen.
Hiermee werden we toen de absolute kampioen van de centrumsteden.

De gevolgen waren niet min.
Een verhoging van het APB-tarief laat zich pas na het aanslagjaar voelen.
Welnu, de ontvangsten inzake personenbelasting stegen voor de Kortrijkse inwoners per kop van 181 euro (in 2001) naar 262 euro (in 2004). Per kop wil zeggen: baby’s inbegrepen.
En voor de onroerende voorheffing betaalden we per kop in 2004 302 euro terwijl dat in 2001 nog 261 euro bedroeg.

Waarom werd die fenomenale belastingverhoging in 2002 doorgevoerd?
Niemand die dat goed wist. De vroegere schepen van financiën (Hilde Demedts) zei indertijd ieder jaar opnieuw dat de financiële toestand van de stad gezond was. Ook de begrotingscommissie liet nooit een waarschuwing horen, tenzij over de stijging van de personeelskosten.
Maar plotseling hoorden we eind 2001 de toenmalige schepen van financiën Maria Danneels een noodkreet slaken. De zeven magere jaren zijn aangebroken“. Er was zelfs sprake van een structureel tekort dat evenwel nooit is uitgelegd. Volgens de burgemeester ging het om 12 miljoen euro en volgens de SP.A-schepen om 9,5 miljoen.

Schepen Philippe De Coene stak de schuld op de vorige ploeg.
En burgemeester Stefaan De Clerck vond dat de politiehervorming ons teveel geld zou gaan kosten. Nu blijkt dat de dotatie voor de politie in elk geval niet méér stijgt dan de inflatie.
Burgemeester heeft altijd beloofd dat hij een belastingverlaging zou overwegen wanneer zou blijken dat de eventueel bijkomende kosten voor politie door de hogere overheid werden gecompenseerd.

En werkelijk: de aanslagvoet van de aanvullende personenbelasting is intussen gedaald naar 7,9 procent. Zonder dat ook maar één reden daartoe werd aangegeven. Zonder op de vraag te antwoorden of het structureel tekort nu was weggewerkt. En de politiekosten voor de stad zijn ook niet gedaald.
Men deed over die belastingvermindering uiteindelijk weinig triomfantelijk. Mét reden dit keer. Want er werden intussen namelijk ook twee nieuwe belastingen ingevoerd: op reclamedrukwerk en op onbebouwde percelen.

Is Kortrijk een stad der belastingen?
In de rangschikking van de centrumsteden blijven we voor dit jaar althans een schitterende eerste plaats behouden bij de OV-tarieven.
Ziehier de volledige uitslag.
1 en 2. Kortrijk en Oostende (1750). 3. Roeselare (1625). 4. Brugge (1600). 5. Mechelen (1575). 6. Aalst (1500). 7. Gent (1450). 8. Leuven (1400). 9. Sint-Niklaas (1325). 10. Turnhout (1250). 11. Hasselt (1150). 12. Genk (1100).

Bij de APB-tarieven doen we het nu dit jaar wat minder goed met onze 7,9 procent. Vierde plaats bij de vergelijkbare steden.
1. Sint-Niklaas (8,5). 2. en 3. Roeselare en Leuven (8). 4. Kortrijk (7,9). 5. Mechelen (7,8). 6. Aalst (7,5). Van 7 t/m 10. Genk,Turnhout, Oostende, Hasselt (7). 11 en 12. Brugge en Gent (6,9).

Het gemiddelde van de APB voor alle Vlaamse gemeenten is nu 7,16 procent en voor de OV 1.304 opcentiemen.

Als we straks de stadsbegroting 2006 kennen wordt hier dan uitgerekend hoeveel de Kortrijkzanen volgend jaar per kop aan de stad zullen betalen aan belastingen. Niet enkel voor APB en OV maar ook voor de zogenaamde eigenlijke gemeentebelastingen. Riolen, leegstand en verkrotting, drukwerk, terrassen, parkeren, onbebouwde percelen, enzovoort.
Er zijn nog altijd mensen die bijvoorbeeld denken dat schepen Leleu de herstelde voetpaden uit eigen zak betaalt. Of dat het zand op de Grote Markt van schepen Bral gratis uit de lucht is komen te vallen.

P.S.
Over die belastingontvangsten komen begin volgend jaar mooie grafiekjes op de in produktie zijnde website www.kortrijkwatcher.be .

De terrassenaffaire – een zaak van onbehoorlijk bestuur (2)

Vanochtend werd voor de kortgeding-rechter gepleit in het geschil tussen de exploitant van de horeca-zaak “Arte” (Grote Markt) en het Kortrijkse stadbestuur. In meerdere vorige stukken hadden we het al over die terrassenoorlog. Aanleiding van het laatste conflict vormde het weghalen door de politie van het terrasmeubilair van de restauranthouder omdat hij zijn terras had uitgebreid op momenten dat dit volgens het stadsbestuur niet mocht. Uitspraak wordt verwacht over een tiental dagen. Schepen Stefaan Bral was niet aanwezig op de rechtbank terwijl hij fundamenteel aan de basis ligt van dit geschil. Au fond zou hij persoonlijk de proceskosten moeten dragen. Alhoewel: ook het College treft schuld want is er niet in geslaagd om het eigengereid en onbesuisd optreden van de schepen van vrije tijd aan banden te leggen. De schepenen Frans Destoop en Jean de Bethune proberen nu de meubels (6O stoelen en 50 tafels) te redden. Bral zelf laat niks van zich horen. Zijn naam is haas. Dat reglement waarbij Bral in naam van zijn vzw Bruisende Stad een “bijdrage” opeist aan bepaalde neringdoeners die hun terrassen willen uitbreiden bij “evenementen” is volstrekt krakkemikkig in mekaar geknutseld. We gaan dat nu nog maar een keer uitleggen. Maar eerst nog even zeggen waar het Schepencollege een fout heeft gemaakt. Schijnbaar zonder enig kommentaar (notulen van het College bevatten jammer genoeg nooit een mondeling verslag) heeft men op 31 mei “kennis genomen” van de regeling die Bral had uitgedokterd om evenementen van Bruisende Stad mede te laten financieren door bepaalde horecazaken. Een eerste procedurefout bestond er al in dat men niet heeft opgemerkt dat dit reglement (met de gevraagde vergoedingen voor de uitbreiding van terrassen) al werd toegepast bij de Sinksenfeesten van half mei. Fundamenteler evenwel is dat het College niet heeft opgemerkt dat geldelijke “bijdragen” voor gebruik van het openbaar domein wel degelijk retributies zijn en als dusdanig moeten worden goedgekeurd door de gemeenteraad. Het toppunt is dat in het beheerscontract zelf tussen de Stad en de vzw Kortrijk Bruisende Stad (KBS) de term retributies wordt gebruikt. En om het ingewikkeld te maken ook samen met het woord “vergoedingen”. Leg een keer art. 14 voor aan een of andere jurist. Daarin staat o.m. (het is veel te lang om wel te zijn): “De vereniging (KBS) heeft het recht vergoedingen vast te stellen voor het gebruik van het openbaar domein tijdens openluchtevenementen door de vereniging georganiseerd en om deze gelden te innen, na (na!) goedkeuring ( “kennisname” volstaat dus niet) door het College van Burgemeester en Schepenen. De vereniging stelt het bedrag van de retributies vast met betrekking tot de vergoedingen voor dienstverlening en voor het gebruik van de infrastructuur. Deze beslissingen kunnen echter slechts uitwerking krijgen na goedkeuring van de retributies door de gemeenteraad”. De gemeenteraad heeft het reglement-Bral nooit gezien. Het Schepencollege had ook moeten opmerken dat de Bralse “regeling” moest geïncorporeerd worden in het bestaande stedelijk belastingsreglement voor terrasuitbreiding. En misschien had een of ander jurist in het College kunnen vaststellen hoe rommelig de regeling wel was. Ten eerste worden slechts bepaalde zaken uit het stadcentrum gevraagd om bij evenementen van KBS een bijdrage te betalen. Schepen Bral organiseert evenwel ook evenementen in bijvoorbeeld Bissegem, en die neringdoeners worden daarbij niet geviseerd. Ten tweede. Er wordt een lijst opgesomd van evenementen, maar die is niet limitatief. Van sommige evenementen is overigens ook niet altijd duidelijk of die nu al of niet en enkel door Bruisende Stad worden georganiseerd. Ten derde. Bij betaling van een jaarlijks forfait tolereert de Stad stilzwijgend dat exploitanten ook op andere “momenten (bij mooi weer) ” hun terras uitbreiden. Dat is nu net wat “Arte” heeft gedaan. Maar wat is “een moment” ? En wat is mooi weer ? Kan het ’s nachts ook mooi weer zijn? En zijn “momenten” altijd en alleen geassocieerd met “mooi weer”? Ten vierde. Er bestaat ook nog een zgn. afsprakennota tussen de vzw KBS en de Stad. Dat wordt continu vergeten. In art. 2.5 van die nota staat 1) opbrengsten voor innames van openbaar domein gedurende één dag of gedurende een beperkte periode van aktiviteiten zijn voor rekening van KBS 2) opbrengsten voor een langere periode zijn voor rekening van de Stad. Met andere woorden: het jaarlijks forfait dat exploitanten betalen voor hun terrassen gaat niet naar het budget van Bral. Maar hij gebaart van krommenhaas. Zijn naam is haas. De Bralse regelgeving is alleszins niet door een jurist opgemaakt. Een bepaalde zaak (Kantate) behoort zelfs tot twee verschillende categorieën van betalers met de bijhorende verschillen in het te betalen bedrag. Het jaarforfait moest door de kasteleins ten laatste op 10 juni worden vereffend. Maar nergens wordt bepaald wanneer dat jaar begint te lopen en wanneer het dan wel eindigt. Het College van Burgemeester en Schepenen zit nu met de door Bral gebakken peren. Het meest ellendige is dat de raadsman van de Stad er zich vanochtend in de Rechtbank van Eerste Aanleg heeft proberen uit te redden door te zeggen dat het College het reglement van Bruisende Stad nooit heeft goedgekeurd, maar er enkel heeft van kennis genomen. Ach! Zo kunnen we het ook. Wat een gotspe ! Het stadsbestuur zegt nu ook dat “Arte” voor zijn terras een bouwvergunning nodig heeft. Binnenkort regent het dus van aanvragen voor een bouwvergunning.

De terrassenaffaire of waarom de politie iets opslaat in depot (1)

Een of andere onverlaat heeft gemeend er goed aan te doen om zowat tien dagen geleden de politie opdracht te geven om bij nacht en ontij het terrasmeubilair van de horecazaak “Arte” (Grote Markt) te gaan stelen. (Waarnemend burgemeester Frans Destoop noemt dit dan “opslaan in depot”.) Daarvoor moest er zelfs een staalkabel doorgezaagd worden.

DAT ER DAT NIEMAND ZIET EN DAAROVER OOK GEEN PANIEKERIGE AANGIFTE DOET BIJ DE POLITIE IS OOK MAAR RAAR.
De kastelein van “Arte” weet namelijk niet goed wanneer de overval is gebeurd. Ergens tussen half drie ’s nachts en zes uur ’s morgens?? De camera’s op de Schouwburg – met een reikwijdte tot aan het stadhuis – weten ook nergens van. Er was dus al die tijd geen kat op de Grote Markt. (Nog iets. Bij het minste optreden van onze spuitgasten of dienders worden alle mogelijke plaatselijke persbureaus stante pede gretig verwittigd. Er kan geen handtas worden gestolen of onze reguliere journalisten hebben er weet van. Met plaats- en tijdsbepaling.)

Normaliter is het zo dat de burgemeester bevoegd is om opdrachten te geven aan het politiekorps. Maar wie kan er nu onze charismatische burgervader Stefaan in staat achten tot het treffen van zulk een wanstaltige maatregel? De al even humane waarnemende burgemeester Frans Destoop kan het ook niet geweest zijn, want bij deze zaak heeft hij zich – ZOALS HET HOORT – onmiddellijk opgeworpen als de grote verzoener. Er moet een instigator geweest zijn. Iemand heeft onze burgemeester opgejut. En meer speciaal tegen de kastelein van “Arte””. Zo gaat dat hier, ter christen-democratische stede.

Wie het ook geweest is, aan de bron van heel de aanslepende en te vermijden terrassenaffaire ligt niemand anders dan Stefaan Bral, schepen van evenementen. Heel typisch is dat we hem bij de laatste ontwikkelingen van de terrassenoorlog van geen kanten horen. Zou hij van de burgemeester spreekverbod hebben gekregen? Ruwaard Bral staat bekend als iemand die zich graag onvoorzichtig beweegt in een porseleinenkast.

Op 1 juni heeft hij aan de horeca-exploitanten van het centrum (niet de kasteleins van zijn wingebied Bissegem) een brief geschreven waarbij hij ze aanmaant om aan zijn vzw Bruisende Stad een “bijdrage” te betalen als zij overgaan tot terrasuitbreiding bij bepaalde evenementen van zijn vzw. Die evenementen worden opgesomd, met de toevoeging dat de lijst niet limitatief is. (Zie nog onze stukken van 3/6, 8/6 en 11/6.)

Afhankelijk van “de categorie” (eigenzinnig door de schepen bepaald) waartoe een zaak behoort werd door Bral een bedrag van 150 tot 250 euro gevraagd.
“Arte” bijvoorbeeld moet per evenement 250 euro betalen.
De exploitant koos evenwel voor de voorziene optie om een jaarlijks forfait van 1.200 euro te betalen. Bijkomend voordeel hiervan was dat de stad bij deze formule stilzwijgend tolereert dat men ook op andere “momenten” (bij mooi weer- zo staat het er) zijn terras kan uitbreiden.

“Arte” heeft dit reglement (art.1, par.2) in de praktijk gebracht en dus ook het terras uitgebreid op de “momenten” (iets anders dan “evenementen”) waarop er veel volk kon verwacht worden.
De burgervader van de politie vond plotseling dat dit niet mocht en heeft bij nacht en nevel beslag gelegd op het terrasmeubilair. De tafels en stoelen zijn intussen teruggebracht, alhoewel de exploitant nog niet beloofd heeft dat hij zich niet meer zal bezondigen aan wat men nu plotseling bestempelt als een overtreding van bepaalde verordeningen.
Tot daar de feiten.

Dit alles is volkomen onwettelijk.
Des te meer omdat in het reglement-Bral slechts sprake is van “wegname” van het terras (door een logistieke ploeg, en niet door de politie) wanneer de gevraagde “bijdrage” niet (op tijd) is betaald. De neringdoener van “Arte” heeft betaald.
Het stadsbestuur heeft geen been om op te staan. Vandaar dat er nu een nieuw motief is opgedoken om het drastische optreden te legaliseren.
Naar verluidt zou de exploitant van “Arte” in strijd gehandeld hebben met stedelijke en zelfs Vlaamse verordeningen.

Van een of andere gewestelijke verordening inzake terrassen heb ik geen weet. Tenzij misschien de regel dat voetgangers ten allen tijde over een doorgang van 1,5 meter moeten beschikken. (In het Kortrijkse stedelijk politiereglement wordt een uitzondering gemaakt voor braderijen.) Deze regel kan evenwel absoluut niet slaan op de Grote Markt, want die is in zijn geheel een groot woonerf. En op een woonerf zijn geen voetpaden.
Inzake stedelijke terrasverordeningen vinden we op de Kortrijkse website slechts één tekst en die slaat op “belastingen op het plaatsen van terrassen en windschermen op de voetpaden en/of de openbare weg”. Die reglementering is geldig tot eind 2005.

En nu wordt het ingewikkeld.
Concreet vraagt de Stad (dus niet Bruisende Stad van Bral) in dit belastingreglement 12,50 euro per vierkante meter voor de uitbreiding van half-open terrasconstructies op de Grote Markt.
Grote vraag hierbij is of horecazaken die stedelijke belasting nog moeten betalen BOVENOP datgene wat de vzw Bral opeist als jaarlijkse forfaitaire bijdrage. Of er een of ander verrekening is tussen wat de Stad en Bruisende Stad vraagt. Die zaak is nog nooit goed geregeld en komt in het reglement-Bral of het belastingsreglement zelfs niet ter sprake. Men heeft de coördinatie van beide reglementen gewoon uit het oog verloren. Of wellicht weggemoffeld. Begin dit jaar is er binnen het Schepencollege tussen de burgemeester en schepen Bral alleszins ruzie geweest omtrent de inbeslagneming van openbaar domein door Bruisende Stad en de vergoedingen die men daar eventueel zou voor vragen.
(Tussen haakjes vraag ik me nog altijd af of de horeca die stedelijke belasting wel betaalt: in de jaarrekeningen van de stad zie ik daar geen spoor van. Zie stuk van 8/6, voetnoot.)

(wordt vervolgd)

Waar gaat uw belastinggeld naartoe?

Kortrijkse grootouders die ’s zomers hun kleinkinderen zien spelen in de zandbak op de Grote Markt denken er (vertederd als ze zijn) niet altijd aan dat zij dat spel zelf hebben betaald.
Met belastinggeld. (Nu ja, oudjes hebben centjes genoeg. Al die opa’s en oma’s ook in de stad. Ge zoudt er iets van krijgen.)
Die zandbak is dus géén gratis cadeau van schepen Bral, alhoewel hij daar – ervaringsdeskundig -voorbijwandelend wel eens die indruk durft te wekken. Je ziet hem glunderen.
Dit alles even ter inleiding.

In 2003 kreeg de stad van ons allen 52,4 miljoen euro aan fiscale ontvangsten. Per kop (baby’s inbegrepen) betaalden we voor al wat het stadsbestuur aan goeds voor ons deed uiteindelijk zelf 699,9 euro. Sommigen zeggen 658 euro, maar we gaan daar nu niet over zaniken.
Ik hou het veiligheidshalve bij 700 euro per kop. Soms ook capita genoemd. Men kan daar al iets mee doen. (In 2000 – het begin van de legislatuur- was dat nog 583 euro per inwoner.)

Waaraan besteedden wij die 700 euro zoal, in 2003?
Per inwoner woog er een schuld op onze schouders van 155 euro.
Het grootste deel van onze portemonnee ging daarna naar de politie. 144 euro. (Dat is niet meer dan in andere centrumsteden.)

Daarna ging het meeste geld (138 euro) naar de “sociale zekerheid en bijstand”.
Zeg maar het OCMW. Andere centrumsteden doen het hier met minder. Vergelijk ook met 2000. Toen kreeg de sociale bijstand van schepen Frans Destoop nog 100 euro.
Aan pure “sociale hulp” buiten het OCMW gaven we nog altijd per inwoner 21 euro.

“Volksontwikkeling en kunst” krijgt veel van ons: 126 euro. Het stadsbestuur gaat daar zeer fier over, dat wij dit allemaal zo belangeloos doen. Intussen niet vergeten dat in die rubriek ook de uitgaven voor sport zitten (het voetbal kost ons zéér veel geld) en zelfs, eigenaardig genoeg, ook een bepaalde groenaanleg.

Wat hebben we nog? Betaald, zonder het te weten.
Per kop hadden we voor de algemene adminstratie 99 euro en voor de algemene diensten 55 euro over. Samen is dit toch 154 euro. Die personeelskosten nietwaar.
Voor “ontsmetting, reiniging en huisvuil” gaven we elk afzonderlijk aan schepen Philippe De Coene 84 euro. In tegenstelling tot wat we dachten boert hij hier althans niet goed vooruit. In 2000 kreeg hij van ons ongeveer hetzelfde bedrag.
Voor “verkeer, wegen en waterlopen” hadden we elk 77 euro over.
In het verkiezingsjaar 2000 was dit véél meer: 108 euro.
De brandweer kostte ons 42 euro. Voor dat jaar merkelijk minder dan in andere steden, maar dat kan aan toevallige zaken liggen.
“Huisvesting en stedebouw” kreeg 19 euro. In het verkiezingsjaar 2000 ging het om 35 euro !
Het onderwijs kostte ons allemaal netto 6,4 euro. Daarvan gaat het meeste (5 euro) naar de Academie en het Conservatorium.

En de kerkfabrieken zult u nu vragen?
Wel, die gaven alle Kortrijkzanen apart – gelovig of niet – 15,3 euro.
Andere centrumsteden zijn minder godsvruchtig: daar volstaat zowat 10 euro aan netto-uitgaven voor de eredienst.
De bibliotheek krijgt (naast ons lidgeld) netto 11 euro.

Tenslotte.
Van het gemeente- en stedenfonds ontvingen we elk persoonlijk in onze portemonnee niet minder dan 317 euro.
In de rubriek van de rekening “handel en nijverheid” hadden we ook een overschot (thuis gekregen) : ieder van ons kreeg netto 112 euro. Te wijten aan dividenden van intercommunales zoals Gaselwest.
We moeten niet klagen.

Besluit.
Aan de uitgavenzijde blinkt onze stad (dat zijn wij allemaal afzonderlijk) uit voor de posten eredienst en volksontwikkeling. Maar dat laatste slaat zoals gezegd vooral op sport. We zijn daar heel gul in, tot meerdere glorie van bepaalde schepenen.
We maken soms ook wel zotte kosten. Aan rechtsgedingen bijvoorbeeld. Aan erelonen voor externen. Aan toelagen voor Lille-2004. Aan erosiebestrijding. Aan Buda-kunsteneiland. Aan het zogenaamd opfrissen van onze website. (Dat laatste duurt nu al jaren en men is er nog mee bezig.) Verplaatsingen naar Cebu en omgekeerd. Oezbekistan!

Aan de inkomstenzijde doen we het alleszins goed met de Fondsen. En met de tarieven van de personenbelastingen en de grondlasten natuurlijk ook.

Au fond moet je daar allemaal niet echt op letten. We hebben het hier goed.