Category Archives: belastingen

Een actualiteitsbericht nu: over de indexatie van de belasting op “masten en pylonen”

In maart vorig jaar werd – zoals in vele gemeenten en steden – een belasting op masten en pylonen ingevoerd. Zo ook in Kortrijk.
De meerderheid (22 ervan aanwezig) stemde toen natuurlijk voor, terwijl de CD&V plus het VB tegen was (10 stemmen). Zoals traditioneel tegen alle gemeentebelastingen. Groen (3 stemmen) daarentegen onthield zich.
Die belasting werd ingevoerd omdat men de aanwezigheid van die tuigen (minstens 15 meter hoog) landschapverstorend vond en ook visueel vervuilend.
Nog vorig jaar op 14 november is men het tarief van diezelfde belasting (net als van een aantal andere belastingen) gaan verhogen door de indexering ervan. Hier viel alleszins nog duidelijker op dat men daarmee louter en alleen de stadskas wou opfleuren. Het tarief zou voor 2023 daarmee verhogen van 2.750 euro per mast of pyloon (en per jaar) naar 2.875 euro. In die gemeenteraad van november stemden 22 leden van de meerderheid voor, maar ONTHIELD de oppositie zich opmerkelijk genoeg met 12 stemmen. Dat wil zeggen: het Vlaams Belang, Groen, – maar merkwaardig toch ook de CD&V waren voor noch tegen…

In de eerstkomende gemeenteraad van volgende maandag zal men die indexatie weer afschaffen (de belasting blijft vooralsnog). De CD&V- fractie steekt die beslissing tot afschaffing van de indexatie nu als een pluim op haar hoed. Zegt dat zij altijd tegen die belasting is geweest omdat die immers toch wordt afgewenteld, doorgerekend in de elektriciteitsfactuur.
Nou. Dat is juist. Maar dit ook:
Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Somers liet begin december weten dat het geïndexeerde tarief niet compatibel is als men tegelijk wil intekenen op het zgn. (Vlaams) Lokaal Energie- en Klimaatpact 2.0. Dat politiek akkoord (LEKP 2.0) met steden en gemeenten (een tweede versie, daterend van 8 juli 2022) voorziet zes nieuwe doelstellingen. En daaronder de verplichting dat de ondertekende steden en gemeenten geen nieuwe belasting invoeren op een lokale heffing op “masten en sleuven” van Elia. En meer nog: de bestaande heffingen moeten stopgezet tegen 1 januari 2026 ! Ja, de reden hiervoor is dat de belasting wordt doorgerekend, terwijl de Vlaamse regering die elektriciteitsfactuur net wil verlagen met het oog op een doorbraak van waterpompen en elektrische wagens.

Het staat (ook) alweer niet in de gazetten, maar die belasting in Kortrijk brengt zéér veel op.
Ziehier het kohier van 12/09/2022:
– Elia Transmission Belgium NV met 69 pylonen = 189.750 euro.
– Orange Belgium NV met 20 pylonen = 55.000 euro.
– Proximus NV (voorzitter: Stefaan De Clerck) met 5 masten en 7 pylonen = 33.000 euro.
– Telenet Group NV met10 masten/pylonen = 27.500 euro.
Het nadeel van het niet indexeren van die nochtans hoge belastingontvangsten (305.250 euro) wordt gecompenseerd door de trekkingsrechten die stad kan incasseren bij de ondertekening van LEKP 2.0. (Het verschil met of zonder indexering bedraagt per jaar slechts 13.875 euro…)
We hebben het even voor u opgezocht.
Als er 300 gemeenten zouden intekenen op LEKP 2.0 krijgt stad een subsidie van 106.044 euro. Dat is een indicatie. Want er zullen zich wellicht maar 2/3 gemeenten tot LEKP 2.0 bekeren. Het wordt dus méér…

Zo, nu weet u ook alweer wat meer, over de actualiteit.

P.S.
– Eigenaardig toch dat LEK 2.0 de term “pylonen en masten” niet gebruikt. Het ook over sleuven heeft. Komen er dan geen pylonen meer? (Het verschil: een pyloon staat op de grond. Een mast op een andere constructie.)
– LEK 1.0 voorziet in 24,87 miljoen euro trekkingsrechten voor de gemeenten.
– LEK 2.0 in nog 8,75 miljoen euro, te verdelen over de gemeenten die intekenen op de vernieuwingen.
De gemeenten krijgen een aandeel berekend op het aantal inwoners en de criteria van het Gemeentefonds. Stad + OCMW Kortrijk had volgens de criteria van het jaar 2021 recht op 81.239 aandelen.


Bepaalde lokale (gemeente)belastingen worden nu niet meer “aangepast” maar “geïndexeerd”

Als men het heeft over stijgende belastingen (lokaal of niet) – maar men heeft het daar meestal niet over! – wordt de term “verhogingen” zorgvuldig geweerd. Liever spreekt men van “aanpassingen”.
Zo zijn er inzake onze lokale belastingen de laatste jaren serieuze “aanpassingen” “gebeurd bij bijvoorbeeld reclamedrukwerk, bankautomaten, hoteltaks. Voor andere dan, zoals afkoppeling hemelwater, ontgraving, BID-belasting (de betrokkenen weten wel waarop dit slaat!), filmbelasting zijn die aanpassingen al zodanig vele jaren uitgebleven dat het eigenlijk wel verdedigbaar is dat die tarieven nu toch een keer worden verhoogd.
De triparite heeft evenwel voor dit en volgende jaren een nieuwe methode van “aanpassen” in voege gebracht. De verhoging is nu berekend op een indexering van de tarieven, wel te verstaan: toegepast op het indexcijfer van de laatste aanpassing. Voor sommige belastingen valt die verhoging dan procentueel geweldig mee: voor ontgraving bijv. gaat om een stijging met 101,6%, voor filmvoorstellingen met 47,9%, voor afkoppeling hemelwater met 25%, afgifte van administratieve stukken met 17,9%.

De raming van het effect van de nieuwe indexering van (14) lokale belastingen zou dit jaar 519.029 euro méér moeten opbrengen dan vorig jaar. In de (derde) aanpassing van het meerjarenplan is hiervoor een optimistische verhoging van de belastingontvangsten ingeschreven ten bedrage van 543.800 euro.
Hierna een tabelletje van de lokale belastingen waarbij de indexering het meeste zal opbrengen.

Reclamedrukwerk
– tariefvoorstel: 0,070 i.p.v. 0,062 euro
– verwachte mééropbrengst: +154.839 euro
– budget 2022: 1.200.000 euro (raming)
Afgifte administratieve stukken
– tariefvoorstellen: divers
– verwachte mééropbrengst: + 86.050 euro
– budget 2022: 600.000 euro
Leegstand
– tariefvoorstel: divers (voor woningen bijv. 1.100 i.p.v. 1000)
– verwachte mééropbrengst: +71.500 euro (maar in meerjarenplan +170.000 euro ingeschreven op basis van reële ontvangsten in 2021 en verhoogde controle!)
– budget 2022: 842.000 euro
Hoteltaks
– tariefvoorstel: 2 i.p.v 1,75 euro
– verwachte mééropbrengst: +69.286 euro
– budget 2022: 270.00 euro
Filmbelasting
– tariefvoorstel: 0,50 i.p.v. 0,35 euro
– verwachte mééropbrengst: +60.000 euro
– budget 2022: 115.000 euro
BID-belasting
– tariefvoorstel: divers (laagste tarief 265 i.p.v. 200 euro)
– verwachte mééropbrengst: +31.430 euro
– budget 2022: 98.200 euro

Laten we het nog even hebben over de taks op bankautomaten…
We gaan het tarief nog verhogen van 550 euro naar 610 euro, en dit terwijl de socialisten (drie schepenen behorend tot de tripartite) geweldig van hun tak maken over het verdwijnen van die toestellen. De verwachte mééropbrengst bedraagt slechts 3.273 euro. In het budget 2022 is als krediet 34.650 euro ingeschreven. Voor dit jaar 2023 toch nog 36.540 euro. Het stadsbestuur verwacht dus geen opvallende daling van het aantal apparaten…



Neen, we verhogen de belastingen niet, maar we gaan ze wel indexeren

Even ophouden met die vervelende berichtgeving over “vellen van bomen”, in ruil voor wat interessant breaking news over financies. Ons geld!

Bij iedere verkiezing schreeuwt de tripartite het uit dat men de belastingen niet zal verhogen.
Die belofte komt men in zoverre na dat men de aanslagvoeten van de ‘Aanvullende Belasting op de Personenbelasting’ evenals de ‘Opcentiemen op de Onroerende Voorheffing’ ongewijzigd laat.
Men heeft dat nu allemaal vergeten, maar al onmiddellijk nadat men (voornamelijk de VLD, in de persoon van Vincent Van Quickenborne) die heilige belofte voor het eerst heeft gezworen werden er gewoon drie nieuwe belastingen ingevoerd. Dat was in 2013. (We hebben het daar al genoeg over gehad, in tegenstelling tot de reguliere pers.)

En nu heeft de tripartite er iets nieuws op gevonden om onze budgettaire toestand nog ietwat in evenwicht te houden. Naast een resem bezuinigingen – hier ter stede “onderbestedingen” genoemd – (vooral het opgeven van projecten, – iets waar we het later zullen over hebben) zal men per 1 januari 2023 ook een resem indexeringen toepassen op de tarieven van onze lokale gemeentebelastingen.
We zeggen het al onmiddellijk: dat zou ons een mééropbrengst van 519.029 euro moeten opleveren.
(Maar men hoopt op nog ietwat meer: 542.800 euro.)
Kijk, dat zijn geen schrikwekkend hoge bedragen, akkoord. Maar wat ons blijft storen is dat de tripartite haar meest belangrijke, plechtige verkiezingsbelofte niet nakomt. En aangezien onze “embedded press” daar traditioneel over zwijgt blijven de Kortrijkzanen daarover onwetend. (Zoals over zovele zaken.)

Hierna een lijstje van de effecten van een aantal tariefverhogingen die het meest zullen opbrengen.
De tariefvoorstellen zelf laten we achterwege, want dat is puur technische materie.
We geven wel de (huidige) opbrengst van enkele van die lokale belastingen, met daarna het verwachte (geraamde) effect van de voorgenomen indexering.

Reclamedrukwerk: 1.200.000 euro / +154.839 euro
Leegstand: 650.000 / +71.500
Hoteltaks: 485.000 / +69. 286
Afgifte administratieve stukken: 480.000 / +86.050
Reclameborden: 185.000 / +22.611
Filmbelasting: 140.000 / +60.000
BID-belasting: 100.000 / +31.430

P.S.
Nog wat humor want het is echt nodig…
Ook het tarief op geldautomaten wordt verhoogd van 550 euro naar 610 euro. De opbrengst zou oplopen van 30.000 naar 33.273 euro.

Hoeveel brachten de parkings aan winst op in 2020, denkt u? (1)

Zeg maar: niks!

Maar eerst een woordje vooraf.
De jaarrekening 2020 is de eerste volledig geïntegreerde rekening van zowel Stad als OCMW plus de voormalige 2 autonome gemeentebedrijven (zoals Parko) en de 7 gemeentelijke vzw’s. Dat brengt mee dat we op allerlei vlakken geen of nauwelijks meer inzicht hebben in de cijfermatige historiek van vele componenten in het bestuur. Ja, tenzij er een raadslid – bekend staande als “slechte Kortrijkzaan” – uitdrukkelijk om vraagt. Zo komt het bijv. dat de gemeenteraad bij de bespreking van de tweede aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 in bijlage een overzicht kreeg van de uitgaven en ontvangsten vorig jaar van onze 15 parkings.
Zelfs voor dit jaar zijn al enige cijfers beschikbaar. We gaan daar nu niet op in want voor het vierde kwartaal gaat het om een raming en de kosten die centraal worden gebudgetteerd zijn nog niet per parking toegewezen.

Globaal genomen bedroegen de ontvangsten voor alle parkings samen 6.494.282 euro. Uitgaven: 6.653.072 euro.
Maar de kapitaalaflossing van -2.416.503 euro zit niet bij die uitgaven! Dat zijn kosten zeker?
Belangrjjk!
De autofinancieringsmarge (AFM) is negatief (min 2,5 miljoen) wat betekent dat de courante werking niet genoeg geld oplevert om de leningslasten te betalen ! (Ook voor dit jaar zal dit het geval zijn…)
Ten overstaan van het initieel budget is er voor 1,4 miljoen minder gerealiseerd, niettegenstaande de doorgevoerde tariefwijzigingen. Het stadsbestuur wijt dit aan het groot negatief Corona-effect op de ontvangsten, voornamelijk bij de eerste lockdown van maart-mei 2020. Men raamt de impact van Corona op -1,4 miljoen (straat) en -1,7 miljoen (garage), hetzij samen afgerond op -3,1 miljoen.
Nog volgens het stadsbestuur is de impact, niet onverwacht, terug te vinden in de parkings K onder het winkelcentrum en de Schouwburg.
Over de parking K willen we wel iets zeggen. Heeft die eigenlijk wel ooit enige winst gemaakt?
Stad heeft die parking in 2017 in beheer genomen met een huurlast van 1 miljoen per jaar (geïndexeerd!) met een looptijd van 15 jaar. Vandaar uitgaven ten belope van 1,44 miljoen. (Ik vermoed dat de huurlast nu 1.084.330 euro bedraagt.)
De vroegere vzw Parko (met name schepen en voorzitter Weydts) leefde in de verwachting dat die parking jaarlijks 1,2 miljoen aan ontvangsten zou opstrijken, nog wel op basis van een ernstig opgevatte studie over de kosten-baten analyse. Een grote misrekening. CD&V spreekt nogal altijd van een wurgcontract met de vroegere eigenaar N.V. “K in Kortrijk”, vertegenwoordigd door de N.V. Group Ceusters-SCMS.

In onze volgende editie de resultaten per parking.
Opgedragen aan al die Kortrijkzanen die klagen over de tarieven.



Hoe proberen leegstandbelasting te vermijden?

De belasting op leegstand is progressief (met de tijd) en kan dus zeer hoog oplopen. Vandaar de vele bezwaarschriften die binnenlopen bij het schepencollege. Heel soms wordt het bezwaar gegrond verklaard. Als men bijv. kan bewijzen dat er een bepaald minimum voor water/gas/elektriciteit (in combinatie met elkaar) is verbruikt.
Er moet minstens sprake zijn van een “laag verbruik”. Bij “extreem laag” verbruik is er sprake van leegstand. Kortrijk gebruikt hiervoor waarden zoals die in Gent van toepassing zijn. (Merkwaardig is dat die criteria verschillen per gemeente.)
Bij ons is het minimumwaterverbruik waaronder verondersteld mag worden dat de woning leeg staat vastgelegd op 10 m³ per jaar. (Er zijn gemeenten waar men voor water geen criterium gebruikt.)
Voor elektriciteit geldt tot 600 kwh als “extreem laag verbruik”. “Laag verbruik” ligt dan tussen van 600 en 1.200 kwh.
Voor gas is “extreem laag” verbruik minder dan 2.326 kwh. en “laag verbruik” ligt tussen 2.326 en 4.652 kwh.

Veel succes met uw bewijsstukken in de hoorzitting!

Belasting op geldautomaten

Bij het aantreden van de tripartite beloofde men in het bestuursakkoord “Plan Nieuw Kortrijk” dat er geen belastingverhoging zou komen, niet voor personen en ook niet voor bedrijven.
Promt werden al in 2013 drie geheel nieuwe bedrijfsonvriendelijke belastingen ingevoerd: op logies, op sampling en op geldautomaten. Die laatste belasting heet officieel “heffing op banken en financieringsinstellingen”.
In 2013 bedroeg die heffing 500 euro per automaat en bracht 50.500 euro op. 46 instellingen met 101 toestellen werden er toen door getroffen. Burgemeester Van Quickenborne gaf toen nog in alle ernst als reden voor de heffing aan dat er rond die automaten vaak moest gereinigd worden door de stadsdiensten (papier, peuken). De officiële reden luidt dat die automaten een veiligheidsrisico meebrengen.
In december 2019 werd de belasting voor de periode 2020-2025 hernieuwd met als tarief 550 euro per automaat.
Stemden voor: de triparite (dus ook de sossen). Stemden tegen: het Vlaams Belang, terwijl de CD&V en Groen zich onthielden.
In 2020 bedroeg de opbrengst 47.300 euro wat doet veronderstellen dat het nog om 68 toestellen ging.
We zeggen dit allemaal omdat Harelbeeks federaal parlementariër Melissa Depraetere (van Vooruit met de SP.A) pleit voor één geldautomaat in een straal van vijf kilometer. Zij zou dus best aan haar Kortijkse kameraden vragen om de belasting alhier op te heffen. Des te meer omdat er sinds 2020 alweer 24 automaten zijn verdwenen in Groot-Kortrijk.

De Kortrijkse belastingopbrengsten in 2020 en 2019

(Tussen haakjes de cijfers van 2019.)

Aanvullende belasting
op de personenbelasting (APB): 26.840.109 (26.990.119)
Opcentiemen op de onroerende voorheffing (OV): 36.451.853 (35.615.656)
TOTAAL van deze aanvullende belastingen: 64.586.098 (64.015.522)
(Op deze twee belangrijkste belastingen is er geen link met Corona.)

Bedrijfsbelastingen: 1.497.358 (2.555.636)
Hier speelt Corona wel een rol natuurlijk.
– De BID die normaal 96.000 euro kan opbrengen werd niet geïnd.
– Evenmin de belasting op taxi’s. Normaal 36.455 euro.
– Evenmin de terrasbelasting. In 2019 nog goed voor 78.025 euro.
– Belasting op reclameborden en reclamedrukwerk namen een duik.
Bedenk hierbij evenwel dat Stad van andere overheden indrukwekkende financiële compensaties kreeg om die gederfde ontvangsten te compenseren.

Parkeren en Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS) 3.698.267 (4.404.665)
– Parkeerheffing: 1.830.968 (2.247.922)
– Naheffing (boeten): 1.338.568 (1.413.881)
– GAS Parkeren: 387.914 (541.755)
– Klassieke GAS: 141.717 (201.106)
GAS is geen melkkoe, zoals vaak geopperd wordt. Er zijn ook dossierkosten (personeel).
Merk op dat garageparkeren een retributie is en geen belasting. 0pbrengst 2,5 miljoen In 2020.

EINDTOTAAL VAN ALLE SOORTEN BELASTINGEN: 70.598.295 (72.282.352)
Een verschil van -1.6 miljoen. Eigenlijk valt dat nog mee, in dat coronajaar.
Per inwoner, incl. baby’s, dus per kop (aantal: 77.210) betalen we 914,36 euro belastingen.

PRO MEMORIE
In 2013, toen de tripartite aan de macht kwam ging het qua APB om 16,63 miljoen euro ontvangsten en voor de OV om 32,76 miljoen.



Evolutie van de belastingen in de vorige bestuursperiode 2013-2018

Hierna alweer wat cijfers die de mensen volgens onze pers niet interesseren.

Elke Kortrijzaan herinnert zich de goednieuwsshow van de burgemeester: onder zijn bewind zouden de belastingen niet stijgen. Ja, de twee voornaamste aanslagvoeten, op de OV en de APB, bleven gelijk, maar er werden alvast drie nieuwe (gemeente)belastingen ingevoerd.
En intussen stegen de belastingontvangsten als het ware spontaan, jaar na jaar, waarbij redelijke politiekers zouden kunnen overwegen om ergens een of andere aanslagvoet te verlagen. Ter compensatie. Die van de APB bijvoorbeeld. (Een stad is geen gezin. Moet ook geen winst maken.)
Gewezen raadslid Marc Lemaitre (SP.A) heeft dat overigens al een keer voorgesteld, maar vergat dit plotseling toen hij zelf schepen werd.

Onroerende voorheffing (OV)
Stijgingspercentage: 7,7 %

2013: 32,76 miljoen euro
2014: 33,95
2015: 34,39
35,39: 33,56
2017: 33,91
2018: 35,39
(En in 1019: 35,61)

Aanvullende personenbelasting (APB)
Stijgingpercentage: 51,08 % JA!JA!

2013: 16,63 miljoen euro
2014: 25,18
2015: 22,49
2016: 25,83
2017: 24,03
2018: 25,13
(En in 2019: 26,99)

Opcentiemen (pure gemeentebelastingen)
Stijgingspercentage: 22,2%

2013: 50,68 miljoen euro
2014: 60,45
2015: 58,09
2016: 60,71
2017: 59,28
2018: 61,94
(En in 2019: 60,01)




Verhoogde en verlaagde belastingontvangsten in 2019

We vergelijken met het jaar 2018 en houden het bij de belangrijkste (hogere) opbrengsten. Het totaal van de opbrengsten liep op van 69.514.798 (jaar 2018) naar 71.740.596 euro (jaar 2019).
Let wel: er was voor het budget 2019 voor “slechts” 69,46 miljoen aan belastingontvangsten voorzien! Een totale (onverwachte) mééropbrengst van 2.270.627 euro.
(Staat allemaal niet in de gazetten. Te moeilijk. Mensen interesseren zich daar niet voor. Hoeveel dat dan is per capita, babytjes inbegrepen? En om hoeveel het vroeger ging?)

We beginnen met enkele gestegen ontvangsten.
– De meest in het oog springende meevaller is die van de aanvullende belasting op de personenbelasting (APB).
Niet zozeer omdat de ontvangsten fel verhoogden in 2019 ten opzichte van 2018, maar omdat zij onwaarschijnlijk hoger uitvielen dan oorspronkelijk gebudgetteerd: van 24,63 naar 26,99 miljoen. Een meevaller van 2,3 miljoen, voor die post alleen.
En vergelijk met 2018 dan: 25,13 miljoen.
– Opcentiemen op de onroerende voorheffing: van 35,39 naar 35,61 miljoen. (Hier geen opvallend groot verschil met de raming.)
Afkoppelen hemelwater: van 23.000 naar 81.000 euro.
Ook opvallend: leegstaande woningen en gebouwen: van 471.261 naar 707.649 euro.
– Verblijfsbelasting (logies): van 247.800 naar 257.551 euro.
– Vertoningen (films): van 139.871 naar 151.822 euro.
– Terrassen, tafels, stoelen: van 60.762 naar 78.025 euro. (Er was slechts 57.000 euro gebudgetteerd.)
– Parkeren: van 3,35 naar 3,66 miljoen.
– Gemeentelijke administratieve sancties: van 190.431 naar 201.106 euro. (Slechts 175.000 euro gebudgetteerd.)

Nu enkele mindere ontvangsten 2018/2019
– Gewestbelasting op verwaarlozing woningen en gebouwen: van 56.692 naar 40.620 euro.
Opvallend: belasting op de afgifte van administratieve stukken: van 716.327 naar 493.681 euro.
– Banken en financiële instellingen (de fameuze belasting op geldautomaten): van 53.000 naar 45.500 euro.
– Reclameborden: van 167.512 naar 161.114 euro.
Ook opmerkelijk: verspreiding kosteloos drukwerk: van 1.993.624 naar 1.724.422 euro.


Wat kosten de corona-tegemoetkomingen aan de stad?

De financiële impact van de maatregelen is natuurlijk nog niet exact te bepalen, want niemand weet hoelang de corana-crisis kan duren. Maar als antwoord op een vraag van raadslid Benjamin Vandorpe (CD&V) krijgen we daar toch enigszins een voorlopig antwoord op.
– Het niet innen van de BID-belasting op basis van 397 handelszaken: ca. 100.000 euro.
– Opschorten logiestaks (52 belastingplichtigen): ca. 212.500 euro.
– Premies van 1.000 euro voor bepaalde cafés en restaurants (459 begunstigden): ca. 500.000 euro.
– Vrijstellen van marktkramers (105) van standgelden: 5.500 euro per maand (tot eind mei dan:13.500 euro).
– Later uitsturen van belasting: kohieren van belastingen op logiestaks, parkeren, filmvoorstellingen vertegenwoordigen een som van 193.753 euro.
(Maar uitstel is geen afstel, dus eigenlijk geen financiële impact.)
– Geen aanmaningen naar een 20-tal bedrijven. Ook dit is een betalingsuitstel en kan pas impact hebben al het betrokken bedrijf failliet gaat. Dan krijgen we te maken met oninbare vorderingen.

Al met al valt dit nogal mee.
Maar de noodtoestand verlamt de economie en brengt daarmee plaatselijk ook allerhande fiscale dalingen van ontvangsten mee, dalingen van retributies en omzetten bij stadsorganisaties, en anderzijds meeruitgaven voor corana-zorg. Raadslid Wouter Vermeersch (VB) deed daarover navraag.
Stad schat de directe financiële impact hiervan voor stad (tot eind mei dan) op 7,5 miljoen. Een significante aanpassing van het meerjarenplan zal nodig zijn.
Maar stad blijft optimistisch. Men zegt dat de jaarrekening 2019 positiever zal uitvallen dan gedacht (weerom minder verwezenlijkt dan gepland?) en er zijn in het meerjarenplan twee buffers ingeschreven ter waarde van 5 miljoen.