Zoals u weet is onze titelvoerend burgemeester (nu raadslid in Kortrijk) niet enkel vice-eerste minister maar ook minister van Justitie én Noordzee. Hij heeft zich als een soort “vervanger” van premier Alexander De Croo toen die op reis was in Amerika ook opgeworpen als “zomerpremier“.
Dat is in de Wetstraat niet onopgemerkt voorbijgegaan. Nu ja, als je nog een beetje de gazetten volgt krijg je de niet zo ingebeelde indruk dat hij minister is van alles.
Vandaar dat hij de enige minister en vice-premier is met niet minder dan vijf chauffeurs. Een record. Vijf ! Vandaar dus nog dat hij dagelijks op de meest verscheidene plaatsen opduikt. (Wie Quickie een beetje kent weet dat hij voornamelijk bestuurt – de touwtjes in handen houdt – via telefoon en e-mails en wellicht nog IT- tools die we niet kennen. Dag en nacht, dat is zeker. (Indertijd eindigden die mails steevast op “asap”, vandaar toen zijn bijnaam als burgemeester op het stadhuis.)
Vijf chauffeurs dus. Even vergelijken.
Alexander De Croo, de eerste minister namelijk houdt het bij drie.
En de collega-vice-premiers van Quickie?
– Pierre-Yves Dermagne (Economie en Werk): drie;
– Georges Gilkenet (Mobiliteit !): twee;
– Vincent Van Peteghem: (Financiën, Coördinatie Fraudebestrijding en Nationale Loterij): drie;
– Frank Vandenbroucke (Sociale Zekerheid, Volksgezondheid): twee;
– Petra De Sutter (Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post): één. Kan dus ook…
Nu nog iets belangrijks over het kabinet van onze Quickie dat momenteel geruisloos aan het passeren is.
Zijn kabinetschef algemeen beleid Karla Basselier is het aan het aftrappen. (Zij staat dd. 17 augustus wel nog vermeld op de lijst van medewerkers op de website van dat kabinet.)
En als Kortrijkzaan is het zeker nuttig te weten dat Quickie vanuit zijn kabinet als Kortrijks burgemeester twee medewerkers heeft “meegenomen” naar Brussel: Laurant Hoornaert (zijn vroegere kabinetschef alhier!) en Sander Maenhoudt. Wees maar gerust dat die twee gasten ook tot taak hebben om goed op te volgen wat er in Kortrijk zoal gebeurt.
In de Wetstraat noemt men nu medewerkers van ministers die (mede, of zelfs ongeveer geheel) tot taak hebben de plaatselijke belangen te behartigen van hun baas (zijn lokale kiescliëntele bijv., of de kiescampagne) SPOKEN. Ze zijn vaak niet of bijna niet in Brussel te vinden. (Vroegere term: onderzeeërs.)
Category Archives: asap
De 16 vragen aan Vincent Van Quickenborne (3)
De 15de vraag van psychiater De Wachter is zeker voor bekende politiekers van intieme aard: “Wat maakt van jou dat de liefde kan blijven duren?”
Zoals al gezegd heerst bij de redactie van kortrijkwatcher de opvatting dat het liefdesleven van politici wel degelijk van aard is om hun politiek functioneren te beïnvloeden.
We keken dus met gezonde belangstelling uit naar het antwoord van de minister en titulair burgemeester van Kortrijk. Volgens Vincent is het van groot belang van dat men zich “niet ergert aan de fouten van de ander”. En in dit verband heeft hij het eigenlijk zowel over zichzelf als over zijn vrouw (met naam genoemd) Anouk Sabbe. Over zijn Anouk verklapt hij dat zij “geen rust kent en geen ZEN”.
Bij vraag 7 (“Wat maakt je een beetje ongelukkig?”) heeft hij het niet alleen over “een lege agenda”, maar vertelt hij ten overvloede dat Anouk “een kort lontje heeft en lange tenen.” (Maar men had hem daar nog voor zijn huwelijk alreeds voor verwittigd.)
Op die 15de vraag zegt Vincent nog dat men (in de liefde) best wel (tegelijk dus) beseft hoe moeilijk men ZELF is. Is Vincent moeilijk? Daar heeft hij het onverwacht over in het kader van vraag 10: “Welk talent zou je graag hebben?”
Ademen
Het eerste deel van het antwoord over een mogelijk gebrek aan talenten is nog ter zake: hij erkent een tekort aan muzikale kunde, drummen bijvoorbeeld – met een bijzondere voorkeur voor Metallica. (Kortrijkzanen weten dit maar al te goed want worden in stad bij diverse gelegenheden – Alcazar! – sinds jaren met de muzikale smaak van de burgemeester geconfronteerd.)
Maar dan volgt een verrassend vervolg als antwoord op die tiende vraag.
Plots heeft de minister het over een codewoord dat de medewerkers op zijn kabinet regelmatig van pas komt: “ademen!”. Die uitroep betekent dan dat hij “in overdrive is gegaan en moet kalmeren”.
Zo. Nu weten we waarom Vincent reeds als Kortrijks burgemeester de bijnaam “Asap” opgespeld kreeg.
Nu kunnen we ons tevens voorstellen dat zijn kabinetsmedewerkers hem telkens oproepen tot “ademen” wanneer hij het als minister van Justitie weer eens heeft over snelle strafuitvoeringen en detentiehuizen. (En misschien vraagt Vincent thuis zelf wel een keer aan zijn Anouk – met haar kort lontje – of zij even wil “ademen”. Dit terzijde.)
We komen bij vraag 5. Wat ons betreft de laatste met in het antwoord enige politieke relevantie. “Waarvoor bent u het meest dankbaar?”
Wel, dat zijn vader hem absoluut heeft willen behoeden voor het toen in voege zijnde (progressief want comprehensief) Vernieuwd Secundair Onderwijs (dat in behoudsgezinde kringen verfoeide VSO) en hem daarom naar het traditionele en elitaire Jezuïetencollege Sint-Barbara in Gent heeft gestuurd. Vincent vindt de consequenties daarvan in zijn leven van zo’n groot belang dat hij NU AL zijn beide kleine kindjes in die school heeft ingeschreven! (Tussen haakjes: kan dit zomaar?)
Wat is de politieke relevantie hiervan, zo zegt u nu?
Vincent “verraadt” hiermee zijn ideologische visie op onderwijs en opvoeding in het algemeen. Zelfs een bepaald soort levensbeschouwing van thuis uit.
Stel u even voor dat Van Quickenborne op vandaag Vlaams minister zou zijn, bevoegd voor Onderwijs. Of opnieuw burgemeester wordt en zich een keer terdege gaat bemoeien met het gemeentelijk onderwijs. (Overigens, naar welke school in Kortrijk worden zijn kindjes nu gebracht?)
De 16 vragen aan Vincent Van Quickenborne (2)
In de serie “De 16 vragen van De Wachter aan…” is het de bedoeling dat Sabine Vermeiren van ‘Het Laatste Nieuws’ peilt naar de meer diepe gevoelens en verborgen kantjes van Vlaamse VIP’s, heel vaak zijn dat politici.
Niks mis mee. Bij de redactie van “kortrijkwatcher” althans heerst de innige overtuiging dat de gazetten het zwaar mis hebben als zij bij bepaalde ambetante gelegenheden in het leven van politiekers (alleszins bijv. bij liefdesperikelen) altijd uitpakken met de mantra dat het privé-leven van dit soort mensen niets te maken heeft met hun politiek functioneren.
In de HLN-editie van 14 mei kwam Vincent Van Quickenborne aan de beurt.
En wie hem een beetje kent weet dat hij zich terdege heeft voorbereid op de diepe gevoelens die hij wel of niet publiek kwijt wil, namelijk deze die we al kennen. Veel zijn er dat niet.
Tekenend in dat verband is zijn antwoord op de heel moeilijk te peilen, eindeloos diepe 12de vraag: “Heb je ooit troost gevonden in schoonheid en creativiteit?” Het antwoord luidt: “De foto van mijn vader.”
Tja. Het is bij onze minister en burgervader een evergreen: hoe diep begaan hij is geweest – en nog is – met het jarenlange lijden van zijn vader (Alzheimer). Waarlijk, vanuit onze redactie alle begrip én medeleven én respect daarvoor, maar op zo’n 12de vraag verwacht men in het algemeen wellicht een minder laconieke repliek.
Intussen begrijpen we de bezorgdheid van Vincent – als politieker dan – voor Alzheimer-patiënten.
De opbrengst van zijn jaarlijks “etentje met de burgemeester” ging de laatste keer naar een gespecialiseerde lokale instelling voor jongdementen: “Het Ventiel.” Vraag 14: “Welk persoonlijk engagement vind je de moeite waard?” Antwoord: “Het Ventiel.” En ja, ook het engagement van jeugdleiders. Beschouw dit laatste maar als een verkooppraatje. (Te vergelijken met het jeunisme van de hopman-voorzitter van de beweging “Vooruit”.)
Bon.
Zoals het een rechtgeaard beroepspoliticus betaamt doet Vincent zich graag voor als een familie-man. Vraag 13: “Wie wil je graag een plezier doen?” Jawel, zijn moeder. Vraag 9: “Wie of wat bezorgt je een onweerstaanbare glimlach?” Ja: mijn kinderen.
11de vraag dan: “Welke dingen doe je graag?” Antwoord: vuilnisbakken buiten zetten (sic!), wandelen en fietsen, post uit de bus halen. En Vincent praat graag met zijn buurman. (Lezer, wil je soms zijn naam weten? Hij wordt vernoemd: het is den Eddy. Quickie is een volksvriend hoor ! Een gewone jongen ook.)
Hierbij doet Vincent nog vlug kond dat hij graag meedoet aan huisbezoeken. Als burgemeester deed hij er 40.000. (Reken even mee: dat zou dan komen op een gemiddelde van 5.000 per jaar.)
De 3de vraag is machtig interessant: “Is er iemand die je leven heeft bepaald?”
Ja. Ridder en baron Jean-Pierre de Bandt van het vroegere, befaamde advocatenkantoor De Bandt-Van Hecke-Lagae. Als voorzitter van de Belgicistische denktank, de Coudenberggroep, vroeg hij aan de pas afgestudeerde Van Quickenborne of hij geen voortrekker wou worden van een “beweging voor politieke vernieuwing”. (Dat werd dan “Triangel”, een links-unitaire beweging die met iemand als Bert Anciaux zou uitgroeien tot ID21 en SPIRIT.) En aldus is – mede dankzij instigatie van zijn broer – de jonge Vincent niet blijven steken in de banksector.
In het antwoord op die heikele derde vraag heeft Vincent weinig zin om ietwat uit te weiden over zijn flexibele, kronkelige politieke loopbaan. Over AMADA alweer geen woord. Vertelt bijv. ook niet dat hij mede door toedoen van wijlen volksvertegenwoordiger Pierre Lano bij de VLD is terecht gekomen en via een kartellijst verkozen raakte in de Kortrijkse gemeenteraad.
P.S.
Er zijn nog vragen en antwoorden.
Voor een volgende keer.
“De 16 vragen vragen van De Wachter” aan Quickie: inleiding (1)
‘Het Laatste Nieuws’ stelt om de week de zgn. ” Vragen (16) van De Wacher” aan een of andere VIP.
Op 14 mei was het de beurt aan Vincent Van Quickenborne, Minister Van Justitie (en Noordzee!), tevens nog altijd titelvoerend burgemeester van Kortrijk.
We gaan straks even na wat heus als relevant is te beschouwen in de antwoorden van de minister, ook al slaan vraag en antwoord voor het overgrote deel op zijn privé-leven.
Kortrijkwatcher blijft overigens – als ervaringsdeskundige in het politieke leven van elke dag en zijn vroegere connecties met politiekers – hardnekkig van oordeel dat een politicus of politica totaal géén privé-leven heeft, beter gezegd: dat zijn (haar) privé-leven wel degelijk repercussies heeft op zijn politiek handelen. Op zijn (haar) werk.
Komaan zeg. Dat geldt au fond toch ook voor u, als gewone burger? Stel dat u met het verkeerde been bent opgestaan.
En: vergeet Quickie soms iets?
Herkennen we hem wel zoals hij is?
Van woonzorgcentrum tot detentiehuis (1)
Het voormalige OCMW-woonzorgcentrum Lichtendal (gelegen dichtbij en tussen de universiteit KULAK en de hogeschool VIVES) telt 48 wooneenheden, verdeeld in drie aparte woonhuizen rond een binnentuin, die namen dragen als De Deder, De Melde, De Wikke. (Hopelijk blijven die rare maar toch leuke namen bewaard voor de aanduiding van de woonst voor de gedetineerden.)
De kamers hebben een standaardformaat, of zijn wat ruimer, of zijn een studio of flat.
Indertijd werden ze bewoond door 48 min of meer dementen, allen 65 plussers. Vandaar dat allerhande deuren zijn beveiligd: zonder badge geraak je niet binnen of buiten.
Directeur was Jan Goddaer.
Het WZC staat al leeg sinds midden 2019. De bewoners verhuisden naar “De Zon” in Bellegem.
Het OCMW hoopte de site te verkopen voor goed 4 miljoen euro. Er was interesse bij de KUL en VIVES om aldaar te komen tot een “associatiecampus”. Dat is toen niet doorgegaan om een ons onbekende reden.
Met de komst van corona dacht men in april 2020 om de site om te schakelen tot een “zorghotel” om alzo ziekenhuizen uit de regio te ontlasten, maar dat is niet nodig gebleken. Nu is de site verhuurd aan VIVES en doet dienst als opleidingstehuis voor verpleegkundigen. Het contract loopt eigenlijk nog tot juni 2022.
Minister van Justitie en Kortrijks titelvoerend burgemeester Vincent Van Quickenborne is na een lek uit CD&V-bronnen kort geleden verplicht geweest om toe te geven dat hij geheime onderhandelingen had gevoerd om “Lichtendal” om te toveren tot een gevangenis, genaamd ‘detentiehuis’. Omwonden gebelgd en ongerust (petitie!) en zowel KULAK als VIVES ook niet echt content.
De minister zag zich genoodzaakt om op 26 oktober een zeer georkestreerd “infomoment” te houden om de bewoners gerust te stellen en tegenstanders de mond te snoeren.
Volgens Het Laatste Nieuws (online op 27/10) verklaarde Quickie toen dat hij persoonlijk zou instaan voor de veiligheid, en hij garandeerde dat ! (Wat als er bijv. een groepsgewijze ontsnapping zou gebeuren? Neemt hij dan ontslag als minister?)
Het is nogal begrijpelijk dat de omwonden zich ongerust voelen en dat op die infovergadering ongeveer alles draaide rondom deze problematiek en de vraag naar de betekenis van het begrip ‘detentiehuis”.
Maar de redactie van kortrijkwatcher zit met andere prangende vragen, meer politiek-zakelijk gericht.
Maar dat is voor een volgende keer.
Minister Van Quickenborne nipt niet gebuisd in Humo’s grote regeringsrapport
In het nummer van 29 juni heeft Humo (pag. 11-12) in een eerste rapport de huidige acht Nederlandstalige federale minister laten beoordelen door prominenten als Dave Sinardet (prof politicologie VUB), Peter Deroover (Kamerfractieleider N-VA), Frank Verbrugge (prof strafrecht KUL), Barbara Pas (Kamerfractieleider VB).
Onze minister van Justitie Vincent Van Quickenborne kreeg onder de titel “hijgerige communicatie” het kleinste aantal punten: 5 op 10. (Dit komt niet in ons Stadsmagazine.)
Kortrijkwatcher zit daar voor niks tussen maar kan enkel het oordeel in zijn geheel beamen. Zelfs toejuichen, in deze zin dat uit het rapport blijkt dat Quickie als minister niet anders handelt en functioneert dan als burgemeester. Men zou dit zelfs als een compliment kunnen beschouwen: hij blijft zijn eeuwige en enige zelf !
In een woordje vooraf merkt een redacteur van het rapport op dat de neus van Quickie nog altijd scherp staat voor het ruiken van opportuniteiten. Kortrijkwatcher weet dit ook en zei vroeger al dat hij er in slaagt om altijd en lang op voorhand in te zien aan welk wagentje (persoon) hij moet hangen om in zijn politieke loopbaan vooruitgang te brengen. (Omgekeerd merkt ook alras op voorhand wanneer hij best met iemand zou afhaken. Zelfs liquideren.)
Prof. Sinardet is van oordeel dat Van Quickenborne wellicht de minister is met het hoogste populistische gehalte. “Hij weet wat de mensen graag horen.” Ja!
Kamerlid Pas breidt dit oordeel verder uit. “Sterker”, zegt zij, “hij is de kampioen van de populistische aankondigingen.”
En meestal doet hij die eerst in de pers, pas daarna in het parlement En zij voegt er aan toe: “Maar zijn decibels worden niet gevolgd door realisaties.” (Lezers van kortrijkwatcher weten dit maar al te goed. Denken dan aan de lage realisatiegraad van de voorziene investeringen.)
Prof. Verbruggen is ook niet mals. Hij wijst op een contradictie in het voornemen van de minister om zerotolerantie in te voeren. “Als je elke korte gevangenisstraf effectief uitvoert, moet je een hoop gevangenissen bijbouwen. Dat kost fortuinen: willen we dat?” De prof strafrecht meent nog dat Quickie – “los van zien hijgere communicatie – de heilige huisjes spaart.” Hij neemt een afwachtende houding aan in zake zoals de hervorming van het strafrecht, het Hof van Assisen. En zelfs van de digitalisering van Justitie zien we nog niks.
Eindoordeel van Humo:
“Vincent steekt vaak zijn vinger op en maakt de klas graag aan het lachen, maar moet dringend meer aandacht schelen aan zijn huis- en studiewerk. 5/10 dus.
P.S.
In de gemeenteraad van morgen 5 juli zal onze titelvoerende burgemeester het nieuwe huishoudelijk reglement van de Raad goedkeuren. De oppositie wordt nog méér monddood gemaakt. Zie daar ook maar de hand in van Quickie.
Hoe staat het met de “ethos” van minister Van Quickenborne? (les 3bis)
De vraag is gerechtigd.
Vincent Van Quickenborne (V.VQ.) heeft er zich tegenover de Kortrijkzanen plechtig en formeel (de eed ontbrak nog net!) toe verbonden om tot het eind van de legislatuur (2014) burgemeester te blijven van zijn beminde centrumstad die volgens én dankzij hem is uitgegroeid tot een voorbeeldstad.
Stel u voor. De schaamte voorbij? Het was zelfs een bruikbaar propaganda-argument om hem intussen toch ook maar te laten verkiezen tot federaal Kamerlid.
Met een discours aan de Kortrijkzanen én zijn uitlatingen in zijn goedgunstige pers heeft hij daartoe naar overtuigingsmiddelen (argumenten) gezocht die Aristoteles retorisch bekeken rangschikt onder de categorieën “logos”, “pathos” en “ethos”.
Een vorig stuk in deze stadskrant eindigde met de prangende vraag of hij zijn “verhaal” wel aan zichzelf zou kunnen verkopen? Dramatische vraag die in de lengte van jaren pas een antwoord zal krijgen bij een politieke misstap van zijnentwege. Of een verspreking, een loslippigheid van een concullega of medewerker.
Wij, en velen met ons, twijfelen alleszins aan het gehalte “ethos” ervan, d.w.z. aan de geloofwaardigheid en de oprechtheid van zijn argumentatie.
Daar willen we het nu wel een keer over hebben.
Zo zei burgemeester Quickie bijvoorbeeld dat de keuze om zich tot minister te laten benoemen niet evident was, ook al omdat hij Kortrijk “ongelooflijk graag ziet”.
Nu is het zo dat wij sinds lang vanuit het stadhuis geruchten horen dat hij al te veel “bezig is met Brussel”. In de pers (‘Het Nieuwsblad’ van 1 oktober) durfde alvast één iemand dit aldus verwoorden: “De drive en de schwung die hem kenmerken waren al geruime tijd niet meer aanwezig. Kortrijk begon te klein en te weinig uitdagend te worden.” (Het gaat om een uitspraak van Sien Vandevelde, communicatie-verantwoordelijke van de lokale oppositiepartij CD&V.) De bewering dat “hij graag verder had gedaan (sic) als burgemeester” kunnen we dientengevolge met enige scepsis bejegenen.
V.VQ. was nog van mening dat hij in deze crisistijden “niet aan de zijlijn kon blijven staan”. De plicht riep. Ook deze bewering geniet van enige twijfelzucht bij ons alsook bij de Kortrijkzanen die Quickie’s zeer bijzondere persoonlijkheidstrekken en (als ‘brutaal’ beschouwd) politiek handelen enigszins beter kennen. De geldings- en dadendrang en zijn onmeetbare ambitie, plus zijn ongeziene lef, doen bij ons en anderen de vraag rijzen of hij zich – ook in tijden ZONDER crisis – niet geroepen zou voelen tot het ministerschap.
V.VQ. zegt dat hij lang heeft nagedacht over de beslissing om over te stappen tot het federale niveau. Er nachten van wakker lag.
Dat kunnen we best geloven hoor, maar waarschijnlijk in een héél ander tijdsbestek dan hij publiek laat uitschijnen.
We stellen weer een fundamentele vraag: sinds wanneer heeft Van Quickenborne de onweerstaanbare drang (art.71) voelen opwellen om zich opnieuw met kracht als een ministeriabel iemand een weg naar boven te banen?
Wij doen een gok.
Al in augustus 2019 schuift V.VQ. de VLD-fractieleider Egbert Lachaert naar voor als DE geschikte VLD-partijvoorzitter. Nu moet u weten dat den Egbert zelf toen op dat ogenblik geenszins kandidaat was. In januari 2020 dringt Quickie er nogmaals op aan dat Lachaert zich zou kandidaat stellen. Hij ontvangt hem ook nog als een trofee op de nieuwjaarsreceptie van zijn Kortrijkse kiesvereniging genaamd “Team Burgemeester”
(Men beseft dat nog altijd niet goed: in centrumstad Kortrijk is er geen VLD meer.)
En in de aanloop van de verkiezingen van de VLD-voorzitter (die eerst zouden plaatsgrijpen in maart 2020) schaart hij zich volledig als een tandem gelijk achter Lachaert. Als zijn running mate.
V.VQ. weet pertinent goed dat het de partijvoorzitters zijn die de kandidaat-ministers aanduiden en is er ook van op de hoogte dat Lachaert op zijn beurt absoluut Alexander De Croo als premier wou in de vivaldi-regering.
Kijk.
Oostends burgemeester Tommelein zei het nog als commentaar op zijn nederlaag in die voorzittersverkiezingen. “Je moet het hem (Vincent) nageven dat hij telkens op een heel opportunistische manier de juiste kaart trekt.” En in Knack (7 oktober) lazen we eenzelfde analyse: “Hij (Vincent dus) ruikt van kilometers afstand een potentiële winnaar.”
En misschien moeten we dit nog even nageven.
De nieuwe premier De Croo is historisch zelf ook nog schatplichtig aan V.VQ…
Hij heeft zeker niet vergeten dat Quickie in 2009 (!) samen met Patricia Ceysens hem overtuigde om zijn kans te wagen als VLD-voorzitter.
Ja. Neen. Onze Quickie is heus niet van gisteren!
En zijn moreel kompas (de ethos!) is nogal beverig.
Later wenkt Europa? Na Verhofstadt? Want niettegenstaande al zijn ongetemde lef zal V.VQ. het niet meer wagen om zich in 2024 opnieuw op te werpen als kandidaat-burgemeester in zijn geliefde Kortrijk. Maar dat is inmiddels ook al geregeld: het wordt de nu waarnemend burgemeester Ruth Vandenberghe.
Past minister Van Quickenborne wel alle regels toe uit de “Ars Rhetorica”: ook de ‘ethos’? (deel 3)
Even recapituleren voor wie de eerste lessen uit de trilogie niet heeft gevolgd of niet weet waarover het gaat. Door zich te laten benoemen tot minister heeft Vincent Van Quickenborne (V.VQ.) zijn harde en herhaalde belofte om tot 2014 Kortrijks burgemeester te blijven helemaal niet nagekomen. In les 1 van deze trilogie beschreven we hoe hij via enkele theoretische overwegingen zijn overstap naar het federale niveau argumenteerde.
Aristoteles rangschikte dit soort van overtuigingsmiddelen onder de term ‘logos’. In de tweede les dan zagen we hoe hij daartoe ook enige “pathos” hanteerde.
Tot slot hebben we het nu over de “ethos” van V.VQ. Het derde en, volgens Aristoteles, het beste middel waarover een spreker kan beschikken om zijn publiek te overtuigen om te kiezen voor de zaak die hij meent te moeten of kunnen bepleiten.
Het begrip ETHOS omvat twee aspecten.
1) Het gaat om de vraag of de spreker beschikt over de nodige ervaring, deskundigheid over het onderwerp. 2) En anderzijds de vraag of hij met al die expertise zich ook nog kan presenteren als iemand die vertrouwen uitstraalt.
Over de competentie van V.VQ., zijn kwalificatie in de materie bestaat er geen twijfel, – zijn ministerschap over de Noordzee nu wel even daar gelaten.
Quickie is van opleiding jurist, was senator, volksvertegenwoordiger, fractieleider, staatssecretaris en minister en frequenteerde in zijn politiek leven meerdere partijen. Daar niet van. “Hij kan het.”
Heel anders is het wel gesteld met de vraag of zijn reputatie of imago voldoende gestoeld is op waarachtigheid, oprechtheid. Zoals men zegt in betere kringen: zijn “earnestness”! Die uitstraling heeft hij bij de enigszins geïnformeerde burger zeker onvoldoende. Het is toch een algemeen gedeeld gevoel bij politiek meer geïnteresseerden dat Quickie niet altijd geloofwaardig overkomt. Zelfs zijn non-verbaal gedrag draagt daartoe bij: zijn theatraliteit, zijn gespeelde en al te vaak uitgeoefende, populistische verontwaardiging over alles en nog wat. En dat hij tevens al te veel in zijn betoog een zinsnede start met “eerlijk gezegd” wekt ook al enig wantrouwen op.
V.VQ. is waarlijk door de wol geverfd. Zijn woordbreuk tegenover de Kortrijkzanen leert veel over zijn politieke mores.
Laat ons naar aanleiding van dit “verraad” daar in een volgend stuk wat concreet op ingaan. Constructieve journalistiek!
We willen wat meer feitelijk terugkeren naar zijn discours waarbij hij zijn beminde Kortijkzanen wou overtuigen van de redelijkheid en de noodzaak van zijn besluit om verder af te zien van zijn mandaat als geliefde burgervader.
Laat ons eens een gedachte-experiment opzetten en aan V.VQ. de fundamentele vraag stellen: “Kunt u uw verhaal wel aan uzelf verkopen?”
(Wordt vervolgd.)
Minister Van Quickenborne past de regels uit de “Ars Rhetorica” toe: de ‘pathos’ (deel 2)
In een vorige les van een tijdje geleden beschreven we hoe Kortrijks burgemeester V.VQ. (Vincent van Quickenborne) met theoretische, logische redeneringen heeft geprobeerd om het afzweren van zijn dure eden – om voor altijd burgmeester van zijn beminde centrumstad te blijven – toch wat goed te praten. Het kwam hierop neer: hij heeft in feite zichzelf opgeofferd om het land met zijn ministerschap (ook van de Noordzee) door de crisis heen te loodsen. Tegelijk laat hij Kortrijk niet los en wil (vanuit federaal niveau zeg!) nog veel goed doen voor de stad.
Dit soort van overtuigingsmiddelen rangschikte Aristoteles in zijn “Ars Rhetorica” tot de categorie “logos”.
Maar de wijsgeer wist maar al te goed dat er meer nodig is dan rationele, inhoudelijke argumenten (logos) om als onderdeel van het betoog de toehoorder niettemin te overtuigen van zijn gelijk als spreker. Er is alleszins ook “PATHOS” nodig: men dient de emoties van het publiek te bespelen.
V.VQ. kan dat als geen ander maar het lukt wel niet bij iedereen.
Zijn toespraak tot de Kortrijkzanen (die zich waarlijk verraden voelen) begon al meteen met de meest gekende, populistische methode: de ‘captatio benevolentiae’: het goed stemmen van het publiek zodanig dat men begint warme gevoelens te koesteren voor de spreker. Enige vleierij mag daarbij niet ontbreken.
Dus zei de afscheidnemende burgervader: “Ik ben een trotse burgemeester. Ik was graag verder uw burgemeester geweest, van een provincienest dat (nu) een voorbeeldstad in Vlaanderen is.” Het was waarlijk geen evidente keuze, omdat hij Kortrijk graag ziet. Dat u dat maar weet.
V.VQ. onderstreepte dit alles dan met de weidse advocatengebaren en stemverheffingen (met een enkele kortstondige pauze), eigen aan iemand die eigenlijk niet kan verbergen dat hij toneel speelt.
Tot de ‘pathos’ van een deskundige redevoering behoort dit overtuigingsmiddel tot het decorum. Niet voor niets hield Quickie zijn toespraak in de prachtige Beatrijszaal van het historische stadhuis, met op de achtergrond een kunstig glasraam en een rij indrukwekkend dikke boeken.
V.VQ. liet het natuurlijk niet na om enig medeleven, welwillendheid, zelfs medelijden uit te lokken bij zijn toehoorders. Dus moesten we aanhoren dat hij over zijn overstap naar Brussel lang heeft nagedacht, ja daar echt nachtenlang heeft van wakker gelegen, en met veel mensen over heeft gepraat. Ook met zijn vrouw. (Want wie gaat er nu de dochter naar school voeren?) Maar ja, “plicht roept en men kan niet aan de zijlijn blijven staan”.
En: “Wat we in Kortrijk doen met onze ploeg, moet ook in ons land mogelijk zijn.”
Naschrift.
Wat dat ook moge zijn wat u hier ter stede en in Brussel doet, dank u voor alles, titelvoerend burgemeester!
In een volgende editie van deze krant zullen we het nog hebben over uw beroemde én beruchte eigen “ethos”.
Over de persoonlijkheidsstructuur van onze nieuwe burgemeester (2)
Spoiler
Niemand van de redactie van kortrijkwatcher heeft ooit een woord gewisseld met de nieuwe burgemeester.
In het Kortrijks Staatsblad van 10 oktober (dat is de regionale editie “Leiestreek” van Het Laatste Nieuws) kreeg Ruth Vandenberghe acht vragen vanwege Peter Lanssens (lps) te verwerken waarvan toch de helft eerder van persoonlijke en niet van politieke aard waren. In elk geval ging de politica daar maar al te graag op in, terwijl men in een maideninterview met een persoon die een nieuw politiek mandaat toegewezen krijgt toch eerder verwacht dat men de focus legt op zijn politiek denken en handelen.
Van enige politieke overtuiging of ideologie is dus geen sprake.
Van Kortrijk “de beste stad van Vlaanderen” maken, dat aanziet Ruthie oftewel “”kordate hyrax” (ze verklapt ook haar bijnamen) als belangrijkste doel van haar ambt. Daartoe wil zij ervoor zorgen dat de grote stadsdossiers op de rails blijven. (Persjongen (lps) laat hierbij na om te wijzen op de uiterst lage lage realisatiegraad van de investeringen in de eerste helft van dit jaar en vraagt niet wat ze daar wil aan doen. Idem voor de vorige bestuursperiode.)
De nieuwe waarnemend burgemeester geeft nederig toe dat zij weinig ervaring heeft. Is dat wel juist?
Zij was:
– schepen gedurende 1 jaar en 10 maanden
– coördinator participatie (5 jaar en 5 maanden)
– projectmanager bij de SOK (7 jaar en 3 maanden)
– werkzaam bij de communicatiedienst van de stad (8 jaar en 3 maanden)
– werkzaam bij de persdienst van stad (2 jaar en 7 maanden)
Dat maakt dat onze nieuwe burgemeester al zowat 22 jaar “in de politiek zit” en veel te weten is gekomen over het reilen en zeilen in de stad en niet in het minst in het stadhuis. Kortom: zij weet alles over interne keukens.
Ruthie meldt nog als een voordeel dat zij een “politiek onbesproken blad” is. Ook dat kan men in twijfel trekken. Zij is namelijk rechtstreeks werkzaam geweest bij wijlen burgemeester Manu De Bethune en bij Stefaan De Clerck. Twee rasechte christen-democraten toch?
Mogen we uit dit alles besluiten dat er soms enige twijfel kan bestaan over haar geloofwaardigheid? (Waarom vertelt zij ook niet dat ze aan de Gentse univ van 1991 tot 1995 politieke wetenschappen heeft gestudeerd.)
De interviewer getuigt in zijn vraagstelling niet van enige kennis van wat men in de psychiatrie bestempelt als “structurele diagnostiek”. Dat is teveel gevraagd. Er komt weinig dieptepsychologie aan te pas. We krijgen wel te maken met een soort lichte “descriptieve diagnostiek” zodat we eerder wat losse karakter- en persoonlijkheidstrekken van onze burgermoeder te weten komen.
Zo eigent Ruth Vandenberghe zichzelf een hele rist deugden toe die goed van pas komen in de politiek.
We sommen ze op, in de volgorde waarop de burgemeester die zelf in het interview te berde brengt.
Ruthie is: stressbestendig, rationeel, kordaat, daadkrachtig. Is voorstander van een “no-nonsense aanpak”, naar het voorbeeld van de titelvoerend burgemeester Quickie.
Zij vertoont verantwoordelijkheid en leiderschap, is oprecht en spontaan, en een keiharde werker. Zij kan mensen enthousiasmeren, en leert snel bij.
Dat is al heel wat om over naar huis te schrijven, nietwaar?
Zij heeft verder nog wat menselijke deugden over die goed van pas komen in het werkelijke, gewone leven. Zij slaat graag met iedereen een babbeltje, is een fuifbeest (zonder de controle te verliezen!), is ook wel een beetje rebels en onbevangen.
Onze gemeenteraadwatcher heeft evenwel bij Ruth Vandenberghe in haar functioneren als schepen enige afweermechanismen kunnen waarnemen, dienstig om de integratie van haar persoon in stand te houden. (Die mechanismen komen helaas niet voor in het interview.)
Die gedragingen waren natuurlijk opvallend in dossiers waarmee zij het moeilijk had om die te verdedigen, zoals de sluiting van containerparken, het digitale “referendum” over autoloze zondagen. Dan bleek zij in haar optreden nogal obstinaat, deed aan verdringing, rationalisatie en ontkenning. Was ook kort van stof in deze materies.
Tja, je kan niet alles hebben.
Zo. Dat hebben weer even gehad.
Toch nog even een belangrijke politieke uitlating van onze Ruth.
We schreven hier al een keer dat we eigenlijk drie burgemeesters hebben: Vandenberghe , Van Quickenborne en Maddens.
Nu vertelt Ruth dat zij wekelijks gaat samenzitten met Quickie, Wout en Arne.
Dat is dus niets anders dan te bestempelen als een schaduwcollege alwaar beslissingen zullen vallen waar de schepenen van de SP.A en de N-VA niet zullen omheen kunnen.