Category Archives: ambtenaren

Jaarrekening 2014: over de daling (en stijging) van de personeelskost

Nog onder het vorige bestuur (CD&V-VLD) bedroeg de personeelskost 45,36 miljoen euro in het jaar 2012. Sociale lasten en pensioenen inbegrepen.
De nieuwe tripartite (VLD, NV-A, SP.A) beloofde al meteen om “orde op zaken te stellen” door “een sober personeelsbeleid” te voeren. Er zouden namelijk in de gehele legislatuur 104 personeelsleden verdwijnen uit het bestand van 970 koppen, zonder afdankingen. Slechts één op drie vertrekkers zou men gaan vervangen. Aldus verwachtte men dat in het jaar 2013 het personeelsbestand met 17 koppen zou verminderen en in 2014 nog een keer met 10. In 2015: met 16.

Op een of andere manier zou dit “sober personeelsbeleid” financieel tot uiting moeten komen in de (lagere) personeelsuitgaven, zoals vermeld in de jaarrekeningen.
We bekijken dat even:
– jaarrekening 2012: 45,36 miljoen
– jaarrekening 2013: 47,70 miljoen (stijging: 5%)
– jaarrekening 2014: 46,88 miljoen (daling: 1,9%)

Merk op dat er voor het jaar 2014 wel degelijk een budget aan personeelsuitgaven was voorzien van 49,50 miljoen euro.
Vanwaar dan die “lage realisatiegraad”? (Zes procent minder dan geraamd.)
De schepen van Financiën legt dat heel simpel en laconiek uit. Zo is ze wel. Zij noteert: “De lagere realisatiegraad bij de bezoldiging is het gevolg van het doorschuiven van de responsabiliseringsbijdrage bij de RSZPP0 van 1,9 miljoen van 2014 naar 2015.”
Een bijzonder korte, pittige uitleg. Er wordt dus in het geheel niet gerefereerd naar mogelijke besparingen ten gevolge van het schrappen van jobs. (Het is overigens zo dat er in de voorbije jaren enkele dure vogels van A1-nivea zijn aangeworven, directeurs bijvoorbeeld.)

Ter info even dit.
Als pure bezoldigingen (zonder sociale lasten en pensioenen) is vorig jaar 29,7 miljoen aangerekend (budget was 30,2 miljoen). De werkgeversbijdrage voor de pensioenen bedroeg 9,9 miljoen (budget 12,1 miljoen).

En hoe zit het met de dalende personeelskost voor dit jaar 2015?
Het initieel voorziene bedrag was 43,37 miljoen euro. Een scherpe daling dus, maar in de volgende gemeenteraad van 29 juni wordt al een eerste budgetwijziging 2015 goedgekeurd waarbij de geraamde personeelsuitgaven toch weer enigszins stijgen naar 44,79 miljoen.
Niettemin gaat het tussen 2014 en 2015 voorlopig om een daling met zowat twee miljoen.

Hoe legt de schepen van Financiën dit nu uit?
Alweer helemaal niet door te verwijzen naar een vermindering van het aantal medewerkers.
De bevoegde schepen Catherine Waelkens (N-VA) stipt heel laconiek aan dat de personeelskost voor de brandweer en de dienst 100 letterlijk is verdwenen uit de begroting.
U moet weten dat de zone Fluvia nu betaald wordt met dotaties van de aangesloten gemeenten. Voor Kortrijk zou deze nieuwe gang van zaken dit jaar 2015 een besparing opleveren van minstens 4 miljoen!
De schepen van Financiën heeft het nog over de effecten van de gevoerde “ombuigingspolitiek”.
Onder die nogal hoogdravende term moet u gewoon verstaan dat de tripartite de laatste tijd naarstig bezig is met het uitbesteden van traditioneel gemeentelijke taken en diensten. Stad doet niet meer zelf aan kinderopvang, aan bepaalde vormen van groenonderhoud, en heeft voor het poetsen van de stadgebouwen een privé-firma ingeschakeld. Dat kost allemaal wel geld, maar die uitgaven zijn spoorloos verdwenen uit de post “bezoldigingen” in het stadsbudget én in de jaarrekening.

Ja,
zo fopt men Frederik

P.S.
Responsabiliseringsbijdrage??
Een lokaal bestuur waarvan de pensioenlast van de gewezen statutaire medewerkers groter is dan wat het lokaal bestuur betaalt als basispensioenbijdrage (via de lonen van de actieve statutairen) moet een bijkomende extra factuur betalen aan de RSZPPO. Die factuur is de responsabiliseringsbijdrage.

Jaarrekening 2014: nog altijd weinig investeringen

De coalitie bestempelde zichzelf van bij de aanvang als een grote “investeringscoalitie”. Voor de gehele bestuursperiode van zes jaar voorzag men voor niet minder dan 160 miljoen euro aan investeringen in stad. Stond allemaal uitgebreid te lezen in de bevriende (de “embedded”) lokale perse.

Mede omwille van het laattijdig goedkeuren van de begroting (pas in maart) was 2013 inzake investeringsverrichtingen een totaal mislukt jaar.
Men dacht voor 28,5 miljoen te besteden aan buitengewone uitgaven (inclusief de leningslasten van 7,3 miloen) maar daarvan is slechts 11,2 miljoen daadwerkelijk aangerekend. En bij de “pure” investeringen ten bedrage van 14,4 miljoen is toen slechts 3,3 miljoen gefactureerd.
(Geen Kortrijkse kiezer die dat weet, – het stond niet in de gazetten.)

Initieel voorzag het budget 2014 een investeringsuitgave van 25,3 miljoen euro.
Het eindbudget (derde begrotingswijziging van oktober 2014) zag het al wat ruimer: er zou 39,9 miljoen besteed worden aan investeringen.
En zie nu een keer: de investeringsrekening van 2014 vermeldt een investeringsuitgave van niet minder dan 45,23 miljoen euro. Ongezien, ongehoord!
Dat geldt tot we de samenstelling van dat immense bedrag wat nader in detail bekijken.

De werkelijke investeringsverrichting bedraagt slechts 21,77 miljoen euro. En dat is dus zelfs minder dan oorspronkelijk geraamd.
Hoe komt men dan aan die totale som van 45 miljoen?
Simpelweg door een “investering in financiële – géén materiële – vaste activa” in rekening te brengen. Stad heeft namelijk voor 23,45 miljoen ingetekend op een kapitaalsverhoging van de intercommunale Gaselwest. Dat geeft een heel vertekend beeld van de investeringsverrichtingen.

Overigens.
Bepaalde hoog geraamde investeringsbudgetten konden blijkbaar moeizaam of zelfs niet gerealiseerd.
We vermelden (afgeronde bedragen):
– jeugdherberg, fuifzaal, jeugdverenigingen: 2,9 miljoen (voorziene budget was 5 miljoen)
– parken, groen, natuurgebieden, speelruimten: 130.000 euro (budget: 1,7 miljoen)
– klimaatstad: 22.000 euro (budget: 430.000 euro)
– ondernemerschap: nul euro (budget: 25.000 euro)
– camera’s in de straten: 106.000 euro (budget: 442.000 euro)
– stadsvernieuwingsproject Overleie: 905.000 euro (budget: 1,13 miljoen)
– fietspaden: 55.000 (budget: 507.000 euro)
– trottoirs: 406.000 (budget: 740.000 euro)

P.S.
Intussen is de tripartite nu ongeveer halverwege de bestuursperiode beland.
Zal men tegen de volgende gemeenteraadsverkiezingen de voorziene investeringen van 160 miljoen euro wel kunnen realiseren?
Burgemeester aka ASAP zal zich moeten reppen. Voor dit jaar 2015 oogt de geraamde investeringsuitgave opnieuw weinig gigantisch: 29 miljoen.

Stadsambtenaren mogen gratis naar het “Feest met de Burgemeester”. En waarom wij niet??

Om 21 uur vanavond start het feest met de burgemeester in de groothandelsmarkt te Heule. Het entreegeld bedraagt 5 euro in voorverkoop en 10 euro aan de deur.
Volgens “Het Nieuwsblad” van vandaag mogen stadsambtenaren gratis binnen want de burgemeester wil ze hiermee belonen voor hun inzet. (Er is al een gratis personeelsfeest geweest dat Stad 52.500 euro heeft gekost.)

Waarom gewone burgers wel entreegeld dienen te betalen is ons een raadsel. Zie hierna.
We vermelden namelijk even de voor dit jaar geldende bepalingen inzake het gebruik van de Kortrijkse groothandelsmarkt. Ga hierbij na tot wat voor soort activiteit het “feest met de burgemeester” behoort en trek uw conclusie omtrent de vraag naar inkomgeld.

Bij een niet commerciële activiteit georganiseerd ten gunste van een goed doel door een lokale vereniging of festiviteit zonder commercieel doel:
– inkomgeld mag
– beperkt (kostendekkend) standgeld mag
– stad vraagt geen gebruiksvergoeding

Bij een andere niet-commerciële activiteit:
(Bijvoorbeeld: vinkenzetting, offerfeest.)
– inkomgeld mag NIET
– beperkt (kostendekkend) standgeld mag
– stad vraagt geen gebruiksvergoeding

Bij een commerciële activiteit:
– inkomgeld mag niet
– standgeld onbeperkt
– stad vraagt gebruiksvergoeding van 150 euro per dag

P.S.
Een bericht van 3 april in deze krant gaf aan met welk juridisch foefje het schepencollege de vraag naar entreegeld goedpraat.

De factuur van de nieuwjaarsreceptie voor het stadspersoneel: 52.500 euro !

Wat een misrekening.
Men had gedacht aan iets van 30.000 euro in het totaal, met bepaalde verdeelsleutels voor Stad, brandweer, OCMW, AGB SOK, AGB BUDA, en AGB PARKO. Het evenement zou “kostenbewust” georganiseerd worden door de inzet van stadsmedewerkers en het schrappen van bepaalde activiteiten. Maar wat blijkt nu?
De factuur van Kortrijk Xpo bedraagt alleen al voor het aandeel van Stad niet minder dan 35.586 euro. En met de bijdrage van Stad aan het OCMW erbij geteld wordt dat zelfs 43.704 euro.

Er zijn geen cijfers beschikbaar van de effectieve aanwezigheden,maar men heeft 2.422 uitnodigingen verstuurd. (Voor Stad alleen al 1.436 uitnodigingen.)
De kostprijs op basis hiervan bedraagt dan per persoon 21,68 euro. Dit betekent dat de totale kostprijs van de receptie neerkomt op 52.508 euro.

Hoe is die merkwaardig hogere kost te verklaren?
– Hoewel er geen speeches waren voorzien heeft men toch een podium met geluidsinstallatie laten installeren. (De burgemeester kon nu eenmaal niet zwijgen.)
– Een uitgebreider inzet van Picabelco (voor ‘photobooth’) ondersteund door 2 (ipv 1) projectschermen. Xpo zette met Barco ook betere en grotere schermen in dan vorig jaar.
– Het drankenpakket bevatte dit jaar ook Omer.
– Er was een grotere zaal nodig, met meer verlichting.
– Omdat er meer volk was, werden twee bars met bediening voorzien.
– De vestiaire was nu met bediening en met verzekering.
– De receptie werd (op vraag van het OCMW) verlengd tot 20 uur. Bijgevolg viel ook het buffet en het drankenpakket iets duurder uit en was er ook een uitgebreidere personeelsbezetting nodig.
– Voor de bediening van de hapjes heeft Xpo extra kelners laten uitrukken.

Nog ter info.
De (afgeronde) bijdragen van de andere participanten (berekend op basis van het aantal genodigden) in de kosten van het gebeuren:
– Parko: 1.095
– SOK: 43
– Buda: 113
– OCMW: 7.544
– Brandweer: voor dit jaar ten laste van Stad

Alweer een nieuwe eindafrekening van de kosten van het museum Texture

De totale kost voor de verbouwing van de voormalige Euroshop aan de Noordstraat tot (vlas)museum “Texture” zou nu 5.562.932 euro bedragen, inclusief BTW. We hebben het dan over de kostprijs voor de werken, leveringen, erelonen en nutsvoozieningen.

Het schepencollege gewaagt hierbij van “een volledig definitief financieel overzicht” voor de realisatie van het museum. Wat niet juist is. Men gaat nu namelijk nog over tot de dakherstelling van de loods, waarbij de kost wordt geraamd op 41.776 euro. En het museumplein zal men waarlijk opnieuw aanleggen op basis van een plan van de Spanjaard Jordi Farrando. (De blijkbaar voorlopige aanleg koste al 50.000 euro. Weggesmeten geld dus.)
Bij de kostprijs van de verbouwing en inrichting van het museum moeten we nog de cash betaalde erfpacht voor het pand optellen: 2.034.021 euro.
Dat levert voorlopig de som op van 7.596.9453 euro.

De kostprijs van bepaalde loten kenden een aanzienlijke afwijking t.o.v. het gunningsbedrag:
– ruwbouw;: van 1.308.424 naar 1.434.757 euro (+9,8 %)
– afwerking: van 808.171 naar 999.156 euro (+23,7 %)
– elektriciteit: van 479.403 naar 512.765 euro (+6,9 %)
– vast meubilair: van 188.912 naar 213.264 euro (+12,8 %)

Door die meerwerken loopt het bedrag van erelonen voor het architectenbureau NOA én de scenograaf MADOC samen op van 185.000 naar niet minder dan 534.975 euro. Dat is een stijging van 189 procent !

Het schepencollege verdedigt de meerwerken door te stellen dat zij “veel toegevoegde waarde” meebrengen. Voorbeelden daarvan zijn:
– akoestische maatregelen: +62.961 euro
– extra sanitair: +18.259 euro
– verwarming en sanitair voor de bistro “Damast”: +30.093 euro
– meubelen bistro: +37.301 euro
– extra verlichting kroonzaal: +14.784 euro.

Die bemerking over de “toegevoegde waarde” van bepaalde werken kan wel juist zijn, maar vertel dat dan maar eens aan de vier kandidaat-ontwerpers die bij de oorspronkelijke aanbesteding van de studieopdracht omwille van hun (hoge) offerteprijs uit de boot vielen…

N.B.
Indertijd hoopte het stadsbestuur op subsidies én inkomsten van de verkoop van het oude vlasmuseum op een te incasseren bedrag van 3,6 miljoen.
We weten niet of dit is gerealiseerd.

Kan een advocatenkantoor dat werkt voor Stad mede de secretaris en de financieel beheerder evalueren?

GOEDE VRAAG ZEG.
VRAAGT OM EEN ANTWOORD.

Het College heeft al in juni 2013 beslist om het functioneren van de stadsecretaris (Geert Hillaert) en de financieel beheerder (de ontvanger Johan Vanhoutte) te evalueren. Dat is immers al een tijdje (onder het vorige bestuur) niet meer gebeurd.
Deze zgn. “decretale graden” worden geëvalueerd door een Evaluatiecomité bestaande uit het College van Burgemeester en Schepenen (CBS) en de voorzitter van de gemeenteraad. En die evaluatie gebeurt op basis van een voorbereidend rapport opgesteld door een externe deskundige in personeelsbeleid.

Het Kortrijkse bestuur geeft die opdracht tot het maken van een rapport (“begeleiding van de evaluatie”) traditioneel – al zeker sinds 2010 – aan Jobpunt Vlaanderen (Heverlee) dat hiervoor als dienstverlener beroep doet op de consultancy van Hudson en Accord Group.
Tot zover niets aan de hand.

In overleg met de N-VA-voorzitter van de gemeenteraad achtte het CBS het nu plots aangewezen om nog een andere externe deskundige aan te spreken. Die zou het CBS moeten “bijstaan bij de besluitvorming omtrent de evaluaties”.
Men heeft daarvoor drie advocatenkantoren aangeschreven, allen met zetel in Kortrijk. Slechts één kantoor gaf daaraan gevolg, met name Publius, gevestigd in het Beneluxpark.
Nu moet u weten dat de twee belangrijkste senioren adviseurs van dat kantoor heel frequent opdrachten krijgen van Stad. Nog wel stelselmatig voor de meer gewichtige of complexere juridische zaken waarmee het bestuur heeft af te rekenen. De genaamde mr. Dirk Van Heuven doet bijvoorbeeld alles waarbij de Raad van State is betrokken. En mr. Steve Ronse bijv. ingewikkelde betwistingen bij het Hof van Beroep.

Men kan zich gemakkelijk voorstellen dat deze heren bij hun werkzaamheden zowel fysiek als schriftelijk in contact komen met de stadsecretaris en/of de financieel beheerder. (De ontvanger dient ze nog wel uit te betalen ook.)
Diezelfde juristen worden dus nu geacht om het Evaluatiecomité – op een onafhankelijke wijze? – bij te staan in de besluitvorming over de evaluatie van die twee “decretale graden”.
Dit gaat heus ons deontologisch verstand te boven.
Onze klomp is gebroken.

Nog wat kanttekeningen, los van het bovenstaande.

1. Bij het verloop van de evaluatieprocedure heeft de gemeenteraad toch ook iets te zeggen?
Tot op heden is de Raad nog nergens bij betrokken. Het is nochtans wel degelijk de gemeenteraad die de wijze bepaalt waarop de externe deskundige de noodzakelijke informatie vergaart. Zou de gemeenteraad dan niet kunnen zeggen dat het deontologisch gewoon niet kan dat Publius mede is betrokken in de besluitvorming over de evaluatie (gunstig of ongunstig) van ambtenaren waarmee het kantoor heeft te maken?
Verder komt het de Raad toe om volgende zaken te regelen: de evaluatie tijdens de proeftijd, de duur van de evaluatieperiodes, de evaluatiecriteria, de gevolgen van de evaluatieresultaten. Waar en wanneer is dat gebeurd?

2. Bij de volledige vernieuwing van de gemeenteraad sluit de secretaris een afsprakennota met het CBS over de wijze waarop hij én het managementteam met het CBS zal samenwerken om de beleidsdoelstellingen te realiseren, alsook over de omgangsvormen tussen bestuur en administratie. Is die afsprakennota gemaakt?
We vragen dit mede omdat het een publiek geheim is dat de (8) functies van de financieel beheerder fel zijn aangetast, afgeslankt en ondermijnd. Hij heeft absoluut geen leiding meer over de financiële activiteiten van de stad. Is van bepaalde zaken niet eens op de hoogte gebracht. Publius zal daar ongetwijfeld rekening mee moeten houden bij de besluitvorming over de evaluatie (gunstig of ongunstig, en de gevolgen die men daar aan geeft).

3. Er zijn nu wel degelijk drie “decretale graden” te beoordelen.
Ook de ombudsman behoort daarbij. De procedure is wel anders.
Er is een bijzondere gemeenteraadscommissie hiertoe bevoegd. Een voorbereidend rapport is niet nodig. Gemeenteraad weet weer nergens van. Voorzitter wel??

P.S.
De tweejaarlijkse evaluatie van de decretale graden is een dure grap. Consultant Hudson vraagt hiervoor 11.500 euro en de Accord Group ongeveer evenveel. Publius zal zowat 7.500 euro kosten.

Vandaag nieuwjaarsreceptie van het stadspersoneel

We waren het bijna vergeten. Het personeelsevent gaat traditioneel door op de eerste vrijdag van het jaar.
Deze maal van 15 tot 20 uur. Voor het geval u dit bericht nog vandaag leest: u kunt nog delen in de feestvreugde, want er is een afterparty voorzien in Den Chips, de afspanning van gewezen VLD-raadslid Hans Masselis.

De receptie is kostenbewust georganiseerd, in die zin dat de stadsdiensten zoveel als mogelijk zelf het evenement organiseren en instaan voor het vervullen van een aantal taken. Zo verzorgt het OCMW bijv. – net als vroeger – de vijf aperitiefhapjes. Men schrapt ook optredens. De totale kostprijs van het evenement bedraagt nochtans alweer bijna 30.000 euro, terwijl men het vroeger goedkoper deed. (Bijv. voor 25.000 euro in 2013.)

Iedere partij staat in voor een deel van de onkosten, volgens het aantal genodigden.
– Stad zelf staat in voor (afgerond) 59 procent van de kosten, want men verwacht van die kant 1436 deelnemers.
– OCMW: 700 deelnemers, aandeel 9 procent, evenwel met een maximum van 8.391 euro.
– AGB SOK: 2 deelnemers, aandeel 0.08 procent.
– AGB Buda: 5 deelnemers, aandeel 0,21 procent.
– AGB Parko: 49 deelnemers, 2,02 procent.
– Brandweer met 229 deelnemers moet dit jaar zijn aandeel van 9 procent niet betalen.

De politie doet weer niet mee.

Kosten: 29.688 euro.
Verdeling:
– algemene kosten Xpo: 3.012 euro
– camera PicAbelCo: 906 euro (men maakt een filmpje)
– DJ: 544 euro
– geluid en licht: 8.942 euro
– catering Xpo: 14.598 euro (er is ook vegetarisch eten)
– huur materiaal Xpo: 1.685 euro

Er zijn geen toespraken voorzien !
De deelnemers worden uitgenodigd om een wenskaart in te vullen die begint met de zin: “En als we nu eens samen…”

Werking meldpunt 1777 wordt nog beter

Om de stad telefonisch te bereiken kan de burger gebruik maken van het (gratis) meldpunt 1777 of van het algemeen nummer 056/27.70.00. Dat oude nummer blijft bestaan al was het maar om oproepen vanuit het buitenland mogelijk te maken. Toch blijkt uit het jaarverslag 2013 dat er nog 37 procent bellen naar het algemeen nummer en blijkbaar nog niet echt op de hoogte zijn het bestaan van het meldpunt 1777. Men wil daar iets aan doen door in het voorjaar 2014 een promotiecampagne te voeren voor het meldpunt.

Piekmomenten bij het meldpunt
– Dagelijks: tussen 9 en 10 uur.
– Wekelijks: maandag-, woensdag- en vrijdagochtend.
– Jaarlijks: bij de eerste winterpiek, groeiseizoen van de planten, verkiezingen en net voor vakantieperiodes.

Efficiëntie
De verhouding tussen het aantal beantwoorde en aangeboden oproepen bedroeg in 2013 84,2 procent. Men wil dat optrekken naar 90 procent.
En groot aantal “onbeantwoorde” oproepen komen van bellers tijdens de sluitingsuren. Of van bellers die inhaken omdat de wachttijd hen te lang lijkt. Er zijn ook burgers die bellen naar het nummer van een stadsmedewerker. Als die persoon afwezig is wordt de oproep omgeleid naar het meldpunt.

Telefonische bereikbaarheid
Die wordt hoger.
– Men zal er in de toekomst voor zorgen dat er tijdens bepaalde uren altijd een stadsmedewerker van ieder team aanwezig is.
– Iedere oproep wordt geregistreerd en de betrokken (afwezige) medewerker krijgt het verzoek om de beller terug te bellen.
– Het meldpunt krijgt een ‘voice mail’ tijdens de sluitingsuren.

Communicatie
Wordt beter.
– Men krijgt een ontvangstbevestiging van de oproep.
– Men geeft zo nodig aan hoelang de behandeling van de melding zou kunnen duren.
– Tussentijdse communicatie over de behandeling van de melding wordt mogelijk.
– Men krijgt een bericht van afmelding.

Dossier optimalisatie en gedeeltelijke uitbesteding poetsactiviteiten bij stad niet ter inzage

Men moet dat nu maar eens uitleggen.
Het stadsbestuur (directie bedrijfsvoering) heeft een zgn. ombuigingsdossier opgemaakt inzake de poetsploegen die aan het werk zijn, enerzijds voor Stad zelf en anderzijds voor Sport, schouwburg, evenementen en verenigingen.

De poetsploeg van Stad bestaat momenteel uit 26 Voltijdse Equivalenten. Men wil daar 2 VTE schrappen. En op termijn de poetsactiviteiten in het stadhuis en in depot 102 uitbesteden.

En we mogen daar niet over schrijven !
Het collegebesluit daaromtrent is niet ter inzage !
Leg dat maar eens uit.

De vakbonden weten er toch wel van, of niet?
En mogen de raadsleden daar dan geen vragen over stellen?

P.S.
Het schepencollege van de nieuwe coalitie zegt zeer vaak dat een besluit niet ter inzage is. De reden ontgaat ons ook heel vaak.

Over de stijging van de personeelskosten en het indexcijfer

ER IS EEN UPDATE ONDERAAN

De lokale “embedded press” heeft het bij de Kortrijkse lezers heel goed ingehamerd: de nieuwe tripartite zou de personeelskost betekenisvol doen krimpen. Volgens de burgemeester zou er door de afslanking van het aantal personeelsleden al in het jaar 2013 voor 1,2 miljoen euro bespaard worden.
Het stond in de gazetten, en dat blijft dan voor iedere Kortrijkzaan eeuwig waar. Niets aan te doen.

De begrotingsrekening 2013 (met de werkelijk gedane uitgaven en ontvangsten) is intussen gekend geraakt.
En wat zien we?
– De vorig jaar aangerekende personeelsuitgaven bedroegen 47.662.431 euro. (Er is wél méér vastgelegd hoor: 48,0 miljoen.) In 2012 (onder het vorige bestuur) ging het om 45.315.439 euro aangerekende uitgaven. Een verhoging met 5,1 procent.
– De netto-uitgaven (lonen van onderwijzend personeel bijv. krijgt Stad terugbetaald) liepen op van 38.769.725 naar 40.632.776 miljoen. Een stijging van 4,8 procent.

Toen raadslid Alain Cnudde (voorheen CD&V-schepen van Financiën) de schepen van personeel confronteerde met deze opmerkelijke stijgingen, verklaarde Koen Byttebier (VLD) dat een en ander het simpele gevolg was van een indexering, ergens eind van het jaar 2012.
En waarlijk. In november 2012 is de spilindex (119,62) voor wedden en sociale uitkeringen overschreden. Als dit gebeurt verhogen de specifieke lonen en uitkeringen in de publieke sector met 2 procent. In de praktijk werkt men met een verhogingscoëfficiënt. Die multiplicator bedroeg bij die laatste indexering 1,6048 . Die indexering kan de stijging van de personeelsuitgaven met 5 procent absoluut niet verklaren.
(Het is trouwens zo dat de sociale uitkeringen vanwege het bereiken van de spilindex al werden aangepast in de maand december van 2012. Die verhoging althans komt dus niet meer voor in de rekening 2013. De lonen worden twee maanden na het bereiken van de spilindex verhoogd, hier dus in januari 2013.)

Over de afslankingen

De nieuwe tripartite zou dus “een sober personeelsbeleid” voeren.
Voor het jaar 2013 rekende men op 25 natuurlijke afvloeiingen. Men zou slecht 8 personeelsleden vervangen, zodat het aantal medewerkers met 17 zou verminderen.
In hoeverre dat is gebeurd weet niemand.
De raadsleden kregen bij de meerjarenplanning ooit een tabel te zien die de stand van zaken aangaf aan het eind van 2013, maar niet aan het begin van dat jaar. Eind 2013 telde men 970 personeelsleden (koppen), of 819,37 voltijdse equivalenten. Het begrotingsdocument 2013 (dat dus per definitie niet anders kan dan de stand weergeven van begin van dat jaar) vermeldt het cijfer 911. Als dit “koppen” zijn zouden er dus 59 leden zijn bijgekomen! Kan niet. Gaat het om 911 VTE, dan zouden er 91,63 VTE zijn weggevallen. Kan ook niet.

(Dat er niemand valt over dit soort absurde feitelijke gegevens.)

Waar zitten de (netto) stijgende personeelsuitgaven?

– Algemene administratie: van 7,23 naar 7,85 miljoen.
– Algemene diensten: van 3,99 naar 4,05 miljoen.
– Huisvesting/stedenbouw: van 1,95 naar 2,04 miljoen.

Merkwaardige dalingen?

– Volksontwikkeling en kunst: van 1,23 miljoen naar 875.452 euro.
– Bibliotheekwerking: van 278.668 euro naar 124.229 euro.

UPDATE
Via facebook laat de schepen van personeel weten dat de impact van de indexering zich heeft beperkt tot 800.000 euro. Hoeveel daarvan op de rekening van 2013 of het jaar 2012 kwam is niet aangegeven. Voorts laat hij opmerken dat bij ongewijzigd beleid de personeelskosten zouden oplopen tot 49 miljoen euro. (Het krediet op de begroting 2013 bedroeg 48 miljoen. Bij de tweede begrotingswijziging – die dus dateert van eind december 2013! – ging het om 48,2 miljoen.) De schepen van personeel zegt verder nog dat de afslanking van personeelsleden op schema zit, maar verstrekt daaromtrent geen concrete cijfers voor 2013.