Category Archives: ambtenaren

Een topambtenaar neemt ontslag omwille van een “politieke context” (2) – een corrigerende aanvulling is nodig…

In onze vorige editie hadden we het over “coördinator Katrien Voet stopt, maar Kortrijks project DURF2030 niet onder druk“. Dit was de titel van een stuk in “De Krant van West-Vlaanderen” (KW) van 21 oktober. Verder gaf het weekblad als reden van deze “stopzetting” dat er – helaas – een moeilijke match bleek te zijn tussen Katrien en “de politieke context”.
Tja, helaas heeft de senior-writer van “kortrijkwatcher’ zich toch weer eens verkeken en heeft hij ten onrechte vertrouwd op de plaatselijke pers waarvan hij nochtans absoluut geen hoge dunk heeft.
Er bereikte ons intussen nadere en heel fundamentele informatie over de casus Katrien Voet.
Jawel, het is juist dat zij stopt als coördinator van het project DURG2030, maar het zit zo: ZIJ STOPT HELEMAAL.
Al op 30 september laatstleden heeft zij aan het College van Burgemeester en Schepenen (CBS) haar ontslag aangeboden uit geheel haar functie van adjunct-directeur van Vrije Tijd/Team Cultuurcentrum, een functie die zij al bekleedt sinds 21 juni 2008.
Met andere woorden, geheel haar arbeidsovereenkomst als stadsmedewerker is sindsdien ten einde, en nu moet zij nog tot 1 januari 2023 haar opzeggingstermijn (drie maanden) volbrengen. Nog tot begin volgend jaar ergens op kantoor door het raam zitten staren… (Als dit in het magnifieke pand Broelkaai 6 moet gebeuren is dit misschien wat minder erg: zij kan er genieten van een prachtige tuin met orangerie en er is nog een bar ook.)
We vinden nergens een teken dat het ontslag van Katrien is gebeurd in het klassieke “in onderling overleg”, terwijl de schepen van cultuur Axel Ronse (N-VA) nochtans beweert dat hij altijd goed met Katrien heeft samengewerkt. (Wij vermoeden intussen dat bepaalde cultuurtopmedewerkers van stad de politiekers gewoon beu zijn.)
Intussen beweerde de schepen in voornoemde gazet KW nog dat het project om van Kortrijk in 2030 een Europese Culturele Hoofstad te worden door het verdwijnen van de gangmaker ervan, met name Katrien Voet, niet in gevaar komt.
Het blijft dus nodig om hier in deze elektronische gazet nog een woordje te wijden aan dat project DURF2003 en het bijhorende DURFFONDS.
Beschouw ‘kortrijkwatcher’ maar als een compliance-stadsblog…


Een topambtenaar neemt ontslag omwille van “een politieke context” (1)…

Ja, dat vergt alleszins wat nadere uitleg, en die proberen we hierna ook te geven.
We vrezen evenwel dat het niet zal lukken. En om – ja… – om de “context” te schetsen hebben we hoogst waarschijnlijk meer dan één stukje nodig.
Kort even alreeds dit bericht, om te beginnen.
Het weekblad “De Krant van West-Vlaanderen” (KW) meldt op vrijdag 21 oktober (pag. 10, tweede katern) – en wel als enige krant, ook dit is typisch – het volgende: “Coördinator Katrien Voet stopt, maar Kortrijks Project DURF 2030 niet onder druk”.
Reden? We citeren: “Helaas bleek de politieke context een moeilijke match te zijn voor Katrien en besluit ze de fakkel door te geven aan een nieuwe gangmaker.”
Niet te begrijpen.
Wat is “de politieke context”. En hoe kun je er moeilijk mee “matchen”. En waarom “helaas”?
Dat we het niet weten!

Maar wie is Katrien Voet?
Wel, de Waregemse architecte van opleiding is sinds september 2020 eerst “gangmaker’ “Kortrijk Culturele hoofdstad’ en later dan ‘coördinator’ van DURF2030. (Of omgekeerd, de termen worden door elkaar gebruikt.) Tevoren is ze al wel sinds 2008 in stad werkzaam als ‘cultureel functionaris”.
Als zo iemand ontslag neemt, dan betekent dat wel iets… Maar wat? We hebben er echt het raden naar.
In het weekblad KW geeft schepen van cultuur Axel Ronse (N-VA) nog als commentaar mee dat het groot project van Kortrijk om in 2030 de Europese Culturele Hoofdstad te worden niet in gevaar komt.

Om dit alles te begrijpen dient u nu ook te weten wat DURF2030 is, een organisatie waar Katrien Voet dus tot voor kort de gangmaker van was. Ter info, dit zgn. ‘platform’ is door het ontslag van Katrien toch niet helemaal onthoofd. Er is nog een coördinator (Naima Delaere), een jongeren-projectcoördinator (Helena Calleeuw van VIVES), een soort beheerder (Annelies Van den Berge van Buda), twee stagiairs, een verantwoordelijk voor het hoofdkwartier met de bar van de organisatie in het pand Broelkaai 6 (Angeline Toemasian).
De redactie van kortrijkwatcher schat inmiddels dat geeneens één procent van de volwassen Kortrijkzanen weet wat DURF2030 is en nog minder weet heeft van het bestaan van een DURFFONDS.
Kortrijkwatcher heeft het daar nochtans al over gehad.
Wel.
DURF2030 is een open platform waar zowel individuele burgers en creatievelingen als organisaties, ondernemers, overheden, allerhande instellingen en verengingen kunnen aan participeren.
Grote doelstelling is in feite om stad in staat te stellen om in 2024 al een unieke kandidatuur (‘bidbook’) voor Culturele Hoofdstad 2030 in te dienen. Het ‘platform’ doet dit “door concrete projecten te realiseren die via kunst en creativiteit een positieve impact hebben op maatschappelijke uitdagingen”.
Waarschijnlijk hebt u er nog weinig van gehoord, maar lopende projecten zijn bijvoorbeeld: ‘SpaceXDurf’, ‘Wanna know about, let’s talk about’, ‘Say my name’, Connect to collect’, ‘Dare to care”, enzovoort. (Engels wordt de cultuurtaal in Kortrijk, zoals vroeger het Frans.)
En voor zover u het nog niet wist: “Het doel is om te onderzoeken hoe we via kunst en creativiteit het maatschappelijk weefsel in onze stad en regio kunnen versterken, om betrokkenheid voor CH2030 te realiseren en een cross-sectoraal samenwerkingsmodel te ontwikkelen en uit te testen.” Ja hoor!

Stad speelt hierin een faciliterende rol door infrastructuur (Broelkaai 6) en personeel (bijv. Katrien Voet) ter beschikking te stellen, alsook middelen (centen!) voor de inhoudelijke werking.
Daartoe is een projectfonds opgericht met de naam ‘DURFFONDS 2030′ in de schoot van het Streekfonds West-Vlaanderen. En dat Fonds (zonder rechtspersoonlijkheid) wordt beheerd door de Koning Boudewijnstichting en is huisgenoot in Broelkaai 6 (het vroegere stadsmuseum).

Met heel deze “politieke context” kon Katrien Voet dus moeilijk “matchen”.
Haar ontslag bij DURF2030 is niet van belang ontbloot.
1) Er gaat heel wat geld en logistiek om in deze organisatie.
2) En het is maar de vraag of het project ‘Kortrijk Europese Culturele Hoofdstad’ niet wat in gevaar komt.
Er moet niet enkel een vervanger voor de job van Katrien gevonden worden maar ook voor de opmaak van het “bidbook” moet men zo snel mogelijk nog een zakelijk leider én een artistieke projectmedewerker/programmamaker zien te vinden.
Over die twee punten willen we het nog wel even hebben.














Personeelsverloop in de jaren 2019,2020,2021

Raadslid Benjamin Vandorpe (CD&V) vroeg hoeveel personen “de organisatie” Stad én OCMW de voorbije drie jaren hebben verlaten, en wat de gemiddelde duur van de tewerkstelling was. (De periode slaat dus op de eerste helt van de tweede bestuursperiode van de tripartite.)
Er kwam nogal prompt een antwoord maar met de bemerking dat de cijfers slaan op medewerkers die de organisatie hebben verlaten “in onderling overleg” (wat zeker niet altijd het geval was!) en dat de leerwerknemers en het vzw-personeel niet in rekening zijn gebracht.
Met “vzw personeel” bedoelt men de personen die tewerkgesteld zijn bij de vzw van de Zusters Augustijnen in de zorginstellingen. En dat zijn er niet weinig! Volgens onze meest recente informatie 630 koppen in 2021!

Onderstaande tabel moet dus ietwat genuanceerd bekeken worden.
2019: 30 “verlaters” op 1250 medewerkers
2020: 29/1270
2021: 32/1300

Hadden minder dan 1 jaar dienst: 23
Minder dan 5 jaar: 37
Minder dan 19 jaar: 19
Méér dan 10 jaar: 12

Spijtig dat raadslid Vandorpe niet heeft gevraagd naar het aantal verlaters per niveau van tewerkstelling. En of het om vastbenoemden gaat of contractuelen.
Maar uit de tabel blijkt wel nog een interessante vaststelling. Het is dus blijkbaar niet zo dat het aantal medewerkers vermindert, wat nochtans een zeer voornaam partij-programmapunt was van de VLD-Team Burgemeester.

Ter informatie nog de personeelsinzet in aantal voltijdse equivalenten (VTE) volgens de laatste aanpassing van het meerjarenplan voor het jaar 2020. We kiezen met opzet voor dat jaar omdat het werkelijk gaat om een telling van actuele waarden. Geen raming.
Stad: 699 VTE
OCMW: 329 VTE
VZW: 376 VTE
Totaal: 1.404 VTE

De 1270 koppen bij Stad én OCMW in 2020 komen dus overeen met 1.029 VTE. (Maar hier zitten ook de werknemers bij volgens art.60.)








Aanwerving nieuwe projectleiders mag niet ter sprake komen in de gemeenteraad

Vanavond om 19 uur alweer (virtuele) gemeenteraad.
En Helga Kints valt voor de zoveelste keer uit haar rol als objectieve, neutrale voorzitter van de Raad. Zij kiest alweer de rol van beschermvrouw van het schepencollege, de uitvoerende macht, – in plaats van op te komen voor de rechten van de gemeenteraad – bij wijze van spreken de wetgevende macht.
Even zo kort mogelijk vertellen waarover het gaat.

Stad zal op korte termijn (het is misschien al gebeurd) nieuwe, bijkomende projectleiders aanwerven. Drie voltijdse equivalenten. Volgens het meerjarenplan moet dit gebeuren om de realisatiegraad van de investeringen op te krikken.
(Ja, dat is zeker nodig! In het verleden zijn projecten niet kunnen doorgaan vanwege een tekort aan “capaciteiten“…)

Onafhankelijk raadslid (vroeger VB) Jacques Demeersseman wou daar wat meer over weten en diende daartoe een aantal vragen in. Bijvoorbeeld de vraag over hoeveel personen (koppen) de 3 VTE dan wel gaan. Over de projecten die zij zullen moeten leiden. Over de vraag wat er met die medewerkers zal gebeuren, eens de projecten zijn afgelopen. Over de bijkomende loonkost.
Allemaal puur informatieve ,legitieme vragen over een materie (personeelsbeleid) waarover de gemeenteraad zeker bevoegd is.
Maar nu.
Die vragen worden bestempeld als een” interpellatie”.
En volgens Helga Kints beantwoorden de gestelde vragen in het geheel niet aan de definitie van een interpellatie, zoals bepaald in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad. Volgens die definitie moet een interpellatie slaan op vragen van politieke aard over het bestuur van de stad, over een beleidskeuze en een actuele kwestie.
Dat is volgens de voorzitter met de voorgelegde vragen hier niet het geval. Onvoorstelbaar…
Daarenboven vindt zij dat de vragen over cijfermateriaal gaan, iets wat veel voorbereidend werk vergt om een deftig antwoord te kunnen formuleren. (Dat zou dan stof kunnen zijn voor een schriftelijke vraag.)

Onze Helga verklaart hierom de ingediende vragen als onontvankelijk.
Probeer dat maar eens aan iemand uit te leggen.

Lage realisatiegraad van de investeringen en “de capaciteit aan projectieleiders”


Vanavond 6 april om 19 uur dus alweer gemeenteraad. Een héél speciale, belangrijke want gewijd aan de tweede aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (AMJP-2).
Kortrijkwatcher zal het daar natuurlijk nog over hebben, na gehoord te hebben wat er allemaal is verteld in de Raad, en alleszins na lectuur van de mogelijke verslaggeving van onze plaatselijke reporters. (Altijd interessant, ook als ze niks schrijven!)

We kunnen het evenwel nu al niet laten om te wijzen op enkele intrigerende zinnetjes op pag. 167 uit dat nieuwe AMJP-2.
De tripartite zit met één zaak (van de vele) opnieuw zéér verveeld: de lage realisatiegraad van de investeringen in dit aflopend jaar 2021.
In het initiële meerjarenplan (MJP-nul) budgetteerde men de investeringen al heel hoog op 51,74 miljoen.
En bij de eerste aanpassing van het plan (AMJP-1) zag men het zelfs nog grootser: nu zou men voor 61,24 miljoen investeren. Een ongezien bedrag.
De tweede aanpassing van vandaag (AMJP-2) is inmiddels al veel discreter: men beoogt een meer nederig bedrag van 45,29 miljoen euro te verwezenlijken. (De jaarrekening 2021 zal nog moet uitwijzen of dit streefcijfer wel zal gehaald worden. Dat weten we normaal pas in mei 2022 – of zelfs later.)

Hoe legt de tripartite die lagere raming nu uit?
Vooreerst met enig jargon: “de transactiemomenten zijn geëvalueerd en bijgestuurd”. Dat wil gewoon zeggen dat een of ander werk, of dienstverlening of levering niet (op tijd) kon doorgaan.
Er zijn externe oorzaken:
– de Corona-crisis (dat is een klassieker);
– een recente oververhitting van de bouwsector (haha, aannemers hebben nu plots elders teveel werk?);
– moeizaam verloop van offertes of overheidsopdrachten die moeten hernomen worden (wiens schuld?);
– moeizaam verloop van grondverwerving;
– etc.

Maar het stadsbestuur erkent ook een interne oorzaak van de lagere raming: de capaciteit van de projectleiders die nog in uitbouw is. (Men beweerde ooit dat vanwege corona geen aanwervingen – testen – konden gebeuren.)
Vandaar: “Om de realisatiegraad te verhogen in deze budgetronde is beslist de capaciteit aan projectleiders nogmaals uit te breiden met 3 VTE.
Hoeveel van die leiders er nu al ter beschikking staan en om welke projecten het zal gaan of reeds gaat wordt niet gezegd.

Publieksvoorstelling van project Groeningeabdij zonder vragen of antwoorden

Dat was gisteren, in de schouwburg.
Het ging om dat grootste en dure (minstens 15 miljoen euro) maar jawel – mooi en gedurfd project – tot het maken van een nieuwe kunst- en tentoonstellingssite rondom de groeningeabdij.
Wie mogelijke vragen had kon die niet stellen in het publiek. N-VA schepen van cultuur Axel Ronse vond dat dit maar moest gebeuren tijdens de receptie achteraf. Maar hoe herken je nu als gewone burger een leidinggevend ambtenaar van dit project?
Na enig zoekwerk kreeg onze reporter ter plaatse iemand aan de praat die door de schepen werd aangezien als de projectleider. Zij kon geen of nauwelijks antwoord geven op onze – toegeven – technisch -informatieve vragen. Zij verwees ons naar een andere ambtenaar die dat wel zou kunnen en ging er naar op zoek in de cafetaria. Maar die kregen we niet te pakken. Hij daagde gewoon niet op bij onze reporter ter plekke. Reden onbekend.

De twee vernietigingsbesluiten in verband met het spreekrecht van raadsleden (3)

Dit stadsbestuur zou eigenlijk het liefst regeren zonder de gemeenteraad, in elk geval zonder interpellaties en hardnekkige vragen van ambetanteriken als Wouter Vermeersch (VB), Benjamin Vandorpe (CD&V) en Matti Vandermaele (Groen).
De juridische dienst van de tripartite dacht het slim te spelen door onder meer het aantal mogelijke interpellaties en vragen zowel in de zitting van de gemeenteraad als in die van raad voor maatschappelijk welzijn (samen) drastisch te beperken.
Naar aanleiding van een aantal bezwaren en een klacht van raadslid Wouter Vermeersche (VB) bij het Agentschap Binnenlands Bestuur heeft gouverneur Decaluwé op 30 augustus twee fundamenteel belangrijke besluiten uit het nieuwe huishoudelijk reglement van de gemeenteraad en de “OCMW-raad” vernietigd.

Lees eens goed wat de tripartite van plan was om het spreekrecht (initiatiefrecht) van raadsleden te beperken, en welke teksten de gouverneur dus heeft vernietigd.
Geschrapt in art. 45:
” Voor de gemeenteraadszitting en de zitting voor maatschappelijk welzijn samen kan elke fractie per twee zetels waarover zij beschikken maximaal één interpellatie indienen, met een absoluut maximum van vier interpellaties in zijn totaliteit per fractie.
Fracties die over minder dan twee zetels beschikken alsook individuele raadsleden die geen deel uitmaken van een fractie kunnen maximaal één interpellatie indien voor de gemeenteraadzitting en de zitting voor de aad van maatschappelijk welzijn samen.”

Art. 46 is volkomen gelijklopend maar slaat op het mogelijk aantal mondelinge vragen.
Die tekst is dus ook nietig verklaard.

Voorts legt de gouverneur aan onze juridische dienst nog iets uit dat men aldaar blijkbaar niet wist.
Hij leert de bollebozen-juristen op het stadhuis dat de gemeente en het OCMW nog steeds twee aparte rechtspersonen uitmaken, en er aparte vergaderingen plaatsgrijpen met aparte agenda’s.
De berekeningswijze van het maximaal aantal interpellaties en/of vragen moet daarom gebeuren per rechtspersoon en niet voor de twee rechtspersonen samen.
Voorts leert de gouverneur onze ambtenaren nog dat de gemeenteraad niet bevoegd is om in zijn huishoudelijk reglement modaliteiten vast te stellen voor de Raad voor Maatschappelijk Welzijn. (Art. 74 van het Decreet Lokaal Bestuur).

Het besluit van de gemeenteraad van Kortrijk van 5 juli (over het nieuwe huishoudelijk reglement) is dus genomen “met overschrijding van zijn bevoegdheid”. Betekent dit dan dat geheel het reglement (alle artikels) ongeldig is goedgekeurd?

P.S.
Vandaag 13 augustus (om 19 uur) is het alweer gemeenteraadsdag. De zitting zal dus moeten verlopen volgens het
oude reglement, met onbeperkte interpellaties en vragen. Het wordt weer spannend…

De verhouding loonkost versus de personeelsinzet (3)

Voor het aantal VTE als personeelsinzet per jaar, zie vorig stuk.

2020

Voor 2020 is er een jaarrekening beschikbaar, dus geen raming. De exploitatie-uitgaven bedroegen 181.7294.995 euro (veel minder dan gebudgetteerd). Voor de personeelsuitgaven vinden we eigenaardig genoeg enkel afgeronde uitgaven. Een totale loonkost van 95.247.000 euro. We overschrijden hier toch al meer dan de helft van de “gewone” uitgaven, namelijk 52.4 %. Terwijl we vroeger dachten dit dit later zou gebeuren.
Loonkost :
– Stad/OCMW: 68.725.000 euro
– VZW zorg: 23.523 euro
– OCMW sociaal: 2.999.000
De loonkost bij stad/OCMW bedroeg meer dan gedacht vanwege o.a bijkomende opdrachten door Corona, uitbreiding van de sociale dienst, telewerkvergoeding. Tevens door de klassieke indexverhoging, verhoging 2de pensioenpijler én aanwerving van “hogere profielen”. (Dit laatste valt al sinds enige tijd op.)
Ter info: de gemiddelde loonkost per VTE in dat jaar bedroeg 67,8K met onderling grote verschillen: zorginstellingen 62,6K, regulier (stad/OCMW) 72,4K).

2021
Exploitatie-uitgaven (raming): 198.404.104
Loonkost (raming): 102.024.592
Verhouding: 51,4 %

2022
Exploitatie: 198.404.104
Loonkost: 106.390.381
Verhouding; 53,6 %

2023
Exploitatie: 202.611.066
Loonkost: 106.855.983
Verhouding: 52,7 %

2024
Exploitatie: 207.213.717
Loonkost: 108.176.194
Verhouding: 52;2 %

2025
Exploitatie: 207.295.995
Loonkost: 109.621.706
Verhouding: 52,8 %



Evolutie van onze personeelsinzet (2)

Eerst wat aantallen in voltijdse equivalenten (VTE), daarna enig commentaar.
Maar vooraleer u die tabel overloopt toch bedenken dat het om gemiddelden gaat van het aantal effectief betaalde (als we de jaarrekening kennen) of gebudgetteerde VTE per jaar, want die aantallen kunnen wat schommelen tijdens het jaar.

2019
Stad: 707
OCMW: 370
VZW Augustinessen (zorginstellingen): 375
Totaal: 1.452

2020
Stad: 699
OCMW: 329
VZW: 376
Totaal: 1.404

2021
Stad: 752
OCMW: 369
VZW: 407
Totaal: 1.528

2022
Stad: 738
OCMW: 366
VZW: 408
Totaal: 1.512

2023
Stad: 734
OCMW: 364
VZW: 409
Totaal: 1.507

2024
Stad: 735
OCMW: 363
VZW: 410
Totaal: 1.508

De aantallen voor de jaren 2019 en 2020 zijn “juist”, in die zin dat ze steunen op de jaarrekeningen. De andere zijn ramingen.
De meeste medewerkers zijn niet vastbenoemd, maar zijn zgn. contractuelen. In tegenstelling tot de “statutairen” zijn ze gemakkelijker te ontslaan, en kosten minder. In 2020 waren er dat 1.203 op een totaal van 1.404. Voor dit jaar 1.271 op 1.5012. Bij Stad zelf zijn er in 2020 slechts 87 vastbenoemd en dit jaar 88.
Bemerk de opvallende dalingen van het aantal VTE in 2020 bij Stad en OCMW. Die zijn te wijten aan de tijdelijke werkloosheid en uitgestelde aanwervingen ten gevolge van Corona.
Toename van het aantal VTE ligt bij het het OCMW, inbegrepen “de zorg”. (Kortrijkzanen staan altijd verbaasd als ze horen dat er meer mensen bij het OCMW werken dan bij de Stad.)
In een volgend stuk gaan we per jaar na wat de verhouding is tussen de personeelskost en het totaal van exploitatie-uitgaven. Een verhelderend gegeven.

Dit jaar zal de loonkost Stad/OCMW voor het eerst oplopen tot meer dan 100 miljoen (1)

U weet het ongetwijfeld ook nog.
Toen in 2013-2014 de nieuwe tripartite aantrad was zowat de meest prioritaire beleidsdoelstelling het significant krimpen van de personeelskost door afslanking (niet-vervanging) van stadsmedewerkers. Toenmalig burgemeester Quickie opperde zelfs dat al in het eerste jaar van die bestuursperiode minstens 1 miljoen kon bespaard worden. Wat niet werd bewaarheid…Integendeel. Wel moet gezegd dat in die eerste legislatuur het aantal voltijdse equivalenten (VTE – dat zijn géén koppen) bij het stadspersoneel daalde van 794,12 (in 2014) naar 674,22 VTE (in 2020) bij het stadspersoneel dan.

Maar we laten nu die eerste legislatuur maar even geheel achterwege (“het verleden laten rusten”) en kijken naar de huidige stand van zaken, meer speciaal naar de cijfergegevens uit het meerjarenplan 2020-2025.
Dat vergt nogal wat werk.
We kijken naar de evolutie van de personeelsinzet in VTE voor Stad (nu ook met Parko en SOK), OCMW, de zorginstellingen (vzw Zusters Augustinessen) en het bijhorende loonbudget.
Het gaat dus om ramingen, uitgenomen voor 2020 want van dat jaar kennen we de rekening (de werkelijke uitgaven)

Maar 2020 was nu juist een speciaal geval, vanwege corona: tijdelijke werkloosheid en uitgestelde aanwervingen.

Een interessante nieuwigheid – een verfijning! – is dat in het huidige meerjarenplan een opsplitsing is gemaakt tussen de loonkost uitbetaald door de vzw Augustinessen in de zorginstellingen en het loonbudget (bezoldigingen, sociale lasten, pensioenen) bij Stad/OCMW.

Voor dit jaar 2021 laten we u nu niet langer in het ongewisse:
– vzw: 24.721.310 euro
– stad/OCMW: 77.303.219 euro (onderwijzend personeel inbegrepen)

Totaal dus 102.024.529 euro. Een raming, maar wel een relevant bedrag. Afgezet tegenover het totaal van alle exploitatie-uitgaven samen (198.145534 euro) in dat jaar komt dit neer op 51,4 procent. Méér dan de helft dus. Wist u dat?

(Wordt vervolgd…)