Over de verschillen en gelijkenissen tussen UOK en OCK (2)

De “Wetten van Parkinson” beschrijven niet alleen hoe en waarom een bureaucratie zichzelf leefbaar houdt maar ook hoe die zichzelf vermenigvuldigt. Wat Parkinson halverwege de vorige eeuw niet kon bevroeden was evenwel dat de euroots van de EU in de gemeenten (ja!) van de diverse lidstaten allerhande nieuwe bureaucratieën zouden in het leven roepen.

Zo krijgt ons Kortrijks Ondernemerscentrum (OCK) uit de Leiestraat 22 (waar vroeger de Sarma was) nu ook Europees geld. 294.578 euro. Daarmee heeft men nog twee medewerkers aangesteld en zal men drie nieuwe projecten starten. De LED’s (Laagdrempelige Expertise- en Dienstverleningscentra), Creatieve Starters, en Commerciële Innovatie voor handelaars uit West-Vlaanderen.
Tegenover het OCK komt er volgend jaar in het stadhuis een Uniek Ondernemersloket (UOK). Krijgt ook subsidies van Europa. Op de officiële website van de EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) vind je daar niets over maar het zou gaan om 244.769 euroots. Over die financiering hebben we het later nog een keer.

Wat is de strategische doelstelling van het UOK? “Het bevorderen van het ondernemerschap in de meest brede zin, met het oog op een maximale creatie van werkgelegenheid en economische groei binnen de regio”.
En die doelstelling van het OCK? Net dezelfde. Met andere woorden: “Het ondernemerschap, de innovatie en de creativiteit bij ondernemers in onze regio stimuleren en blijvend ondersteunen.” Moet kunnen. Twee instellingen van Stad met 1 en dezelfde strategie. Maar de tactiek is wel enigszins anders. Parkinson wist het al, hoe een bureaucratie naar motivering zoekt. Een Bestaansreden.

Het Ondernemerscentrum Kortrijk telt geloof ik nu vier medewerkers.
Het Uniek Ondernemersloket krijgt er drie. Een administratief medewerker en twee “accountmanagers” wier namen al gekend zijn.
Tegen de gemeenteraad van januari zal men wel moeten weten of die twee bestaande ambtenaren hun functie zullen vervullen als “opdrachthouder” of als een “mandaat”. En dat is nu juist het heikel punt waarover we het al hadden in het vorige stuk.
Als de beide accountmanagers dienst doen in een “mandaatfunctie” veronderstelt dit dat het gaat om vacant verklaarde betrekkingen. En dit vergt bij de aanstelling wel degelijk een selectieprocedure. Men moet slagen in een proef. Nu zijn die betrekkingen nooit vacant verklaard en is er bij mijn weten geen selectieproef geweest. Komt daarbij dat het de gemeenteraad is die vooraf moet bepalen welke functies “bij mandaat” kunnen vervuld worden. En diezelfde Raad bepaalt de duur ervan (5 of 7 jaar). Ons Uniek Ondernemersloket is toch niet tijdelijk bedoeld? Of zal men na 5 of 7 jaar telkens het mandaat verlengen?

We zitten in een lastig parket.
Want als het schepencollege vindt dat de accountmanagers integendeel “opdrachthouders” zijn, dan gaat het per definitie om een tijdelijke taaktoewijzing. Dan blijven die ambtenaren werkzaam in hun huidige, bestaande betrekking! Jaja. Hun functie wordt enkel (tijdelijk) verzwaard. Het gevolg daarvan is dat ons UOK moeilijk permanent iedere dag kan open gehouden worden en voltallig bemand…(Dat zou dan waarlijk uniek zijn aan dat loket.)
Waarlijk, het schepencollege en de gemeenteraadsleden zitten volgende maand in een lastig parket.

Maar geld is er voorlopig genoeg.
Zeker als men twee opdrachthouders aan het loket zet, want die kunnen (het moet niet) een toelage krijgen voor die bijkomende taak. (Bij mandaathouders dient een volwaardig salaris uitbetaald.)

(Wordt vervolgd in een volgende bijdrage.)