Zal de komende Kortrijkse gemeenteraad zich bevoegd verklaren om te oordelen over vrijhandelsakkoorden? (1)

Zou er al één enkel gemeenteraadslid (inbegrepen schepenen) het boekje (136 pag.) van Line De Witte gelezen hebben dat de sprekende titel draagt: “TTIP en CETA voor beginners”?
Is er wel één raadslid te vinden dat zonder enige aarzeling weet  te zeggen wat die lettersoep (ook TISA) betekent?
Of zou er zelfs een enkel raadslid zijn dat die vrijhandelsakkoorden met de U.S.  en Canada helemaal heeft gelezen?  Plus de commentaren (op Tinternet zijn hierover duizenden bladzijden te vinden).

Nochtans is aan onze raadsleden komende maandag 3 juli  ca. 19u15 gevraagd om Kortrijk uit te roepen tot een zgn. “TTIP en CETA-vrije gemeente”.
Het zit zo.
Wat meer dan 800 Kortrijkzanen ouder dan 16 jaar hebben een verzoekschrift ingediend om op de gemeenteraad een motie te agenderen waarbij aan hogere overheden gevraagd wordt om
1) de ratificatie van het handelsverdrag van CETA (met Canada) af te wijzen en
2) zich uit te spreken tegen het TIPP (met de V.S) “zoals het tot nu bekend is”.   En ietwat méér, waarover later nog.
(Zo’n burgerinitiatief vergt  in Kortrijk 1 procent van de 63.044 inwoners ouder dan 16 jaar.)

Alvorens op de grond van het verzoek in te gaan, moet de gemeenteraad volgens het gemeentedecreet (art. 200 quinquies) steeds  VOORAF uitspraak doen over zijn bevoegdheid ten aanzien van het voorstel.
Indien de Raad zich bevoegd acht, wordt vervolgens aan de indieners van de motie (hier Oxfam Wereldwinkel, bij monde van Steven De Wit)  het woord verleend om een beknopte toelichting te geven.  En daarna volgt een debat waarbij de verschillende fracties aan bod komen.
Tenslotte formuleert de Raad een conclusie waarbij bepaald wordt welk gevolg er aan het voorstel wordt gegeven. Ja.

Wel,  volgens onze aloude bevoegde gemeenteraadwatcher althans is er geen enkel raadslid bevoegd om een oordeel te vellen over de impact van  de TTIP en CETA-vrijhandelsakkoorden.   Laat ons zeggen:  op de gemeente Kortrijk.
‘Bevoegd’ in de zin dan van “intellectueel deskundig”, –  met kennis van zaken handelend.
Dat is totaal geen verwijt.
Raadsleden  kunnen zich natuurlijk wel baseren op wat anderen (deskundigen) hen hebben ingefluisterd.  Of gewoon klakkeloos volgen wat de nationale partijleiding als standpunt heeft ingenomen.

Maar de stemming over de vraag of de Raad zich al of niet bevoegd verklaard om het verzoekschrift te behandelen gaat natuurlijk niet over de capaciteit (de deskundigheid) van de raadsleden.
De vraag is of het ingediende burgerinitatief al of niet slaat op een materie van gemeentelijk niveau (belang).

(Wordt vervolgd in een volgende editie van deze elektronische krant.)