(Met kleine update.)
Er is dezer dagen commotie in de nationale pers rondom het reeds lang bekende gegeven dat de beroemde meester Marc Uyttendaele voor heelwat federale en gewestelijke overheden – en zeker die instanties waar de PS de plak zwaait – optreedt als vaste huisadvocaat. Plechtig woord : als referentie-advocatenkantoor.
Zijn vrouw, minister Laurette Onkelinx, wil nu plots dat er een systeem wordt ingevoerd van openbare aanbesteding bij de keuze van een raadsman door openbare besturen.
Ja zeg. Het is alsof meneer de juge en de excellentie niet samen slapen.
Het is alsof de wet op de overheidsopdrachten pas van gisteren is. Die wet voorziet al duizend jaar als fundamenteel principe dat er voor werken, leveringen én diensten (bijvoorbeeld juridische) bij de overheid altoos en bij om het even welke procedure (ook de onderhandse) het principe van de mededinging wordt toegepast. Concurrentie moet altijd. Uitzonderingen zijn dusdanig vanzelfsprekend dat men er gewoon niet kan over vallen. Er is bijvoorbeeld maar één leverancier van het product te vinden.
Stad Kortrijk heeft ook vaste huisadvocaten en/of kantoren in dienst.
Bij ongeveer iedere rechtszaak waar ons College meent een raadsman van doen te hebben, kunnen insiders op voorhand zeggen naar wie de opdracht zal gaan.
Maar wat meende ik nu te horen in Terzake (Canvas) van gisteren 7 februari?
Daar werd senator Hugo Vandenberghe (CD&V) gevraagd om kommentaar over de kwestie Uyttendaele. De senator is nu woonachtig in Rotselaar en aldaar ook schepen. Een jurist van de bovenste plank. Maar Hugo is een geboren Kortrijkzaan (van 1942) en jammer genoeg een geval van brain drain. Is nergens meer in het openbaar te vinden in Kortrijk.
Vandaar dat hij zich vergistte.
Hugo (die filosofisch en in de feiten een liberaal is, dit terzijde), vond ook dat er bij de keuze van een raadsman door een overheidsinstelling moet voldaan worden aan het principe van de mededinging. Bijvoorbeeld: middels een beperkte offerte. Waarbij zoals de wet het voorschrijft meerdere capabel geachte kandidaten voor de opdracht worden aangeschreven. Vergeten hoeveel, maar in alle geval minstens drie?
En toen gaf Hugo op televisie als na te streven voorbeeld : onze eigenste Stad Kortrijk.
Volgens hem handelt ons Kortrijks stadsbestuur bij de keuze van een raadsman juist middels het systeem van de beperkte offerte.
DAT IS DUS GEWOON NIET WAAR !
GEWOON NIET JUIST. ONWAAR.
Onze voornaamste huisadvocaat is sinds jaren huize Laga. Nu ook gevolgd door het advocatenkantoor Publius, een soort filiaal of afsplitsing van huize Laga.
Alle min of meer belangrijke zaken waar Stad een soort rechtzoekende is (of over advies wil vragen) verzeilen bij die kantoren. Zeker ook de dure rechtsplegingen en lang aanslepende procedures. Zoals bij de Raad van State. Zie de website van de RvS. Nog onlangs, een zaak in verband met Stad/OCMW-secretaris. Wie zoekt die vindt. ’t Is wel veel werk. En ge moet soms nog een keer kunnen leven ook, en kunnen lachen. U amuseren in de politiek.
Minder gewichtige zaken (een arbeidsongeval) worden toegewezen aan losse vriendjes her en der uit de balie.
Zelfs het kantoor waar de burgemeester enige familiale connecties mee heeft mag soms ook wat werk (advies) voor Stad verrichten.
Vraag het maar aan mensen die het kunnen weten. Aan de balie.
Gemeenteraadsleden (ook van de meerderheid) kunnen daar nu eens over navraag doen. Want volgens de nieuwe deontologische code verplichten ze zichzelf om zich over alles en werkelijk over alles goed te informeren.
Nu onmiddellijk – de tijd is rijp – het lijstje opvragen van de juristen die in dienst van Stad gedurende de laatste zes (of twaalf) jaar mochten optreden, en vooral: waaromtrent. Au fond, als raadsleden bekommert zijn om hun taak kunnen zij dat weten: Collegebesluiten lezen.
Wat dat allemaal heeft gekost? (Dit is niet zomaar te achterhalen.) Nog: met hoeveel zaken zijn kantoren als huize Laga nu nog altijd en al jarenlang bezig? En waarom ze daar nu een keer niet mee ophouden. Ook niet te achterhalen.
Er is ooit eens raadslid geweest dat omtrent dit soort vragen, ja: enige problemen had.
De boel was te klein ! Schepen Hilde Demedts o.m. vond de interventie totaal ongepast, ongeoorloofd, beschamend. Laag bij de gronds. Indecent. Een andere schepen had het over privacy. Dat een raadslid zó slecht kon zijn om dit aan de orde te stellen.
Hoe motiveert het College dan zijn keuze voor een welbepaalde raadsman of kantoor?
Ha, meestal is er geeneens een motivatie.
Soms kiest men iemand (Steve Ronse bijv.) om redenen van hoogdringendheid. Als voorwendsel.
Een andere keer omdat het uitverkoren advocatenkantoor naar verluidt veel expertise heeft opgedaan in het soort aan bod zijnde zaken. Expertise die de vennoten van het kantoor juist hebben opgebouwd door het continu in de wacht slepen van de stadsopdrachten van die aard.
NPC. Wie kent er nog dit begrip?
En we hebben het nu nog niet over de ouderwetse politieke cultuur over het afsluiten van verzekeringen. Beschouw dit maar als een insinuatie. En dat soort dingen zijn hier ongepast.
Beloofd: voortaan hier enkel berichten over de toepassing van de NPC in Kortrijk.
UPDATE (11 februari)
Raadslid Bart Caron stelt hierover een schriftelijke vraag. Nu goed in de gaten houden wanneer daar een antwoord op komt en gepubliceerd wordt op de website van Stad.