“Het Nieuwsblad” publiceert vandaag in zijn regionale bladzijden de resultaten van het Kortrijkse “gemeenterapport” en laat hierbij burgemeester Vincent Van Quickenborne uitvoerig aan het woord.
Hierna een eerste uitlating van hem die enige correctie vereist.
“De schulden zullen niet stijgen, daar sta ik borg voor“.
Zo’n zinnetje blijft hangen bij de lezers maar dat is dus pure nonsens.
We halen er even het strategisch meerjarenplan 2014-2019 bij, de zesde en meest recente aanpassing.
Daar vind je op pag. 49 de zgn. tabel M2 met een overzicht van de financiële schulden gedurende de planningsperiode 2014-2019.
Hierna de evolutie van de schulden op 31 december van het jaar (tot aan het eind van deze bestuursperiode) met daaronder de periodieke leningslasten (aflossingen plus intresten).
2014
– Schuld: 143,07 miljoen euro
– Periodieke last: 19,91 miljoen euro
2015
– 144,04
– 19,12
2016
– 152,01
– 20,78
(In dit jaar gaat men nieuwe leningen aan voor niet minder dan 31 miljoen euro.)
2017
– 152,40
– 22,28
2018
– 149,51
– 21,41
Waarover men niet spreekt
Wat daarnaast onvoorstelbaar oploopt is wat men noemt “financiële schulden ten laste van derden”. We gaan van 16 miljoen schulden naar 45 miljoen. Het gaat hier om schulden bij bijvoorbeeld de politie, Parko, het stadsontwikkelingsbedrijf (SOK). Dat zijn verbintenissen waarvoor bij de terugbetaling mogelijk een beroep zal gedaan worden op de gemeente. Stad (niet de burgemeester) staat hier letterlijk borg voor. (Voor die schulden was gewezen schepen van Financiën Catherine Waelkens heel beducht.)
Evolutie van deze “indirecte schuld”
2014
– 16,06 miljoen
– 2,60 miljoen
2015
– 25,67
– 2,63
2016
– 35,59
– 3,35
2017
– 43,49
– 4,20
2018
– 45,73
– 4,75