In voorbereiding.
Probeer het nu te verstaan.
Het probleem is dat ‘geschiedenis’ alles is wat is ‘geschied’.
Breed genomen dan in Kortrijk. En dat het hierbij kan gaan (niet: moet) om een gebeurtenis (kinderopvang, 120 asielzoekers- L.O.I), een figuur (Destoop), een handeling (herinrichting buitenomgeving Lichtendal), een instelling (Dam 53), een structuur of organisatie (Telesenior), enzovoort (Buren voor Buren), die heeft bestaan in een bepaalde context (tijd, ruimte, klimaat) en die slechts vanuit die context van caritas catolica correct kan worden begrepen. Dat veronderstelt epistomologie. Ja toch? Als men ideeën heeft over wat goede dan wel minder goede geschiedschrijving is (de Bethune), moet men ook een visie hebben over de wijze waarop waarneming en kennis tot stand komen.
Binnen mijn kennisleer en de Kortrijkse geschiedschrijving hebben onder invloed van de paradigma’s van raadslid Marc Lemaitre modernistische opvattingen gaandeweg plaatsgemaakt voor postmodernistische opvattingen, zonder echter geheel te zijn verdwenen.
Historiografie van/bij kortrijkwatcher betekent: acceptabele ‘evidentie’ produceren. Qua OCMW de (re)productie van sociale ongelijkheid en uitsluiting van leefloners dociel ingelijfd binnen de kapitalistische orde proberen te ordenen.
De mono-integratie van de familie Verhenne en subordinatie van ‘dominante’ ten overstaan van ‘exogene’ machtsgroepen (bijv. Destoop c.s versus Demedts c.s). Dat wijst op autopoetische ‘uitdifferentiatie’ of verzelfstandiging van maatschappelijke subsystemen (het LAC, de keuken van De Nieuwe Lente)
Volgens de psychohistorische theorie (cfr. De Mause) gaan we qua stijl en methodes bij het C.O.O. en OCMW van moordend naar verwaarlozend, ambivalent, wilsvormend, socialiserend en uiteindelijk (het Sociaal Huis) naar ‘helpend’. Civilisatie van de cliënten is ze steeds ‘netter en tammer” maken, via camera’s en 70 nieuwe PC’s.
De conceptuele sleutels hierbij zijn globalisering (homogenisering via inburgering) en hybridisering, creolisering, islamisering, en indiagenisering. Fremdzwang mag niet. Wel imitatiedrang.
Sinds de aanstelling van de nieuwe OCMW-raad en het Vast Bureau plus de Bijzonder Comités is het ongeloof in de lineaire vooruitgang afgenomen. Sociale reproductie van ‘cultureel kapitaal’ via de OCMW-website is in mijn correspondentietheorie vanzelfsprekend geconsolideerd en uitgebreid tot wereldburgerschap. Zowel ontvoogend als bevoogdend. De paradox is dat dwang én vrijheid inherent zijn aan het bestel.
History of the present, ja, maar waar zijn mijn notities nu gebleven? Waar is die budgetwijziging nr. 1 voor 2006? De werkingsopbrengsten (uit het geheugen: 31 miljoen?)
Ben overvallen geweest door aapjes zonder schaamte.
Hoe nu aan power/knowledge doen of de grofkorrelige relatie tussen ideeën en waarheid analyseren?
Mijn burgerlijk beschavingsoffensief als filantropijn via collectieve voorlichting wordt even uitgesteld. Maar de idee van de ‘maakbaarheid’ van Kortrijkzanen is helaas niet beperkt gebleven.
Het OCMW stelt bijna 800 personeelsleden tewerk. Zonder de leerwerknemers (art. 60, par.7). Bijna evenveel als Stad. Maar men zal verder werk maken van tijdregistratie en uurverroostering. Ook het ziekteverzuim verder uitwerken, in samenwerking met IDEWE. De renovatie van het klooster van de Zusters Augustinessen loopt ook dit jaar door.
Verdomd, vind het overzicht van de landgoederen van het OCMW ook al niet meer terug.