Nog een spaarvarken kapot geslagen

Uit de rekening 2013 bleek al dat het gewoon reservefonds is herleid van 13 miljoen euro naar 7,2 miljoen. En het buitengewoon reservefonds (voor investeringen) is praktisch helemaal gesloopt: van 13,9 miljoen naar 473.000 euro.

Het vorige bestuur (CD&V-schepen van Financiën Alain Cnudde) is in 2007 begonnen met vullen van nog een derde spaarvarken: het Zilverfonds.
Dit fonds is ooit aangelegd om de stijging van de pensioenlast voor statutaire personeelsleden en mandatarissen (het pensioenstelsel van de RSZPPO) op te vangen.
Op heden is een koopsom van 7.250.000 euro gestort in het fonds, in de vorm van een verzekeringscontract TAK 21 bij Belfius. Inclusief intresten bedroeg het fonds in 2013 alreeds 8,7 miljoen en volgens de laatste gegevens is dat fonds op vandaag zelfs gestegen naar welgeteld 9.013.758 euro.

In het financieel verslag bij de jaarrekening 2013 liet de nieuwe schepen van Financiën Catherine Waelkens (N-VA) optekenen dat enkel de reservefondsen zouden worden aangesproken worden ter financiering van het exploitatie- en investeringsbudget, met uitsluiting dus van het Zilverfonds.
Dit jaar zal men nochtans voor het eerst raken aan dit spaarvarken. En nog wel om de “responsabiliseringsbijdrage” voor 2013 te betalen. Nu geraamd op 1.703.562 euro. Dat bedrag zal men dus door verkoop van vastrentende effecten uit het Zilverfonds halen. Volgens de RSZPPO mag Stad Kortrijk éénmalig gebruik maken van het Zilverfonds voor de betaling van de responsabiliseringsbijdrage 2013.

Wij vermoeden dat schepen Waelkens daar niet heel gelukkig mee is.
Want wat lezen we als commentaar in de toelichting bij de eerste aanpassing van het meerjarenplan 2014-2019?
Op pag. 49 onder de titel “financiële risico’s” staat letterlijk dit genoteerd:
De opname uit het Zilverfonds lijkt niet noodzakelijk en is ook niet aangewezen, gelet op het rendement ervan.”

——

Misschien wat uitleg over die “responsabiliseringsbijdrage”.
De lopende pensioenen van vroeger statutair benoemde personeelsleden worden betaald door een bijdragepercentage van de nog actieve statutaire ambtenaren. Dat is het fameuze repartitiestelsel. Lokale besturen waar de individuele pensioenlasten hoger liggen dat de ontvangsten uit de gestorte basisbijdrage zijn onderworpen een responsabiliseringscoëfficiënt. (Het is een beetje ingewikkelder dan dat, maar goed.)