In vorig stuk werd een pleidooi gehouden voor verdere vrijmaking van het taxibedrijf. Kortrijk en andere gemeenten van de regio buiten onvoldoende de ruimte in de bestaande decretale wetgeving uit, voornamelijk niet inzake diversifiëring van tarieven, aantal standplaatsen en soorten taxi’s.
Nu gaat het over de waterbussen als alternatieve vervoerswijze in onze streek. Op de Leie, de kanalen.
Waterbussen zijn bij mijn weten nog onbestaande in Vlaanderen.
In Nederland bijv. wel. De catamarans van de Drechtsteden en de snellijn (Fast Ferry) tussen Dordrecht en Rotterdam lokken meer dan 1 miljoen passagiers per jaar.
Er zijn rondom de eeuwwisseling alhier wel projecten geweest.
Zemst-Brussel. Dat project werd afgevoerd om niet nader bekende veiligheidsoverwegingen. (Haalbaarheidstudies worden hier – in tegenstelling tot bijv. in Nederland – blijkbaar niet openbaar gemaakt.)
Antwerpen-Temse werd ook onderzocht, maar dit project zou afgevoerd zijn om redenen van rendabiliteit. Nochtans maakt het ruimtelijk structuurplan en het milieubeleidsplan van Temse NU nog altijd gewag van dit plan.
In onze regio kwam het project “waterbus” jaren geleden al een keer ter sprake bij de vroegere praatbarak REBAC, en ook in de Kortrijkse gemeenteraad van september 2001. (Expert Carl Decaluwé maakte zich heel boos. Hij vond dat ongepast. Moest ingekaderd in – of zoiets.)
Burgemeester Stefaan De Clerck beloofde toen van de gedachte om een waterbus tussen Menen en Harelbeke in te leggen ter sprake te brengen in de Conferentie van Burgemeesters van de regio. Niets meer van gehoord.
Wie alles wil weten over waterbussen kan op internet honderden en honderden bladzijden lezen op de website van de Nederlandse Rijkswaterstaat. Op ons Zeekanaal VUZUWU is de info totaal nihil: over alles en nog wat. (Zoek ook Kortrijk. Al die bruggen.)
Zoek met een term als “passagiersvervoer over water”.
Een absoluut onmisbaar werk is de eindverhandeling van Michaël De Schrijver en Joost Willems. In 2002 gemaakt aan de KUL, departement Burgerlijke Bouwkunde.
Volledige titel: “Personentransport over binnenwateren, en onderzoek naar de haalbaarheid van personentransport over bestaande waterwegen in Vlaanderen”.
130 bladzijden en helemaal te lezen op internet: www.kuleuven.ac.be/traffic.
De auteurs hebben het over ervaringen met waterbussen in het buitenland: Nederland, Londen, Venetië, San Francisco, Sydney, Brisbane, Hong-Kong. Hierbij worden telkens lessen getrokken voor mogelijke initiatieven in Vlaanderen.
Er is nog een heel gedetailleerde casestudy voor Antwerpen-Schelde. Een inventarisatie van mogelijke trajecten in Vlaanderen. Conclusies en aanbevelingen.
Werkelijk onmisbaar voor wie eventjes met kennis van zaken wil keuvelen over waterbussen.
De kwestie van de rendabiliteit is natuurlijk maar één aspect bij de beoordeling over het inleggen van waterbussen. (Hoe rendabel is De Lijn wel?)
De grondvraag is:
“Is het mogelijk om personenvervoer over binnenwateren in te voeren rekening houdend met de volgende factoren: verkeerskundige, vaartechnische, bouwtechnische, juridische, financieel-economische, milieu-, beleids- en organisatorische factoren?”
Ons Streekpact van Resoc zou dit als een project kunnen aanzien.
De politieke wil moet er wel zijn.
De Lijn moet meewillen.
En als Vande Lanotte tegen is mogen we het ook vergeten.
Laat ons wachten met de studie tot de congestie op onze wegen zodanig groot is dat we met zijn allen gewoon stil en geheel stilstaan.