Dit vervolgstuk komt wat verlaat en zal waarschijnlijk vandaag niet eens kunnen afgerond. Dat zit zo. In de golfles van gisteren moest ik na een teeshot in de rough een wedge nemen om de bal naar de fairway te kunnen spelen. En dan nog met een clubhandicap van 54. (De EGA Exact Handicap = (CONGU PLaying Handicap – (R=Par)*113/SR.)
Gevolg: full gehandicapt.
Mijn stroke werd meteen een loeier van een air-shot waarbij mijn stance helemaal rondom de verticale as draaide en dat ijzer van de launcher waarmee ik naar gewoonte ga pitchen raakte mijn staartbeen. Barst. Gelukkig was mijn verpleegster (minnares, iedereen weet het nu) nog niet out bound.
Wie daar nu niet moet mee lachen zal nooit deze democratische sport kunnen beoefenen, want niet eens slagen in de theoretische golfvaardigheidstest.
Los maar eens op: uw EPH = EGA Exact Handicap X (Slope Rating/113) + (Course Rating – Par).
Ja, natuurlijk, een speler met een hoge handicap had er met gemak een bogey kunnen scoren, maar weet nu een keer toch dat een speler met een lage handicap het moeilijker zal hebben om een Par te spelen op een lange Par 3 en 4 holes.
Naar democratische terreinen
De Bisnota bij het oorspronkelijke Golfmemorandum van de Vlaamse regering legt er sterk de nadruk op dat nieuw aan te leggen terreinen “democratisch” zouden worden. En wat is dat dan wel?
Op zo’n course is geen instapprocedure voorgeschreven, noch vraagt “men” instapgeld. In Knokke moet je dan geen vriendje meer zijn van familie Lippens om aldaar op de koninklijke golf te mogen praten – zaken doen – met bijvoorbeeld Paul Buysse van Bekaert. Of met Fabiola. Raadslid Jan Kempinaire.
Het abonnementsgeld moet betaalbaar blijven. Maximum 1.000 euro, maar indexeerbaar. Greenfee (nederlands: dagprijs) vragen aan bezoekers mag dan weer wel. Verder eist “men” dat er aan jeugdwerking gedaan en golfles gegeven (gratis?)
Het Golfmemorandum wil zelfs “vrije golfers” invoeren. Die hebben wel een federatiekaart (die is ook niet gratis) om op verscheidene terreinen te gaan spelen maar zijn niet aangesloten bij een club.
In de memoranda leest men nergens iets over examens.
Hoe gemakkelijk willen we die wel maken?
Iedereen dient te weten dat de Par geen aanwijzing is van de moeilijkheidsgraad van een hole. Maar krijgen we ook de vraag voorgeschoteld of een Par 3 met 4 holes een lagere index kan hebben, vergeleken met een Par 5 hole. (Het antwoord is ja hoor, want het is gemakkelijker de Par te spelen op een Par 5 hole, dan een 4 te scoren op een lange Par 4.)
De vraag waarom golfsport, of Formule I dan wel Hockey of moleculair koken nu al of niet per se moet “gedemocratiseerd” komt niet aanbod.
Op alle terreinen (kunst, cultuur, schoolonderwijs) is al jarenlang een benedenwaartse nivellering aan de gang.
Ja, het aantal golfers (27.900) en clubs (48) stijgt. Bij het doortrekken van de curve gaan we in 2015 naar 53.200 spelers. (In onze plaatselijke pers staan weer verkeerde cijfers.)
Dat is een puur wiskundige redenering waarbij men zich geenszins afvraagt of er geen diversiteit zal bestaan of blijven bestaan inzake al of niet elitaire terreinen. Wie is er niet graag een VIP? Kijk naar de inrichting van de voetbaltribunes. Zie Waregem-Koerse. Eén en al apartheid.
Het Kortrijkse golfterrein wil “men” ongetwijfeld democratisch (anders krijgen we geen subsidies), maar de VIP’s zullen naar Wortegem trekken. En de “vrijer golfers” zullen daar niet op de green mogen.
Types van terreinen
In de Golfmemoranda (onderdeel: behoeftenstudie) is nergens gesproken over een mogelijk Kortrijks terrein. Dat is juist. Maar de documenten van de Vlaamse regering hebben het eigenlijk over type III-terreinen omdat juist voor deze categorie het Gewest bevoegd is.
Voor West-Vlaanderen is er sprake van een uitbreiding van het terrein te Sijsele (Damme). In maatschappelijk waardevol agrarisch gebied! En het College staat achter het dossier. Gaat de naburige stad Brugge akkoord? Daar zijn vier SP.A-schepenen. En minister Landuyt?)
Verder wil “men” een nieuw terrein in Knokke. Voor het plebs wel te verstaan. In een zone gelegen in toeristisch-recreatief parkgebied en agrarisch gebied. Het College (Gemeentebelangen)staat achter het project.
Een type III-terrein heeft meer dan 9 holes (of minder) maar beslaat wel een oppervlakte vanaf 40 ha tot 70 ha. De afbakening en beoordeling gebeurt op Vlaams niveau.
Type II heeft maximaal 9 holes én een oppervlakte van meer dan 8 ha. Een zaak voor de provincie.
Er bestaat nog een type I. Dat is in feite een golfschool (driving range en oefenstations) met een maximum van 5 ha. Of in combinatie met een beperkt aantal holes maximaal 8 ha. De ruimtelijke afweging gebeurt op provinciaal niveau en het uitvoeringsplan (RUP) is voor de gemeente.
Het nu goedgekeurd ruimtelijk structuurplan heeft als grote nieuwigheid dus de mogelijkheid van een golfterrein ingeschreven.
DE STRIJD IS NOG NIET GESTREDEN. En het Vlaams Gewest moet ook nog akkoord gaan, tenminste als we mikken op type III.
Om welk type van terrein het zal gaan staat nergens vermeld, en ook de eerder voorziene plaats (het “zuiden”) is geschrapt.
Curieus is wel dat in het oorspronkelijke voorontwerp absoluut geen sprake was van een golfterrein. En ook tijdens de bespreking ervan (gemeenteraad van mei) is het woord niet eens gevallen.
Hoe kan dat nu?
(Wordt vervolgd.)