Vanaf 2014 moeten alle gemeenten hun budgetten en bijgaande documenten opstellen volgens de richtlijnen van de zgn. beheers- en beleidscyclus (BBC). Vroeger was het simpel om te zien of een (jaarlijkse) begroting in evenwicht was. Je maakte gewoon het verschil tussen de ontvangsten en de uitgaven (inbegrepen de leningsuitgaven) van de gewone dienst en de uitkomst moest positief zijn.
Met de nieuwe BBC is het wat ingewikkelder geworden. Er moet een toestandsevenwicht zijn voor elk boekjaar én tegelijk een structureel evenwicht.
Hier nu gaan we even na hoe het zit met het toestandsevenwicht, meer speciaal voor de begroting van het jaar 2014.
Er is zo’n begrotingsevenwicht als “het resultaat op kasbasis” groter dan of gelijk is aan nul. Voor 2014 is dit resultaat 5,77 miljoen. Dat is dus in orde, maar we willen toch even tussendoor aanstippen dat het geraamde resultaat jaar na jaar dalende is en in 2019 nog slechts 1,8 miljoen euro bedraagt.
Hoe berekent men nu zo’n “resultaat op kasbasis”?
Er zijn zeven stappen te gaan.
I. Het saldo van de exploitatie-ontvangsten min de uitgaven.
Voor 2014 gaat het om het verschil tussen 122,6 miljoen en 114,2 miljoen. Dat geeft 8,4 miljoen.
Voor de volgende jaren zien we een sterk stijgend overschot tot zelfs 19 miljoen in 2019.
II. Het saldo van de ontvangsten en uitgaven inzake investeringen.
Alweer voor 2014: 221.000 euro min 25,3 miljoen. Uitkomst negatief: – 25,1 miljoen.
De investeringsuitgaven bereiken een piek van 37 miljoen in 2016.
III. Schuldontvangsten min schulduitgaven.
Volgend jaar 12,6 miljoen min 18,1 miljoen. Negatief saldo van – 5,5 miljoen euro.
In de periode 2014-2019 stijgen de schulduitgaven ietwat, maar zijn nooit hoger dan 21,7 miljoen.
De schuldontvangsten bereiken een hoogtepunt in 2016 met een bedrag van 37 miljoen.
IV. Budgettaire resultaat van het boekjaar: de som van I+II+III.
Verschiet dus niet: MIN 22,2 miljoen euro in 2014.
Het budgettaire resultaat van het boekjaar wordt steeds beter maar is opnieuw slecht in aan het eind van de periode (-3 miljoen).
V. Gecumuleerd budgettaire resultaat van het vorige boekjaar.
Gelukkig heel positief: 28,0 miljoen.
In de volgende jaren blijft dat resultaat schommelen rond 5 miljoen.
VI. Gecumuleerd budgettaire resultaat: de som van IV+V.
Dus -21,2 miljoen plus 28,0 miljoen. Dat is: +5,7 miljoen.
De trend is dalend tot slechts 1,8 miljoen.
VII. Bestemde gelden.
Hier nihil.
VIII. RESULTAAT OP KASBASIS: de som van VI+VII.
Dat geeft dus voor het jaar 2014: 5,7 miljoen euro.
Dalende trend naar 4,9 miljoen (2018) en slechts 1,8 miljoen aan het einde van de periode.
P.S.
De redactie van kortrijkwatcher hoopt hiermee de lokale perse van dienst te zijn geweest. Zodat die gasten goeie vragen kunnen stellen bij de eerstvolgende persbabbel.
Babbel.