In de gazetten krijg je volop ellenlange lijsten van voorkeurstemmen voorgeschoteld , van groot naar klein en zelfs een keer een lijst van kandidaten met het geringste aantal voorkeurstemmen.
Wij krijgen het daarvan op de heupen.
De betekenis die men daaraan hecht is zowat nihil aangezien men geen ratio’s aangeeft. Dat wil zeggen dat men het aantal naamstemmen niet afmeet ten opzichte van het aantal kiezers in de beschouwde kieskring. Dat kan de provincie zijn, of het kanton, of ook de gemeente.
Komt daarbij dat men bij het aangeven van de penetratie van een kandidaat er eigenlijk ook moet bij vertellen of men dat procent heeft berekend ten overstaan van het aantal ingeschreven kiezers op de officiële kiezerslijsten, of daarentegen t.o.v. het aantal opgedaagde deelnemers. Dat scheelt ook.
Voorbeeld. Volgens ons bekende gegevens waren er in de provincie 952.999 ingeschreven kiezers en waren er 860.226 “deelnemers”.
Tevens krijgen we geen inzicht op de vraag hoe populair die kandidaten wel zijn binnen hun eigen partij.
Volkomen verkeerd natuurlijk is dat men zich inzake het aantal naamstemmen baseert op wat zo’n plaatselijke journalist meent te weten. Onze O,00%-journalist van Het Laatste Nieuws, de bekende Peter Lanssens, meldt bijvoorbeeld dat burgemeester Van Quickenborne in de provincie West-Vlaanderen 14.248 stemmen achter zijn naam kreeg terwijl Binnenlandse Zaken het heeft over 13.692 stemmen.
In een vorige editie gaven wij een overzicht van de interne en externe populariteit waarvan Quickie genoot bij de Kamerverkiezingen van vijf jaar geleden. Intern wil zeggen: binnen de partij, en extern binnen de gehele kieskring. En we deden dat in verhouding tot het aantal uitgebrachte stemmen (deelnemers), want dat lijkt ons het meest betekenisvol.
Onze lezers wachten nu waarschijnlijk gretig af hoe het zit met de penetratiegraad van Quickie bij de laatste Kamerverkiezingen van vorige zondag.
Waarom krijgt u hier die percentages nog altijd niet te zien?
Omdat de uitslagen op de website van Binnenlandse Zaken (IBZ) tot op vandaag nog altijd officieus zijn en er nog altijd niet is aangegeven hoeveel kiezers er waren ingeschreven en hoeveel daarvan zijn opgedaagd.
Intussen weet u natuurlijk allemaal dat de uitslag voor Quickie rampzalig is. Toen hij na drie jaar terugkwam uit Brussel zei hij nog deemoedig dat hij zeker “veel had goed te maken” bij de Kortrijkzanen.
Blijkbaar is dat niet gelukt. Vijf jaar terug kozen 1 op 10 van de Kortrijzanen nog voor hem. Op zijn naam.
Als we ons dan toch een keer baseren op de voorlopige, niet officiële cijfers is zijn externe populariteit in Kortrijk heden ten dage nog slechts 3,4 procent. (1.802 voorkeurstemmen tegenover 52.475 uitgebrachte stemmen.)
Ook in vergelijking met zijn rivalen die zich nu opwerpen als kandidaat-burgemeester (raadslid Vermeersch en schepen Ronse) is dat een onvoorstelbare, historische afgang.
In een normaal land (of stad) zouden we zo een kandidaat (lijsttrekker, ex-minister, burgemeester) met een dergelijk uitslag niet meer terugzien.