Eerst de uitgaven op 30 juni
Toen was er voor 93,6 miljoen effectief geboekt.
Nu moet u weten dat er voor geheel dit jaar volgens het meerjarenplan voor een totaal aan uitgaven voor 198,1 miljoen is gebudgetteerd! Er moet dus wel nog iets gebeuren. De realisatiegraad is 47 procent.
– Voor de uitgaven inzake “goederen en diensten” was 69,2 miljoen voorzien.
Hier is er halverwege dit jaar 17,9 M geboekt. Realisatiegraad: slechts 25 procent…
– Qua bezoldigingen stad/OCMW was er voor 103,3 miljoen begroot. Daarvan is in het eerste semester 49,3% besteed.
Dat is dus een normale realisatie: praktisch de helft.
– Van de toegestane werkingssubsidies (bijv. voor politie) is 49,8% van het jaarbudget besteed. Ook normaal.
– Voor de rentekost van leningen zitten we met 2,2 M op 48,1% van de jaarraming.
Nu wat over de ontvangsten op 30 juni.
Het jaarbudget bedroeg in totaal 213,2 miljoen. Daarvan is 86,2 M geboekt oftewel 40,4%.
– Qua fiscale ontvangsten Is in het eerste semester 18,9 M geïnd, oftewel 27,3% van het jaarbudget. (Zie verder.)
– Voor “ontvangsten uit de werking” is 46,7% van de beoogde jaaromzet gerealiseerd. Voorname ontvangten zijn die uit de verkoop van huisvuilzakken en inkomsten uit containerparken.
– Er is in het eerste semester geen enkele verkoop van onroerende goederen gerealiseerd. (Denk aan Doorni-ksewijk 166, Goed te Boevekerke, Amsterdams Poortje.)
Het saldo van de uitgaven en ontvangsten is negatief
We hebben het nog altijd over halverwege het jaar.
Het saldo bedroeg MIN 7,4 miljoen.
Wanneer we ook de kapitaalaflossingen (11,5 M) in rekening brengen bekomen we zelfs een negatieve autofinancieringsmarge van min 18,9 miljoen. En dit terwijl het jaarbudget een AFM van min 3,2 M toestond.
MAAR dat sterke negatieve saldo in het 1ste semester is normaal aangezien de grootste belastingontvangst, met name de Onroerende Voorheffing (35 M), pas in het tweede semester wordt uitbetaald.