Koning Leopold II was weer eens voor de zoveelste keer afwezig geweest in Brussel en zo rond begin van de jaren 1900 begonnen ministers van de regering De Smet de Naeyer dat echt beu te worden. Men durfde zelfs te eisen dat hij minimaal vier dagen per week zou aanwezig te zijn in de hoofdstad van zijn koninkrijk. Dit tot groot ongenoegen van L<II>.
Hij liet dan ook geen gelegenheid voorbijgaan om de politici een flinke poets te bakken.
Dat ondervond bijvoorbeeld de Kortrijkzaan Julien Liebaert, minister van Spoorwegen in de jaren 1899-1907.
En dit vertelt Johan Op de Beeck in zijn magistraal werk gewijd aan “Leopold II” op de pagina’s 649-651 (we parafraseren de auteur ietwat):
Leopold kwam weer eens na enig absenteïsme met zijn koninklijke trein terug uit Parijs en had daarbij heel lang moeten wachten voordat hij het Brusselse Zuidstation had kunnen binnenrijden. Daar zou minister van spoorwegen Liebaert voor boeten.
Alreeds de volgende dag kreeg hij een telefoontje dat men hem voor een audiëntie in Laken per auto zou komen ophalen in de Wetstraat.
Liebaert was hiermee zeer verguld. Nog meer toen hij na het (onschuldige) onderhoud tot zijn groot genoegen zag dat hij teruggebracht zou worden in de spectaculaire auto van het koninklijke wagenpark. Een Mercedes Simplex, een crèmekleurig monster met goudkleurige koplampen en gecapitonneerde fauteuils van rood leer. Trots als een pauw, door voorbijgangers bewonderd nagekeken, reed Liebaert Brussel binnen. Maar uitgerekend in de Paleizenstraat ging het mis. Panne! De wagen viel stil. In een oogwenk werd het gevaarte omringd door een volkstoeloop. Gegeneerd moest de minister wel uitstappen. Daarbij moest hij onder hoongelach van de omstanders navragen waar de dichtstbijzijnde tramhalte was.
De panne was doorgestoken kaart.
De chauffeur had van Leopold opdracht gekregen om met een quasi lege benzinetank weg te rijden uit Laken.
Bij een volgende gelegenheid dat ze elkaar opnieuw ontmoeten maakte de vorst daar geen geheim van en kreeg de minister de les om het spoorverkeer voortaan wat stipter te laten rijden. “Eh bien, nu weet u eens hoe het voelt om pech te krijgen,” kreeg Liebaert (in het Frans) te horen.
Leopold, de poetsenbakker !
P.S.
De dikke nek van de Kortrijkzaan Liebaert ging verscholen onder geweldig grote bakkebaarden.