De vraag is gerechtigd.
Vincent Van Quickenborne (V.VQ.) heeft er zich tegenover de Kortrijkzanen plechtig en formeel (de eed ontbrak nog net!) toe verbonden om tot het eind van de legislatuur (2014) burgemeester te blijven van zijn beminde centrumstad die volgens én dankzij hem is uitgegroeid tot een voorbeeldstad.
Stel u voor. De schaamte voorbij? Het was zelfs een bruikbaar propaganda-argument om hem intussen toch ook maar te laten verkiezen tot federaal Kamerlid.
Met een discours aan de Kortrijkzanen én zijn uitlatingen in zijn goedgunstige pers heeft hij daartoe naar overtuigingsmiddelen (argumenten) gezocht die Aristoteles retorisch bekeken rangschikt onder de categorieën “logos”, “pathos” en “ethos”.
Een vorig stuk in deze stadskrant eindigde met de prangende vraag of hij zijn “verhaal” wel aan zichzelf zou kunnen verkopen? Dramatische vraag die in de lengte van jaren pas een antwoord zal krijgen bij een politieke misstap van zijnentwege. Of een verspreking, een loslippigheid van een concullega of medewerker.
Wij, en velen met ons, twijfelen alleszins aan het gehalte “ethos” ervan, d.w.z. aan de geloofwaardigheid en de oprechtheid van zijn argumentatie.
Daar willen we het nu wel een keer over hebben.
Zo zei burgemeester Quickie bijvoorbeeld dat de keuze om zich tot minister te laten benoemen niet evident was, ook al omdat hij Kortrijk “ongelooflijk graag ziet”.
Nu is het zo dat wij sinds lang vanuit het stadhuis geruchten horen dat hij al te veel “bezig is met Brussel”. In de pers (‘Het Nieuwsblad’ van 1 oktober) durfde alvast één iemand dit aldus verwoorden: “De drive en de schwung die hem kenmerken waren al geruime tijd niet meer aanwezig. Kortrijk begon te klein en te weinig uitdagend te worden.” (Het gaat om een uitspraak van Sien Vandevelde, communicatie-verantwoordelijke van de lokale oppositiepartij CD&V.) De bewering dat “hij graag verder had gedaan (sic) als burgemeester” kunnen we dientengevolge met enige scepsis bejegenen.
V.VQ. was nog van mening dat hij in deze crisistijden “niet aan de zijlijn kon blijven staan”. De plicht riep. Ook deze bewering geniet van enige twijfelzucht bij ons alsook bij de Kortrijkzanen die Quickie’s zeer bijzondere persoonlijkheidstrekken en (als ‘brutaal’ beschouwd) politiek handelen enigszins beter kennen. De geldings- en dadendrang en zijn onmeetbare ambitie, plus zijn ongeziene lef, doen bij ons en anderen de vraag rijzen of hij zich – ook in tijden ZONDER crisis – niet geroepen zou voelen tot het ministerschap.
V.VQ. zegt dat hij lang heeft nagedacht over de beslissing om over te stappen tot het federale niveau. Er nachten van wakker lag.
Dat kunnen we best geloven hoor, maar waarschijnlijk in een héél ander tijdsbestek dan hij publiek laat uitschijnen.
We stellen weer een fundamentele vraag: sinds wanneer heeft Van Quickenborne de onweerstaanbare drang (art.71) voelen opwellen om zich opnieuw met kracht als een ministeriabel iemand een weg naar boven te banen?
Wij doen een gok.
Al in augustus 2019 schuift V.VQ. de VLD-fractieleider Egbert Lachaert naar voor als DE geschikte VLD-partijvoorzitter. Nu moet u weten dat den Egbert zelf toen op dat ogenblik geenszins kandidaat was. In januari 2020 dringt Quickie er nogmaals op aan dat Lachaert zich zou kandidaat stellen. Hij ontvangt hem ook nog als een trofee op de nieuwjaarsreceptie van zijn Kortrijkse kiesvereniging genaamd “Team Burgemeester”
(Men beseft dat nog altijd niet goed: in centrumstad Kortrijk is er geen VLD meer.)
En in de aanloop van de verkiezingen van de VLD-voorzitter (die eerst zouden plaatsgrijpen in maart 2020) schaart hij zich volledig als een tandem gelijk achter Lachaert. Als zijn running mate.
V.VQ. weet pertinent goed dat het de partijvoorzitters zijn die de kandidaat-ministers aanduiden en is er ook van op de hoogte dat Lachaert op zijn beurt absoluut Alexander De Croo als premier wou in de vivaldi-regering.
Kijk.
Oostends burgemeester Tommelein zei het nog als commentaar op zijn nederlaag in die voorzittersverkiezingen. “Je moet het hem (Vincent) nageven dat hij telkens op een heel opportunistische manier de juiste kaart trekt.” En in Knack (7 oktober) lazen we eenzelfde analyse: “Hij (Vincent dus) ruikt van kilometers afstand een potentiële winnaar.”
En misschien moeten we dit nog even nageven.
De nieuwe premier De Croo is historisch zelf ook nog schatplichtig aan V.VQ…
Hij heeft zeker niet vergeten dat Quickie in 2009 (!) samen met Patricia Ceysens hem overtuigde om zijn kans te wagen als VLD-voorzitter.
Ja. Neen. Onze Quickie is heus niet van gisteren!
En zijn moreel kompas (de ethos!) is nogal beverig.
Later wenkt Europa? Na Verhofstadt? Want niettegenstaande al zijn ongetemde lef zal V.VQ. het niet meer wagen om zich in 2024 opnieuw op te werpen als kandidaat-burgemeester in zijn geliefde Kortrijk. Maar dat is inmiddels ook al geregeld: het wordt de nu waarnemend burgemeester Ruth Vandenberghe.