Zoek de verschillen, of mogelijke tegenstellingen.
In het weekblad “Knack” van 5 mei (pag. 12) legt men de voorzitter van Open VLD de vraag voor of het niet zo is dat minister Vincent Van Quickenborne de architect is van de gewraakte strategie van zijn partij.
Alexander De Croo antwoordt zuchtend. Dat verhaal begint hem de keel uit te hangen.
En dan: “Je kunt veel zeggen over Vincent, maar niet dat hij er niet van genoot om minister te zijn. Van alle Open VLD-ministers was hij er het moeilijkste van te overtuigen dat we uit de regering moesten stappen. Echt waar: de anderen waren meegaander dan hij om hun ministerportefeuille in te leveren. Het is net Vincent die ons tijdens de interne discussies vaak heeft afgeremd.”
En nu nemen we even “De Standaard” van 17 april ter hand, pag. 15.
Minister Van Quickenborne (die tegelijk Kortrijks raadslid is) krijgt de vraag voorgelegd of het zo is dat sommigen uit zijn eigenste partij zijn houding erg opportunistisch vinden.
Antwoord: “Opportunistisch? Ik heb ooit een ministerpost geweigerd, ik ben ook niet gebonden aan deze stoel” (van federaal minister). Ik heb een enorm risico genomen toen ik deel ging uitmaken van het team van De Croo voor de voorzittersverkiezingen. Het was veel comfortabeler geweest om op de achtergrond te blijven in de partij, ik was minister.”
Inderdaad, je kunt veel zeggen over Q.