Op 24 februari zat het er bovenarms op in de Commissie Media van het Vlaams parlement.
De voorzitter van die commissie is Kortrijks raadslid Philippe De Coene (SP.a) en dat zullen we geweten hebben. Ondervoorzitter: Groen raadslid Bart Caron. En oranje-raadslid Carl Decaluwé is gewoon lid.
Het was Bart Tommelein (VLD, Oostende) die de kat de bel aanbond. Het moet nu maar eens gedaan zijn met die VRT die gigantische inkomsten opstrijkt door aan steden geld te vragen bij opnamen van series of programma’s die zich in die steden zelf afspelen. Een openbare omroep dient zich te behelpen met de dotaties van de Vlaamse overheid.
De levendige discussie (niet genotuleerde opmerkingen, gelach) hieromtrent heeft niet rechtstreeks te maken met de Kortrijkse politiek, ware het niet van twee inhoudelijke zaken en één persoonlijke.
1.
De deelnemers aan het debat gingen akkoord met de zienswijze van Tommelein over (financiële) contracten die tussen commerciële omroepen en lokale entiteiten worden gemaakt. Moet mogen en kunnen. “Lokale mandatarissen moeten maar oordelen of dergelijke investeringen of sponsoring haalbaar zijn voor hun stad dan wel overbodig zijn.”
Carl Decaluwé in dit verband: “VTM kan doen wat ze wil.” Bart Caron: “Voor steden is het relatief onbelangrijk of het om de VTM of de VRT gaat. De stad wil in beeld komen en wie zijn wij om de stad het recht te ontnemen een marketingcampagne te voeren.”
Voorzitter De Coene hield zich in dit opzicht merkwaardig genoeg op de vlakte. (In een tweede agendapunt over de reclame-inkomsten van de openbare omroep laat hij zich tussendoor ontvallen dat steden en gemeenten bereid zijn om steeds verdere inspanningen te doen en dat dit een glijdend proces is, “een proces dat stilaan aan het afglijden is”.)
We denken hierbij nu spontaan aan de sponsoring en de logistieke steun van Stad Kortrijk bij de commerciële VTM-series “Mijn restaurant” (50.000 euro, half jaar gratis huur, 10.000 euro diversen) en “De Rodenburgs” (150.000 euro). En herinneren ons het persbericht van Bart Caron (20 februari!) waarbij hij fulmineert tegen een tweede serie van de Rodenburgs en nog meer tegen de organisatie van een zgn. Rodenburgdag in onze stad.
Carl Decaluwé stoort zich wel aan het feit dat betalende steden zich mengen in de programmatie. “De sponsor – en zeker een overheid – moet niet gaan bepalen hoe alles in beeld komt.” Wel Carl, zeg dat maar eens in de Kortrijkse gemeenteraad nu de burgemeester weer van plan is om een tweede serie van de Rodenburgs te financieren en hierbij wel degelijk beeld-eisen stelt.
2.
Commerciële zenders mogen van onze parlementariërs dus zoveel als ze kunnen graaien in de stadskassen en daarbij steden aan opbod laten doen. Daar is een simpele uitleg voor. Politiekers willen zeker niet in de clinch gaan met de commerciële regionale zenders. Bij ons dan: met WTV. Bart, Carl en ook Philippe zijn er als de dood voor om de WTV-redactie en Roularta tegen de haren te strijken. Stel u voor dat zij in Roeselare genadeloos van het scherm worden geweerd omwille van een onvertogen woord over de financiering van de zender. Geen raadslid dat het waagt om een keer na te gaan hoeveel geld Stad veil heeft voor bepaalde uitzendingen op WTV (bijv. voor Trefpunt, voor Transit).
Meer nog.
Waarom hield Philippe De Coene zich daarstraks nogal gedeisd?
Midden januari heeft hij vice minister en minister van Media Ingrid Lieten (soloslim) laten overkomen voor een werkbezoek in de regio Roeselare-Kortrijk. Daarbij kwamen zij samen langs bij Focus-WTV om te spreken over de toekomst van de regionale televisie. Geen ander lid van de commissie te zien.
Ja zeg. En daar kwamen de minister en de voorzitter van de Mediacommissie gezamenlijk tot de vaststelling dat de regionale omroepen het door teruglopende inkomsten een stuk moeilijker hebben om aan hun kerntaak te voldoen, met name het informeren over alles wat zich in de regio afspeelt. (Hebben zij de balansen, begrotingen en rekeningen van WTV kunnen inkijken?)
Philippe De Coene (persbericht van 18 januari): “Wij weten dat er vraag is naar structurele ondersteuning en ik denk dat we daar moeten op ingaan. Ik ben ook blij dat in de commissie bijna alle politieke partijen dat ondersteunen.” U leest het goed, voorzitter De Coene engageert zich om de commerciële zender WTV van overheidswege ook structureel te ondersteunen.
3.
In de Vlaamse mediacommissie heerst er bij een aantal leden een enigszins toenemende ergernis over het voorzitterschap van Philippe De Coene. Zijn geldingsdrang. Personal branding.
Bart Tommelein in de zitting van 24 februari: “U moet als voorzitter de neutraliteit bewaren en het debat leiden. U doet het telkens weer, u doet het in de plenaire vergadering, u gooit de knuppel in het hoenderhok.U zorgt voor meer discussie dan er oplossingen komen.”
Wat verwijt men aan de voorzitter?
Dat hij naar buiten uit meningen en standpunten ventileert waarbij hij zich impliciet aanstelt als soort woordvoerder van de mediacommissie. En dat hij intern van op zijn voorzittersstoel heel lange tussenkomsten houdt die de allure krijgen van een (niet ingediend) agendapunt. Vragen en voorstellen. Soms tovert hij – nadat het debat als het ware op zijn eind loopt – nog een informatie uit de hoed waar de commissieleden dan even van opkijken.
Kortom, onze Philippe gedraagt zich in Brussel niet anders dan zoals bij ons, in de gemeenteraad of daarbuiten.