Het syndicaal overleg voor het personeel van lokale besturen (1)

Dat syndicaal overleg tussen vakbonden en de lokale overheid betreft in feite twee overlegorganen:  enerzijds het Hoog Overlegcomité (HOC)  en anderzijds het Bijzonder Onderhandelingscomité (BOC).
In de praktijk evenwel kennen beide organen een gelijke samenstelling zodat de vergaderingen gezamenlijk gebeuren. We spreken dan over het HocBoc.

Overleg”  gaat over voorstellen tot vaststelling of aanpassing  van de personeelsformatie, maatregelen van inwendige orde en regelingen m.b.t. arbeidsuur  en organisatie van het werk.
Onderhandeling” slaat op de vaststelling of aanpassing van het personeelsstatuut (genaamd: rechtspositiebesluit), bezoldigingen, pensioenen, de relatie met de vakorganisaties, de sociale diensten, maar ook op algemene verordeningen met het oog op de latere vaststelling van de personeelsformatie  , de organisatie van het werk, de arbeidsduur.

Bij de HoCBoc  bestaat de delegatie van Stad uit personen bevoegd om het betrokken bestuur te verbinden. (De schepen van personeel is daar niet bij.) De burgemeester is ambtshalve voorzitter van beide  organen. De voorzitter van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn is ondervoorzitter. Naast de schepenen zetelen ook een secretaris, en technici (ambtenaren). (De namen volgen later.)

Er is naast de HocBoc ook nog een basisoverlegcomité van Stad/OCMW m.b.t. de materie welzijn op het werk.  Er is niet bepaald wie daarvan de voorzitter is maar volgens de regelgeving mag de burgemeester dit bepalen.  Hij heeft dan ook zichzelf verkozen. Een maximum aantal leden is niet bepaald. In Kortrijk gaat het zowel voor Stad als OCMW om dezelfde  7 leden en twee secretarissen (technici).

P.S.
Het is voor het eerst dat we inzage krijgen van de stadsdelegaties in die diverse comités.
De vakbondsdelegaties kennen we nog altijd niet.
Raar is nog dat in Collegebesluiten aangaande de besproken materies  nooit verwezen wordt naar verslagen van die comités.