Toen het bij OCMW-voorzitter Phillipe De Coene (SP.A) begon te dagen dat tussen 2009 en 2012 volgens de metingen van Kind&Gezin de ‘kinderarmoede’ in Kortrijk was gestegen van 7,5% naar niet minder dan 18% viel hij bijna van zijn schepenstoel. Een en ander was duidelijk te wijten aan slecht beleid van de vorige coalitie (CD&V en VLD) en zeker niet aan het armoedebeleid van SPA-minister Ingrid Lieten die met miljoenen gooide naar lokale projecten.
Vandaar dat de schepen van armoede al eind 2013 triomfantelijk uitpakte met een heel ambitieus armoedebestrijdingplan met 185 (200? ) acties die in de periode 2013-2109 wel 30 (32?) miljoen mochten kosten.
En jawel hoor.
In 2014 zakte de K&G-indicator naar 15,9% en zelfs naar 12,9% in 2015.
“Het plan rendeert,” zo liet de schepen via WTV weten aan de bevolking. En her en der (tot in het buitenland toe) werd hij gevraagd om zijn beleid uiteen te zetten.
Maar toen viel de eerste bom.
Een nieuwe K&G-index voor Kortrijk (gepubliceerd in juni 2017) inzake ‘kinderarmoede’ steeg van 12,9% (2015) naar 17,4 %. Niet significant verschillend van de rampzalige 18% onder het vorige bestuur.
Via de plaatselijke media liet de schepen weten dat hij waarlijk heel verrast keek naar die forse stijging van de ‘kinderarmoede’. “We gaan onmiddellijk contact zoeken met K&G om een “rekenkundige interpretatie” te doen van de cijfers,” (WTV 16 juni 2017). Hij zou ook (met een groep experten) de cijfers in detail analyseren en waar nodig het beleid bijsturen. (HLN 17 juni 2017.)
Niets meer van gehoord.
Terwijl er intussen alweer een bom is gevallen.
Op 12 juni ll. kwam K&G op de proppen met een nieuwe kansarmoede-index, ook voor de deelgemeenten van Kortrijk. In de periode 2015-2017 steeg het aantal kinderen tussen nul en drie jaar, levend in een kansarme gezinssituatie van Kortrijk-Stad van 24,0% naar 25,4%. Enkel in de deelgemeente Bissegem was er een (lichte) daling.
In “De Morgen” (13/06/2018) heeft schepen De Coene daar kwik op gereageerd.
(Wist hij al van die gegevens?)
Op een verrassende wijze die toch wel – voor wie hem kent – te verwachten viel.
– Eerst schrijft hij dit: “In een gemeente waar de cijfers dalen, heeft het bestuur de neiging om zich op de borst te kloppen. Stijgende cijfers dienen plaatselijk dan weer als munitie om er het bestuur het vuur mee aan de schenen te leggen.”
(Jawel. De schepen zelf heeft zich daar in het verleden duchtig aan bezondigd.)
– Maar nu schrijft hij dadelijk hierna het volgende: “De cijfers worden daarmee echter oneigenlijk gebruikt en dus niet waarvoor ze bedoeld zijn.”
– En hij vervolgt met een citaat: “Kind en Gezin zelf laat gemeenten weten dat “de kansarmoede-index minder geschikt is om het succes van allerhande lokale inspanningen op korte termijn te meten”.
( De tekst bij K&G is lichtjes verschillend: “…minder geschikt om het succes of falen van recente beleidsinspanningen aan te tonen. De index is vooral een signaalindicator (…) dat er absoluut beleidsinspanningen nodig zijn.”)
“Anders gezegd – zo vervolgt de schepen stellig – er is geen oorzakelijk verband tussen de jaarlijkse index en de lokale inspanningen (of het gebrek eraan).”
De schepen roept bij deze vaststelling de hulp in van de onvermijdelijke armoededeskundige en bevriende Wim Van Lancker die al bij de lancering van de index in 2017 (??) tweette: “Als de nieuwe armoede-cijfers iets duidelijk maken, dan wel dat ze ongeschikt zijn om het effect van lokaal beleid te meten.”
(De prof haat zowat Liesbeth Homans: ” Met dit regeringsbeleid kan men geen daling verwachten.” (DM van 13/06/2018.)
Anderzijds is schepen De Coene toch van oordeel dat de cijfers van K&G wel degelijk (potentiële) gebruikswaarde hebben. Maar dan moeten gemeenten weten welke mensen (gezinnen) achter die cijfers schuilen. Hij doet een oproep aan K&G: “Laat het ons, met hun toestemming weten.”
Vandaar ook de titel van zijn stuk in DM: “Geef ons de mensen achter de armoedecijfers.”
(Wat met het beroepsgeheim bij K&G??)
(Wordt vervolgd.)