Naar gezonde financiën: een maximale schuldgraad van 100 procent (2)

Drie edities van deze krant geleden kon u hier een overzicht bekijken van de totale openbare schuld van onze stad (incl. OCMW) over de jaren heen.
Daar hadden we twee geldige redenen voor.

1. DE 100 PROCENT REGEL

In het bestuursakkoord van de nieuwe alliantie van vier partijen (Team Burgemeester, Stadslijst Kortrijk, N-VA en Vooruit)  van 25 november 2024 troffen we een zeldzaam voorkomend zinnetje aan. Voor het eerst gaf men concreet aan dat er zou gestreefd worden naar een maximale schuldgraad, namelijk 100 procent van de jaarlijkse exploitatie-ontvangsten.  Geplafonneerd dus.

De vroegere coalitie onder het burgemeesterschap van Vincent Van Quickenborne was waarschijnlijk danig geschrokken toen uit de vierde aanpassing van het meerjarenplan bleek dat de schuldgraad in het jaar 2026 letterlijk de symbolische 100%  zou bereiken.
Het vijfde meerjarenplan (van november 2024, ook goedgekeurd door de CD&V, toen nog in de oppositie)  heeft voor 2026 de schuldgraad intussen kunnen herleiden tot  97 procent.
Het nieuwe bestuursakkoord geeft ook nog 6 grote principes op om te komen tot een eerlijk en gezond financieel beleid. Daarover later meer.

Intussen vonden we wat recent nieuws inzake leningen.
In telegramstijl:
– Voor de periode 2020-2025 worden (werden) 188,2 miljoen nieuwe leningen opgenomen.
– In 2024: 55,75 miljoen. Daarvan is in de eerste helft van dit jaar 43,25 miljoen opgenomen, volgens thesauriebehoefte.
– De resterende 12,5 miljoen (plus 1 miljoen doorgeeflening voor de politiezone) is onlangs – door de nieuw bestuursploeg- opgenomen bij onze traditionele huisbankier Belfius.)
– In 2025 wil men con brio  voor 38 miljoen gaan lenen.

Maar nu eerst die eerder gepubliceerde tabel van de schulden (leningen) wat aanvullen.
Er werd daar aangegeven hoeveel de schuld bedraagt per inwoner. Méér dan 2.000 euro per capita, baby’s inbegrepen.  Dat maakt indruk. Nochtans, om te oordelen in welke mate de financiën van een gemeente “gezond” zijn (beheersbaar) is het criterium van de schuldgraad (het verloop ervan) van veel groter belang.

Een overzicht van de schuldgraden in de vorige bestuursperiode.
(Het jaar 2019 laten we buiten beschouwing want in de stadsrekening is dan nog geen sprake van een “inkapseling” van het OCMW, de gemeentebedrijven en de vzw’s.)
2020: 91,8%
2021: 78,7%
2022: 80,7%
2023: 79,8%
Dat zijn reële cijfers, uit de jaarrekeningen.
Voor 2024 moeten we ons nog altijd baseren op geraamde bedragen uit het laatste gekende  (vijfde) meerjarenplan (een begroting) van november vorig jaar.
2024 dus: 89% ??

Ha ja. Wat zegt de toekomst?
Dat weten we eigenlijk niet juist.  Hiernavolgende cijfers zijn immers nog altijd  deze zoals berekend onder de vorige coalitie. De nieuwe bestuursploeg zal natuurlijk over enkele maanden uitpakken met een nieuw meerjarenplan (en voor 2024 met de jaarrekening).
En toch vermelden we hier nog  wat de vorige coalitie (incl. de CD&V) goedkeurde, om later des te gemakkelijker te kunnen vergelijken.
2025: 93%
2026: 97%
2027: 92%
Om het de nieuwe en oude raadsleden comfortabel te maken, (om later voor onszelf opzoekingswerk te besparen)  geven we hier nog een vervolg op de al gepubliceerde tabel van de schulden.
We zaaien ook graag wat paniek.
Volgens de huidige prognoses zal de schuldenlast tussen dit jaar 2024 en 2026 stijgen met 10,20 procent. Later te vergelijken met de inflatie.

2024
– Schulden eigen aan stad: 199.602.216 euro
– Doorgeefleningen: 37.191.653 euro
– Boekhoudkundige leningen: 8.054.107 euro
Totaal: 244.847.976 euro
2025
– 217.996.938
– 36.296.433
– 9.010.905
Totaal: 263.304.276 euro
2026
– 225.021.075
– 34.905.348
– 9.885.191
Totaal: 269.811.614 euro
2027 (Oef! Een daling!)
– 216.465.819
– 33.457.594
– 10.805.237
Totaal: 260.85.237 euro

2. MISVERSTANDEN INZAKE SCHULDENLAST
Dat is de tweede reden waarom we het hier wat uitvoerig hebben over de schuldengraad en dat vooropgestelde maximum van 100 procent.
Over de schulden van Stad (en OCMW) horen en lezen we de meest baarlijke onzin. Om te beginnen kent men vaak niet eens de juiste bedragen, en ten tweede  getuigt de commentaar daarrond van enige onwetendheid. Men vergelijkt bijv. nogal eens de financiële toestand van een openbaar bestuur (zoals stad Kortrijk) met die van een gezin of een bedrijf.

Wordt vervolgd.