In onze editie van gisteren motiveerden we ons laattijdig verslag over de gemeenteraadszitting van 8 mei waarbij raadsleden zich moesten uitspreken over 1) wat de NMBS van plan is met het deelproject A (het nieuwe station en de fietsstallingen) en 2) wat Stad nog van plan is inzake het deelproject B (de stationspleinen voor en achter, het busstation en de zgn. Lijnwinkel). Ook de geraamde kosten en de verdeling ervan moesten worden goed- of afgekeurd.
Fundamenteel was natuurlijk het heikele punt: wat met het station?
Nauwgezet als we zijn wilden we wachten op de publicatie van de notulen om heel zeker te zijn over het stemgedrag van de raadsleden over dit gigantisch project. Want er heerst binnen de Raad over deze investering en historisch gebeuren, meer speciaal over de vraag hoe dat nieuwe station er moet uitzien, niet de minste unanimiteit, en – dat is uitermate zeldzaam – zelfs binnen de fracties valt geen volkomen eensgezindheid te bespeuren. Enige consternatie hierover lijkt mogelijk.
Maar dan moeten die notulen natuurlijk helemaal juist weergeven hoe de raadsleden hebben gestemd.
Voor het geheel van het voorgestelde project, de zgn. derde samenwerkingsovereenkomst (SWO3) tussen de betrokken vier partners is de stemuitslag met de namen wel juist genoteerd, maar dat geldt niet voor de ingediende amendementen. (Cf. infra.)
Er namen 39 leden deel aan de stemming. Raadslid Roel Deseyn (Cd&V) was afwezig en schepen Axel Weydts (van de beweging ‘Vooruit’) liet zich verontschuldigen.
Wie heeft er bij het “beslissingspunt” over het geheel van het project een ja-stem uitgebracht?
25 leden, te weten de raadsleden van de tripartite, uitgenomen Moniek Gheysens (VLD).
Hier speelde bij de meerderheid de partijtucht, iets waar ons Moniek nu al zovele jaren fel en heel fel onder lijdt. (“We mogen niets meer zeggen,” zo luidt steevast haar klacht in meer intieme kring.)
Maar wie schaarde zich nog achter die meerderheid? Twee van de vier leden van de Groen-fractie, met name Matti Vandenmaele en de fractieleider David Wemel.
Wie bracht een nee-stem uit?
11 leden. Alle aanwezige zes leden van de CD&V, drie (van de vier) VB’ers (Wouter Vermeersch, Lies Vercaemst, Carmen Ryneul), Jacques Demeersseman (onafhankelijk, vroeger VB) en – of course – Moniek Gheysens., de onverschrokkene.
En wie onthield er zich?
3 leden. Twee van Groen (Philippe Avijn en Cathy Matthieu) en één van het Vlaams Belang (Marc Cottenier).
Later, als we het hebben over het verloop van de voorafgaande Raadscommissie én de gemeenteraadszitting zelf, zullen we van de dissidenten het stemgedrag proberen te verklaren.
Amendementen
CD&V-raadslid Benjamin Vandorpe had drie amendementen in petto, en die waren waarlijk niet van de poes. Cruciaal. Het is dan ook zéér de moeite waard om hier zorgvuldig na te gaan hoe er werd gestemd. Hoe raadsleden hun overtuigingen kunnen verloochenen. Des avonds niet meer in de spiegel kunnen of durven kijken…
Amendement 1.
Vandorpe vraagt niet minder dan een digitaal referendum over het al of niet bouwen van en nieuw station, en wil daarbij dat de tripartite het advies van de bevolking volledig volgt. Zoals u weet is inspraak van de Kortrijkzanen (de actie “Kortrijk Spreekt”) een zowat onaantastbaar, heilig kernpunt van het stadsbeleid van de tripartite. Participatie ! En nochtans, héél de meerderheid stemde op 8 mei tegen enig referendum of bevraging over de kwestie. De drie fractieleiders zwegen als vermoord, en Ruthie zelf (bevoegd en verantwoordelijk voor “Kortrijk Spreekt”) gaf geen kik. Een prachtig – sprekend! – voorbeeld van behoedzaamheid in de politiek.
Ziehier de wonderlijke uitslag, want ook bij de oppositie zien we bijzondere gedragingen.
– Wie stemt er tegen een referendum?
28 leden. Ieder raadslid van de coalitie, uitgenomen onze ware durfal, Moniek Gheysens.
Maar – tot onze verbazing – ook de vier raadsleden van Groen en één van het VB (Marc Cottenier die het plan van de NMBS schitterend vindt).
De motivatie van Groen kennen we niet, de fractieleider spreekt zich er niet over uit. Ons vermoeden is dat zij au fond voorstander zijn van het nieuwe, modern station en vrezen voor het ‘Gesundes Volksempfinden’. (De petitie van de erfgoed-aanhangers had nogal succes.)
– Wie is er pro het referendum?
11 ja-stemmen. Natuurlijk de gehele CD&V-fractie. Maar ook drie VB’ers en het onafhankelijk raadslid Demeersseman.
Er waren geen onthoudingen.
Amendement 2
Vandorpe wil meer duidelijkheid over de “verdeelsleutel” van de kosten over de vier partners van het deelproject A. (Later meer daarover: die sleutel is eigenlijk nog niet echt formeel bepaald.)
Hier zien we weer hoe raadsleden partijtucht stellen boven redelijkheid, boven de gegrondheid van een voorstel.
Bekijk de uitslag.
– 26 nee-stemmen. Uiteraard dus weer geheel de kliek van de tripatite, met uitzondering van onze Moniek, de gewetenisvolle. Drie van Groen willen ook niet weten van méér accuraatheid over de kosten: Davdid Wemel, Cathy Matthieu en Matti Vandemaele.
– 12 ja-stemmen. De CD&V’ers, alle vier VB’ers en Moniek.
– 1 onthouding: één van Groen, want te ingewikkeld? (Philippe Avijn).
EN HIER MOETEN WE DUS WIJZEN OP EEN VOLSTREKT FOUTE NOTULERING !
Er zijn 26 tegenstemmen, maar we tellen 29 namen…
Wat scheelt eraan?
– Ryheul is zowel gerangschikt bij de voor- als tegenstanders. (Zij was voor.)
– Pieter Soens ook. (ook voor.)
– En dat is dan het toppunt: de verontschuldigde schepen Weydts gaf zogezegd een tegenstem !
Amendement 3
Benjamin Vandorpe wil dat de bijdrage in de kosten voor stad worden geplafonneerd.
Hij plakt er zelfs een bedrag op: de maximum all-in kostprijs mag hoogstens 22.755.646 euro bedragen, incl. btw. Dat is het op heden geraamde bedrag.
– 8 ja-stemmen. De CD&V plus de spaarzame, onverschrokken Moniek en ja ook Demeersseman (altijd contrarie).
– 27 nee-stemmen. De leden van de meerderheid plus de vier van Groen.
– 4 onthoudingen: de vier VB’ers.
HIER OPNIEUW EEN FOUTE NOTULERING.
Men noteert 30 namen bij de nee-stemmen…
– Ryheul is zowel vernoemd bij de nee-stemmers als bij de onthoudingen.
– Pieter Soens heeft zowel ja als nee gestemd.
– En schepen Weydts was blijkbaar toch opgedoken: hij stemde tegen…
P.S.
Genoeg voor vandaag.
In volgende editie vertellen we wat er zoal is gezegd en niet werd gezegd.
Meest betekenisvol is misschien dat de drie fractieleiders hebben gezwegen.
Zelfs burgermoeder Ruthie had niks te vertellen. Onthutsend is dat. Onder het burgemeesterschap van Quickie zou dit ONDENKBAAR zijn geweest. Hij zou ons vergast hebben op een exceptioneel discours.
Monthly Archives: juni 2023
Over de (on)eensgezindheid binnen de Raad inzake het nieuwe stationsproject (1)
VOORAFGAAND
Kostprijzen hieronder vermeld komen uit de memorie van toelichting bij het agendapunt van de gemeenteraad. Slaan op indirecte kosten.
Het NMBS-dossier zelf vermeldt heel andere bedragen ! We komen daar later op terug. Zie cijfers volgens een tabel van de NMBS zelf in onze editie van 10 juni.
De nieuwe (derde) samenwerkingsovereenkomst (SWO3) tussen de partners van het project is al besproken in de gemeenteraad van 8 mei laatsleden. Dat we er nu pas over gewagen is gewoon te wijten aan het feit dat je bij het volgen van een raadszitting via de live-stream niet kunt zien wie er juist voor of tegen een voorstel of amendement heeft gestemd. Om de namen te kennen van voor- en tegenstanders moet je wachten tot de notulen van de zitting ter beschikking zijn, en dat duurt bijna een maand.
Dat plan om een nieuw station te bouwen (en het oude plat te gooien) en tegelijk ook de omgeving ervan grondig te herinrichten is misschien wel het belangrijkste stadsproject van deze eeuw. Het is dan ook politiek-historisch belangwekkend om vast te leggen hoe de onderscheiden fracties zich tegenover dit gebeuren hebben gedragen. Curieus in elk geval. Zo is het nu al zeker dat het VLD-raadslid Moniek Gheysens van de fractie “Team Burgemeester” in de annalen van dit project een blijvende plaats zal krijgen. (In de Raad van 8 mei ging zij zelfs zover om te kennen te geven dat ze persoonlijk dat grote spandoek aan het station over de werken zou verwijderen.)
De meerderheid, dat is de huidige tripartite van “Team Burgemeester” (een verkapte VLD-beweging), de SP (nu de beweging “Vooruit”) en de N-VA is in elke geval naar buiten uit – zo te zien – pro het nieuwe station en de afbraak van het oude, historisch waardevolle (maar niet geklasseerde) gebouw.
Er is evenwel dissidentie te bespeuren. Het valt niet te ontkennen dat de drie fractieleiders in die fameuze gemeenteraad van 8 mei totaal hun mond niet hebben opengedaan. Ook niet in de voorbereidende zgn. Verenigde Raadscommissie. Dat is volstrekt ongewoon, gezien het ongemeen historisch en ook financieel belang van de zaak. Er is geen unanimiteit in de Raad, in tegenstelling tot de goedkeuring van de eerste samenwerkingsovereenkomst over het project.
Overigens mogen we niet vergeten dat er na het (voor)ontwerp nog een aanbesteding moet komen met een gunning en dat er dan nog bezwaarschriften tegen de “bouwvergunning” mogelijk zijn. Met andere woorden: we zijn nog niet thuis…
Maar laat ons eerste even zo kort mogelijk vertellen waarover het allemaal gaat en ging.
Bepaalde feitelijke gegevens zijn dienstig voor ons volgende luik over het stemgedrag van de raadsleden.
Sorry voor het oponthoud in dit verhaal.
Oké.
We vertellen toch al dit. Bij de eindstemming (er waren ook amendementen) gingen samen met de meerderheid twee leden van de oppositie akkoord.
Bij de nee-stemmen was er één lid van de meerderheid.
En er zijn nog “anomalieën” te bespeuren.
Ietwat historie.
Er zijn traditioneel zes partners verbonden aan het project. In den beginne waren dat Stad (met het autonoom gemeentebedrijf Parko), de NMBS, Infrabel, De Lijn, het Vlaams Gewest (o.a. AWV) en Euro Immo Star. Parko is intussen “ingekanteld” in Stad.
Van belang is zeker nog te beseffen dat er twee deelprojecten zijn.
Bij het deelproject A is de NMBS de aanbestedende en verantwoordelijke overheid. Die werken slaan op alles wat te maken heeft met de bouw van het nieuwe station plus de ondergrondse fietsenstallingen en het dienstgebouw. Zaken die verbonden zijn met de publieke ruimte behoren echter tot het deelproject B en daarvoor is Stad de aanbestedende overheid. Dat gaat dan over de aanleg van het nieuwe busstation en de bouw van een “Lijnwinkel”, plus de aanleg van het Stationsplein noord en zuid, de Minister Tacklaan en bijhorende wegenis.
De eerste Samenwerkingsovereenkomst (SWO1) met het oog op een volledig nieuwe stationsomgeving dateert al van eind 2010. Unaniem goedgekeurd in de gemeenteraad van 8 november 2010. De SWO2 (gemeenteraad van 17 november…2014 en pas ondertekend in november 2015) omvatte de de uitvoering van een ondergrondse parking onder het Conservatoriumplein en de tunnel onder de Zandstraat. Die werken zijn – zoals u allen weet – momenteel in uitvoering maar moesten al gedaan zijn in 2020. (Rond 2016 liep het bijna scheef: de NMBS had geen geld, en men dacht even aan het optrekken van een gebouw!)
Met in feite een tweede SWO3 heeft de NMBS zelf (dus niet een of andere “sterarchitect”) nu een bijgestuurd schetsontwerp voorgelegd waarbij geen sprake meer is van een bovengronds nieuw station met een “zwevende” verbinding boven de sporen. Alle functies gaan nu in een ondergrondse doorgang en boven de sporen komt een grote luifel. Het initieel voorontwerp was naar het schijnt te complex en te duur.
Zoals u ziet, beste lezer, is dit project het resultaat van jarenlang overleg en onderhandelingen. Vergaderingen en versies van plannen zijn niet meer te tellen. Wat dit alles aan studiekosten en etentjes heeft gekost, daar hebben we het raden naar.
Iets over oeroude kostenramingen, maar wel voor geheel het project
Dit is infotainment, puur voor de liefhebbers, louter voor de fun. Want over de actuele, totale geraamde kosten over alles en nog wat weten we geen barst. Niks.
In 2013 bijv. dacht men aan zoiets van 103,65 miljoen euro (excl. btw) voor geheel het toenmalige project. (Wat dat project juist inhield weten we niet meer.)
Dat is allemaal tien jaar geleden. Een jaar later, in 2014, had men het al over 135,87 miljoen. En het stadsaandeel zou toen 12,64 miljoen bedragen met daarnaast nog een bijdrage van Parko voor 4,86 miljoen.
En als u nog meer wilt weten? De NMBS zou toen voor 86,20 miljoen euro bijdragen, Infrabel 11,25 miljoen, De Lijn 14,27 miljoen en het Vlaams Gewest 14,27 miljoen.
Nu de actuele, geraamde kosten voor heel het project SWO3
De totale kostprijs voor de SWO3 (de twee deelprojecten) en voor alle partners samen zou exclusief BTW 89.003.501,39 euro bedragen. IN FEITE GAAT HET HIER ENKEL OM DE INDIRECTE KOSTEN: erelonen, studies, management, enz.
– Aandeel voor rekening van de stad: 17.491.738,43 euro.
– Aandeel NMBS: 53,53 miljoen .
– Aandeel Infrabel: 11,65 miljoen.
– Aandeel De Lijn: 5,92 miljoen.
Kosten deelproject B (het onze)
De all-in kostprijs voor de stad voor het deelproject B, met inbegrip van de studiekosten is 18.806.319,15 euro, excl. BTW. Met btw: 22.755.646,17 euro. GEEN IDEE VANWAAR MEN DAT CIJFER HAALT. >WE ZOEKEN NADERE INFORMATIE.
Pro memorie.
Het deelproject B slaat niet op het station, wel op de aanleg van het busstation, de bouw van de Lijnwinkel en de aanleg van het stationsplein noord (met wegenis) en zuid (met de Minister Tacklaan).
P.S.
Ja, wordt vervolgd.
We zouden het toch over de onbestaande eensgezindheid hebben binnen de Raad, en zelfs binnen de fracties? We dachten dat bovenstaande gegevens onze lezers ook konden bekoren. Bepaalde aspecten zijn ten andere nuttig voor ons vervolg.
Stadsbestuur staat voor een onmogelijke taak…
Dat is toch wat wij ervan denken…(Als dat niet juist is moet men het maar laten weten.)
Hoe komen we daar zo bij?
Bij een bespreking van de gemeentefinanciën is het meerjarenplan (MJP) natuurlijk een fundamenteel document. Tegenwoordig slaat dat op de periode 2020-2025. We zijn op heden al aan de derde aanpassing toe en spreken dan in het geijkte jargon – afgekort – over het AMJP3. Die MJP’s geven de jaarlijkse budgetten weer, met de geraamde (verwachte) bedragen inzake uitgaven en ontvangsten.
Het (A)MJP met de budgetten van het jaar X krijgen raadsleden gewoonlijk te zien in december van het jaar X-1. Om per jaar de werkelijke, gedane uitgaven en ontvangsten te kennen moeten we evenwel de jaarrekeningen raadplegen. Die zijn voor het jaar X gewoonlijk beschikbaar in de maand mei van het jaar X+1.
Het MJP slaat op de jaren 2020 tot en met 2025.
Maar de huidige legislatuur loopt wel alreeds vanaf het jaar 2019 en eindigt al in het jaar 2024.
In die zin staren we ons blind op het bestaande MJP als we tenminste echt willen weten wat de tripartite in werkelijkheid zal presteren (of al heeft gepresteerd) in de periode van de legislatuur.
We hebben het nog niet meegemaakt dat een of andere schepen van Financiën – laat staan een raadslid – een keer gaat kijken naar wat er dan wel in 2019 is gebeurd en wat er nog staat te gebeuren tot en met 2024 (dat is volgend jaar!).
En dat is wat we nu een keer gaan doen voor de investeringsuitgaven, met uw goedvinden.
Voor de jaren 2019 tot en met 2022 zijn de jaarrekeningen opgemaakt en kennen we dus heel zeker de effectieve, de reële uitgaven. (Over de gebudgetteerde hebben we het later wel.)
Op een rij:
– 2019 is wel een speciaal geval. In dat jaar heeft het OCMW nog een aparte jaarrekening, naast die van Stad. We moeten dus met twee uitgaven rekening houden. Stad besteedde 20,27 miljoen in dat jaar, en het OCMW 10,39 miljoen. Samen maakt dat 30,02 miljoen euro aan investeringsuitgaven.
– 2020: 31,02 M. (Het OCMW is nu wel “ingekanteld”.)
– 2021: 37,31 M.
– 2022: 59,53 M.
Het totaal van deze effectieve, echte, ware, daadwerkelijke investeringsuitgaven in die periode van vier jaar bedraagt 158,54 M.
Even voluit: 158.544.753 euro. Nogmaals: in vier jaar tijd gespendeerd.
Nu is de grote vraag wat het tripartite-College nog wenst, verwacht (belooft!) te investeren in dit lopende jaar 2023 én het volgende, dat is concreet: tot en met het jaar van de verkiezingen.
Voor die laatste twee jaar die ons nog resten, kunnen we niet anders dan ons baseren op de geraamde bedragen zoals die te vinden zijn in het AMJP3. (De jaarrekeningen zijn uiteraard nog niet gekend.) Het is alle hens aan dek, zie maar.
– Voor dit jaar 2023 voorziet men voor niet minder dan 81.635.334 euro aan investeringen.
– In het verkiezingsjaar 2014 nog 72.857.309 euro.
In twee jaar tijd wil men dus nog vlug bestaande of nieuwe projecten financieren voor een totaal van 154.492.643 euro.
Dat wordt waarlijk moeilijk.
* In de eerste vier jaar van de legislatuur heeft de tripartite gemiddeld per jaar 39.636 euro aan investeringen besteed.
* Nu neemt men zich voor om per se in slechts twee jaar tijd gemiddeld nog 77.246.321 euro per jaar investeren. Bijna het dubbele…
Wie gelooft dat zoiets nog kan?
Een sterke eindspurt.
We bekijken heel de zaak nog een keer ietwat anders.
De effectieve plus de gebudgetteerde investeringsuitgaven bedragen voor heel de bestuursperiode (in de huidige stand van zaken) samen 313.037.396 euro. Dat betekent dat in de eerste bestuursperiode van vier jaar effectief zowat de helft is uitgegeven (50,6 %) – dat is zeker – en dat men in de laatste twee jaar van de legislatuur nog vlug de volgende helft (49,3 %) wil (beoogt) uit de portemonnee toveren.
Dat is een nogal onevenwichtig beleid nietwaar? Wel een sterke eindspurt, daar niet van.
P.S.
Om de schepen van Financiën tot het uiterste op stang te jagen zullen we toch nog de realisatiegraden per jaar berekenen tegenover het initieel budget van dat jaar én het zgn. (aangepast) eindbudget.
Dat gaat alleszins voor de periode 2019-2022.
Hiermee lopen we het risico dat schepen Kelly ons ontvriendt…