Cumulatieve realisatie van investeringen t.o.v initieel meerjarenplan (2)


Woord vooraf voor wie niet verder wil lezen.
Voor de periode 2020-2022 kan men drie soorten realisatiegraden berekenen tegenover het oorspronkelijke meerjarenplan. Ofwel gaat het afgerond om 75%, ofwel 70%, ofwel 64%.
Maar scrol even door tot op het einde, het P.S.


Het is wel degelijk het gewaardeerde CD&V-raadslid Benjamin Vandorpe die naar die specifieke realisatiegraad heeft gevraagd hoor. En niet die onnozele maar tegelijk pernicieuse pipo van “kortrijkwatcher” !
Samen met de VB’er Vermeersch en dat Groene raadslid (de flapuit, genaamd Matti) zijn het tegenwoordig nog de enige raadsleden uit de oppositie die toch nog in deze tweede legislatuur vervelende vragen durven stellen aan de heersende tripartite. Soms doen zij zelfs goede, constructieve voorstellen waarvan ze op voorhand weten dat de meerderheid die toch niet zal goedkeuren. Behoudens die ene uiterst zeldzame keer dan. (Als je poneert dat de zon opkomt in het oosten, dan moet je dat wel goedkeuren.)
Ter gelegenheid van de gemeenteraad van deze maand mei vroeg raadslid Vandorpe dus hoe het zat met de verhouding tussen 1) de effectief gedane investeringsuitgaven en anderzijds 2) de geraamde of gebudgetteerde uitgaven zoals te vinden in het oorspronkelijke Meerjarenplan (MJP) 2020-2025. Dat eerste MJP is natuurlijk al opgesteld eind van het jaar 2019. Het vertolkt wel cijfermatig de beleidsvoornemens van het programma waarmee de tripartite (met het zgn. Team Burgemeester) opnieuw aan de macht kwam, met de nogal hovaardige titel “Kortrijk, beste stad van Vlaanderen”.

N-VA-schepen van Financiën Ketty Detavernier komt daar horendol van als een raadslid durft te vragen naar de realisatiegraad van de reële uitgaven tegenover de initiële budgetten van een bepaald jaar, en zeker nog wel als het gaat om een raming die waarlijk slaat op de ouwe tijd, namelijk het MJP van het jaar 2020.
Als men dan absoluut toch een realisatiegraad wil kennen, dan vindt de schepen het maar juist en rechtvaardig dat men die niet berekent op basis van het initieel geraamde budget (het IB) maar wel volgens een later aangepast (en verlaagd) bedrag, wat men het eindbudget (het EB ) noemt.

Eén voorbeeld dat illustreert waarom schepenen in het algemeen van de laatst genoemde methode fervent voorstander van zijn.
Neem nu 2020.
– De initiële gebudgetteerde investeringsuitgaven (IB) bedroegen niet minder dan 61,78 M.
– De aangepaste, bijgestelde bedragen aan het eind van het jaar (EB) werden immens lager gebudgetteerd: 35,90 M.
– En wat waren de reële uitgaven dan, zoals te vinden in de jaarrekening (JR)? 31,02 M.
Besluit:
* Realisatiegraad tegenover het IB slechts 50,2 %.
* Realisatiegraad tegenover het EB plots: 86,4 %.

Kwaadaardig als we zijn geven we hier toch de cijfers t.o.v. het allereerste gemaakte MJP (we zijn nu eigenlijk al aan de derde versie) , en die gegevens komen wel degelijk van de stadsadministratie, van de dienst Financiën onder leiding van de bevoegde schepen Detavernier.

De effectief gerealiseerde investeringen in de periode 2020-2023 bedroegen in het totaal 127,87 miljoen euro. En voor hoeveel geld had de tripartite initieel verwacht te besteden na die drie jaar? 169,63 miljoen. Dat geeft een realisatiegraad van 75,3 procent.
Dat is eigenlijk nog niet zo heel slecht. (Het vorige jaar 2022 heeft alles gered.)
We bekijken nu even die graden (de echte verwezenlijkingen in geld uitgedrukt) jaar per jaar.
Een tabel effectieve uitgaven / verwachte uitgaven in eerste MJP:
– 2020: 31,02 M / 61,78 M = 50,2 %
– 2021: 37,31 M / 51,74 M = 72,1 %
– 2022: 59,53 M / 59,10 M = 106,0 %
Het jaar 2022 is dus zeer bijzonder. Na het Corona-tijdperk kwam een soort inhaalbeweging. In het jargon: de transactiemomenten werden doorgeschoven. Grote investeringen gingen naar de Zorgcampus Sint-Jozef en fietsroutes (N43!). Een meevaller was de verkoop van Blauwpoort, in die zin dat er daardoor paradoxaal ook uitgaven waren zoals voor de eindpachtvergoeding.

En nu komt er een eerste “correctie” op de vorige realisatiegraad.
Het zit zo. Niet aangewende kredieten inzake investeringen kunnen namelijk overgedragen worden.
(Voor niet aangewende exploitatie-uitgaven mag dat niet.)
Zo werden er uit het budget 2019 voor ca. 9,1 miljoen ongebruikte uitgaven van dat jaar overgedragen en toegevoegd aan de gebudgetteerde bedragen ter uitvoering van het plan “Beste stad van Vlaanderen”.
Om eerlijk te zijn moeten we die eigenlijk aftrekken van de effectieve realisaties, want ze zitten niet in dat initieel budget.
Over de periode 2020-2022 trekt de administratie daarvoor ca. 8 miljoen overdrachten af.
Zo krijgen we nu een nieuw totaal van effectief gerealiseerde investeringen: 119,85 miljoen.
Het IB is natuurlijk nog altijd hetzelfde: 169,63 miljoen.
Nieuwe, gecorrigeerde realisatiegraad is nu 70,7 %.

En nu wordt het echt moeilijk. Een tweede correctie !
De ambtenarij van Financiën was zo eerlijk om er – voor de ware stand van zaken – nog de overdracht van de openbare verlichting aan Fluvius te incalculeren. (Eerlijk gezegd begrijpen we er – net als de raadsleden – niks van.) Het komt hier op neer dat we voor die overdracht 15,7 miljoen investeringsuitgaven moesten inschrijven, naast 5 miljoen ontvangsten.
Het initieel budget van dat eerste MJP bevatte hiervoor geen verrichtingen dus moeten we voor de effectieve gerealiseerde investeringen voor ca. 10 miljoen boekingen aftrekken voor de besproken periode. Nu ja.
De gecorrigeerde investeringen na drie jaar bedragen na deze technische verrichting nog 109,31 miljoen. Tegenover het gelijk gebleven budget van het eerste MJP is de gecorrigeerde realisatiegraad nu slechts 64,4 %.

P.S.
Zo. Dat weet u alweer.
Volgende keer iets heel interessant.
De legislatuur loopt van 2019 tot en met 2024. Die zes jaren en geen andere. Maar het MJP heeft het altijd over 20-25.
Wij zullen ons een keer afvragen hoeveel er sinds 2019 dan in vier jaar tijd (2019-2022) daadwerkelijk is uitgegeven aan investeringen en hoeveel er in de komende twee jaar nog zou moeten verwezenlijkt. U zal verschieten ! Niemand heeft zich dat al een keer afgevraagd..
.










Realisatiegraad investeringen 2020-2022 (gecorrigeerd) 64 procent t.o.v. het initieel budget (1)

Onze lezers weten op wat voor obsessieve wijze wij belang hechten aan dit gegeven.
Er zijn uiteraard nogal wat diverse manieren om het beleid van een stadsbestuur te evalueren, en wees gerust: naarmate het verkiezingsjaar nadert en ons tripartite-college meer en meer zijn verwezenlijkingen op de bekende wijze zal beginnen etaleren (dat is: door niet alles te zeggen) zal kortrijkwatcher wel zijn duit in het zakje doen. Knuppels in het hoenderhok gooien !
Overigens ziet het er zelfs nu alreeds naar uit dat de koorts begin te te stijgen. De profileringsdrang van bepaalde schepenen (zelfs raadsleden) is onhoudbaar geworden en het is onderhand duidelijk dat de aankondigingspolitiek inzake investeringen van bijv. schepen Wout Maddens een maximum heeft bereikt van wat nog net bijna draaglijk is.
Dit alles bij wijze van kanttekening.

Dankzij een vraag van CD&V-raadslid Benjamin Vandorpe (ter gelegenheid van de bespreking van de jaarrekening 2022 in de laatste gemeenteraad – iets waar de gazetten weer geen woord aan wijdden) kregen we warempel een nieuw inzicht voor wat de vaststelling van de realisatiegraad van investeringen betreft.
Dat we die graad kunnen berekenen door de reële, werkelijk gedane uitgaven van een bepaald jaar af te zetten tegenover de bedragen die het schepencollege oorspronkelijk had geraamd voor datzelfde jaar (van plan was uit te geven aan projecten), – dat wisten we. Dan berekenen we de verhouding tussen het ‘geschatte’ bedrag zoals aanvankelijk vermeld in het budget van jaar X en dat wat uiteindelijk achteraf is vastgesteld in de jaarrekening van dat jaar X.

Maar welk budget gaan we als basis gebruiken?
Het zogenaamde Initiële Budget (het IB) opgesteld bij het begin van de legislatuur of datgene wat later – soms meerdere keren – om allerlei redenen is bijgesteld, het zgn. EindBudget (het EB) ?
Raadslid Vandorpe is een absolute voorstander van de berekening van de realisatiegraad tegenover het initiële budget, en wij ook. Waarom? Het IB vertolkt immers de ware ambities van het schepencollege, en de bedragen slaan dus ook op wat men echt van plan is (was) te doen, op de projecten waarmee men bij het begin van een bestuursperiode maar al te graag en fier uitpakte voor de kiezer. (En in Kortrijk breed wordt uitgesmeerd, alhier met de welwillende medewerking van het lokale journaille.)
Zie een keer, Kortrijkzanen, wat een uniek, zelfs historisch investeringscollege wij (gaan) vormen ! Dat hebt u nog nooit meegemaakt ! In de perceptie van de burger telt dat IB, en niets anders. Dat is immers wat het stadsbestuur bij de verkiezingen duidelijk heeft beloofd. Het lijkt soms al alsof het al is uitgevoerd.

Maar ja. Naarmate het jaar vordert ka er van alles voorvallen. Zaken waar men niet veel aan kan doen, maar andere ook. Vanwege tekort aan bestuurskracht, bijvoorbeeld. Of we hebben een beetje onderschat wat iets kan kosten. (We hebben het al meegemaakt dat het meerjarenplan voor de achtste maal werd herzien.) Het IB verschrompelt tot een EB. De gazetten weten intussen nergens meer van.
Onze N-VA-schepen van Financiën, Kelly Detavernier, krijgt het daarom op de heupen als Vandorpe weer eens begint te zagen over vergelijkingen met het initieel budget zoals aangegeven in het eerste meerjarenplan. Zij kan het waarlijk niet meer aanhoren. Wordt er ziek van!
Tja. Natuurlijk valt de realisatiegraad beter uit bij een vergelijking het geraamde bedrag met het (altijd lager) eindbudget.

Een voorbeeld voor het jaar 2020.
We kiezen dat jaar even om meerdere reden, en met opzet. Het is het eerste jaar met een volledig geïntegreerd budget: dat van Stad, OCMW en de vroegere AGB’s (2) en gemeentelijke VZW’s (7) samen.
We bekijken we daarenboven het eerste jaar van de tweede bestuursperiode van de tripartite, een gelegenheid om het beleid (met het programma “Beste Stad van Vlaanderen”) voor het eerst te evalueren.

De investeringsuitgaven in 2020 bedroegen volgens het Initieel Budget uit het oorspronkelijke Meerjarenplan niet minder dan 61,78 miljoen. (Dat is goedgekeurd in de gemeenteraad van december 2019.)
Volgens het EindBudget (een herziening of “aanpassing” uit eind 2020) zal men evenwel slechts 35,90 miljoen uitgeven. En de jaarrekening (JR) 2020 geeft uiteindelijk aan dat we in werkelijkheid 31,02 miljoen hebben gespendeerd.
Wat zijn dus de twee denkbare realisatiegraden?
– Tegenover het IB héél hoog: 86,4 procent.
– Tegenover het EB evenwel slechts 50,2 procent.
Evaluatie: het investeringsbeleid is althans in dat jaar volledig mislukt.
Te begrijpen dat schepen Detavernier een zenuwcrisis nabij is wanneer een raadslid weer eens zinspeelt op de realisatiegraad t.o.v. het IB.

Voor 2020 verwijst (of: verwees) de schepen ter verdediging naar CORONA.
Daar heeft (had) zij dan waarschijnlijk een beetje gelijk in: naar het schijnt lagen er wat geplande bouwwerken stil (Zij zei wel nooit dewelke). Maar in het verslag over de jaarrekening maakte men intussen verrassend en toch wel gedurfd gewag van het feit dat er nog een en ander mankeerde aan “de capaciteit van de projectleiders” bij het begin van deze (tweede) legislatuur. De bestuurskracht was er nog niet in voldoende mate…
Overigens had COVID niet enkel een negatieve impact ! Er waren toen voor 5,3 miljoen minder inkomsten (vooral fiscaal) maar ook voor 10 miljoen minder uitgaven (minder loon- en werkingskosten bijv.). Het is ook zo dat de gemeenten geweldig veel subsidies kregen van hogere overheden om het hoofd te beiden aan de crisis. Daar bleef ons stadsbestuur zeer zedig over zwijgen.
Ja, in zowat ieder jaar zijn er tegenvallers maar altijd ook meevallers…

We dwalen nu wel een beetje af.
Wilden het hebben over hoe er nog “correcties” zijn aan te brengen aan de berekening van de realisatiegraad. En over het gemiddelde voor de – politiek beleidsmatig – belangrijke jaren 2020-2022. (Verwacht intussen in 2023 geen al te hoog eindbudget – de grote werken zijn pas opgestart – en zeker in het verkiezingsjaar moeten we niet veel opzienbarende (nieuwe) investeringen verwachten. (Dat mag trouwens niet eens, om een volgend bestuur niet al te zeer te belasten.)
Volgens de administratie (niet volgens ons!) is de realisatiegraad van de investeringsuitgaven voor de besproken periode (drie jaar) gemeten tegenover het Initieel Budget van het begin van de tweede legislatuur van de tripartite (het eerste meerjarenplan) gemiddeld 64 procent.

Dat is als matig te bestempelen.
We zijn al drie jaar ver hé !

(Wordt vervolgd.)





Hoe kunnen bedragen in een jaarrekening over hetzelfde jaar plotseling veranderen?

We vragen ons dat eigenlijk al jaren af. Intrigerend is nog dat we ons niet herinneren dat ooit één schepen van Financiën daarover enige uitleg verschafte of één ‘gewoon’ raadslid zich daarover vragen stelde.
Het gaat hierom. U weet wat een budget is (vroegere benaming: begroting): een raming (schatting) van de uitgaven en ontvangsten van de gemeente voor het volgende boekjaar. Dat document komt in de Kortrijkse gemeenteraad meestal pas op de agenda in de maand december van het jaar tevoren (X-1).
Wanneer het jaar X eenmaal voorbij is, slaagt onze administratie er dan in om in de lente (de maand mei bijv.) van het volgend jaar (dus in X+1) de rekening voor te leggen aan de raadsleden. Dat document geeft dan tot op de cent na weer wat men in werkelijkheid heeft uitgegeven of ontvangen. Idem voor wat de reële kosten en opbrengsten (dat is zonder BTW) in dat jaar X daadwerkelijk waren.

Ons probleem is dat er voor bepaalde posten in de opeenvolgende rekeningen twee versies bestaan. Twee verschillende bedragen, nochtans voor hetzelfde jaar.
En dat daar dus niemand ook maar één opmerking over maakt.


Nu geven we een keer een voorbeeld over de kosten en opbrengsten uit de beginjaren van het bestaan van de tripartite. (We zouden dat voor andere posten en andere jaren ook kunnen doen, maar zijn er te lui voor. En daarbij: die eerste jaren slaan enkel en alleen op de stadsfinanciën en niet op die van de “satellieten” zoals het OCMW, de AGB’s en de VZW’s).

Wat zegt (constateert) de jaarrekening 2014 ZELF over de resultaten van dat eigenste jaar?
– Kosten: 144,59 miljoen
– Opbrengsten: 131,95 miljoen
– Verlies of tekort is dus: -12,63 miljoen.
Zo’n saldo heeft natuurlijk gevolgen op de balans, concreet op het netto-actief (vermogen).
Dat bedroeg in 2014 : 152,54 miljoen.
En het totaal van de balans was 361,72 miljoen.

En nu even goed volgen.
Een zéér goede gewoonte is dat men in de volgende jaarrekening een vergelijking maakt met die van het vorige jaar. Die bedragen zouden dus volkomen identiek moet zijn.
Wat vertelt de rekening 2015 (in een tweede kolom) dus over die van 2014 ?
Iets héél anders.
– De kosten zijn nu verminderd tot 142,55 M.
– De opbrengsten zijn nu plots verhoogd tot 133,19 M.
– Het verlies is dus ook gewijzigd, dat bedraagt nu nogal opvallend minder: -9,35 M.
Curieus genoeg is het netto-actief gedaald naar 142,90 M en de balans ook naar 353,81 M.

Laat ons nu eens stiekem kijken naar wat de jaarrekening van 2016 durft vertellen over die van 2015.
Alle bedragen zijn wonderlijk veranderd. (Heeft men fouten gemaakt?)
– De kosten zijn nu gestegen! 149,34 M.
– De opbrengsten ook: 141,67 M.
– Het verlies is nu wat gedaald: -7,43 M.
En ook het netto-actief is gedaald tot 134,62 M en de balans tot 340,27 M.

Kortrijkwatcher is totaal niet ingevoerd in het zakenleven.
Is dat allemaal normaal? Gaat dat er ook zo aan toe in de boekhouding van vennootschappen? Twee verschillende resultatenrekening over hetzelfde jaar?
Let wel, als de reële kosten en opbrengsten er zo plotseling anders uitzien, dan veranderen ook ratio’s.
Bijvoorbeeld de solvabiliteit (als netto-actief tegenover het totaal vermogen).
Op welke basis van welk bedrag moet men dan een firma (of een gemeente) gaan beoordelen?

P.S.
Voor onze cijferfanaten.
Ook het jaar 2013 kende een verlies. (Maar we kunnen niet vergelijken met wat het document van 2014 daarover beweert want de rekening van het jaar 2014 geeft geen terugblik op 2013.)
– Kosten: 56,95 M
– Opbrengsten: 44,95 M
– Tekort: -11,99 M
Het netto-actief was 87,61 M en de het balanstotaal 122,60 M.







De kostprijs in slow motion van de “slow shopping” in het winkelwandelgebied (2)

De gazetten blijven maar zeggen dat de opsmuk van het winkelwandelgebied 2,3 miljoen gaat kosten.
Die gazettenschrijvers lezen uiteraard geen dossiers en gaan af op wat de zgn. bevoegde schepenen vertellen. In hun haast om aan aankondigingspolitiek te doen hebben de concullega’s Wouter Allijns (VLD) en Axel Weydts (beweging “Vooruit”) misschien enkel de bedragen uit het voorontwerp van het project gelezen. Daar is inderdaad dat totaal bedrag van 2,3 M (incl. btw) gevallen.
In de avondeditie van onze krant van gisteren hadden we het over vijf stadia die het stadsbestuur heeft doorlopen om het project “make-over en vergroening” van de autovrije winkelstraten vorm te geven.
We vergaten toch nog wel één fase zeker? Het bureau 51N4E heeft met het nodige jargon ook nog een “masterplan” opgesteld met de drie krachtlijnen van het project, te weten: 1) vergroening, 2) ontmoeting en 3) beleving. De lokale kranten stonden er vol van, zoals steeds geïllustreerd met charmante, gesimuleerde prentjes van zoals bijv. de Grote Kring er zal uitzien.

We hernemen nu even de stadia (nu 6) bij de totstandkoming van het project, met de evolutie van de geraamde kostprijzen. Dat interesseert de Kortrijkzaan in hoge mate, veel meer dan journalisten of bestuurders (willen) denken.
Eerst even memoreren dat het oorspronkelijk meerjarenplan 2020-2025 (gepubliceerd in december 2019) het nog had over 1.000.000 euro. (Actieplan 4.1.1. genaamd “opfrissen en vergroenen van het winkelwandelgebied”.) In een eerste en tweede en derde aanpassing is het bedrag dan geraamd op 1.300.000 euro, later 2.300.000 en terug verminderd tot 2.200.000 euro. Zo. Dat weten we al, het maximum beschikbaar budgettair bedrag dat de tripartite voor het plan veil heeft. 2,2 M.

1. De studieopdracht (met de wijze van gunnen en het bestek) (College van 29 maart 2021)
De stadsadministratie raamt aanvankelijk de kostprijs dus op 177.549 euro (exc. btw) / 214.834 euro (incl. btw).
Wat ons telkens intrigeert bij dit soort van ramingen voor werken is de vraag hoe de ambtenaren zomaar op eigen houtje aan die (geschatte) bedragen komen. Ze weten toch niet alles?
– Zij moeten toch aan iemand vragen wat bijv. tegenwoordig zo’n soort boom kost, en zo’n tafel en stoelen, en die masten, en al die verschillende planten en slingers?
– Wat de huidige én toekomstige uurlonen zouden kunnen zijn?
– Hadden de betrokken ambtenaren dan wel zelf al een (master)plan in gedachten??
En dat is bijgevolg DE hamvraag: mogen die eventueel geraadpleegde adviseurs (bureaus, bedrijven) dan nog mededingen met de komende offertes? Het blijft voor ons een eeuwig raadsel hoe dat het er “in het echt” aan toegaat. Iemand in de gemeenteraad moet dat toch eens navragen.

2. Niet-gunning en heraanbesteding (19 juli 2021)
Onze abonnees weten al uit onze editie van gisteren dat we hier een nieuw woord hebben ingevoerd inzake de Kortrijkse bestuurskunde: er is gechipoteerd. Er liepen niet eens offertes binnen…Ongezien! Dientengevolge slaagde onze ambtenarij er niet enkel in om (na raadpleging en van wie?) een nieuw bestek op te maken, maar – en dit is wel heel bijzonder – ook een opvallende prijsverhoging te budgetteren. Hoe kwam men daarbij?
De offertes mochten nu plots oplopen tot 213.400 euro / 258.819 euro.

3. Heraanbesteding (3 januari 2022)
Het is gelukt. Het ultra-bekende Brusselse bureau 51N4E (in samenwerking met ‘Common Ground‘ en ‘Plant&Houtgoed‘) krijgt de studieopdracht. Hun offerte lig ietwat lager dan Stad had bedacht: men vraagt 211.400 euro / 255.794 euro.
Ter info. ‘Common Ground’ uit Gent is een adviesbureau voor transitieprojecten in publieke ruimte. “Plant&Houtgoed’ uit Overijse is een ontwerpstudio (in een hoeve) voor groene omgevingen, speeltuinen, vijvers, meubels.
Die dure vogels (experten, consultants) uit drie bureaus zullen nu plannen waar we bloembakken geen neerploffen, greppels of bordes maken, zit- en spelelementen voorzien, fonteintje laten spuiten, gevelgroen en horizontale groendragers zetten, street art toelaten, masten neerplanten, enz. Sta mij toe van te opperen (mopperen) dat onze 11 ambtenaren uit de beoordelingscommissie (van de teams stadsvernieuwing, bouwen, milieu en wonen, gebiedswerking, stadsmarketing en toerisme, infrastrucuur, groendienst) dat ook zouden aankunnen.
Tiens. Is er geen speakers’ corner voorzien? (Heb ik al 20 jaar geleden voorgesteld.)

4. Masterplan (13 juni 2022)
Het Brusselse studiebureau schuift drie krachtlijnen naar voor om tot “slow shopping” te komen in het wandelgebied: 1) zorg voor vergroening, 2) ontmoeting en 3) beleving. (Zie de gazetten voor meer toelichting.)
Het bureau (voor ons project dan: drie architecten, een projectleider en een tuinman) vraagt hiervoor 20.000 euro / 24.200 euro.

5. Voorontwerp (6 februari 2023)
Ja, moet ook gebeuren. Het studiebureau 51N4E meent dat het totale project 2,3 miljoen euro (incl. btw) zal kosten. (Hier zien we dus dat cijfer uit de kranten opduiken.). Voor de “bouwkost” zou het gaan om 1.460.000 euro.
Stad geeft wat financiële informatie. (Bedragen hierna altijd inclusief BTW.)
Men heeft het over twee soorten van kosten: investeringen (2,2 miljoen) en exploitatie (50.000 euro voor technisch materiaal en publiciteit).
Een andere indeling gaat zo: bouwkost (1.410.000 euro), exploitatie, nu bedoeld als “experimenten” (50.000 euro) en “projectkosten” (zijnde 840.000 euro). We verstaan er niks van, maar dit slaat dus weer in totaal op die 2,3 miljoen.

6. HET DEFINITIEVE ONTWERP (8 mei 2023)
We zeggen het al onmiddellijk, en nogmaals.
Volgens dit Collegebesluit bedraagt het totale projectbudget 2.200.000 euro, inclusief BTW.
(Interessant is dat we hier ook iets te weten komen over de vermoedelijke jaarlijkse exploitatiekosten: 23.061 euro.)
De onderdelen van het budget voor dit project zijn absoluut ongewoon.
Zo heeft men het over posten als (bedragen inclusief):
– reserve prijsstijgingen bij inschrijving (10%): 123.818 euro
– herziening tijdens uitvoering (5%): 91.023 euro
marge (??): 25.680 euro
– bijkomende projectkosten: 30.000 euro.
De post ‘werken’ laat ook een eigenaardige opsplitsing zien. Vooreerst heeft men het over een raming “algemene aanneming” voor 1.238.183 euro. Er zijn ook “bijzondere” werken voor 131.973 euro. Die slaan op bijv. verlichtingsarmaturen, city hacks (?), muurschilderijen. Maar vergeet de “extra werken” niet: 102.850 euro voor muurschilderijen (opnieuw!), bijkomend gevelgroen, acties, citymarketing, enz.
Dat gevelgroen is trouwens nog een aparte opdracht en kost 44.900 euro. “Experimenten” waren of zijn er ook nog: 102.850 euro.
Hebben we nu alles om aan dat totaal van 2,2 M te komen?
Neen natuurlijk. Daar zijn nog de erelonen. Twee soorten, wat toch niet was afgesproken? Voor het masterplan vraagt men 24.200 euro, en voor de opdracht (11,46%) 208.625 euro.

P.S. (1)
Voor dit project is advies ingewonnen zeg !
Neen, niet aan GECORO! (Schepen Maddens gaat die belangrijke adviesraad die uit alle geledingen van de bevolking bestaat zoveel als mogelijk uit de weg. Voor hem is dat een stoorzender.) Wel aan INTER en SAPH. Kortrijkwatcher heeft moeten opzoeken wat die afkortingen betekenen. Het gaat om “Het Vlaams Expertisecentrum voor Toegankelijkheid” en de “Stedelijke Adviesraad voor Personen met een Handicap”.
P.S. (2)
Vergeet niet dat die 2,2 M een raming is. De werken moeten nog aanbesteed.
Die gunning – keuze van de aannemer(s) – moet nog voor de gemeenteraad komen. Tevens en zeker de goedkeuring van een nieuw groen-reglement op maat voor de perimeter van het winkelwandelgebied.














Over het opfrissen van het winkelwandelgebied in ‘slow motion’ (1)

De aankondiging van de make-up (beter: make-over?) van het winkelwandelgebied lijkt wel de laatste grote politiek trofee waarmee de tripartite nog deze bestuursperiode wil uitpakken. Voorlopige berekening van de kostrijs: netjes 2.200.000 euro (incl. btw). (Waarom gewagen de gazetten van 2,3 miljoen?)
Om bij de komende gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar nog vlug te kunnen scoren is men intussen opgestart met 1) de verlaging van de oude Leiekaaien, kant Kastreelbrug (begroot op 7,7 miljoen bruto), en 2) het opknappen van het historisch centrum, buurt O.l.Vrouwkerk (geraamd op 3,6 miljoen).
Voor het winkelwandelgebied (rondom “de K van Kortrijk”) is men op de gedachte gekomen om daar een vorm van “slow shopping” in te voeren. Laat ons hopen dat de plannen niet leiden tot een verkleutering van het gebied. En alstublieft zeg: zadel ons de hele godganse dagen niet op met muzak !!

Het stadsbestuur is met het vorm geven van dit idee waarlijk niet over een nacht ijs gegaan. Dat kun je wel stellen.
Daarover willen we het – altijd met uw goedvinden – nu even nogal uitvoerig hebben. Over de kosten en de rariteiten in de procedure hebben we het later. Die voorgeschiedenis verliep in ‘slow motion’, naar men beweert vanwege de ultieme, uiterste bezorgdheid van Stad om de bewoners te betrekken in een serieus “participatief traject”.
Maar op een gegeven moment is men in de plaatsingsprocedure evenwel eventjes beginnen chipoteren.
Staat en stond niet in de gazetten.

1.
Het eerste officieel bericht over het relanceplan voor ganse de (autovrije) wijk dateert al van 29 maart 2021. Het lijkt wel een gebeuren uit de préhistorie want Arne Vandendriessche was toen nog schepen van stadsvernieuwing. Kun je nagaan !
Het College kondigde toen de opdracht aan om een masterplan uit te werken voor de opwaardering van het winkelgebied. Dat wil zeggen: de opmaak van een volledig ontwerp- en aanbestedingsdossier met werfopvolging van de verschillende deelopdrachten. De lastvoorwaarden werden vastgesteld in een bestek nr. 2021/2354 en de opdracht werd toen geraamd op 177.549 euro (exclusief btw) of 214.834 euro (inclusief 21% btw). Hoe men aan die prijs komt, daar willen we het ook wel nog eens over hebben.
Gekozen werd om de opdracht te gunnen bij wijze van “vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking”. Dus NIET voor een openbare aanbesteding, want met de hier verkozen procedure kan men tenminste onderhandelen met de inschrijvers en moet men niet noodzakelijk gaan werken met het studiebureau met de laagste offerte. Een goede reden hé?

2.
Nu komt er iets ongezien, voor outsiders alleszins toch moeilijk te begrijpen.
Op de voorgestelde uiterste indiendatum is er geen enkele offerte binnen gelopen. Stel u voor! Voor zo’n simpel project, waar men zonder moeilijk studiewerk veel geld kan verdienen. Bankje hier, bankje daar. Beetje groen hier, beetje kleur daar. Tafeltje erbij. Schommeltjes. Jeu de boules, dat zeker.
Het College ziet zich op 19 juli 2021 dus genoodzaakt om de plaatsingsprocedure stop te zetten, en over te gaan tot het plaatsen van een aangepast dossier.
Het initiële bestek wordt aangepast! Nr. 2021/2471 denk ik.
Op de details gaan we niet in, dat zou voor ons allemaal te technisch worden. Wel is het nuttig om als burger te weten dat het hoofdstuk “participatie en communicatie” (nog wel onder impuls de gebiedswerker en procesbegeleider Tim Hautekeete) grondig werd herzien. Men vraagt in de gunningscriteria geen afzonderlijke participatie- en communicatiemedewerker meer. Er is enkel nog een communicatiepartner nodig die voor een wervende campagne moet zorgen. En de participatie wordt beperkt tot doelgerichte en gecontroleerde inspraakmomenten, wel degelijk onder de regie van Stad. Voorts is voorzien in één globaal ereloonpercentage, geldig voor alle deelopdrachten.
Zeer opvallend en merkwaardig is dat de geraamde prijzen nu opvallend zijn verhoogd: 213.900 euro (excl. btw) of 258.819 euro (incl. btw). Dat is + 43.985 euro, in 2,5 maanden tijd. Kan niet aan inflatie te wijten zijn. En dit terwijl het gevraagde studiewerk lichter werd gemaakt !
Hadden we het supra niet even over “chipoteren”? Zou het kunnen dat mogelijke kandidaten – weze het informeel – enige bedenkingen over het bestek lieten weten aan betrokken ambtenaren?

3.
Maanden gaan voorbij, en dat is heus niet de schuld van een of ander virus.
Het is zover.
Pas op 3 januari 2022 komt het College tot het besluit om bij heraanbesteding de studieopdracht tot make-over én vergroening van de winkelwandelstraten te gunnen aan 51N4E Studio 2 uit Brussel.
Dat tijdsbestek is wel even het bekijken waard. Tussen de niet-gunning van de opdracht en het tijdstip waarop de offertes bij heraanbesteding moesten binnen zijn, verliepen amper drie maanden. En in juist die korte periode dienden zich al op een drafje drie kandidaten aan (‘usual suspects’ hoor).
De beoordeling van de offertes door een commissie van niet minder dan 11 ambtenaren (één buitenstaander, uit de intercommunale Leiedal) gebeurde nochtans al in november 2021.
Passons.
Het beroemde bureau 51N4E (dat indertijd ook instond voor renovatie van de Buda-fabriek) wint dus op basis van de hoogste score en de beste prijs-kwaliteitsverhouding.
Het architectenbureau vraagt 211.400 euro, of 255.794 euro inclusief btw. Dat is ietwat minder dan het College laatst had voorzien maar wel meer dan gebudgetteerd in het meerjarenplan. Drie architecten van het bureau zullen zich onledig houden met de opdracht, mede met een organisatie genaamd “Common Ground” uit Gent (voor de procesbegeleiding; een adviesbureau voor transities van publieke ruimte) en “Plant&HoutGroen” uit Overijse (voor groen, meubels, speeltuigen).

4.
Weer gaan maanden voorbij. Neen, een héél jaar, vol “tijdelijke acties”.
Op 6 februari 2023 kan het College overgaan tot goedkeuring van het voorontwerp van het bureau 51N4E voor de opwaardering van het winkelwandelgebied.
Interessant om weten is dat het studiebureau (nu) vindt dat totale projectbudget 2.300.000 euro zal bedragen, inclusief BTW. (Het beschikbare budget volgens Stad bedraagt evenwel iets minder: 2.250.000 euro.) Daarvan is de voorziene netto “bouwkost” geraamd op 1.460.000 euro, excl. btw.
Stad heeft het over 1.410.000 euro + 50.000 exploitatiekosten + 840.000 overige projectkosten zoals BTW; erelonen, meerprijzen, herzieningen,…Maar dat maakt samen ook 2,3 miljoen.
Wat de timing betreft meent het studiebureau dat de aanbesteding ten laatste dient in orde te komen in januari 2024 en dat de uitvoeringstermijn 4 maanden mag bedragen, echter te faseren volgens de commerciële agenda en mogelijke hinder.
Bekommer u over dit alles nog niet teveel over want we gaan nu stante pede over tot een volgende fase in de ‘slow motion’ van de totstandkoming van het project.

5.
Daar is het definitief ontwerp !
We schrijven 8 mei van dit jaar. U kon daar veel over lezen in de gazetten.
Toch kunnen we u wat verduidelijkingen of aanvullingen meegeven.
Inzake fietsenstallingen vermelden we dat er op de Veemarkt twee in het groen ingekapselde ‘parkeerpockets’ komen aan de oost- en westzijde van het plein. In de Voorstraat voorziet men geïntegreerde fietsenstallingen, wat dat ook moge betekenen.
Ha ! De gazetten (in casu schepen Weydts) bleven onduidelijk over wat er zou gebeuren met de te verdwijnen fietsenstallingen aan het winkelcentrum K, in de Sionstraat. Wel, we kunnen u in primeur vertellen dat de heer Dominique Desmeytere (van de K) zich op 4 mei ll. heeft geëngageerd om één of twee panden (die hij niet kwijt raakt) ter beschikking te stellen als fietsparkings. (Of hij daar huur zal voor vragen is ons niet bekend.)
Inzake gevelgroen zijn er 54 panden ‘gedestilleerd’ en worden de eigenaars momenteel actief bevraagd. Financieel houdt men rekening met 30 installaties. En dat wist u niet: geconcentreerd in de smallere zijstraten en de Wijngaardstraat komen er 15 overstekende groenslingers. (Het project houdt rekening met de klimaatopwarming.)

P.S.
Er valt in verband met dat definitieve ontwerp nog wel een ander te melden wat niet in de gazetten staat.
Wordt dus vervolgd.
Over de juiste prijzen in detail, daarvan wou u zeker alles weten.
Het totaal is wél degelijk 2,2 M hoor.











Journalistieke doofpotoperatie van historische Kortrijkse gemeenteraad

In vorige uitgaven kreeg u al de nodige informatieve gegevens om de raadszitting van 8 mei als historisch te beschouwen.
De gang van zaken in de gemeenteraad loopt sinds de aanstelling van Helga Kints (H.K.) als autoritaire en partijdige voorzitter en tegelijk die van Ruthie Vandenberghe als (vervangend) burgemeester (troetelnaam: ‘miss Kortrijk’) dusdanig uit de hand dat men geen andere uitkomst meer zag om de gemoederen te bedaren dan de bijeenroeping van een zgn. “Deontologische Commissie”. Overigens is dit soort van vergadering (van de zes fractieleiders) en zeker de benaming ervan volgens het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad eigenlijk onbestaande.
Pro memorie.
De agenda van die commissie (dd. 25 april) omvatte twee delen.
Men besprak enerzijds de ontspoorde werking van de gemeenteraad naar aanleiding van het feit dat H.K. het bestaat om nogal onevenwichtig (altijd ten bate van de het College) de zittingen te modereren. Daarmee samenhangend was de Commissie ook van plan om daadwerkelijk de gênante, zeg maar schandalige gedragingen (beledigingen) van meer in het bijzonder van de schepenen Weydts en Maddens te veroordelen.
Dat is eigenlijk allemaal niet of zeer halfslachtig gelukt. De fractieleiders van de meerderheid vertoonden enig begrip voor bepaalde klachten, irritaties en wrevel bij de oppositie, en dat was het.
Tot een consensus over mogelijke broodnodige maatregelen (bijv. verontschuldigingen, terechtwijzingen) en een plechtige, door iedereen gedragen toespraak van de voorzitter kwam het niet. Zeer opvallend was dat de verantwoordelijkheid van Helga Kints voor zowat alles wat er misloopt in de Raad helemaal buiten beeld bleef. Zij hield dan ook in de zitting van 8 mei een zedige speech, zonder enig mandaat, eindigend met een slotwoord met het gehalte van een spreuk van de Bond-Zonder-Naam. (“We moeten allemaal met respect naar elkaar luisteren!°)

Bon. Genoeg daarover.
De zitting van 8 mei is om een EXTERNE reden ook nog historisch: volgens de lokale pers heeft die namelijk niet eens plaats gegrepen ! In geen enkele krant is een verslag te bespeuren.
– Al die Kortrijkzanen die onze alternatieve elektronische stadkrant niet lezen of kennen, weten bijvoorbeeld niets of over de totaal ongeoorloofde, ronduit schandelijke wijze waarop schepen Wout Maddens (VLD) de fractieleider van het Vlaams Belang in volle zitting heeft bejegend. Bij een tussenkomst van Wouter Vermeersch (VB) schold hij hem uit voor ‘racist’, en maakte daarbij nog met een handgebaar een imitatie van Hitler. Dat is nog min nog meer laster en eerroof.(De ultra-flamingantische, zelfs neo-nazistische kiezers en kennissen van Maddens én familie blijven hiervan – jammerlijk genoeg – geheel van onkundig.)
– Al die Kortrijkzanen weten niet dat zelfs onze splinternieuwe burgemeester op de vingers werd getikt door de gouverneur. (Hebben we dat al verteld? Als voorzitter van de politieraad van VLAS kwam Ruthie voor één keer op een idee. Zij vond raadslid Wouter Vermeersch maar een ‘sukkelaar’. Dit kwam haar in oktober 2022 op een reprimande te staan van de gouverneur en stadsgenoot Carl Decaluwé. Die liet weten dat Ruthie als voorzitter van de politieraad zich neutraal moet opstellen, een voorbeeldfunctie vervult en “zich dient te onthouden van denigrerend en neerbuigend taalgebruik.”
– Idem voor onze Helga. Bijna geen Kortrijkzaan weet dat zij (o.a. in juli 2022) van de gouverneur te horen dat haar handelswijze als voorzitter van de Raad “niet verenigbaar was met het huishoudelijk reglement” en dat zij bovendien “op deze wijze ook de controlerende rol van het betrokken raadslid op onaanvaardbare wijze inperkt.” (Dat is toch voor een rechtgeaard politicus-voorzitter om in de grond te kruipen van schaamte?)

En zo kunnen we doorgaan.
Onze persjongens als Peter Lanssens (HLN), Bas De Wilde of Kris Vanhee (HN), of Jan Steenhoudt (Krant van WVL) vertikken het om daar maar ook één woord aan te wijden. Intussen zorgen ze wel voor een algehele “versoaping” van het nieuws. (Zo’n poesje dat 20 dagen vermist was krijgt een halve bladzijde, met foto!) Wat bezielt die scribenten eigenlijk? Hoe komen ze daartoe? Hoe krijgen zij dat uitgelegd (aan zichzelf)? Staat de hoofdredactie van hun krant daar achter, of weten die bazen In Antwerpen of Roeselare dat niet?

In de gemeenteraad van 8 mei was ook de jaarrekening 2022 geagendeerd. Dat is, samen met het budget, zowat het belangrijkste document van het jaar. Alweer geen woord daarover in de gazetten.
Er gebeurden in die zitting ook heel bizarre momenten waarover een Kortrijkzaan alweer niet de minste weet van heeft. Men had het bijv. ook over het nieuw te bouwen station en de afbraak van het oude. Toch een uiterst belangwekkende gebeurtenis in de geschiedenis van onze stad Welnu, aangezien er volgens de onze gazetten op 8 mei zogezegd geen gemeenteraad was, weet alweer geen Kortrijkse kiezer dat er noch binnen de meerderheid (!) en noch binnen de oppositie hierover eensgezindheid bestaat. (De fractieleiders van de meerderheid deden hun mond niet open. Als dat geen nieuws is!)
Onze lokale politieke pers doet aan volksverlakkerij, verzaakt aan zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid. Een onvoorstelbare, niet te verantwoorden journalistieke doofpotoperatie, dat is het.

P.S.
Naar het schijnt kan men in Kortrijk ook “journalistiek” studeren. Ik betwijfel sterk of de lesgevers van die opleiding de plaatselijke edities van onze kranten als voorbeeld (durven, mogen) gebruiken om aan te tonen wat journalistiek nu juist niet mag zijn.






Waarom men de Kortrijkse gemeenteraad van 8 mei “historisch” kan noemen (deel 3)

Na de ongewone, zeer ongebruikelijke toespraak van de voorzitster van de gemeenteraad Helga Kints (H.K.) – nog voor de eigenlijke agenda van de zitting – en de donderspeech van VB-fractieleider Wouter Vermeersch kwam vanzelfsprekend nog Hannelore Vanhoenacker (CD&V) even aan het woord.
Natuurlijk. Ook zij zou het als CD&V-fractieleider toch vreemd hebben gevonden “om radiostilte te bewaren” nu haar partij zelf om een bijeenkomst van het “Bureau der Fractieleiders” (de Deontologische Commissie) had gevraagd omwille van het feit dat in een vorige zitting twee van haar raadsleden hun democratische plicht of werk niet hadden kunnen uitvoeren.

N.v.d.R. (1) Interventies van Hannelore zijn voor outsiders vaak niet geheel te begrijpen, in die zin dat zij soms dusdanig vergroeid is met het onderwerp dat ze wil behandelen dat zij meent dat iedereen er al voldoende weet van heeft. Dientengevolge vergeet ze de concrete feiten te vermelden waar zij op alludeert.
Onze lezers weten evenwel uit vorige edities waarover het gaat. In een vorige zitting werden interpellaties van haar fractieleden Benjamin Vandorpe en Mia Cattebeke om futiele formalistische fouten geweigerd. Voorts is Hannelore (op haar manier) furieus om de geheimzinnige wijze waarop het College in achterkamers wou overgaan tot de aanstelling van bestuurders van de nieuwe huisvestingsmaatschappij Kortrijk-Wevelgem.
(Hannelore mag eigenlijk blij zijn dat Helga dat Bureau heeft willen samenroepen. Eenzelfde eerdere vraag van Wouter Vermeersch – over het functioneren van de gemeenteraadsvoorzitter – werd niet zo onmiddellijk gehonoreerd.)

N.v.d.R. (2) Plots pakt Hannelore uit met de projectie van een foto van twee fractieleiders, blijkbaar genomen na de vergadering van het Bureau. De zin daarvan is ons geheel ontgaan. En zij vervolgt met nog enkele korte uitspraken die we hier zo goed mogelijk proberen weer te geven.
“Er is een oefening in bescheidenheid nodig. We zijn dringend aan verzoening toe. Het kan zo niet verder. Iedereen heeft boter op zijn hoofd. (Misschien.) Laat ons aan hetzelfde zeel trekken anders dreigt verscheurdheid en raakt democratie in de knoei.”

N.v.d.R. (3)
Tja. Het lijkt hier alsof het om een jammerlijk familieruzie gaat. En het is – voor wie weet wat er aan de hand is – helemaal onjuist om te beweren dat (misschien) iedereen boter op het hoofd heeft. Vergeef ons de hier niet geheel passende uitdrukking, maar Hannelore vergeet de hand in eigen boezem te steken. (Aan de basis van heel de malaise in de gemeenteraad ligt niemand minder dan Helga Kints en zij kreeg van Hannelore nog dit jaar bij haar verjaardag in volle zitting van februari nog wel een grote ruiker bloemen. Foto ter leuke herinnering genomen door….Benjamin Vandorpe….)
—–
Ook na de vredelievende speech van de CD&V-leider kwam geen applaus.
De drie fractieleiders van de meerderheid – waarschijnlijk na afspraak- zwegen als vermoord.
Nu ja.
– Van bakvis Nawal Maghroud van Vooruit (met “de diepgang van een surfplank” zou schrijver Bert Brouwers in leven nog gezegd hebben) kan men dat verwachten.
– Koen Byttebier (VLD) hoedt er zich al heel zijn politiek leven voor om ook maar iemand voor het hoofd te stoten. Zal zich nooit en nergens aan verbranden.
– En dokter Philippe Dejaegher (N-VA) speelt de rol van de oude, wijze blanke man. Een palliatieve gemeenteraad is goed aan hem besteed.

Het incident is gesloten.
Helga Kints besluit.
Er is geen algemene consensus. Dat was een voorwaarde (gevraagd in de Deontologische Commissie) en men is daar niet echt toe geraakt. Vandaar...”
Dus stellen er zich onvermijdelijk enkele vragen, maar iedereen zwijgt.
– Waar heeft de gemeenteraadvoorzitter dan het mandaat gehaald om haar voorafgaande toespraak te houden?
– De tekst ervan werd namelijk op voorhand toegestuurd naar de fractieleiders met de vraag om die te beoordelen. Van enige reactie daarop is geen melding gemaakt. Wie heeft er dan bepaalde zinnen geschrapt en andere toegevoegd?

P.S.
Er volgt in onze alternatieve stadskrant nog een duiding over die zgn. “Deontologische Commissie” en een commentaar.
Waarom is de raadszitting van 8 mei 2023 historisch?
Tussen haakjes. We zijn intussen een week verder. Uit de lokale politieke pers kan men niet eens afleiden dat er deze maand een gemeenteraad plaatsgreep! Over het onvoorstelbaar schandalige optreden (een misdrijf!) van schepen Wout Maddens blijven de Kortrijkzanen onwetend. Dat kunnen we als een journalistiek misdrijf beschouwen.


Waarom is de Kortrijkse gemeenteraad van 8 mei historisch te noemen? (deel 2)

In de vorige editie van deze alternatieve stadskrant kreeg u een nauwkeurige weergave van de speech die Helga Kint (H.K.) als voorzitter van de Raad bracht op die merkwaardige zitting van de maand mei. Eigenlijk ging het om een soort zedenpreek waarbij Helga zorgvuldig de kern van de zaak uit de weg ging zodat een buitenstaander uit wat ze vertelde ten hoogste kon uitmaken dat er iets niet erg goed loopt in de Kortrijkse gemeenteraad. (Maar zij heeft daar geen schuld aan, dat maakt ze wél duidelijk.)

Hierna volgt (cursief) een bijna letterlijke, maar wel ingekorte versie, van de toespraak die VB-fractieleider Wouter Vermeersch (ditmaal zonder onderbreking) kon houden als een soort aanvulling en repliek op de speech van onze raadsvoorzitster.
Onze lezers zullen hiermee al wat meer en beter begrijpen waar het allemaal om draait.

“Geachte voorzitter, beste raadsleden,
We stellen spijtig genoeg vast dat u de feiten weigert bij naam te noemen. Wat is de aanleiding van uw verklaring? Een klacht die we hebben ingediend bij de deontologische commissie waar u voorzitter van bent. Samen met de fractieleiders hebben we toen duidelijk gezegd : als u een verklaring brengt in de gemeenteraad, zorg dan dat u de feiten bij naam noemt en vermeldt dat ALLE fractieleiders gezegd hebben dat dergelijke feiten niet kunnen. Dat hebt u niet gedaan.

N.v.d.R. (1) Er bestaat hier zoiets als “het Bureau van de Fractieleiders”. Dat bespreekt bijwijlen de gang van zaken in de gemeenteraad (in verband met het huishoudelijk reglement) en indien nodig ook problemen of incidenten die zich voordoen. Raadsleden krijgen niet automatisch de agenda of de verslagen van het Bureau, daar moeten de fractieleiders zelf maar voor zorgen. Zo kan het zijn dat die raadsleden eigenlijk ook en zelfs hier niet eens ten volle beseffen waarover het gaat!)

Dus laat mij uw taak vervullen, namelijk de feiten bij naam noemen. Na mijn tussenkomst over de erkenning van de Kortrijkse moskee hebben schepen Axel Weydts (die vandaag afwezig is) en schepen Wout Maddens heel duidelijk ‘racist’ geroepen. Bovendien heeft Maddens het gewaagd om met handgebaren te verwijzen naar Adolf Hitler. Hij heeft hierbij zowel de bles als de hiltlersnor uitgebeeld. Dat gaat natuurlijk heel ver.
N.v.d.R. (2) De vraag kan gesteld of Weydts hier niet met opzet afwezig was, wetend dat Vermeersch verontschuldigingen zou kunnen eisen. Overigens zijn de gedragingen van meer speciaal deze schepen in woord én daad ten overstaan van de raadsleden van het Vlaams Belang van een onvoorstelbaar laag allooi. Hij bestaat het bijvoorbeeld om te weigeren om op een vraag te antwoorden. Maar het is nu niet echt de gelegenheid om in detail over Weydts’ gedragingen nogmaals uitvoerig te vertellen. (Soms lijkt het ons aangewezen om bij zijn angstaanjagende, heftige, driftige manier van optreden de hulp in te roepen van het aanwezige N-VA-raadslid en arts, dr. P.Dejaegher. )
Het belangrijkste is nu om vast te stellen dat Helga Kints – als voorzitter – alles zomaar laat voorbijgaan, zonder de schepen tot de orde te roepen. Ook dat is in de geschiedenis van onze raadszittingen historisch te noemen. De wijze van (niet) optreden van de voorzitter – als het om leden van het College gaat tenminste – moet duidelijk en voor eens en altijd in vraag gesteld. De vraag namelijk of zij niet best wordt vervangen.

“Er hebben al heel wat scheldpartijen plaatsgevonden. Wij werden hier reeds fascisten genoemd, kemels, smeerlappen, sukkelaars. Voor dat laatste is de burgemeester (Ruth Vandenberghe) trouwens terecht gewezen door de gouverneur.
Wij hebben met onze partij een steekproef laten uitvoeren in Vlaanderen. En er is dus geen enkele centrumstad, noch een kleine gemeente, waar dergelijke feiten voorvallen of waar een gemeenteraadsvoorzitter zo vaak op vingers werd getikt door de gouverneur. Wat hier gebeurt en wordt getolereerd in de gemeenteraad is ongezien in Vlaanderen.

N.vd.R. (3) Kortrijkzanen weten dat niet. Staat niet in onze gazetten. Onze plaatselijke “journalisten” verdienen die naam niet. Zij voldoen gewoon niet aan hun maatschappelijke en deontologische verantwoordelijkheid. Dat is méér dan een beroepsfout.
(We vernemen intussen dat schepen Maddens nu ook al een CD&V-raadslid heeft uitgemaakt voor “zak“. Met name Benjamin Vandorpe. De maat is vol.)

“Wat er gebeurd is, is dat ik in de publieke zitting werd beticht van een strafrechtelijk misdrijf, namelijk ‘racisme’. Wat hier dus gebeurd is, is pure laster. En het feit dat u er niet in slaagt, mevrouw de voorzitter, om daar een gevolg aan te koppelen, om dat terug te koppelen naar het schepencollege (wat wij met de fractieleiders hebben beslist), dat betreuren wij. Er werd afgesproken dat er een duidelijke verklaring zou komen waar de feiten bij naam worden genoemd en er ook afstand van wordt genomen. Dat is niet gebeurd.
Dus we vragen dat er publieke verontschuldigingen zullen komen van de twee collega’s voor deze pure laster. Bovendien zullen wij ons beraden over verdere stappen
.

—-
Het vervolg?
Helga geeft geen kik. Wout Maddens ook niet.
Hannelore Vanhoenacker, CD&V-fractieleider, neemt het woord.

(Zie volgende editie.)


Kortrijkse gemeenteraad van mei is historisch te noemen, maar waarom? (1)

Uit de lokale edities van onze kranten HN (“Dichtbij”) en HLN (“Regio Kortrijk-Ieper”) zult u de reden(en) niet kunnen achterhalen waarom we die zitting als historisch bestempelen, want die gezagsgetrouwe gazettenschrijvers hebben het ook nooit gehad over de voorgeschiedenis, met name hoe het er echt aan toegaat in onze gemeenteraad.
Kortrijkwatcher zal het daar nu een keer in het lang en het breed over hebben.
We zullen dit hierna (en in volgende uitgaven van deze alternatieve stadskrant) exceptioneel doen – omdat het nodig is – door ongeveer in extenso de tussenkomsten weer te geven van 1) de voorzitter van de Raad, Helga Kints, 2) de VB-fractievoorzitter Wouter Vermeersch, 3) de CD&V fractievoorzitter Hannelore Van Hoenacker. Met daarna nog wat duiding van onzentwege over deontologie en subsidiair maar noodgedwongen voor de zoveelste keer overgaan tot het laken van het optreden van onze huidige gemeenteraadsvoorzitter (H.K.).


Maandag 8 mei dus, 18u45.
De camera voor de live-stream over de gemeenteraad is uitzonderlijk al opgestart en we zien H.K alreeds een beetje doelloos rondlopen in de nog compleet lege vergaderzaal in het oude stadhuis. Zij spuit een paar keer iets onbestemd rond de hals en is daarmee blijkbaar uitgerust om de zitting even na 19 uur op te starten.
Zonder enige toelichting (situering) opent zij de vergadering met een eigen toespraak. Dat is op zichzelf al zeer ongebruikelijk, maar blijkbaar moet haar iets heel ingrijpend van het hart. (Dit feit is uniek in onze politieke stadsgeschiedenis.) Een buitenstaander kan evenwel absoluut niet begrijpen waarover het gaat. Het lijkt wel een zondagspreek.

Beste raadsleden, beste collega’s,
Als raadsleden van deze mooie stad is het onze taak en ons voorrecht om te waken over het goed bestuur van deze stad en om goed en respectvol te communiceren met onze mede-inwoners. En dat begint hier in de gemeenteraad, met goed en respectvol communiceren onder elkaar.
De fractieleiders en ikzelf als voorzitter stellen vast dat dit de voorbije maanden niet goed zat.


– N.v.d.R. (1). Wat zat er dan wel niet goed? Helga heeft hier een zéér relevante zin uit haar oorspronkelijke tekst geschrapt, niet uitgesproken. Daarin stond: “Wat recentelijk heeft geleid tot twee klachten en een deontologische commissie.” We mogen dat dus niet weten.
Hierna komt dan wel een nieuwe, moralistische zin (zo geplukt uit de Bond zonder Naam) in haar toespraak. We parafraseren : “Vandaar mijn oproep. Laat ons ordelijk en volwassen met elkaar omgaan.”
“Ik ben ervan overtuigd dat elk raadslid hier zich oprecht inzet voor de stad en bereid is om op een respectvolle en constructieve manier het debat aan te gaan.”
– N.v.d.R. (2). Dit laatste is natuurlijk niet waar, zeker niet geldig voor de schepenen Weydts en Maddens. (Philippe De Coene beheerst zich zoveel als mogelijk. Hij prefereert een eerder denigrerende houding tegenover de oppositie. Soms op het randje af wel heel vernederend. Bijvoorbeeld in de trant van ‘als je dat nog niet weet’…)
Vandaar ook dat H.K. nu opnieuw een cruciale zin uit de originele versie van haar speech heeft weggelaten: “We roepen dan ook op om scheldwoorden of andere kwetsende woorden of gedragingen vanaf nu te laten in deze gemeenteraad.” Geen voorbeelden vermeld en ze liggen voor het rapen.
– N.v.d.R. (3). Net onze voorzitter Helga heeft altijd nagelaten om leden van het schepencollege tot de orde te roepen bij “onwelvoeglijkheden”. En dat is juist haar taak!
We lezen (luisteren) verder:
“Laten we ons richten op constructieve discussies en het nemen van weloverwogen beslissingen in het belang van onze stad en de inwoners.”
N.v.d.R. (4). Helga heeft hier een passage toegevoegd waar een objectieve waarnemer van de gemeenteraad kan van flauwvallen. Als er nu een keer iemand is die de democratische werking van de gemeenteraad uitholt en de oppositie boycot, dan is het wel onze GR-voorzitster. Zij werd daar trouwens al meerder keren voor op de vingers getikt door de gouverneur. Uniek in de geschiedenis!
Wat zegt zij nu? (We parafraseren even.)
“Laat ons niet verliezen in formalisme, de democratie doen ten ondergaan. Het moet voor de oppositie mogelijk zijn om suggesties en vragen in te dienen. Maar er moet een wisselwerking zijn: ook het College moet de mogelijkheid krijgen om debat te voeren en de vragen ordentelijk te beantwoorden.”
N.v.d.R. (5) Ja zeg. Het is duidelijk. Helga beseft zelf niet hoe zij functioneert. Zo’n schepenen als De Coene en Herrewyn bijv. mogen hun spreektijd (bij tijd en wijle) overschrijden. Ene Vermeersch daarentegen krijgt het woord niet. Helga presteert het om een nietszeggende repliek van de burgemeester als “voldoende” te beoordelen. Helga laat toe dat een schepen als Weydts weigert te antwoorden. Enz.

Nv.d.R. (5) Er komen nog twee alinea’s. Geen zin meer om die te citeren.
Allerlei flauwe kul passeert nog de revue over “verantwoordelijke vertegenwoordigers”, “vertrouwen tonen”, “met respect luisteren”, “van mening mogen verschillen”. Ach…

Helga krijgt geen applaus van de raadsleden.

(Wordt uiteraard vervolgd.)