Waarom de CD&V-fractie de Kortrijkse gemeenteraad verliet: nog een slotbeschouwing (4)

Ja, het is in zekere zin jammer dat de fractie de zitting (van 17 april) verliet.
Daardoor heeft de fractie de gelegenheid gemist om in te gaan op de wijze waarop in die zitting andere raadsleden (én de voorzitter van de Raad) hebben gereageerd op de klaagzang van de CD&V m.b.t. de wijze waarop hun interpellaties worden behandeld evenals de manier waarop alhier bestuursmandaten worden toegekend.
David Wemel van de oppositiepartij Groen deed het op de wijze hem geheel eigen: heel bedaard, waarlijk helemaal Zen. Wat de CD&V is overkomen is nu eenmaal “niet voor herhaling vatbaar”, dat vond hij ook. Het was zelfs eventjes “hemeltergend”. Maar dat de tripartite op een ingrijpende, structurele wijze de oppositie al jaren monddood maakt, dit soort van vaststelling is – in zijn opvatting over hoe men aan politiek doet – te polariserend. Voor David moet er Peis en Vree heersen in de gemeenteraad. In de pers (Het Nieuwsblad van 19 april) reageerde hij zelfs heel laconiek. Hij denkt namelijk niet dat de gemiddelde Kortrijkzaan daar van wakker ligt. Meer nog. De fractieleider van Groen meent zelfs dat het bij “sommige” raadsleden een bewuste strategie is om van de gemeenteraad een “onwerkbaar systeem te maken”. (Waarlijk, – en het is niet de eerste maal: David Wemel ontpopt zich stilaan helemaal als de sherpa van de meerderheid.)

VB-fractieleider Wouter Vermeersch ging integendeel recht naar de kern van de zaak.
Ook hij vindt uiteraard, net als Hannelore Vanhoenacker, dat de meerderheid het de oppositie steeds moeilijker maakt.
Maar! Het merkwaardige is dat de CD&V-fractie in het verleden nooit – maar dan ook nooit – in de bres sprong wanneer raadsleden van het Vlaams Belang op een werkelijk “hemeltergende” manier werden behandeld door de voorzitter van de gemeenteraad (Helga Kints) of door leden van het schepencollege.
Het is trouwens in die zin dat we hierboven opmerkten dat we het spijtig vinden dat de CD&V de zitting van 17 april niet heeft bijgewoond.
Bijvoorbeeld had CD&V-fractieleider Hannelore Vanhoenacker (of beter nog: de minder coulante Benjamin Vandorpe) dan even kunnen de boel op stelten zetten toen weer eens bleek dat schepen Weydts voor de tweede maal weigerde te antwoorden op een vraag van VB-raadslid Carmen Ryheul over het uitblijven van het mobiliteitsplan. De GR-voorzitster Helga Kints deed die tussenkomst (zoals gewoonlijk) af door doodgemoedereerd over te gaan naar het volgende agendapunt, nog wel met een “oké” als afsluiter.
En wat heeft de CD&V in die zitting nog gemist om een keer ter plekke concreet mee te maken hoe “onheus en zonder fair play” Helga Kints de oppositie behandelt? Bij een aktename van een document (punt 4 over organisatiebeheersing) vond de GR-voorzitster het niet kunnen dat VB-raadslid Vermeersch voorstellen ter tafel legde. Zou de CD&V – indien aanwezig – dit zomaar laten passeren?

De lezer begrijpt wat we willen zeggen.
Wat de CD&V-raadsleden voor een keer is overkomen is in feite dagelijkse (hier: maandelijkse) kost. (Idem in de politieraad.) Maar als het Vlaams Belang daarvan het slachtoffer is, dan vindt men de klachten van die fractie plotseling “poujadistisch”, gewoon verplichte nummertjes van “lastpakken”.
CD&V kreeg een koekje van eigen deeg. Dat is het.
Ja, het wordt de oppositie steeds moeilijker en moeilijker gemaakt.
Maar noodgedwongen moeten we hier een oude koe uit de gracht halen. Het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad is zeker al driemaal ‘aangepast’, en die aanpassingen kwamen telkens neer op een beknotting van het controle- en initiatiefrecht van de gemeenteraad. Een keer zelfs dusdanig flagrant dat de gouverneur twee artikels liet schrappen. De CD&V-fractie (en Groen ook) heeft die versies telkens volmondig goedgekeurd. De laatste versie van maart 2022 dus ook waarbij spreektijden én interpellaties (jawel) weer eens werden ingeperkt en hoogstens twee themadebatten per jaar zijn toegestaan, dan nog in een zgn. “Verenigde Raad”, dat is buiten de gemeenteraad en dus zonder stemming.

HITLER
Nog iets voor, laat ons zeggen: de ‘petite histoire’ van deze legislatuur en het gehalte van dit schepencollege.
In de gemeenteraad van februari heeft de CD&V-fractie Helga Kints nog in de bloemen gezet aangezien zij net op die dag verjaarde. (CD&V vindt trouwens dat Helga dat goed doet als voorzitter.) De fractie had er juister aan gedaan om in de zitting van maart die bloemtuil terug op te eisen. Waarom?
In die zitting van maart heeft schepen (uitgerekend!) Wout Maddens (VLD) er niets beter op gevonden dan VB-raadslid Vermeersch uit te schelden voor ‘racist’, terwijl hij hierbij handmatig de snor en haarsnit van Hitler nabootste. Helga heeft dat niet gezien of gehoord. (Burgemeester Ruthie ook niet.) De zeven raadsleden van de CD&V en de vier van Groen (die recht tegenover de schepen zetelen, op 1,5 meter afstand) ook niet. Niemand heeft geprotesteerd tegen wat we toch als iets méér dan een ‘onheuse behandeling’ van de oppositie kunnen beschouwen. Dat is toch onvoorstelbaar?
Stel een keer in gedachten voor dat in een of ander parlement een minister hetzelfde zou doen tegenover een parlementariër. Wat zou er met die minister gebeuren, denkt u?
Dat is geen ‘petite histoire’ meer.