Geen mobiliteitsplan voorzien in deze bestuursperiode (4)

De gezagsgetrouwe Kortrijkse pers vond nog altijd niet de tijd om te melden dat schepen Axel Weydts alweer een gedane belofte niet kan nakomen, met name de verzekering (op papier gedaan in februari 2022) dat er in de tweede helft van 2022 of minstens begin dit jaar een mobiliteitsplan (MPL) het daglicht zou zien. We hebben dit nooit geloofd, onder meer omwille van het feit dat hij zeker bevreesd is dat het MPL nogal wat controverse kan uitlokken, – zelfs verwensingen en veel stennis ten opzichte van zijn persoon, zijn functioneren als schepen van Mobiliteit.
Onze laatste hoop op een mooi, allesomvattend, verstandig, redelijk en coherent gemeentelijk mobiliteitsplan verzonk helemaal in het niet toen de schepen vond dat het uitschrijven van zo’n plan “niet echt dringend was“, want: “we leggen de horizon immers tot aan 2050.” (Zie het onvoorstelbaar gezagsgetrouwe weekblad “De Krant van West-Vlaanderen”, 15 september 2022, pag. 3.) Schepen laat zich hier me dunkt een beetje in de war brengen door de ondeskundige journalist die hem interviewde: het is immers het Regionaal Mobiliteitsplan (R.MPL) dat 2030 als horizon hanteert, met een mogelijke “doorkijk” tot 2050. (De gazet heeft het ook verkeerd voor door het document “Kortrijk Overmorgen” gelijk te stellen met een MPL, terwijl dat papier het heeft over een toekomstige ruimtelijk plan, een woonplan en ja, een mobiliteitsplan. De aanstelling van studiebureaus.)

Allez. Terug naar het onderwerp van deze serie stukjes over mobiliteitsplannen.
In de vorige edities vertelden we over een eerste (drog)reden die de schepen ons wil wijsmaken als motivatie voor het uitstel van de opmaak van een Lokaal mobiliteitsplan (L.MPL). Hij vond het uiterst verstandig en maar billijk om te wachten op de uitkomst van het Regionaal Mobiliteitsplan (R.MPL).
Wat is nu de tweede drogreden die hij laatstleden hanteerde, nog wel in een Commissievergadering van raadsleden? Een echt lachertje voor wie beseft dat hij al sinds zijn aantreden als schepen in 2015 (als opvolger van Marc Lemaitre) niet te beroerd is om drastische maatregelen en ingrepen te treffen inzake mobiliteit in de stad en een aantal deelgemeenten. Hij bestempelt die acties dan als “voorafnamen” op het komende Regionaal Mobiliteitsplan. Dat is echt niet te bevatten. Nu zegt hij dus dat er in bepaalde gevallen (omgevingen) moet gewacht worden om op te treden aangezien er nog enige “randvoorwaarden voor wijzigingen (inzake circulatie) nog niet vervallen zijn.” We verstaan dat allemaal niet helemaal goed, maar het is waarlijk om te lachen. Hij suggereert hierbij plaatsen waar hij in een mobiliteitsplan op heden nog moeilijk iets kan over bepalen: de stationsomgeving, de Leieboorden, een Leiebrug, de O.L.Vrouwstraat.
Gezien zijn onvoorstelbare “voorafnamen” in het verleden willen we op die drogreden zelfs niet meer ingaan. (Gaat hij Marke nu ook gerust laten?)

Over naar de derde drogreden.
Die is heel relevant, zeer veelzeggend.
Schepen Axel Weydts ontpopt zich hier als een ware democraat. Wat zegt hij namelijk?
We citeren, ongeveer letterlijk. “We gaan richting verkiezingen. Het zou niet netjes zijn om nu een plan vast te leggen dat moet uitgevoerd worden in de volgende bestuursperiode.”
Wel, wel. Hijzelf – en heel de tripartite – doet niks anders dan het volgende bestuur (coalitie) opzadelen met praktisch onomkeerbare projecten. Zal men daar nu vanaf vandaag, tot aan de verkiezingen van oktober volgend jaar, mee ophouden?
Schepen Weydts belooft van wel: “Essentiële keuzes moeten voorgelegd aan de volgende bestuursperiode.”
Te onthouden zeg.

Besluit.
Schepen Weydts wil absoluut vermijden dat de mobiliteitsproblematiek – en meer speciaal zijn beleidsdaden daaromtrent – DE thematiek wordt in de volgende kiescampagne.