Die realisatiegraden toch!…

De jaarrekening 2021 toont aan dat er vorig jaar effectief 37,02 miljoen euro is geïnvesteerd.
Stad (schepen Kelly Detavernier van de N-VA) gaat daar heel fier over, want dat is 6,3 miljoen of 20% meer dan in 2020. Ja, dat is een vergelijking die schepenen van Financiën altijd het liefste maken.
Om te beginnen was het jaar 2020 al geen succes vanwege corona: er konden toen om enigszins – jawel – aanvaardbare redenen bepaalde projecten niet uitgevoerd. Zoals men dan zegt in schepentaal: een aantal “transactiemomenten van die projecten moesten bijgestuurd”.
Want vergeet niet: voor dat jaar ’20 had het schepencollege in al zijn traditionele, arrogante aankondigingspolitiek voor niet minder dan 61,78 miljoen aan investeringsuitgaven voorzien. We durven het bijna niet meer zeggen: in 2020 gaven we aan investeringen 31,02 miljoen uit terwijl de gazetten vol stonden met de gedicteerde voornemens van het schepencollege om voor 61,78 miljoen projecten te verwezenlijken. Realisatie? 50,2% !!

Procenten geven een duidelijk beeld over de vraag of de realisatiegraad van de investeringen al of niet geflatteerd wordt voorgesteld.
Zie even.
– Als we de daadwerkelijk contractuele uitgaven van de JR 2021 afzetten tegenover tegenover het aangepaste, zgn. “eindbudget ’21” (een minder arrogante, meer nederige tweede raming in het meerjarenplan) van 45,29 miljoen dan krijgen we een opgesmukte realisatiegraad van 82,3%.
– Zetten we dezelfde effectieve uitgaven van de JR21 daarentegen af tegenover het initiëel geraamde, voorgenomen budget (het IB) van 51,74 miljoen, dan is de realisatiegraad plots slechts 60,9%. Dit is de politiek meest eerlijke, waarachtige, ja – soms ontmaskerende vergelijking die valt te maken. Het is immers op basis van dit programma en geen andere bijgestelde beloften dat de tripartite aan de macht kwam.

We kunnen het niet genoeg herhalen: deze tripartite heeft altijd (bij monde van burgemeester Vincent Van Quickenborne) gesteld dat een realisatiegraad van 80 procent (tegenover het IB) als een redelijke, een billijke uitslag is te beschouwen. Dit bestuur zal deze doelstelling in deze bestuursperiode niet halen. En de gazetten zullen dit feit in de aanloop naar de volgende gemeenteraadsverkiezingen NOOIT schrijven.

In een raadscommissie van 3 mei over de JR21 heeft Benjamin Vandorpe (de coming man bij de CD&V) een heel interessante en nooit eerder geziene vraag gesteld.
“Hoe zouden we dit gefinancierd hebben als we hadden geïnvesteerd wat we hadden gebudgetteerd?” En: “wat zouden de gevolgen zijn op een parameter als ‘het budgettair resultaat van het boekjaar?”
Wel, dan zou voor 2021 het investeringstekort een toename hebben betekend van 22 miljoen, en dit zou niet meer kunnen volledig kunnen betaald met kasmiddelen. Het beschikbaar budgettair resultaat zou met -22,9 miljoen negatief geworden zijn. Een assumptie zou dan kunnen zijn dat men voor 25 miljoen aan leningen zou moeten opnemen.