Bij het OCMW werken al jaren en jaren twee soorten personeelsleden. Waarom eigenlijk?

Het is ingewikkeld.
Kortrijkwatcher had het er al driemaal over, al in onze gazetten in het jaar 2016, maar nu pas heeft een raadslid (Wouter Vermeersch, parlementariër en VB-fractieleider in de gemeenteraad) het even nodig gevonden om over deze toch rare kwestie een schriftelijke vraag te stellen. Hij moest dit blijkbaar in twee pogingen doen, om uiteindelijk wat nadere, beetje meer accurate informatie te verkrijgen. (Dat gaat hier zo , in stad.)
Momenteel werken er 630 koppen als werknemers van de vzw Zusters Augustinessen in de vele soorten zorginstellingen van het OCMW. Daarnaast zijn er 450 “pure” OCMW-personeelsleden, met een heel andere rechtspositieregeling (statuut).
(Ter info: Stad zelf telt nu minder medewerkers: 885 koppen.)

Vanwaar die twee verschillende personeelsstatuten?
Och ja, dat is nu eenmaal historisch zo gegroeid…Niets aan te doen.
In 1954 (je kunt peinzen) is een overeenkomst met de nonnen getekend door de voormalige Commissie voor Openbare Onderstand om de exploitatie van de woonzorgcentra toe te vertrouwen aan personeel van de nonnen Augustinessen. (Ge kunt peinzen.)
Maar. Die werknemers vallen sindsdien qua verloningen en zo onder een paritair comité, dat met de CAO 330. Deze CAO is volledig afgestemd op de tewerkstelling in de zorgsector en volgt o.a. de IFIC-schalen. Ja. Volgens het stadsbestuur biedt dit een meerwaarde voor zowel 1) het personeel (een statuut gelijk aan de private-sector, en 2) financieel interessant bij subsidies.

Er is dus een meer prozaïsche reden om de verschillende statuten te behouden. En wel met sindsdien een niet historisch gegroeide reden.
Het personeel van de nonnen is meer speciaal in de “zorg” aan het werk. Te weten: de wooncentra, transmurale zorg, begeleid wonen, thuiszorg, keuken, volksrestaurant. Met ingang van 2017 is daartoe een zgn. Intern Verzelfstandigd Agentschap (IVA) opgericht. Eerst dacht men de werking onder te brengen in een Extern Verzelfstandigd Agentschap (EVA) met rechtspersoonlijkheid. Maar na enig ingewonnen juridisch advies zag men in dat met deze rechtsvorm nog onmogelijk een contractuele samenwerkingsovereenkomst kon worden gesloten met de private-VZW van de Zusters Augustijnen. En daardoor zouden belangrijke financiële voordelen voor het OCMW (dus voor Stad) wegvallen.

Om hoeveel geldelijk voordeel gaat het?
In 2016 maakte de OCMW-voorzitter Philippe De Coene zelf de berekening. We weten het nog goed: 700.000 euro RIZIV-financiering plus 420.000 euro vanwege het in voege zijn van de verschillende statuten. Totaal: 1.120.000 euro. De vzw van de Zusters mocht en moest dus wel aan boord blijven als werkgever.
De 700K “rusthuisfinanciering” is nu 545K geworden.
De 420K, te wijten aan het verschil het verschil tussen publiek en privé personeelsstatuut, is op peil gebleven. Huidig totaal: 965.000 euro.
Er is dus een loonverschil (en wellicht nog andere minder zichtbare vormen van discriminatie tussen de twee soorten OCMW-medewerkers).
Maar ja, “elk statuut kent zijn voor- en nadelen“, zo zegt het stadsbestuur, zonder enige illustratie ervan.
“Van discriminatie is hier dus geen sprake”.

P.S.
Mijne frank begin pas nu te vallen, naar aanleiding de heibel rond het zorgbedrijf In Antwerpen.
AU FOUND is “ZORG Kortrijk” ook geprivatiseerd, maar dan onder het mom van een vrome instelling van uitstervende nonnen.