Wat meer over de realisatiegraad van de investeringen in 2020 (2)

Even recapituleren.
Al bij het aantreden ervan in 2013 wierp de tripartite zich op als zijnde een investeringscollege zonder weerga. Enkel de Kortrijkzanen die deze elektronische krant lezen weten intussen dat men van de voorziene investeringsuitgaven in die eerste legislatuur (2013-2018) slechts 55,79 procent daadwerkelijk heeft gerealiseerd.
We bekijken nu even het voorbije jaar 2020.
Al halverwege het jaar zag de toestand er heel miserabel uit.
Een semesterieel rapport gaf aan dat er van de initieel geraamde uitgaven op 30 juni 2020 uiteindelijk slechts 29,69 % was verwezenlijkt.
Men stak dit toen op de corona-crisis die de bouwsector had verlamd. (Investeringen slaan nochtans niet uitsluitend op openbare “werken”, maar ook op leveringen en diensten.)
Sinds december vorig jaar kennen we het aangepaste meerjarenplan met daarin dus het budget voor het hele jaar 2020. Wat blijkt daar nu uit?
Op een oorspronkelijk budget van 61.781.987 euro is nu blijkbaar voor 35.905.955 euro investeringen vastgelegd. Dit is 58,11 procent.
Even iets voor specialisten. Dat procent is nog geflatteerd. Want als men er rekening mee houdt dat er nog overschotten bestaan uit het jaar 2019 (vanwege – weerom – niet verwezenlijkte uitgaven) is het beschikbaar investeringsbudget 2020 veel hoger. We menen iets van 70,86 miljoen. Dan bedraagt de realisatiegraad slechts 50 procent. De helft van wat was beoogd.

Schepen Kelly van Financiën blijft maar volhouden dat Covid-19 de grote schuldige is van dit alles maar vertikt het – ook na herhaaldelijk aandringen – nog altijd om een nauwkeurige, specifieke lijst op te maken van werken die door de crisis niet of met vertraging in 2020 konden uitgevoerd.
Ruthie, onze nieuwe burgemeester, gaf in een bevriende gazet wel een (1) voorbeeld. De bouw van de markthal op de Veemarkt is geschrapt. Geraamde kostprijs 4,7 miljoen. Bedoeling zou geweest zijn om dat geld voorlopig beter te besteden aan allerhande steunmaatregelen voor getroffen van de coronacrisis. Meer in het bijzonder voor extra investeringen in het winkelwandelgebied.
We geloven daar niets van. We bedoelen:
die markthal komt er in het geheel niet.
Voortschrijdend inzicht heeft het stadsbestuur doen besluiten dat die markthal (bovenop het al bestaande winkelcentrum K) de handelaars in het centrum nog meer zou doen lijden onder een bijkomende concurrentie.

Onze nieuwe financieel directeur Johan Dejonckheere is wat genuanceerder en vooral breder in zijn opsomming van redenen waarom het investeringsbudget danig is gewijzigd (verhoogd of gedaald).
We citeren de oorzaken van de vermindering van budgetten zoals aangegeven in het aangepaste meerjarenplan (pag. 173-174).
Ook Dejonckheere verwijst naar het stilleggen van de bouwsector, maar er is meer aan de hand:
– Door de lockdown is ook het “werkoverleg” bemoeilijkt.
– De “capaciteit” op het vlak van de projectieleiders was nog in opbouw in 2020.
– Selecties van nieuwe projectleiders werden vertraagd door Corona. (Dat betwijfelt onze gemeenteraadwatcher toch min of meer.)
– Sommige projecten gebeuren in partnerschap met anderen en dat leidt soms tot bijsturing van de raming of de timing (vb. de trambus).
– Nieuwe opportuniteiten en noden.

In het meerjarenplan kent Dejonckheere (?) nog een reden voor de lage realisatiegraad aangegeven die ons absoluut niet overtuigt. “We zitten aan het begin van de legislatuur met heel wat nieuwe projecten die nog in een voorbereidings- en opstartfase zitten.”
Nou zeg. We zouden dit argument nog aanvaarden als er in 2020 sprake was van een geheel nieuwe coalitie, met nog onervaren bestuurders, en dat is in het geheel niet het geval.
Komt daarbij dat het budget 2020 is opgesteld door de ongewijzigde, bestaande tripartite en dat het toch geen onbeslagen nieuwelingen zijn die besloten hebben om voor 2020 een onwaarschijnlijk investeringsbudget van niet minder dan 61,78 miljoen in te schrijven! Komaan zeg!

P.S.
In een volgende editie enkele flagrante niet-gedane investeringen.
Constructieve journalistiek!