De realisatiegraad van de investeringen in het voorbije jaar (1)

Met behulp van de lokale bevriende pers heeft de tripartite zich al bij haar allereerste optreden met de intussen gekende bravoure als grootste investeringscollege aller tijden opgeworpen. Men houdt dit, in weerwil van de reële cijfers (wat werkelijk is uitgegeven) nog altijd hardnekkig vol.
In de begroting (nu budget genoemd) voor de periode 2020-2025 is zelfs sprake van een totaal uitgavenbedrag van 322,4 miljoen. 31,3 miljoen méér dan oorspronkelijk geraamd. Stel u voor!
Om de relativiteit van dit soort groteske bluf te doorzien heeft uw kortrijkwatcher een keer voor de vorige, eerste legislatuur van de tripartite, jaar na jaar geduldig de ratio berekend van de (aangepaste) begrote investeringen tegenover de werkelijke uitgaven – volgens de jaarrekeningen. Dus de ware uitgaven!
Hoeveel bedroeg het gemiddeld percentage (in centen uitgedrukte) verwezenlijkingen in de periode 2013-2019, denkt u?
55,79 %.
Het College verzwijgt dit onmiskenbaar feit nog altijd als vermoord. (“Kortrijk is veel veranderd hé”?) De lokale pers is te lui of onkundig om dat zelf eens na te gaan. Zij vertikt het natuurlijk om uit het desbetreffende stuk van kortrijkwatcher (29/05/20) te citeren. (Zoek op “effectiviteit” van de investeringen.)

Hop. Nu naar het pas verlopen vorig jaar.
Midden het jaar 2020 is al een keer een semesterbudget opgemaakt. (Dat is nu verplicht.)
Dat document was inhoudelijk toen reeds heel alarmerend qua gedane investeringen. Ten opzichte van het initieel geraamde investeringsbedrag van 61,78 miljoen waren er toen, halfweg het jaar, voor 18,34 miljoen aangegane verbintenissen. Dat wil zeggen: voor 29,6 procent van de voorziene centen.
Erger nog! De stand van de aanrekeningen (facturen) op 30 juni 2020 is toen ook aangegeven. Voor hoeveel geld? Welgeteld voor 9.318.899 euro is er binnengelopen. Dat was dus de toestand halverwege het vorige jaar. Een hopeloze toestand, inderdaad, om nog tegen het eind van het jaar een min of meer normale realisatiegraad van bijvoorbeeld 70-80 procent te behalen.
Kelly Vanderstraeten, onze N-VA-schepen van Financiën, had maar één antwoord op de vraag naar de reden van deze opzienbarend lage reële investeringen. Het was gewoon allemaal de schuld van het coronavirus die de bouwsector heeft lamgelegd.

Toen een raadslid (W.V. natuurlijk) met aandrang een specifiek, heel concreet lijstje wou te zien krijgen van de “werken” (nog niet eens van de “leveringen” of de “diensten”) die vanwege covid-19 niet konden doorgaan, of eventueel werden vertraagd, kwam geen antwoord. Geen.
Kelly verwees zomaar naar een nog niet bestaand aangepast meerjarenplan (MJP) dat aan het eind van het jaar zou worden voorgelegd. Dan zou alles duidelijk worden…
Dat bijgewerkte MJP is er nu. Voorgelegd in de gemeenteraad van 14 december. (Pers weet nog nergens van.)
In een volgend stuk gaan we daar nader op in.
Weerom met de vraag hoe het nu zit inzake de realisatie van de voorgenomen investeringen in 2020.

Weet evenwel nu al dat in het initieel MJP (opgemaakt in het najaar 2019) het geraamde investeringsbudget aan uitgaven 61.781.987 euro bedroeg.
Het aangepaste MJP (van het najaar 2020) heeft het over SLECHTS 35.905.955 euro. Dat is een verlaging van 25.876.032 euro.
Ratio? 58,1 %. Waaraan ligt dat?