Overijverige raadsleden (3)

Er is dus sinds enige tijd al een ware inflatie van door raadsleden ingediende aanvullende agendapunten. In de laatste gemeenteraad van 7 december liepen er niet minder dan 15 binnen bij de voorzitter. Zowat evenveel als er agendapunten waren komende vanuit het schepencollege zelf.
Onze gemeenteraadwatcher heeft nog de tijd gekend dat raadsleden er niet eens aan dachten om bijkomende voorstellen of vragen in te dienen. Waarschijnlijk wisten ze niet eens dat dit kon of mocht. Maar er was niettemin een goede kant aan deze onwetendheid verbonden. Men hield zich tenminste bezig met wat het College van plan was te doen. Men bleef bij de ingediende punten van het stadsbestuur en debatteerde daar heel hard over. En dit is net de taak van een gemeenteraad: het beleid controleren, ter verantwoording roepen.
De huidige overvloed aan aanvullende punten is in twee opzichten politiek nefast.
1. Zij leiden de aandacht af van het gevoerde beleid.
2. Die aanvullende punten omvatten vaak beleidsvoorstellen, proberen een beleidsdaad te stellen terwijl dit nu net niet de (essentiële) taak is van een raadslid. Zeker niet van oppositieleden. Want dan is men er ook verantwoordelijk voor. (Nogal wat raadsleden uit de oppositie begrijpen dit laatste niet en zouden liever te maken hebben met een soort afspiegelingscollege. Mekaar om de hals vliegen.)

Overlopen we nu even die aanvullende punten uit de laatste gemeenteraad van vorige maandag aan de hand van bovenstaande algemene politieke beschouwingen.

1. Volgende vijf ingediende punten voldeden volkomen aan ons criterium waarbij we poneren dat de Raad in de eerste plaats tot taak heeft om het beleid van het College scherp te ondervragen:
– de twee interpellaties over de opwaardering van het kanaal Bossuit-Kortrijk (Mattias Vandemaele, Carmen Ryheul)
– het bijgaande voorstel dat (bij wijze van een hoofdelijke stemming) vroeg naar het standpunt van de raadsleden in deze (Wouter Vermeersch, Carmen Ryheul)
– de geplande drie flatgebouwen in het groengebied langs wat eerst de N50C zou worden (Mattias Vandemaele)
– de stand van zaken aangaande de Kortrijkse Groothandelsmarkt in Heule (Mattias Vandemaele, Pieter Soens).
Dat zijn er toch al vijf die van politiek bewustzijn getuigen. Hulde!

2. Volgende punten zijn au fond vragen om uitleg. Dat mag natuurlijk.
Maar de vraag is of die punten wel noodzakelijk in een gemeenteraad moeten gesteld. Gewichtig genoeg zijn hiervoor. Zijn er geen andere wegen te bewandelen om aan die informatie te komen? (Een telefoontje naar een bevoegde schepen bijvoorbeeld. Het meldpunt. Een vraagje aan de algemene directeur of een andere ambtenaar. Bulletin van Vraag en Antwoord.)
– de gemeenschappelijke logo voor alle ontmoetingscentra (Mia Cattebeke)
– effectentaks op lokale overheden (Wouter Vermeersch)
– onbedoelde neveneffecten van de pandemie op stads- en ander groen (Roel Deseyn)

3. Vragen die tegelijk beleidsvoorstellen zijn;
– initiatieven tegen partner- en familiaal geweld (Carol Leleu)
– wandelnetwerk rond Kortrijk vergroten (Cathy Matthieu)
– studie- en examenruimtes voor studenten in tijden van corona (Maxim Veys)
– menstruatie-armoede (Maxim Veys)

4. Getelefoneerde vragen. Dat zijn vragen die ertoe dienen om toe te laten dat schepenen met hun beleid kunnen pronken. Ze worden ingediend door raadsleden uit de meerderheid en zijn op voorhand doorgenomen met de betrokken schepen.
Zie de vragen van Maxim Veys (SP.a)

5. Mislukte vragen. Dat zijn punten die juridisch – technisch niet goed zijn bedacht.
– Het voorstel om aan Martine Tanghe het ereburgerschap van de stad toe te kennen (Nawal Maghroud). De indienster gaf er blijk van dat zij niet weet hoe men volgens het reglement zo’n een voordracht van een kandidaat kan verrichten. En dat er daarenboven een commissie de kandidaturen moet doorlichten.

6. Onbenullige vragen.
– de vraag om de Groeningepoort ook te verlichten (Liesbet Maddens).
– burgers aanmoedigen om “egelstraten” aan te leggen (Cathy Matthieu)

Maar waarom stellen raadsleden aanvullende vragen of doen zij voorstellen ?
Er zijn toch wel enkele raadsleden die het serieus menen met de politiek, ermee begaan zijn en de dossiers bestuderen.
Maar anderen dienen punten in met de hoop van in de pers te komen. Vroeger lukte dat in de meeste gevallen. Nu veel minder: de lokale pers schenkt nog weinig aandacht aan de gemeenteraad.
Nog anderen doen dat om zichzelf te troosten. De collegebesluiten en de dossiers grondig doornemen, dat is veel te lastig en te moeilijk. Maar men moet toch iets doen om het presentiegeld te verdienen. En een vraagje opstellen is zo (gemakkelijk) gedaan. Men kan na de zitting tevreden met zichzelf huiswaarts keren