Over het inhoudelijke concept van de kunst- en tentoonstellingssite Groeningeabdij (6)

Abonnees van onze digitale stadskrant weten al een en ander over het bouwconcept van de site. Dat er eind maart een studieopdracht is gegund aan een Tijdelijke Vereniging van drie bureaus die we gemakshalve de naam geven “TV Sentimentele Monumentaliteit”. Het bouwproject op zichzelf wordt geraamd op 8,76 miljoen euro, excl. BTW terwijl het totale beschikbare projectbudget komt op 13,78 miljoen, dankzij een gigantische Vlaamse subsidie (7 miljoen) van de als cultuurbarbaar bekend staande minister-president Jan Jambon.

De inhoudelijke kant van de in te richten site staat onder leiding van het Team van curator en uitgever Gautier Platteau (GP) gevestigd in Kortrijk.
Het concept laat zich ongeveer als volg samenvatten (we citeren woordelijk maar wat ingekort, en met ons excuus voor de woordkramerij):
“De Groeningeabdij wordt een hybride mix van een kunsthal, een museum en een living (sic) voor de hele stad. Het is een bruisende ontmoetingsplaats; een oord van verwondering en de coolste speelplek van de stad in één. Het toont lokale verzamelingen naast topkunst en laat net zo goed kleine kinderen cureren als grote namen. Groeningeabdij onderzoekt met open geest wat ons als mensen definieert, onderscheidt en verbindt.
In spraakmakende tentoonstellingen en inspirerende participatieve trajecten verkent de Groeningeabdij, geïnspireerd door het verhaal van 1302, alle kanten aan het thema ‘identiteit’. In de stadsliving worden bezoekers in een nieuw soort museale ruimte verwelkomd.
De site wordt niet opgevat in een klassiek (stads)museumarchitectuur met ruim onthaal en betalend parcours maar als een huis met verschillende kamers die elk een eigen sfeer en programma hebben.”


De vijf kamers kunnen als volgt worden getypeerd:
1. Het paviljoen: sociaal, café, verassing, aantrekking, de magneet, de eetkamer.
2. Het dormitorium: gezellig, salons, ontmoeten, mini-tentoonstellingen.
3. De kloostergang: collectiepresentatie, overzicht, wisselende selecties.
4. De kapel: rustig/stilteplek, wisselende presentaties in combinatie met collectie.
5. De tentoonstellingszaal: state-of-the-art ruimte voor tentoonstellingen.

Wellicht moeten we er nog even de nadruk op leggen dat het definitief ontwerp pas volgende jaar in september/oktober zal worden goedgekeurd, dat de werken pas zullen starten in zomer 2022 en dat pas in 2024 wordt begonnen met de “nazorg”, de verhuis en de opbouw van de openingstentoonstelling.

Er zijn immers onvoorstelbaar vele actoren gemoeid met het project.
Niet enkel het team GP en het ontwerpteam “Sentimentele Monumentaliteit”, maar ook het team Musea, het team Gebouwen, het team Openbaar Domein, het team Historisch Hart van Kortrijk, en het politieke team bestaande uit o.a. de directeur Vrije Tijd, de schepen van cultuur Axel Ronse en het kabinet, het team Bouwen, Milieu, Wonen, het team IT, het team Financiën.

Verder werden en worden er diverse interne en externe stakeholders bevraagd zoals de ontwerper van het Begijnhofpark, de Academie, het Agentschap Onroerend Vlaanderen, de adviseurs Integrale Toegankelijkheid (te weten: Hanne Van Beneden, SAPH, Inter), de vastgoedcoördinator.
Hopelijk hebben we niemand vergeten.

De keuze van de studiebureaus met ontelbare beoordelaars (vroeger al een keer vermeld) had ook al wat voeten de aarde, wat moet dat dan nog worden met de keuze van de aannemer(s) en onderaannemers…